• RISE FROM THE ASHES

    but the burning comes first
    🔥🔥🔥🔥🔥🔥🔥🔥

    De lucht draagt een vage geur van as, een stille herinnering aan een wereld die ooit was. Honderd jaar geleden brak een ziekte uit. Ashbane, een plaag die alles veranderde.
    Het begon als een griep, klein en onschuldig, maar het duurde niet lang voordat de eerste symptomen leidden tot verwoesting: verbranden huid, uitdroging, helse pijn en uiteindelijk mentale ontbinding. Wie het overleefde, werd een monster. Ze noemen hen de Shreds — verscheurde lichamen, verscheurde geesten.

          De wereld stortte in onder het gewicht van paniek en wantrouwen. Overheden verdwenen, steden vielen, en overlevenden zochten wanhopig naar een uitweg. Maar er was geen ontsnappen. In deze chaos ontstond een nieuwe orde: The Order of the White Hands. Met ijzeren discipline en een overtuiging in “zuiverheid” hebben zij de wereld naar hun wit gehandschoende hand gezet. Veiligheid heeft een prijs, en niemand ontsnapt hun controle. Elke afwijking, elk teken van besmetting, wordt genadeloos gezuiverd. Hier is geen plek voor rebellie.

    Fort Aegis is een van de laatste veilige steden in een wereld die in vlammen is opgegaan. Een plek waar mensen nog in relatieve vrede kunnen leven, zolang ze de regels van de White Hands volgen. Binnen de versterkte muren van de stad leven de bewoners onder constante controle en bescherming. Iedereen draagt een masker, zowel letterlijk als figuurlijk, om besmetting van de dodelijke ziekte Ashbane te voorkomen.

          De stad oogt vredig en kalm, maar schijn bedriegt. In de verborgen uithoeken en duistere steegjes broeit de onvrede. Sommigen fluisteren dat de verbranden – de geëxecuteerden die onder verdenking van besmetting worden geëlimineerd – zelden daadwerkelijk besmet waren. Maar dit zijn slechts fluisteringen, en niemand durft deze woorden hardop uit te spreken, want het risico op executie is groot. Anderen fluisteren: Is veiligheid werkelijk alles? Velen kunnen de obsessieve controle van de White Hands niet langer verdragen. Ze leven in angst, gevangen in de greep van de stad die hen onderdrukt, terwijl de dreiging van binnenuit steeds dichterbij komt. Sommige van hen dragen een geheim met zich mee, een persoonlijke reden om te ontsnappen – een verlangen om de leugens van Fort Aegis achter zich te laten.

    En dat is precies wat een kleine groep van plan is. Deze groep, ieder met een eigen motivatie, heeft besloten het ondenkbare te doen: ontsnappen. In stilte en met gevaar voor eigen leven hebben zij plannen gemaakt om de stad te verlaten. Wat er buiten de muren ligt, is onbekend, maar de ruïnes van de oude wereld wachten. Over die verwoestingen heen liggen de ruwe geheimen van Ashbane, de Shreds en een waarheid die de White Hands koste wat het kost verborgen willen houden. Is er een kans op vrijheid buiten deze muren? Of is alles wat ooit was, al voorgoed verloren in de as?


    PERSONAGES
    De personages in deze RPG kunnen van alle leeftijden zijn, van jongeren tot ouderen die lang hebben geleden onder de heerschappij van de White Hands. Elk personage heeft zijn of haar eigen redenen om te ontsnappen aan de stad en de onderdrukking die de White Hands opleggen. Misschien heeft jouw personage een duister geheim ontdekt over de White Order, is hij of zij vals beschuldigd van besmetting, of verlangt hij of zij gewoon naar de vrijheid die buiten de muren van Fort Aegis ligt. Voor sommigen is het een persoonlijke zoektocht naar vrijheid en een leven zonder controle, terwijl anderen misschien hopen een remedie voor Ashbane te vinden, of simpelweg willen ontsnappen aan een toekomst die al in rook lijkt op te gaan.

    Invullijstje:
    Naam
    Leeftijd
    Verleden
    Persoonlijke reden voor ontsnapping
    Innerlijk
    Uiterlijk
    Extra's
    Relaties


    ROLLEN

    MEN
    • River Radford — 28 — Arthur Gosse — Iotte | p2
    • Fyodor Aleksej Orlov — 37 — Oleg Abramov — Kobyla | p4
    • Isha Aron — 29 — Hugh Grant — Ion | p2
    • Miles Richard Collingwood — 31 — Alexander Ludwig — LordJohn | p3
    • Adrien Raymond Wallence — 31 — Matthew Gray Gubler — Venustic | p4
    • Xavi Quinn — 28 — Nicolas Alexander Chavez — Styles| p3
    • Naam — leeftijd — fc — Valencian | px
    • Salvador Javier Verdugo de Léon — 36 — Oscar Jaenada — escuella | p4
    • Thomas Sinclair — 25 — Logan Lerman — Novalunosis | p4


    WOMEN
    • Nastasya Roydon — 27 — Renee Murden — Sgaeyl | p4
    • Jemima Wallece — 22 — fc — Halbrand | p4
    • Naam — leeftijd — fc — Jojootjes | px
    • Tara Laiken — 26 — fc — Dellamorte| p2
    • Naam — leeftijd — fc — Reeses | px
    • Elin Madeleine Isabelle Lindström — 27 — Sara Paxton — nostalgie | p3
    • Leyla Simone Najm — 26 — Dina Denier — LordJohn | p4
    • Naam — leeftijd — fc — schrijver | px
    • Naam — leeftijd — fc — schrijver | px


    REGELS
    • Er is een minimum van 100 woorden
    • De hoofdregels van Qreaties gelden ook hier
    • 16+ is toegestaan, gelieve wel boven je post vermelden
    • Houdt het gezellig en leuk voor iedereen
    • Maximaal 3 personages per persoon
    • Reservaties blijven drie dagen staan
    • Bij voorkeur actief kunnen mee schrijven, mocht dit niet lukken, laat me dit dan alsjeblieft van te voren weten, bij drie weken radiostilte is er een kans dat je personage(s) uit de RPG wordt geschreven
    • Indien je niet meer met deze RPG mee wil doen, gelieve jezelf uit te schrijven bij Iotte


    DISCLAIMER
    — Geïnspireerd en gebaseerd op de wereld en saga van The Maze Runner, maar dan anders

    Q&A
    — Q: Zijn er medici binnen the White Order/Fort Aegis, als in worden mensen nog wel behandeld voor andere klachten of geldt het: een klacht is een mogelijke besmetting?
    • A: Bij de White Hands werken wel dokters, maar hun rol is strikt gecontroleerd en uiterst klinisch. De focus ligt niet op genezing, maar op diagnose en beheer. De dokters hebben de taak om elke mogelijke besmetting met uiterste precisie te identificeren. Zodra er zelfs maar een vermoeden van Ashbane is, wordt de patiënt zonder uitzondering geëxecuteerd. Dit proces wordt uitgevoerd onder het mom van “preventie boven alles.” Het excuus van de White Hands is dat Ashbane te gevaarlijk en te onvoorspelbaar is om risico’s te nemen. Ze rechtvaardigen hun acties als “voor de veiligheid van de samenleving,” maar in werkelijkheid creëren ze een cultuur van angst en wantrouwen, waarbij elke medische beoordeling vrijwel synoniem is aan een doodvonnis. Mensen durven daarom vaak niet naar de dokters te gaan, uit angst dat elk symptoom — hoe onschuldig ook — als besmetting kan worden geïnterpreteerd. De angst om geëxecuteerd te worden drijft velen ertoe hun ziektes of verwondingen te verbergen, zelfs als het gevaarlijk is voor henzelf of anderen. Er kunnen wel situaties zijn waarin mensen gedwongen worden naar een dokter te gaan, bijvoorbeeld als een ander hen heeft aangegeven of als ze in het openbaar tekenen van ziekte vertonen. Dit voedt een cultuur van paranoia, waarin buren elkaar in de gaten houden en angst regerend is. Daarnaast gebruiken de White Hands bepaalde propagandatechnieken om de bevolking te controleren. Ze claimen dat de dokters hun enige hoop zijn, dat het medische team hen beschermt tegen Ashbane en andere ziektes. Maar die belofte komt met een prijs: je leven ligt volledig in hun handen, en een verkeerde diagnose betekent het einde. Dit zorgt ervoor dat ziekten soms pas in een vergevorderd stadium worden ontdekt — wanneer het te laat is om ze te behandelen of te verbergen. Het systeem van de White Hands is effectief in het beheersen van paniek, maar de tol ervan is de menselijkheid en het vertrouwen van de bevolking.

    — Q: Wordt iemand met niet typische symptomen voor Ashbane (bijv. Een gebroken been oid) wel behandeld/genezen door artsen?
    • A: Voor andere ziekten en verwondingen geldt een genuanceerder beleid, maar de angst blijft wel groot. Als iemand symptomen vertoont die niet duidelijk verband houden met Ashbane, zoals een gebroken been, een koorts door een alledaagse infectie, of bijvoorbeeld voedselvergiftiging, dan kunnen ze wél behandeld worden door dokters van de White Hands. De dokters zijn opgeleid om medische zorg te verlenen, maar met één nadrukkelijke prioriteit: ieder teken dat ook maar zou kunnen wijzen op Ashbane moet grondig worden onderzocht. Om deze reden proberen veel mensen medische hulp te vermijden, zelfs bij aandoeningen die op zichzelf niet dodelijk zouden zijn.

    — Q: Hoe ziet het dagelijks leven in Fort Aegis eruit? Zijn er telefoons, boeken, vervoer, leuke dingen om te doen, dingen van de moderne samenleving?
    A: Het dagelijks leven in Fort Aegis is strak gereguleerd en functioneel. Hoewel er wel nog sporen van technologie zijn, wordt het leven grotendeels bepaald door angst, controle en de wetten van de White Hands.

    Technologie en Communicatie
    • Geen smartphones of vrije communicatie: Telefoons en social media bestaan en werken niet meer.
    • Propaganda-schermen: Overal in de stad hangen monitoren en luidsprekers die propaganda van de White Hands uitzenden, samen met waarschuwingen tegen besmetting en oproepen tot gehoorzaamheid.
    • Radiozenders: Er zijn enkele radiozenders waar mensen naar kunnen luisteren voor muziek, nieuws of gecontroleerde ontspanning.

    Vrijetijdsbesteding
    • Boeken en bibliotheken: Boeken zijn zorgvuldig gecontroleerd. Bibliotheken bieden educatieve en goedgekeurde lectuur, maar alles wat als “rebels” of inspirerend wordt gezien, is verwijderd.
    • Samenkomsten: Publieke evenementen of feesten zijn schaars en meestal georganiseerd door de White Hands om loyaliteit en discipline te versterken. Spontaan vermaak is zeldzaam, en bijeenkomsten worden vaak gezien als verdacht.
    • Bar’s en cafe’s: Zijn aanwezig in de stad maar zijn sterk beïnvloed door de strikte controle van de White Hands. Bars en cafés mogen alleen worden geëxploiteerd door mensen die goedgekeurd zijn door de White Hands. Deze plekken worden in de gaten gehouden door camera’s of informanten van de White Hands, vooral om te voorkomen dat er rebellie of geheime samenkomsten ontstaan.

    Werk en Onderwijs
    • Werkzaamheden: Het merendeel van de bevolking heeft banen gericht op het draaiend houden van de stad. Mensen werken bijvoorbeeld in fabrieken (voor voedselproductie of wapens), constructie, of onderhoud van infrastructuur. Het werk is zwaar en slecht betaald
    • Onderwijs: Kinderen krijgen basisonderwijs met nadruk op gehoorzaamheid, biologie (met focus op Ashbane), en propaganda. Hogere educatie is beperkt tot praktische vaardigheden, zoals geneeskunde, techniek, of controle-systemen, die nuttig zijn voor de White Hands.

    Vervoer
    Er zijn auto’s, maar auto rijden is duur. Er zijn streng gecontroleerde bussen en treinen, uitsluitend bedoeld voor functionele doeleinden (bijvoorbeeld woon-werkverkeer). Mensen bewegen zich grotendeels te voet of op eenvoudige fietsen.

    Gezondheid en Veiligheid
    • Masker verplicht: Iedereen draagt maskers in openbare ruimtes, al zien sommige bewoners het meer als symbool dan bescherming. Een masker niet dragen wordt bestraft.
    • Patrouilles: Gewapende patrouilles van de White Hands lopen door de stad om orde en veiligheid te handhaven, wat zorgt voor een constante sfeer van onderdrukking.

    Entertainment
    Leukere activiteiten zijn schaars, maar mensen zoeken manieren om te ontsnappen:
    • Verborgen ontmoetingen: Sommige jongeren houden bijeenkomsten om te praten, te drinken, of te dansen. Deze “ondergrondse” ontmoetingen bieden een gevoel van vrijheid, maar worden zwaar bestraft als ze ontdekt worden.

    — Q: Is er een geldsysteem?
    • A: Ja, er is een geldsysteem in Fort Aegis, maar het heeft enkele beperkingen en is zwaar gecontroleerd door de White Hands. Het geld is bedoeld om een gevoel van orde en economie te behouden, maar de manier waarop het functioneert verschilt sterk van wat je in een vrije samenleving zou verwachten.

    — Q: Mogen de rijken in Fort Aegis nog wel feestjes houden?
    • A: Feestjes in Fort Aegis worden toegestaan, maar met strenge beperkingen, toezicht en alleen toegankelijk voor de elite. Voor de rijken zijn deze bijeenkomsten meer dan een bron van plezier; ze zijn een politiek spel, een middel om status te tonen en invloed binnen de White Hands te verkrijgen.

    Hoe zien de feestjes eruit?
    • Strenge protocollen: Iedereen moet gemaskerd blijven tijdens sociale interacties. Maskers zijn vaak elegant of zelfs grotesk ontworpen om rijkdom en stijl uit te drukken. Daarnaast mogen alleen genodigden binnenkomen, en die worden gescreend op symptomen. Onverwachte bezoekers worden nooit toegestaan.
    • Entertainment: Dans en zang. Op de luxe feestjes van de elite in Fort Aegis kunnen danseressen en zangeressen worden ingehuurd als entertainment. Deze uitvoeringen zijn echter strikt gereguleerd door de White Hands om de veiligheid te waarborgen en propaganda in stand te houden.

    Hoe verloopt het inhuren van entertainers?
    • Goedkeuring door de White Hands: Iedereen die optreedt op een feestje moet gescreend en goedgekeurd zijn door de autoriteiten. Dit betekent dat entertainers afkomstig zijn uit een kleine, gecontroleerde groep artiesten die vaak hun loyaliteit aan de White Hands hebben bewezen.
    • Decoratieve en onderdanige rollen: Danseressen en zangeressen worden meer gezien als symbolen van luxe en controle dan als zelfstandige kunstenaars.

    Wat vindt de bevolking van de entertainers?
    Voor de lagere klassen van Fort Aegis wordt deze vorm van entertainment vaak gezien als het toppunt van oppervlakkigheid. Terwijl zij strijden tegen honger en ziekte, mogen artiesten zichzelf uitsloven voor de elite. Dit draagt bij aan de groeiende spanningen en haat tussen klassen. Toch wordt soms gefluisterd dat sommige entertainers belangrijke informatie doorspelen aan opstandelingen.

    — Q: Hoe werkt het geldsysteem in Fort Aegis?
    • A: Er bestaat een standaard munteenheid, meestal in de vorm van munten of papieren biljetten. Deze worden gedrukt en uitgegeven door de White Hands.

    Lonen en transacties
    Werknemers (zoals fabrieksarbeiders, handelaars, of schoonmakers) krijgen hun loon in cash. Deze kunnen ze gebruiken in winkels, markten, en voor diensten in de stad. Veel arbeiders verdienen echter net genoeg om aan basisbehoeften te voldoen, wat het systeem arm en afhankelijk houdt. Luxe blijft een droom voor de meesten.

    Ruilhandel
    Naast het officiële systeem bestaat er een parallelle economische structuur. Vooral op de lagere niveaus in de samenleving wordt er veel geruild in plaats van gekocht. Bijvoorbeeld een masker ruilen voor eten of wat kleding voor medicatie. Voor mensen die moeilijk toegang hebben tot geld (zoals daklozen of weeskinderen), is ruilhandel vaak hun enige optie.

    Geld als controlemiddel
    De White Hands gebruiken het geldsysteem als een manier om de stad onder controle te houden:
    1. Loonverschillen: Mensen in belangrijke of goedgekeurde beroepen (zoals bijv. Artsen) krijgen meer loon, terwijl arbeiders zoals fabrieksmedewerkers net genoeg verdienen om te overleven. Dit systeem ontmoedigt economische vooruitgang en versterkt de hiërarchie.
    2. Boetes: Wanneer iemand de regels overtreedt, kunnen hun lonen worden bevroren of worden hun geld ongeldig verklaard, wat hen direct in economische wanhoop stort.

    — Q: Waar ligt Fort Aegis?
    • A: Fort Aegis is gevestigd in de voormalige USA

    — Q: Met welke stad kan Fort Aegis vergeleken worden?
    • A: Fort Aegis is een stad die zowel groots als benauwend kan aanvoelen, afhankelijk van de locatie waar je je bevindt. Qua grootte kan het vergeleken worden met New York. Met een oppervlakte van ongeveer 150 km² (inclusief de beschermde buitenzones) is deze stad groot genoeg voor mensen met verschillende levensstijlen, maar klein genoeg om claustrofobie te benadrukken.

    Opbouw van de stad
    Fort Aegis is een van de laatst overgebleven bastions van beschaving, en dat heeft invloed op de ruimtelijke ordening:

    1. Sanctified Zone (de kern van de stad)
    • Hier wonen de welgestelde elite en de White Hands zelf. Dit deel is sterk beschermd en ordelijk ingericht.
    • Te vergelijken met moderne financiële of diplomatieke districten.
    • Breed opgezet met grote boulevards, bewaakte checkpoints, en veel groen, dat het contrast met de rest van de stad versterkt.

    2. Industriële sectoren (buitenring)
    • Grote wapenfabrieken, waterzuiveringsinstallaties, voedselverwerkingscentra, en opslagmagazijnen.
    • Meestal grijs en vervallen, met overbevolkte arbeidswijken waar de meeste werkende bewoners wonen.

    3. Woongebieden voor arbeiders
    • Kleine woningen of gedeelde complexen. Minimalistisch en vaak vervallen. Hier vindt het grootste deel van het dagelijks leven plaats.
    • Denk aan vergelijkingen met armere stadswijken in Los Angeles of Chicago, met strenge bewaking en strikte regels.

    4. Stadsgrenzen en ruïnes
    • De muren van Fort Aegis scheiden de stad van het besmette buitengebied.

    — Q: Hoelang bestaat Fort Aegis al?
    • A: Fort Aegis bestaat dit jaar 75 jaar, gebouwd als reactie op de chaos die volgde na de uitbraak van Ashbane en de instorting van samenlevingen wereldwijd.

    Oorsprong en oprichting
    • Noodconstructie: Het fort werd oorspronkelijk opgezet als een noodopvanglocatie door een overgebleven coalitie van overheidsfunctionarissen, wetenschappers, en militairen die de Ashbane-uitbraak overleefden. Aanvankelijk was het een klein, geïsoleerd kamp op de resten van een voormalig stadje, maar naarmate andere overgebleven nederzettingen vielen, werd het uitgebreid en versterkt.
    • Transformatie naar een bastion: In de decennia erna groeide Fort Aegis uit tot een strategisch belangrijke en goed georganiseerde stad, geleid door de White Hands, die oprukten als de machtigste en meest georganiseerde entiteit in de regio. Het werd omgevormd tot een strikt gecontroleerde samenleving met muren die zowel de bewoners beschermen als gevangen houden.

    Huidige status
    Tegenwoordig beschouwt men Fort Aegis als een bijna mythisch bolwerk van orde en overleving in een door Ashbane verwoeste wereld. Het heeft altijd een strak regime van discipline, hard werken, en gehoorzaamheid gekend, wat verklaart waarom het zo lang heeft standgehouden.

    — Q: Zijn er lijkschouwers in Fort Aegis?
    • A: Ja, in Fort Aegis zijn er lijkschouwers, maar hun rol en hoe ze functioneren worden strikt gecontroleerd door de White Hands. Hun taken gaan verder dan het onderzoeken van doodsoorzaken en zijn nauw verweven met de angst voor besmetting door Ashbane.

    Rol van de lijkschouwers
    Lijkschouwers zijn voornamelijk opgeleid om sporen van de ziekte te identificeren, zelfs postuum. Als Ashbane wordt vermoed, wordt de zaak meteen gerapporteerd aan de White Hands, die de verdere afhandeling (vaak verbranding van het lichaam) uitvoeren. Lijkschouwers moeten uitsluiten of iemand besmet was voordat andere mensen met het lichaam in aanraking komen. Elk overlijden, zelfs door natuurlijke oorzaken, wordt onderzocht op tekenen van besmetting. Dit creëert een paranoïde sfeer, waarin zelfs dode lichamen niet aan het bewind kunnen ontsnappen. De lijkschouwers in Fort Aegis ondergaan een intensieve training over Ashbane, anatomie, en ziektebeelden. Dit maakt hen erg gewaardeerd, maar tegelijkertijd worden ze ook met wantrouwen bekeken omdat ze dagelijks met mogelijke besmetting werken. Omdat Ashbane zowel gevreesd als slecht begrepen wordt, opereren lijkschouwers onder immense druk. Elk lichaam is een mogelijke tikkende tijdbom, en een enkele fout kan leiden tot een ramp.

    — Q: Wat vinden de White Hands van euthanasie?
    • A: De houding van de White Hands ten opzichte van euthanasie hangt sterk af van hun ideologie en controlemechanismen. Gezien de strenge controle en paranoia rondom Ashbane, zijn de White Hands zeer wantrouwig en terughoudend tegenover euthanasie, vooral omdat het een opening zou kunnen bieden voor rebellie of misbruik. Euthanasie is verboden en taboe. De White Hands eisen absolute controle over leven en dood, en euthanasie zou hun grip verzwakken. Zelfdoding of hulp daarbij wordt gezien als een mogelijke besmettingsstrategie: ziek zijn kan worden verborgen door snel euthanasie aan te vragen, wat hun paranoia vergroot. Artsen die euthanasie verrichten kunnen als verdacht worden beschouwd, mogelijk van sympathieën voor rebellen of besmetting. Stervenden mogen alleen “natuurlijk overlijden” in quarantaine, waarbij hun dood zorgvuldig wordt gedocumenteerd door de White Hands.

    — Q: Hoe raak je besmet door Ashbane?
    • A: Het virus verspreidt zich door contact met lichaamsvloeistoffen van iemand die besmet is (zoals bloed, speeksel, of zweet) en via de lucht. Je kan besmet raken door het aanraken van een wond van een besmet persoon of wanneer je gebeten wordt door een Shred. Onder bepaalde condities, zoals in gesloten ruimtes of wanneer besmette mensen in grote hoeveelheden samen zijn, kan het virus zich ook via ademhaling verspreiden. Het virus blijft overleven op oppervlakken of in water dat in contact is gekomen met besmette lichamen. Dus een object aanraken dat met bloed, speeksel of ander materiaal van een Shred bedekt is en daarna je gezicht of een wond aanraakt kan zorgen voor een besmetting. Ook water drinken dat besmet is met resten van geïnfecteerde lichamen en het eten van dierlijke producten die in besmette gebieden leven verhogen de kans op besmetting.

    De Shreds dragen het virus in hun speeksel en onder hun nagels, waardoor een aanval vrijwel altijd resulteert in infectie. Een wond door hun toedoen is daarom direct geïnfecteerd.

    Het virus wordt daarnaast ook worden ingeademd door microscopische deeltjes die in besmette gebieden als as door de lucht zweven (vooral in de ruïnes buiten de stad)

    — Q: Wie heeft de leiding bij the White Hands?
    • A: De Raad van Witte Mantels. The White Hands worden geleid door een raad van onbekende individuen. Ze noemen zichzelf De Witte Mantels. Niemand weet hoeveel leden er precies zijn, maar vermoedens gaan dat het tussen de 5 en 9 personen zijn. Deze raad is altijd gehuld in anonimiteit. M lid draagt een witte mantel en een masker die hun identiteit volledig verhult, zelfs voor veel White Hands officieren. Wat het idee versterkt dat de raad ‘ieder en niemand is’. Hun stem klinkt uitsluitend via decreten of holoprojecties. Hun leiderschap maakt hen angstaanjagend en alomtegenwoordig. De raad symboliseert een collectieve en ongrijpbare macht die bijna onmogelijk te bestrijden is, omdat niemand precies weet wie aan de top staat.

    • De leden van de Witte Mantels hebben alleen codenamen of titels, zoals De Gever, De Vonnisser, De Schilddrager of De Boodschapper.
    • Ze geven decreten en bevelen via schermen, posters, en zorgvuldig geplande ceremonies waar hun stemmen (vervormd, om identiteit te verbergen) synchronisch klinken.
    • Contact met hen is enkel mogelijk via hun meest vertrouwde en angstaanjagende adjudanten: de Spoken van de Mantels, een schimmige elite-eenheid.
    • Alle grote beslissingen – van executies tot bevolkingsbeheer – worden door de raad goedgekeurd, maar nooit betwist. Het volk kent geen macht om hen te confronteren.
    • Voor de gewone burgers zijn ze symbolen van absolute orde en veiligheid. Hun anonimiteit maakt hen goddelijke figuren, verheven boven menselijke zwaktes.
    • Propaganda schildert hen als helden die de mensheid van uitsterving hebben gered, met opofferingen die stervelingen nooit zouden begrijpen.
    • Voor de rebellen en critici is de raad echter het toppunt van corruptie, wreedheid en manipulatie. Er gaan geruchten dat de leden van de raad nergens in geloven behalve in hun eigen macht.
    • Het bestaan van de raad maakt het moeilijk om direct verzet te bieden. Niemand weet waar ze zich bevinden, wie ze zijn, of hoe hun systeem uit elkaar gehaald kan worden.

    — Q: Is er een immuniteit tegen Ashbane?
    • A: Immuniteit is mogelijk, maar uiterst zeldzaam en eerder een vloek dan een zegen. Immuniteit wordt beschouwd als een mythe. Verhalen over mensen die resistent zijn tegen Ashbane doen de ronde in fluisteringen, maar er is nooit concreet bewijs gevonden. De White Hands ontkennen het bestaan van immuniteit en doen geruchten af als valse hoop die de orde kan verstoren. Toch blijven sommige mensen dromen van een uitzondering op het lot dat Ashbane brengt. Immuniteit blijft in Fort Aegis een mythisch concept. Mensen kunnen ervan gehoord hebben, maar niemand kent écht een immuun persoon, en zelfs als dat zou gebeuren, zou de angst of jaloezie groter zijn dan het vertrouwen. De White Hands geloven niet in immuniteit en zien geruchten hierover als gevaarlijke mythen. Als iemand vermoed wordt immuun te zijn, wordt hij of zij vaak eerder geëxecuteerd of gevangengenomen voor experimenten dan geholpen. Buiten de stad worden immunen gemeden, gevreesd of gezien als dragers van het virus. Immuniteit beschermt iemand niet tegen de angst, de sociale isolatie of het geweld dat de infectie met zich meebrengt. Het maakt een overlever eerder verdacht dan bewonderd omdat degene die immuun lijken te zijn geen symptomen hebben maar wel dragers zijn en anderen nog steeds kunnen besmetten. Voor nu is er ook nog geen cure gevonden tegen deze ziekte.

    — Q: Zijn er mensen die waken op de muur?
    • A: Ja, er zijn mensen die waken op de muur van Fort Aegis. Deze groep staat bekend als de Wall Guards of simpelweg “Wallwatchers.” De Wallwatchers zijn een elitegroep die specifiek getraind zijn om de muren te beschermen tegen zowel externe dreigingen zoals de Shreds als interne onrust. Ze vormen de eerste verdedigingslinie van de stad en zijn gewapend met alles wat de stad kan bieden, zoals vuurwapens, zoeklichten en waarschuwingssystemen.

    Hun taken:
    • Detectie: De Wallwatcher patrouilleren constant en houden de omgeving in de gaten. Elke afwijking of verdachte beweging wordt direct gerapporteerd.
    • Veiligheid: Ze zorgen ervoor dat niemand zonder toestemming de stad in- of uitgaat.
    • Uitzichtposten: Verspreid over de muur bevinden zich torens met uitkijkposten die continu bemand zijn. Hier wordt vooral de omgeving buiten de stad in de gaten gehouden.

    Het leven van een Wallwatcher:
    • Hard regime: Het is een zware en veeleisende baan met strikte regels. De meeste Wallwatchers worden gerekruteerd uit gezinnen die loyaal zijn aan de White Hands.
    • Lange shifts: Ze werken lange, koude nachten en zware dagen, vaak zonder veel beloning of erkenning.
    • Geïsoleerd: Hoewel hun werk cruciaal is, worden de Wallwatchers als laag in rang beschouwd binnen de hiërarchie van Fort Aegis. Ze hebben weinig sociale status.

    Wallwatchers en de White Hands:
    • De Wallwatchers vallen rechtstreeks onder de controle van de White Hands. Ze ontvangen bevelen en rapporteren aan hen, maar staan op afstand van de echte macht.
    • Er wordt veel controle op hen uitgeoefend: zelfs zij worden regelmatig getest op tekenen van besmetting.

    — Q: Wat zijn nou typische symptomen van Ashbane?
    • A: De symptomen van Ashbane kunnen in verschillende stadia worden opgedeeld, waarbij de ziekte zich steeds verder ontwikkelt. De naam “Ashbane” verwijst naar het verbrijzelde, asachtige uiterlijk van de huid in latere stadia van de ziekte, wat een kenmerkend teken is van infectie. Hier zijn de typische symptomen:

    Vroege stadia:
    1. Vroege huidveranderingen:
    • Kleine, grijze vlekjes verschijnen op de huid, meestal op de handen, nek of borst. Deze voelen droog en ruw aan, alsof de huid langzaam uitdroogt.
    2. Fysieke aftakeling:
    • Constante dorst en droge mond, ondanks voldoende drinken. Dit is het eerste teken van interne uitdroging.
    • Helderrode ogen door gesprongen bloedvaten.
    • Licht bloeden uit neus of oren zonder duidelijke oorzaak\
    • Vermoeidheid, ondanks voldoende rust.
    • Een bonzende hoofdpijn die niet verdwijnt
    3. Beginnende mentale tekenen:
    • Moeite met concentreren.
    • Kortdurende desoriëntatie of verlies van tijdsbesef.

    Middenstadia:
    1. Uitdroging:
    • De huid voelt strak en verbrandt gemakkelijk, alsof ze wordt blootgesteld aan hitte, zelfs zonder direct contact met vuur.
    • Barstjes in de huid en bloedingen, vooral rondom gewrichten zoals knokkels en ellebogen.
    2. Helse pijn:
    • Zenuwpijnen die lijken op elektrische schokken, trekkend door de ledematen.
    • Extreme gevoeligheid voor aanraking. Zelfs licht contact voelt als een steek.
    3. Gedragsveranderingen:
    • Stemmingswisselingen en irrationele woede-uitbarstingen.
    • Perioden van paranoia waarin slachtoffers anderen van verraad beschuldigen.
    • Mild hallucineren (het zien van schaduwen, het horen van stemmen).
    4. Koorts:
    • Op- en neergaande temperaturen met heftige koude rillingen gevolgd door ongewoon warm aanvoelende huid.

    Laatste stadia (Ashening):
    Het eindstadium, waarin slachtoffers letterlijk lijken te verkolen en uiteen te vallen tot iets wat lijkt op as.

    1. Huidverbranding en asachtige verschijning (ash-effect):
    • De aangetaste huid oogt verkoold, alsof het verbrand is.
    • Vinger- en teennagels brokkelen af; zweren verspreiden zich over het lichaam.
    • Voortdurende en ondraaglijke pijn maakt normale beweging bijna onmogelijk.
    • Zweren en korsten ontstaan over heel het lichaam
    2. Mentale ontbinding:
    • Slachtoffers vergeten wie ze zijn en raken hun realiteit kwijt.
    • Intense hallucinaties nemen over, vaak met schreeuwen of zelfdestructief gedrag.
    • Oncontroleerbare agressie: ze keren zich tegen geliefden en zelfs zichzelf.
    3. Fysieke aftakeling:
    • De spieren verstijven en gewrichten raken permanent krom of vast.
    • Extreme magerheid door orgaanfalen en inwendige bloedingen.
    • De dood volgt vaak door totale uitputting of interne uitdroging.

    Kenmerkende symptomen van Ashbane:
    • Transmission mark: De besmettingsplek vertoont vaak een felrode rand, later omgeven door verbrande huid.

    — Q: Wordt er drugs gebruikt in Fort Aegis?
    • A: ja. Er is een ondergronds circuit dat illegale drugs verhandeld. TW: drugs. Onderdrukt door de strikte regels zoeken sommigen naar een manier om te kunnen ontsnappen aan de realiteit. Illegale drugs in wordt in het geheim verhandeld, vooral in de achterbuurten of afgelegen delen van de stad.









    [ bericht aangepast op 27 jan 2025 - 16:06 ]


    someone out there feels better because you exist




          Jemima Wallece     
    22 | Lijkschouwer | Elin
    White Hands HQ
         



          "Kijk eens uit!"
          De stem klonk bekend, maar het schoot Jem even niet te binnen aan wie die toebehoorde. Ze probeerde goed in te ademen, maar het lukte niet goed. Ze trilde. Ze staarde naar de envelop op de vloer, hopend dat als ze stil genoeg zou staan, ze gewoon zou verdwijnen.
          "Jemima?" fluisterde de persoon tegen wie ze was opgelopen.
          Jem keek verschrikt op. Ze slikte hard. Toen Elin de envelop terug in haar handen duwde, was haar eerste instinct om het terug te duwen. Om te roepen dat het niet van haar was.
          Haar verraderlijke vingers grepen het papier toch vast. Tranen prikten achter Jems ogen. Haar hart zat in haar keel.
          "Ik moet nog wat administratie doen," bromde Elin. Ze knikte naar de deur naast hen, de achteringang. "Kom, laten we naar binnen gaan. Het is fris hier."
          Het zweet brak Jem uit bij Elins autoritaire toon. Haar ogen verwijdden zich. De envelop kreukte in haar vuist toen ze ermee over de binnenkant van haar linkerarm wreef. Elin had haar door, besefte ze. Ze zou Jem tot bij de White Hands brengen en hen de envelop tonen. Moest Jem weglopen, of het gewoon ondergaan? Ze gaf weinig om haar eigen leven, maar... Dit was een teken van haar broer. Een teken dat de White Hands op weg kon zetten om hem te pakken te krijgen. Ze wist niet of het nog in haar had om de weinige geheimen die ze over de rebellie had weten te bewaren, te blijven ontkennen. Toen ze haar immuniteit ontdekten, hadden ze weinig meer gegeven om de informatie die ze hen zou kunnen bieden. Maar ze herinnerde zich heel goed wat ze haar en haar ouders hadden aangedaan toen ze wél nog dachten dat ze hen belangrijke info konden geven.
          "Ach, Hen, je bent veel te bezorgd. Ik kan best voor mezelf zorgen."
    "Je bent een hele slechte leugenaar, Jemma, en je weet wat er met slechte leugenaars gebeurt."
    "Ooooo, is dat een dreigement?"
    "Als je niet mijn kleine, irritante zusje was, dan lag je allang te rotten in de tunnels."

          De stemmen in haar hoofd maakten haar misselijk. Ze hoorde zichzelf, maar het was allang zij niet meer. Soms vroeg ze zich af of ze Henry nog zou herkennen. Soms vroeg ze zich af of hij haar nog zou herkennen.
          Hij had vannacht bij haar deur gestaan en ze had het niet geweten.
          Jems ogen gingen op zoek naar vluchtwegen terwijl ze Elin binnen volgde. Haar hoofd ging op zoek naar plausibele verklaringen. Ze had de envelop gevonden en ging hem nu vernietigen. Ze had hier niets mee te maken. Ze wist niet wat het was, waar de kaart voor stond. En ze wist al helemaal niet wat het symbool in het hoekje betekend.
          Ze besefte dat ze al te lang niets gezegd had, maar toen ze haar mond opende, kon ze enkel beverig inademen. Ze knipperde de paniektranen weg en probeerde opnieuw. "Ik moet eigenlijk nog eh..."
          "Je bent een hele slechte leugenaar, Jemma, en je weet wat er met slechte leugenaars gebeurt."
          Jem klemde haar kiezen op elkaar en sloot heel even haar ogen. "Ik had nog een afspraak met... met iemand," perste ze uiteindelijk zwakjes over haar lippen.

    [ bericht aangepast op 7 maart 2025 - 11:39 ]


    help





    Henry     
          Cleves


    28 | stadsspook | buitenstad


    Hij had in de laatste week misschien vijf uur geslapen en het had zijn oplettendheid aangetast. Het had hem roekelozer gemaakt. Kwader. Zijn gemoedstoestand was al twee jaar gestaag de kelder in gedaald, maar het leek nu toch echt tot een vriespunt te komen.
          Misschien was het omdat hij het niet had kunnen laten om bij Jem in te breken in plaats van de envelop gewoon onder haar deur te schuiven. Hij had de drang niet kunnen weerstaan toen hij aan haar appartement stond. Hij had te lang staan staren naar die metalen rechthoek die haar van zijn zicht onttrok, zich afvragend of ze sliep. Hij had niet eens doorgehad dat zijn handen de loper al uit zijn broekzak had opgediept toen hij plotseling binnen stond, als een of andere creepy stalker, zijn ademhaling in hetzelfde ritme als dat van haar. Hij had haar willen opplukken en meenemen; zomaar ineens wegrennen, de tunnels in, om haar ergens ver buiten de stad wakker te laten worden. Maar hij had een deal gemaakt met Salvador en Henry kwam zijn deals altijd na. Het was het laatste restje eer dat hij nog had.
          Het was waarschijnlijker dat Henry's rothumeur voornamelijk veroorzaakt was door de agenten die hem op de hielen zaten, wiens voetstappen en stemmen hij nu hoorde terwijl hij op zijn hurken achter een muurtje op adem probeerde te komen. Zijn oren suisden nog steeds door de echo van het schot dat ze in de tunnels gelost hadden toen ze hem betrapt hadden. Zijn schouder deed pijn; alsof de knal zich ook daar in geboord had.
          Hoe kon het dat ze hem gehoord hadden? Dat ze hem daar überhaupt gevonden hadden? Het was een verborgen ingang tot de tunnels, die zover Henry wist enkel bij rebellen bekend was. En toch hadden ze er gestaan, terwijl de muurschildering waar hij al een maand mee bezig was, hem zodanig aan het absorberen was dat hij de agenten niet had opgemerkt tot het te laat was.
          Henry wilde met zijn hoofd tegen de muur bonken, zichzelf vervloekend. Hij kon het zich niet veroorloven om nu, in de vroege ochtenduren van de dag die er het meest toe deed, in de problemen te komen. Maar het was moeilijk om zich te focussen op de stemmen van de agenten die op zoek naar hem waren. Fort Aegis sliep nog rond hem, maar zijn hoofd stond op barsten. De vermoeidheid leek dit het ideale moment te vinden om hem te overvallen. Zijn brein vond het continu nodig om hem eraan te herinneren hoe spijtig het was dat hij zijn spullen in de tunnels had moeten achterlaten. Alsof dat er nu toe deed.
          Henry dwong zichzelf om alert te blijven. Hij had erger meegemaakt. Twee agenten waren niets in vergelijking.
          Kwaadheid borrelde in hem op; kokend zwart tegen de binnenkant van zijn ribben. Hij dacht aan Jem. Aan hoe ze in een bolletje had liggen slapen, haar wenkbrauwen boos gefronst, haar voorhoofd glanzend. Hij dacht aan Sal, die hij nog steeds niet vergeven had; aan de vergelding die hem nog te wachten stond wanneer ze deze klotestad eindelijk uit waren. Wanneer Henry's belofte afgelopen was.
          Hij had er nog een aantal na te komen.
          Henry's hand gleed naar zijn onderrug, waar een semiautomatisch pistool veilig in zijn holster aan zijn broeksriem hing, verborgen door zijn jas. Het metaal was koud tegen zijn vingers. Het suizen in zijn oren viel weg.
          De stemmen klonken dichterbij. Hij hoorde het klikken van een walkie-talkie, een stem die instructies gaf. Een lach. Ze dachten dat ze hem hadden. Dat ze hem zouden inrekenen; opjagen als een wild dier om hem dan af te slachten. Zoals ze met zijn ouders gedaan hadden. Zoals ze met Jem zouden gedaan hebben als ze niet immuun geweest was.
          Weglopen was misschien een beter idee geweest. Het zou sowieso minder rommelig geweest zijn, maar Henry voelde zich nu eenmaal het meest thuis tussen rommel. In situaties waar hij zijn handen kon vuilmaken. De haat die hem in zo'n situaties terechtbracht, was altijd meer dan welkom. Het was ondertussen vertrouwder dan zuurstof.
          Hij ademde kort door zijn neus in, telde tot drie en kwam overeind. Hij was een geest. Geruisloos en onzichtbaar in het kille licht van de opkomende zon.
          De agent die het dichtstbij stond, draaide zich net op tijd om om Henry's schaduw te zien voordat die de kolf van zijn pistool tegen zijn kaak ramde. Een klap, een doffe kreun, en de man zakte ineen. De tweede agent was al in beweging, hand naar zijn wapen. Maar Henry was sneller.
          BAM.
          De knal weerkaatste tegen de stenen muren van de steeg waar Henry zich in bevond. De agent zakte in elkaar, verrassing bevroren op zijn gezicht. Zijn hand gleed van zijn dienstwapen af. Zijn mond hapte naar woorden die niet meer kwamen.
          Henry keek er nauwelijks naar. Hij ademde kalm in en draaide zich om. Geen paniek. Geen haast. Hij wist hoe hij moest verdwijnen.
          Tegen de tijd dat de zon begon op te komen boven Fort Aegis, stapte Henry het appartement binnen. Toen hij zijn jas naast zijn mondmasker aan de kapstok hing, was er geen spoor meer van het pistool dat daarnet op zijn vertrouwde plaats tegen zijn onderrug had gezeten. Met een stralende glimlach liep hij naar de hoek van de woonkamer, waar de eigenaar van het appartement kritisch naar een schilderij op een schildersezel stond te staren.
          Henry sloeg zijn armen om James schouders en drukte een kus op zijn kruin. "Goeiemorgen."

    he's so edgy jesus christ why do i enjoy the edgy ones so much i have a problem

    [ bericht aangepast op 12 maart 2025 - 18:54 ]


    help


    LEYLA SIMONE NAJM
    26 — teacher — with Thomas — tunnels

    De man liet, nadat hij de kaart die Leyla in haar hand hield had gezien, zijn rugzak van zijn rug glijden. Als een wilde groef hij erin, alsof hij op zoek was naar een schat. Hij overbrugde de afstand tussen hen in, en hield de kaarten naast elkaar omhoog. Leyla deed een voorzichtige stap achteruit toen hij ineens zo dicht bij haar in de buurt stond. Toch leek hij helemaal niet meer gefocust op haar, maar bestudeerde hij de nu complete kaart aandachtig. Leyla bekeek hem van een afstandje. Hij zag er geconcentreerd uit nu hij die twee stukken kaart naast elkaar lagen. Leyla merkte dat haar hartslag steeds versnelde. Ze ging echt weg, samen met deze (tikkeltje onverzorgde) vreemdeling. Wie er nog meer weg zou gaan, behalve River, wist ze niet. Zou ze iemand kennen? Ze kon het zich haast niet voorstellen. De houding die haar kennissen aannamen tegenover Fort Aegis sprak boekdelen: de stad was het beste wat hen had kunnen overkomen en zou nooit iets verkeerds kunnen doen. Het waren dezelfde oogkleppen die een paar jaar geleden van Leyla's gezicht af waren gevallen.
          De man tegenover haar keek om zich heen en liep toen in de richting van een deur. Leyla bleef nog op dezelfde plek staan, niet in staat zich te bewegen. De zenuwen namen de overhand nu de ontsnapping steeds dichterbij kwam. Het zou niet lang duren voor ze de relatief veilige muren van Fort Aegis achter zich zou laten. Maar durfde ze het wel? Nu ze zo dichtbij was, voelde het als een steeds slechter idee. De vreemde man had nu haar deel van de kaart... zou ze nog kunnen omdraaien?
          Hij draaide zich naar haar om en stak zijn hand uit. 'Ik ben Thomas trouwens, wie ben jij?'
          Leyla slikte de brok in haar keel weg, maar het had geen zin. Een misselijk gevoel stroomde door haar heen. Uiteindelijk stak ze haar trillende hand naar hem uit. 'Leyla,' antwoordde ze, haast onhoorbaar. Ze kón niet meer terug. Thomas had haar gezien. Degenen die zouden ontsnappen, zouden het niet waarderen als ze ineens zou beslissen toch in Fort Aegis achter te blijven. En ze wilde niet blijven, maar het kostte moeite om het niet nu op een rennen te zetten, terug naar haar huis. 'Ik kom wel achter je aan.' Even had ze haar blik geworpen op de donkere tunnels. Ze voelde zich niet geroepen om voorop te gaan. Toen Thomas begon met lopen, liep Leyla achter hem aan. Ze zorgde dat ze in de buurt bleef, maar toch wat afstand hield. Ook al zouden ze samen ontsnappen, ze vertrouwde Thomas niet helemaal. Het kon nog steeds een valstrik zijn. Wie weet wat er in de tunnel op hen wachtte, of juist aan het eind van de tunnel.
          'Waar kom je vandaan?' vroeg ze uiteindelijk toen ze even in stilte liepen. Ze schrok van de echo's van haar eigen stem. Leyla wilde graag meer over hem te weten komen, al was het alleen maar om zich af te leiden van waar ze nu mee bezig was. Haar vingers klemden zich stevig om haar tas heen. Had ze wel genoeg meegenomen? Zou ze deze tocht überhaupt overleven? Ze was zo weinig gewend... 'Ik kom uit de Sanctified Zone,' zei ze toen. Nu ze eenmaal praatte, merkte ze dat ze het nodig had om het er met iemand over te hebben.


    Protect the people.


    THOMAS
    Sinclair


    25 ● Drugdealer ● With Leyla ● tunnels

    Met een trillende hand nam de jongedame Thomas zijn uitgestoken hand aan en stelde zichzelf voor als Leyla. Alle kleur leek uit haar gezicht te zijn verdwenen en even was hij bang dat ze in elkaar zou storten. Wat zou haar ertoe gedreven hebben om te vluchten? De vraag rustte op zijn lippen, klaar om afgevuurd te worden, maar hij wilde niet té opdringerig over komen. Haar uitstraling vertelde hem dat ze van een betere komaf was dan hijzelf, hoogstwaarschijnlijk uit de Sanctified Zone. Hij kon zich haast geen scenario voorstellen waarin iemand van de Sanctified Zone zou willen vluchten, maar in alle eerlijkheid had hij ook niet al te veel aandacht besteed aan de inwoners van dat gebied – zij stonden ook niet stil bij de inwoners van de buitenring.
          Uitnodigend hield Thomas de stalen deur voor haar open. Twijfelachtig keek Leyla van de deur naar de donkere tunnels. 'Ik kom wel achter je aan.'
          ''Okay,'' Thomas haalde nonchalant zijn schouders op en ging vervolgens voorop de tunnel in. Er waren genoeg risico's verbonden aan de actie waar hij niet langer dan een seconde bij stil had gestaan, maar allen wuifde hij achteloos weg. Leyla kon besluiten toch niet verder te durven gaan met het plan – maar aangezien Thomas haar kaart nog had verdwenen zijn zorgen; Ze kon besluiten hem aan te geven – maar dan zou hij al vertrokken zijn; Ze kon ook een mes bij zich hebben om hem in de duisternis van de tunnel neer te steken – dan zou dat het lot zijn. Toen hij besloot om in te gaan op de mysterieuze brief wist hij dat dit gepaard ging met een grote hoeveelheid gevaren. Wat komen gaat zal komen, en hij zou er klaar voor zijn om het te trotseren.
          Op dit punt in zijn leven maakte het niet veel meer uit of hij nog 1 dag te gaan had of nog een heel decennium – al hoopte hij natuurlijk op langste optie.
          Een extra paar voetstappen voegde zich toe aan de echo van de zijne. Zijn mondhoek krulde omhoog. Leyla was hem toch gevolgd, wat het avontuur door de vochtige tunnels toch een stuk gezelliger maakte.
          Leyla was de eerste die een vraag stelde, eentje die al meermaals door zijn hoofd was gegaan om aan haar te stellen. ''Waar kom je vandaan?'' Haar woorden echoden door de tunnel. 'Ik kom uit de Sanctified Zone.'
          ''Aha, dat dacht ik al,'' deelde hij zijn vooroordeel. ''Ik kom uit de stadswijk, die met de arbeiders.'' Hoewel zijn ogen langzaam begonnen te wennen aan de duisternis, kwam de plotselinge kuil uit het niets. De kuil was niet diep, hoogstens enkele centimeters, maar de oneven grond zorgde voor een vervelend gevoel in zijn voet. Vloekend probeerde hij zijn balans te bewaren, hij mocht van geluk spreken dat zijn enkel niet dubbel was geklapt ''Pas op, er zit hier een gat,'' waarschuwde hij Leyla direct. ''Jij hebt zeker niet heel toevallig een zaklamp in je rugzak, of wel?''
          Toen het obstakel gepasseerd was begon de volgende vraag alweer op zijn tong te branden als hete pepers, extra heet nu Leyla de vragenronde had geopend. Het was het enige waar Thomas aan kon denken, hij kon niets bedenken wat hij liever zou willen weten op dit moment. Het gevolg was dat de vraag bleef echoen in zijn hoofd en hij wist dat er maar één manier was om daarvan af te komen.
          ''Wat maakt dat je wilt vertrekken als je uit de Sanctified Zone komt?'' Flapte hij eruit. ''Als je dat wilt vertellen tenminste.''


    Adventurer at heart, but oh how she loved to be home



    Nastasya Roydon
    She will do what it takes to survive.

    ⇝      27      ⋅      Outside her house w/ Fyodor      ⇜




    In gedachten telde Nastasya de seconden af, waarop het tot Fyodor door zou dringen wat het precies was dat de brunette zojuist hardop uitgesproken had. Iedere tel die ze maakte kroop voorbij als een volle minuut, of zo voelde het toch. Ondertussen had Fyodor zijn envelop al tevoorschijn gehaald en stelde hij voor om eens te gaan kijken waar ze nu precies heen moesten. Nastasya wist wellicht veel van het plan doordat ze getuigen was geweest van de verschillende details die door haar moeder en Salvador besproken waren, maar de daadwerkelijke plek van ontmoeting was tot op het allerlaatste moment geheim gebleven. En maar goed ook, misschien.
          Ze hebben haar gearresteerd.
          De woorden leken tussen hen in te galmen als een echo zonder einde. Nastasya slikte, telde door in gedachten en dwong zichzelf om niet opnieuw in duizend kleine stukjes te breken. Vier, vijf, zes. Fyodor vloekte hardop. Wat het woord ook betekende dat hij uitsprak, het betekende vast niets goeds. Zeven, acht. Nastasya lachte zwak toen ze vertelde hoe lang het geleden was, slechts enkele dagen pas. En dat ze niets kon doen om haar moeder terug te halen.
    “Verdomme, nee, dat kun je niet, dat is waanzin,” bevestigde Fyodor hardop wat Nastasya allang wist. Wat haar eigen gedachten ook al waren, tussen alle vlagen van paniek door. En wat Salvador haar ook al verteld had toen ze hem gesmeekt had om haar te helpen. Om een poging te doen haar moeder te kunnen bevrijden zodat ze alsnog mee kon. “Waarom zei je dit niet eerder, ik had misschien wat voor haar kunnen betekenen.”
          Misschien, wat? Nastasya wilde snuiven en lachen, bijna maniakaal alsof dit geen dingen waren waar zij niet al aan had gedacht. Wat had Fyodor kunnen doen dat Nastasya zelf niet al bedacht had, zonder dat hij hiermee het hele plan in gevaar bracht? Toegeven, de man naast haar was niet de eerste persoon waar Nastasya aan gedacht had toen haar moeder werd opgeladen, maar toen hij uren later wél haar gedachten bekroop volgde de conclusie al gauw dat zelfs Fyodor, een man in functie en met mogelijk vast wat handgrepen die hij beet kon pakken, ook niets voor haar en haar moeder kon betekenen. Tevens wist ze ook dat hij het wel zou doen, mocht de kans en de mogelijkheid er zijn want dat had Fyodor de afgelopen maanden weldegelijk aan haar bewezen. Aan ieder idee dat in hen opkwam, kleefde echter een risico dat ze zich niet konden veroorloven. Een risico waarvan Nastasya wist dat haar moeder ook niet wilde dat ze deze nam.
          ”Nee, sorry, ik sprak te vlug..” begon Fyodor te spreken en hoewel hij verder sprak, drong de rest van zijn woorden voor een kort moment niet tot Nastasya door. Een klein deel van haar in elkaar gelijmde hart brak opnieuw, alsof ze zich ergens toch nog vastgeklampt had aan een klein stukje hoop dat Fyodor wél iets kon doen. Nastasya glimlachte opnieuw. Flauwtjes. Onoprecht. Een lach die haar ogen niet wist te bereiken en dat voorlopig ook niet meer ging doen. Een van haar handen had ze tot een vuist gebald, haar nagels drukkend in de palm.
          ”Het is oké,” bracht Nastasya uiteindelijk uit. Haar stem schor en breekbaar, maar ze zou niet opnieuw breken. Deze mantra bleef ze herhalen tot ze er bij zou omvallen, of er aan bezwijken. “We moeten inderdaad door.” Moeizaam knikte ze een keer, bijna alsof ze er zichzelf nog van moest zien te overtuigen. Er was inderdaad geen tijd meer om achterom te kijken en Nastasya wilde verder niet al te lang stil staan bij wat er zou gebeuren met haar moeder nu ze vastzat. Wanneer ze daar ook maar één tel te lang over na ging denken, dan was deze reis afgelopen voor haar nog voor deze goed en wel van start ging.
          ”Laten we eerst een stukje vooruit, misschien dat we ergens een rustig plekje vinden om de kaarten te bekijken?” Nastasya schikte de tas die over haar schouder hing en blikte met een herwonnen kracht (waarvan ze niet zeker wist waar dit vandaan kwam) terug naar Fyodor. Wat ze nu moest doen was ervoor zorgen dat ze hier snel weg waren, de ontmoetingsplek hadden gevonden zodat ze er met z’n allen vandoor konden gaan en zo op deze manier haar moeders gevang niet voor niets was geweest.


    'Three words, large enough to tip the world; I remember you.'

    elin madeleine isabelle lindström


    27 ● Arts ● Jemima ● Ziekenhuis

    Het enige dat Elin wist, was dat ze geen tijd verliezen te hadden. Voor een fractie van een seconde gleed haar blik over Jem, die op bijna sneue wijze oogcontact vermeed en in plaats daarvan met zo’n ingespannen blik haar aandacht op de envelop hield dat menig toeschouwer telekinese zou verwachten. Maar het was het meisje zelf dat tot actie moest worden gedwongen.
          Elin deed een nieuwe poging tot oogcontact. Jems ogen blonken in het zakkende maanlicht. Tranen, besefte ze. Het kon haar niets schelen – Elin verloor de envelop geen seconde uit het oog en knikte ongeduldig naar de achteruitgang. Ze nam zich voor om zich zo snel mogelijk weer los te splitsen van de lijkschouwer. Gezien de staat waarin ze leek te verkeren vormde ze enkel een risico.
          Eenmaal binnen bleef het opnieuw stil. Jem had nog geen woord gesproken. Ze vergrendelde de deur en schraapte haar keel. Opnieuw bleef een reactie uit. Even overwoog ze het meisje een tik tegen haar wang te geven. Of haar arm te draaien. Voor het eerst voelde Elin dat haar nervositeit oversloeg op haarzelf, ook al wist ze dat Jem er feitelijk nauwelijks toedeed. Die envelop. Die wilde ze hebben.
          Een schamper lachje ontsnapte haar longen toen Jem zo’n opzichtige poging tot liegen deed dat zelfs een corrupte White Hand haar nog als verdacht zou aanmerken.
          ‘Jij hebt geen afspraak.’
          Zonder aarzelen liet ze haar hand op de opening van haar rugzak rusten terwijl ze haar stem dempte. Kort flitsten de verschillende afwegingen door haar hoofd voor ze vervolgde: ‘Ik heb er ook één gekregen.’
          Ze deed een stap opzij en gebaarde Jem haar te volgen, gaf haar een rukje aan haar pols toen het haar te lang duurde en wierp een blik op de camera die in de hal hing. Hopelijk stonden ze inderdaad buiten beeld, al zou het Elin niet verbazen als er ook geluidssensoren waren geïnstalleerd.
          ‘Dit is het plan,’ siste ze vastberaden terwijl ze haar grip op Jems pols verstevigde. ‘We vergelijken die enveloppen. Maar eerst lozen we mijn rugzak hier, achter. Ik maak een ronde over de afdeling. Praat met mijn collega’s, doe alsof ik achterstallig papierwerk heb. Ik weet waar alle medicatie bewaard wordt. Ondertussen wacht jij op de gang. Misschien heb je je in je dienst vergist. Je verzint wel iets.’
          ‘Neem dit.’ Elin fronste, tastte in haar broekzak en viste daar een pilstrip uit. ‘Kalmeert je. Ik kom je vanzelf ophalen. Blijf daar ronddwalen.’
          ‘Die envelop. Houd hem bij je. Ik hoef hem nog niet.’ Haar gezicht bracht ze iets dichter naar dat van Jem. Ook al waren ze nog niet eens in het klinische deel van het gebouw, de albekende geur van chemicaliën kwam ze tegemoet. Ze liet Jem los en zei op kalme toon: ‘Vlucht, en ik wijs de bewaking op een indringer. Ik verzin wel iets als het nodig is. Verdenking op Ashbane, bijvoorbeeld.’
          ‘En,’ voegde ze toe, ‘denk maar niet dat je mij om de tuin kunt leiden.’
         


    Omnia mutantur, nihil interit

    Adrien Raymond Wallece

    31 - Police chief - With Miles - Allyway



    Adrien keek Miles onderzoekend aan, hij probeerde nauwkeurig te letten op de reactie van de andere man terwijl hij de kaart tevoorschijn haalde. Hij hoorde hoe Miles een ademhaling oversloeg, en zag hoe Miles toch naar de achterzak van zijn broek greep, maar hij haalde er niets uit. Was het een teken van herkening? En had Miles dan echt de andere helft in zijn broekszak zitten. "Wat.. Wat is dat?" zei Miles toen, Adrien zijn ogen schoten omhoog om zijn vroegere schoolvriend aan te kijken. Had hij het toch fout? En was Miles niet de persoon naar wie hij opzoek was of was dit een leugen?
    Adrien stopte zijn deel van de kaart weer terug in zijn zak, hij zou beide helften van de kaart nodig hbben om te vluchten. Hij wou Miles niet vrij spel geven om de tweede helft in handen te krijgen.
    Nog altijd keek Adrien bedenkelijk naar Miles, zijn opties overtwijfelend. 'Wat wil je?' onderbrak Miles de heersende stilte. Adrien overwoog zijn keuzes, optie één was het er op wagen en er vanuit gaan dat Miles echt het tweede deel van die kaart had. Adrien gokte dat Miles wel sterker was dan hem, maar betwijfelde of hij sneller was, plus Adrien was gewapend. Dus het tweede deel weg stelen van de blonde jongen moest wel lukken, maar het lag niet helemaal bij het idee van de uitvlucht. Dat was iets wat ze samen deden en wel samen moest doen. De tweede optie was om Miles zijn vertrouwen te winnen, misschien kon Adrien hun vroegere vriendschap opbrengen of Miles vertellen waarom hij inmiddels zo graag uit Fort Aegis wou vluchten. Maar Adrien koos voor optie drie.
    "Het anderde deel van de kaart." begon hij eerlijk. Hij haalde zijn handen uit zijn zakken als eene teken van onschuld, hoewel hij zijn wapen binnen twee seconden in zijn handen zou hebben mocht dat nodig zijn. "Kijk, je kan er nu moeiijk over gaan doen en ik kan je uitleggen waarom dat niet zo'n goed idee is. Om maar te beginnen met het feit dat ik een wapen opzak heb en jij er uit ziet alsof je elk moment door je eigen benen kan zakken." Adrien liet zijn blik kort over Miles heen glijden om zijn punt kracht bij te zetten. "Of je kan gewoon de andere helft laten zien en dan kunnen we er voor zorgen dat we hier zo snel mogelijk weg zijn."


    I could be your perfect disaster, you could be my ever after.

    Kobyla schreef:

    Fyodor Orlov

    37      •      Police officer      •      w. Nastasya      •      Outside Nastasya's house

    When you try your hardest not to be a fucker, but everyone you deal with is a fucker, so you end up being a bigger fucker just to outfuck the fuckers




         
    Het brak zijn hart om te zien hoe Nastasya haar uiterste best deed om niet ter plekke uiteen te vallen. Nu hij wist wat er aan de hand was, waren al haar woorden logisch, al haar gezichtsuitdrukkingen, bewegingen. Alles sprak haar verdriet uit, hij had alleen de reden ervoor moeten horen voor alles volledig tot hem doordrong.
          Het deed hem zich machteloos voelen. Eerder had hij wat kunnen doen, hij was bereid de risico’s te nemen, maar nu was het te laat. Er was niets meer wat hij kon doen, behalve met een schuldgevoel zitten. Kon hij niet beter toch blijven? Proberen vanuit zijn positie de corruptie terug te dringen, hoe minimaal zijn impact waarschijnlijk ook ging zijn.
          In plaats daarvan vluchtte hij nu als een lafaard. Hoe mooi sommige mensen het ook probeerden te verpakken, maar hij was een lafaard door de situatie de rug toe te keren in plaats van te vechten. Ieder bevoorrecht persoon dat meeging met deze ontsnapping was net zo’n lafaard als hijzelf. Zij die niets hadden kon hij het niet kwalijk nemen.
          ‘Het is oké,’ bracht ze uiteindelijk uit na alles wat hij had uitgekraamd in zijn gefrustreerde wanhoop. Zijn poging om haar hart niet nog verder te breken dan hij vreesde al gedaan te hebben. ‘We moeten inderdaad door.’ Ze moesten deze plek achter zich laten voor de herinneringen haar zouden inhalen en doen instorten. Nu was het tijd om sterk te zijn en de toekomst tegemoet te zien.
          ‘Laten we eerst een stukje vooruit, misschien dat we ergens een rustig plekje vinden om de kaarten te bekijken?’ Hij knikte, blij dat ze nu echt klaar leek te zijn om te gaan, klaar om alles achter zich te laten, hoe pijnlijk ook.
          ‘Loop jij maar vooruit, ik hou de boel in de gaten.’ Haar eerdere woorden reactiveerden zijn politieinstincten. Hij wilde zeker zijn dat ze niet gevolgd werden, zeker zijn dat niemand hen zag met de kaart die hen kon verraden. Hij was dan wel niet herkenbaar als politieagent en dit was niet zijn wijk, toch moesten ze op hun hoede zijn. Voor zowel de White Hands als criminele groeperingen. Hij wilde geen van beiden op hun hielen hebben.
          Het moment dat hij een geschikte plek zag waar ze konden schuilen, tikte hij Nastasya aan. Ze zag de plek en gezamenlijk liepen ze erop af. Fyodor controleerde nogmaals de omgeving om dan zijn deel van de kaart weer tevoorschijn te halen. De stad had verschillende potentiële uitgangen volgens het tunnelsysteem en hij was nieuwsgierig welke uitgang Salvador had besloten te nemen. Een vraag die beantwoord zou worden zodra hij zijn deel van de kaart kon vergelijken met die van Nastasya.
          ‘Laat eens zien,’ spoorde hij haar aan. ‘Ik heb al een idee van welke ingang we kunnen nemen, maar ik heb jouw kaartdeel nodig om te bepalen waar Salvador wil verzamelen.’ Ze liet hem haar kaartdeel zien en al gauw plaatste Fyodor de informatie op de kaart die hij in zijn geheugen gegrift had. Er was voor hen een andere ingang aangegeven, maar Fyodor ging eigenwijs zijn. Hij had zelf al opgezocht welke ingang nabij Nas’ huis was. Des te eerder ze in de tunnels waren, des te veiliger. De kaart was voor hen vooral noodzakelijk om het verzamelpunt te vinden.
          ‘We nemen deze ingang.’ Hij wees het punt aan op de kaart. ‘Dit is dichterbij en zou onbewaakt moeten zijn. We willen zo gauw mogelijk in de tunnels zijn. Vanaf daar kunnen we alsnog makkelijk onze weg naar het verzamelpunt vinden.’ Hopelijk besloot ze naar hem te luisteren, te vertrouwen op zijn expertise. Hij had geen zin in een gevecht met haar, maar hij was niet van plan om zomaar onnodige risico’s te nemen omdat hun kaart een andere ingang gemarkeerd had dan hij wilde nemen. Waarschijnlijk namen meer duo’s die ingang, wat alleen maar extra risico’s met zich mee zou brengen. Groepen vielen op. ‘Het is veiliger,’ benadrukte hij dan ook nog eens.







          Jemima Wallece     
    22 | Lijkschouwer | Elin
    White Hands HQ
         


    "Jij hebt geen afspraak." Elin zei het zo overtuigend dat Jemima meteen met haar hoofd schudde.
          Ze wilde weglopen. Ze wilde beginnen huilen. Ze wilde Elin smeken om haar alsjeblief niet aan te geven bij de White Hands.
          "Ik heb er ook één gekregen," zei Elin toen stilletjes.
          Jems adem stokte in haar keel. Haar lippen kwamen van elkaar om 'wat' te stamelen, maar Elin greep Jem bij haar pols en trok haar mee. Elins vingers groeven zich pijnlijk hard in Jems huid en Jem klemde haar kiezen op elkaar om het zielige geluid dat in haar keel naar boven kwam, te onderdrukken.
          Tegelijkertijd gingen duizenden gedachten door haar hoofd. Wat was Henry's plan? Kende Elin Henry? Spanden ze samen om Jem hier weg te krijgen? Of was dit allemaal één groot complot? Wilden de White Hands haar loyaliteit testen door haar te laten geloven dat haar broer hier achter zat? En hadden ze Elin ingeschakeld om haar extra op de proef te stellen?
          Nee. Elin was haar mentor. Ze was streng, maar rechtvaardig. Ze had altijd het beste met Jem voor gehad. Ze was nu al anderhalf jaar Jems enige zekerheid. Tenzij...
          "Dit is het plan," siste Elin en Jem hapte uit schrik naar adem toen de grip rond haar pols verstevigde. "We vergelijken die enveloppen. Maar eerst lozen we mijn rugzak hier, achter. Ik maak een ronde over de afdeling. Praat met mijn collega's, doe alsof ik achterstallig papierwerk heb. Ik weet waar alle medicatie bewaard wordt. Ondertussen wacht jij op de gang. Je verzint wel iets."
          Met haar lippen nog steeds van elkaar bestudeerde Jem Elins gezicht. Ze leek serieus. Ze meende dit.
          Valstrik valstrik valstrik valstrik.
          "Neem dit," zei Elin, terwijl ze in haar broekzak tastte en er een pilstrip uitnam. "Kalmeert je. Ik kom je vanzelf ophalen. Blijf daar ronddwalen."
          Jem greep de pilstrip vast in dezelfde vuist waarin ze de half-verfrommelde envelop vasthad. Ze haalde opnieuw trillerig adem, dwong zichzelf om dapper te zijn.
          "Als ik zeg dat je soms eens een sprong in het onbekende moet wagen, Jemma, bedoel ik niet elke dag. Laat staan dat ik je er dan iedere keer uit kom vissen."
          Hoe deed haar broer het? Hij was nergens bang voor. Hij had alles op een rijtje. Hij had geen lichaamloze stemmen die hem elke nacht in slaap susten.
          Ooit was Jem ook onverschrokken geweest. Ooit lag de hele stad aan haar voeten, kon ze overal gaan en staan waar ze wilde, feesten en lachen met haar vrienden, Thomas meesleuren de tunnels in... Thomas. Waar was die nu?
          Jem schudde haar hoofd, een poging om de gedachten weg te duwen. Het was Henry geweest die haar altijd veilig gehouden had. Henry die de schaduwen weghield als Jem ze onstuimig tegemoet rende. Nu was ze alleen.
          Jem nam een pil uit de strip en slikte hem door. Ze trilde nog steeds. Ze was niet helemaal zeker wat Elin verder nog tegen haar zei, maar haar gezichtsuitdrukking vertelde Jem dat het een bedreiging was geweest.
          "Ik weet niet of ik dit alleen kan," fluisterde Jem, Elin angstig aankijkend. "Ik... Mijn broer..." Ze stikte in haar woorden. Alleen was zo vertrouwd geworden. En toch bracht het haar doodsangst. "Wat als het foutloopt?"


    help


    LEYLA SIMONE NAJM
    26 — teacher — with Thomas — tunnels

    'Aha, dat dacht ik al.'
          Heel even bleef Leyla staan toen Thomas die opmerking maakte. Toch liep ze snel achter hem aan, bang alleen achter te blijven. De tunnels waren donker en té stil. Ze durfde het niet echt toe te geven, maar ze was toch blij met de aanwezigheid van Thomas, die meer kans had om hen goed te kunnen verdedigen dan Leyla in haar eentje. Ze reageerde niet meer op zijn opmerking. Leyla's kleding was van goede kwaliteit, ze stonk niet en ze zag er gewoon verzorgd uit. Dat was wel iets wat vaak alleen in de Sanctified Zone overkwam. Maar toch...
          'Ik kom uit de stadswijk, met de arbeiders,' zei hij toen. Natuurlijk. Ze had dat best kunnen raden, gezien zijn uiterlijk. Nog geen twee seconden later leek Thomas zich te verstappen. Leyla stak instinctief haar armen vooruit, maar ze voelde niets en zag ook weinig. Het was pikdonker in de tunnels, en ze vloekte dat ze niet toch die zaklamp had meegenomen. 'Pas op, er zit hier een gat. Jij hebt zeker niet heel toevallig een zaklamp in je rugzak, of wel?' vroeg Thomas toen.
          Leyla schudde haar hoofd, maar bedacht zich snel dat hij dat niet kon zien. 'Nee, sorry,' reageerde ze. Toen ze haar rugzak inpakte met haar benodigdheden, had ze alleen gedacht aan dingen die ze zelf goed zou kunnen gebruiken, zoals water, eten en wat kleding. Aan andere zaken had ze niet eens gedacht, hoe naïef ook, misschien. Ze schuifelde langzaam vooruit, met haar linkerarm naar de zijkant uitgestrekt zodat ze de muur kon volgen, en over het gat kon stappen. Ze vervloekte zichzelf toch dat ze niet had nagedacht over het meenemen van zo'n stomme zaklamp. Het zou hen enorm veel gedoe hebben gescheeld. Leyla had geen idee hoe lang ze hier nog zouden zijn voor de tunnels eindelijk ten einde zouden komen. En als ze dan buiten de stad waren... daar zouden weinig straatlantaarns zijn om de weg te verlichten. Ze hoopte maar dat iemand anders wél zo slim was geweest.
          'Wat maakt dat je wilt vertrekken als je uit de Sanctified Zone komt? Als je dat wilt vertellen, tenminste,' vroeg Thomas toen. Ze had deze vraag kunnen verwachten, maar toch stokte haar ademhaling kort. Ja, waarom wilde ze vertrekken? Als iemand die niet uit de Sanctified Zone kwam, had Thomas waarschijnlijk een sprookjesidee van dat deel van de stad: genoeg eten, best goede kleding, relatief weinig om je zorgen over te maken. Maar het was niet zo rooskleurig als de White Hands hen voorhielden.
          'Het is een lang verhaal,' mompelde ze zacht. Haar linkerhand lag nog altijd tegen de muur aan, zodat ze zich goed staande kon houden. 'Ik voelde me niet meer veilig, net als iedereen, denk ik.' Waarom ze zo vaag bleef, kon ze niet uitleggen. Thomas wilde, net als zij, de stad verlaten. Het sloeg nergens op dat ze er niet voor uit kon komen. Als ze bij de anderen waren, zou dit voor iedereen de eerste vraag zijn. 'Ook gezinnen bij mij uit de buurt zijn... verdwenen, misschien omdat ze geïnfecteerd waren.' Ze haalde haar schouders op, ook al kon Thomas dit niet zien. 'En jij?' haalde ze de aandacht van zichzelf weg, hopend dat Thomas meer en betere dingen te vertellen had.


    Protect the people.