Na Damon/Fayr op woensdag
Damon
De dag erop zat hij na de lessen op de een of andere manier weer op het bankje bij het meer. Damon kon zich eigenlijk niet heugen dat hij ooit zo voor iemand was komen opdagen, anders dan voor Nish misschien. Maar daar zat hij dan, koptelefoon om zijn nek en zijn iNet aan om de stilte en zijn onderhuidse ongedurigheid te verdrijven. Fayr kwam een paar minuten later en ze vroeg hem weer hetzelfde te doen als de keer ervoor. Zij kon oefenen, hij had er een high aan. Win-Win.
Nouja, soort van. Sinds Romeo met haar had zitten rommelen was er weinig meer over van de zoete, warme roes die Fayr's goud altijd gehad had. Normaal gesproken kon je met haar elke shitty dag wel opvrolijken, nu kon hij er nauwelijks zijn vingers aan warmen.
Was hij bezorgd?
Nee.
Kom op, hij kende haar niet eens. En daarbij was hij er nogal tevreden mee dat hij zich überhaupt over vrij weinig dingen zorgen maakte, laat staan over iemand anders dan zichzelf of Nish. Dus hij deed wat ze van hem vroeg, tot tot de tranen over haar wangen liepen en hij haar hyperventilerend aan zijn voeten had. Niet iets wat hem normaal dus veel deed, maar normaal gesproken was hij wel wraak aan het nemen als hij zijn gave zo indringend gebruikte. Dat, of hij kwam een feestje verstoren voor de high van een lifetime.
En dus... Het zat hem niet zo lekker. De manier waarop haar adem stokte, de vage flitsen die hij af en toe per ongeluk alsnog meekreeg. Iemand als Peter of Tony, ja, daar lag hij niet wakker van. Maar dit was Fayr. Dat lag anders. Lag dat anders? Misschien. Hij had het gekscherend gezegd tijdens Haloween, die therapie, maar hij had het wel soort van gemeend. Om iemand die normaal gesproken zo zonnig en vrolijk was nu zo te zien... Diep vanbinnen had hij er wel een beetje medelijden mee. Hij kon tenminste zijn goud nog ergens anders vandaan halen. Zij niet.
Fayr
De tweede keer was even zwaar en afschuwelijk als de eerste. Ze kwam wel ergens, maar meer dan de helft van de tijd sleepte de angst haar met zich mee en bleef de adrenaline in haar keel steken tot ze er in stikte. Maar er was wel íets van vooruitgang, hield ze zichzelf voor, toen ze Damon ook op vrijdag vroeg te komen. Ze zou vooruitgang maken verdomme, al was het het laatste wat ze deed. Dus ze liep met rechte rug en vastberaden stappen naar het meer en de Rhino die daar op haar stond te wachten--waarom was hij er nou altijd als eerste?--en gaf hem toestemming het nog eens te doen.
Nouja. Toestemming.
Voor iemand die dagelijks het geluk uit anderen zoog had Damon wel iets enthousiaster mogen zijn om de deal die ze hem aanbood, maar punt was dat hij het uiteindelijk deed, en iedere keer dat hij zijn gave over haar uitstortte was weer een keer dat ze kon oefenen, en weer een kans dat ze de volgende keer wél van zich af wist te bijten.
Wanneer Romeo voor haar kwam, zou ze klaar voor hem zijn. Dat, of dood.
Dus vroeg ze hem vrijdag weer om te komen.
Vrijdag
[center]
Fayr
Damon trok zijn gave voor de vierde keer terug.
'Voel je je nou beter?'
'Rot op,' wist Fayr er tussen twee gierende ademteugen uit te krijgen. Ze stond op en veegde bruusk de tranen van haar wangen. 'Nog eens.' Maar haar knieën knikten en een golf van duizeligheid spoelde over haar heen.
Damon
Zijn hand schoot uit voor hij er erg in had en hij ving haar op bij haar bovenarm voordat ze door haar benen zakte. Fayr herstelde zich een seconde later en ze wilde zich al losrukken toen hij haar vast bleef houden. Damon wist zelf ook niet helemaal wat hij nou precies aan het doen was, maar hij was wel eindelijk tot de conclusie gekomen dat hij er weinig lol aan had om toe te kijken terwijl Fayr zichzelf uit elkaar rukte.
'Ben je nou een Rhino of niet?'
'Hé, als jij jezelf lekker overhoop wil halen, ga je gang. Maar lijkt dit je nou echt de beste manier?' Damon hield haar vlammende blik vast en voelde zich voor het eerst meer vastberaden dan zij. 'Je maakt jezelf kapot.' Hij aarzelde even en zette toen een stap dichterbij. Fayr's ogen schoten direct van zijn hand terug naar zijn gezicht, en Damon liet zijn gave nog eens op haar afglijden. Niet als een stortvloed, maar als iets traags dat zich om haar arm wikkelde als rook. Iets dat langs haar huid streek tot flinterdunne draadjes gouden spinrag opflakkerden. 'Begin hiermee,' zei hij, zachter dan hij van zichzelf gewend was.
Fayr klemde haar kaken op elkaar.
'Kom op,' zei hij, met iets van uitdaging in zijn stem. Hij hief zijn vrije hand waar ze die kon zien en krulde zijn vingers om zijn grip op het gouden spinrag te verstevigen, en gaf een klein rukje. 'Doe me een lol.'
Fayr
Haar maag kneep zich onaangenaam samen, haar handpalmen klam. Alles in haar wilde zich wegbuigen uit Damon's schaduw, weg van zijn aanraking, weg van het gevoel van naderend
onheil dat zich langzaam door haar lijf verspreidde—het gevoel dat direct groeide toen hij zijn hand samenkneep. Fayr probeerde zich los te rukken, maar zijn vingers lagen als onwrikbaar metaal om haar bovenarm geklemd. Ze trok haar bovenlip op in een snauw.
Zijn ijsblauwe ogen staarden onophoudelijk in de hare, koel en afwachtend. Damon's hand bewoog, en het rukje in haar binnenste dat erop volgde was haast een
uitdaging.
Fayr siste naar hem, maar trok haar gave door de kou heen naar boven. Ze had de plant nog steeds vast, met de kippenvel die zich over haar huid verspreidde volgde ook haar woede. En haar gave gebruiken op de bladeren voelde niet als genoeg. Damon had haar vast als één of ander vod waar hij mee kon doen als hij wilde, nou, over haar líjk. Ze rechtte haar rug en hief haar vrije hand, en voordat één van hen er langer over na kon denken, drukte ze haar vingers tegen zijn borst en liet haar gave gaan. Haar vingertoppen prikten, terwijl katoen en leer en ijzer onder haar aanraking samensmolt.
En het prikkeldraad dat zich samen had getrokken rond haar ribben gaf eindelijk mee. Met dat haar gave knetterend aan elkaar reeg wat niet bij elkaar hoorde ontspande haar middenrif en verdween dat afschuwelijke gevoel van ellende, en was het ineens helemaal niet meer moeilijk om te blijven staan waar ze stond. In plaats daarvan keek ze Damon recht aan en trok ze haar hand samen tot haar nagels in zijn huid moesten boren. Ergens, érgens, had ze nog genoeg rationeel verstand over om het bij zijn kleren te houden. Hij had haar niet echt pijn gedaan. Ze wilde hem niet écht met zijn shirt in zijn huid gebrand achterlaten.
Fayr duwde hem naar achteren en trok haar arm los, en deed zelfs nog een stap naar voren terwijl hij naar achteren struikelde.
Damon
Damon was niet berekend op de kracht die Fayr achter haar duw zette. Hij zijn gave brak met zijn concentratie en hij wist enkel met moeite zijn evenwicht te bewaren. Toen hij opkeek stond Fayr nog net niet als een wrakende Rhino over hem heen gebogen. Damon knipperde en zond eigenlijk meer in een impuls dan een bewuste gedachte wat van zijn eigen goud haar richting op. Het was één van de eerste dingen waar hij echt controle over gekregen had, en won hem vaak ook net genoeg tijd en good-wil om te ontkomen aan de retributie voor wat hij nu weer een van zijn afdelingsgenoten misdaan had.
Fayr leek ongeveer even verrast te zijn door de plotselinge wisseling van positie als hij. Haar blik gleed van hem omlaag naar zijn borst en na een paar seconden van ongeloof vonkte er gouden licht bij haar vandaan. Hij zag haar schouders ontspannen, en ergens diep vanbinnen gloeide er bij hem zelf ook een vonkje trots op.
Damon rechtte zijn rug en wierp ook een blik omlaag, naar waar hij haar hand nog steeds tegen zijn borstkas kon voelen. Hij was er half-en-half van overtuigd geweest dat hij straks de katoenvezels uit zijn vlees mocht pulken, maar toen hij inademde schoof de stof zonder problemen over zijn huid. Zijn shirt was aan zijn jack gefuseerd. Alsof het altijd al één kledingstuk geweest was, in plaats van twee compleet verschillende dingen.
Damon plukte wat aan wat ooit de rits geweest was en hield zijn hoofd schuin. 'Ik hield van dit shirt.'
Fayr gaf geen antwoord.
Hij keek naar haar op.
'Je greep me vast,' zei Fayr, met een toon alsof ze hem uitdaagde om haar de schuld ervan te geven.
'Je viel om.'
'Ik vroeg je niet om hulp.'
'Gelukkig ben ik soms best intuïtief.'
Fayr kneep haar ogen samen.
Damon trok een mondhoek op. 'Zie je morgen, Fayr.' Hij viste zijn koptelefoon van zijn nek en zette koers richting zijn kamer zonder om te kijken. Er zat een vreemde luchtigheid in zijn maag die meestal alleen kwam als hij high was. De dag erna kreeg hij geen berichtje, en ook geen belletje, maar die namiddag stond ze net zo goed te wachten bij het meer, haar armen over elkaar heen geslagen.
[ bericht aangepast op 20 okt 2023 - 22:56 ]
Three words, large enough to tip the world. I remember you.