TW: major character death
Jester Madcap
'Onyx?'
Alles om hem heen stond doodstil.
'Onyx.' Zijn stem trilde. Jester wilde een hand uitsteken en zijn vriend wakker schudden, maar hij durfde zich niet bewegen. Alsof één verkeerde beweging dit allemaal echt zou maken. 'Onyx, stop. Dit is niet grappig.' Op het digitale scherm van de wekker versprongen de rode cijfers naar 4:54. 'Kom op nou. Doe je ogen open.'
Geen reactie. Zelfs zijn borst ging niet gestaag op en neer.
'Onyx!' Er begon iets achter zijn ogen te branden en Jester hoorde zijn eigen stem overslaan. 'Word wakker, verdomme!' De kou in zijn lichaam versplinterde als een dam die brak en hij schoot naar voren en greep Onyx' schouder, en schudde hem ruw door elkaar. Ergens vanbinnen begon zijn gave de kamer af te zoeken naar de handtekening van Maaya's geest, en daarna naar een imperfectie die een droom van Onyx zou hebben, en daarna naar íets wat hem zou wijzen naar de bron van deze afschuwelijke visie en wat hij uit elkaar kon rukken om het te laten stoppen.
En hij vond niets.
Ook Onyx niet.
Alles was alleen maar eindeloos stil. En Onyx' huid was koud onder zijn vingers, zijn lichaam stijf.
'Nee. Nee, nee, nee, nee.' Jester schudde wild zijn hoofd, terwijl er een misselijkmakende hitte langs zijn rug omhoog trok. 'Ik heb je, hoor je?
Word wakker. Je bent oké. Doe je ogen open, word wakker. Je wil ademhalen, en leven, en je ogen opendoen. Het is maar een sneetje, je bent al aan het helen, zie? Ik doe dat. Je huid hecht zich weer aan elkaar—
DOE DAN—
en er is niks aan de hand. Word wakker, Onyx.Word wakker! Alsjebl
ie
ft. Kom no
u. Onyx—'
Zijn vingers lieten donkerrode vlekken achter op lijkbleke huid.
Hij huilde nu. Zijn wangen waren nat van de tranen. Trillend drukte Jester de rug van zijn hand tegen zijn mond en probeerde normaal te ademen, maar de geur van koper trok door de lucht zijn mond in, en zijn longen in, en hij kon niet ademen, hij kon niet denken, hij kon niet— Nietsziend vluchtte hij naar achteren. Het bed af, de deur door en de kamer uit, tot hij met zijn rug tegen de muur van de gang aan knalde en het natte geluid zijn maag deed omdraaien.
Onyx' bloed. Op zijn huid. Want hij zat eronder, overal, want hij had er recht naast gelegen. Naast Onyx, die bewegingsloos in het bed lag en geen adem meer haalde en geen hartslag meer had, en wiens geest hij niet meer kon vinden.
Het voelde alsof hij stikte, hoeveel zuurstof hij ook naar binnen probeerde te zuigen. De kamer tegenover hem werd zo wazig dat hij niets meer zag, en de gang ook, en zijn knieën knikten tot hij er doorheen zakte. Alles was te groot. Alles was te klein. Te donker, te licht, te hard, te zacht. Een deel van zijn brein zocht nog steeds wanhopig naar een teken van iets, bewijs dat dit niet echt was, dat dit iemand was die wraak probeerde te nemen en dat dit straks allemaal zou verdwijnen als hij wakker werd en Onyx dan gewoon nog leefde.
Maar een ander deel voelde het ruwe hout tegen zijn rug. De kou die langs zijn wangen streek, de nagels die hij in zijn armen duwde. Hoe de vloer voelde onder zijn blote voeten. En dat deel wist dat hij wakker was.
'Word nou wakker,' snikte hij. 'Wordwakkerwordwakkerwordwakkerwordwakker. Laat me niet alleen.' Zijn gave dreef in en uit zijn bereik, maar het maakte allemaal geen verschil. Het veranderde allemaal niets. Hij bleef hier zitten, in zijn pyama op de gang met bloed op zijn huid en zout en koper in zijn mond, en het lichaam op het bed doodstil.
Hij had het niet eens gemerkt.
Zijn vriend was naast hem gestorven en Jester had geslapen.
Onyx was dood.
Weg.
En hijzelf zat huilend in zijn eentje op de gang. Alleen.
'
Word wakker. Wor
dwakke
rword
wakkerwordw
akkerword
wakker.'
[ bericht aangepast op 10 dec 2022 - 18:49 ]
Three words, large enough to tip the world. I remember you.