Aleksi Viktor Shikhranov
Aleksi staarde uit het raampje van de koets, die door Terzielers werd voortgetrokken. Het gesprek dat hij drie dagen geleden had gevoerd, bleef maar door zijn hoofd spoken.
‘Hoe bedoel je, ik ga niet naar Durmstrang terug?’
Verontwaardigd keek Aleksi zijn peetvader aan.
Yaroslav antwoordde niet. Een stevige hand klemde zich om zijn bovenarm en het volgende moment stapte hij het haardvuur in. Voor Aleksi begreep wat er gebeurde, bevond hij zich op het ministerie.
‘Je maakt het laatste jaar af op Hogwarts, als onderdeel van het uitwisselingsproject.’
‘Hoezo dat?’ Daar had hij zich helemaal niet voor opgegeven.
Yaroslav bracht zijn gezicht dicht bij dat van Aleksi. ‘Hoezo denk je, Aleksi? Denk je dat ik niet doorheb wat je doet? Je bent net zo verdorven als je moeder, je gebruikt duistere magie om mijn zoon aan je te binden, net zoals je moeder bij je vader deed. Denk maar niet dat ik toesta dat mijn zoon ooit nog zulke weerzinwekkende dingen doet.’
Aleksi snoof. Er was niets weerzinwekkends aan.
‘Laat ik duidelijk zijn. Je bent op staande voet verbannen uit Bulgarije – en uit welk land waarover ik maar invloed kan uitoefenen. Je zal Mikhail nooit meer terugzien, daar zorg ik persoonlijk voor. Als ik ooit nog wat voor je hoor, zorg ik ervoor dat je achter tralies belandt.’
Aleksi’s vingertoppen streken over de inkt in zijn nek. De hele zomervakantie had hij al een naar voorgevoel gehad – het gevoel dat Mikhail en hij over dun ijs liepen en de barsten onder hun voeten door zagen schieten. De val was onvermijdelijk geweest – en toch hadden ze het niet zien aankomen. Hij had niet eens afscheid van zijn vriend kunnen nemen.
Vanuit zijn ooghoeken zag hij Feliks. Zijn enige medestudent.
Hij vond het niet zo erg dat de knul mee was – hij zou zich toch niet met hem bemoeien – maar hij had er verder ook niks mee. Straks zouden ze hun eigen weg gaan.
Het kasteel kwam dichterbij. Het was raar om hier weer terug te zijn. Hij was maar één jaar weggeweest, maar het voelde tien keer zo lang. Na zijn terugkomst was zijn leven compleet veranderd.
En nu stond het weer op zijn kop.
Zwijgend pakte hij zijn spullen toen ze bij het kasteel aankwamen. Hij werd naar een kantoor gebracht waar hij een hoed moest opzetten, die hem bij Gryffindor indeelde. Het liet Aleksi koud. Alles liet hem koud.
Hij was verbannen uit zijn thuisland.
Hij kon nooit meer terug.
Het drong amper tot hem door. Het voelde allemaal als één grote grap.
Met een halfslachtig knikje ging hij aan de Gryffindor-tafel zitten. Sommigen kende hij van gezicht. Met één meisje had hij zelfs geslapen. Hun namen waren hem echter niet bijgebleven. Zijn aandacht dwaalde af naar de Ravenclaw-tafel – naar de enige vriend die hij hier had gehad.
Een beetje meer misschien zelfs, al had hij zich dat later pas gerealiseerd.
Een herinnering glipte zijn gedachten binnen.
Je praat wel heel veel over die Nomad hè?’ Mikhail keek hem met een grijns aan. ‘Ben je soms een beetje verliefd?
Aleksi staarde zijn beste vriend overdonderd aan. ‘Wat…? Nee man, hij deed me gewoon aan jou denken, ofzo.’
Mikhail hield zijn blik vast. ‘Ben je dan ook een beetje verliefd op mij?’
Een zeldzame blos gleed langs zijn wangen. ‘Wat? Doe niet zo idioot.’
De jongen leunde dichter naar hem toe. ‘Zou dat echt zo idioot zijn?’
Aleksi slikte. Zijn blik dwaalde af naar Mikhails lippen.
Die kwamen dichterbij, tot ze zachtjes die van hem raakten.
De herinnering veroorzaakte een heftige steek in zijn borstkas. Waar was Mikhail nu? Wat was er door hem heen gegaan toen hij nooit meer de werkkamer van zijn vader uit was gekomen?
Waarschijnlijk hadden ze naar elkaar geschreeuwd. Hadden ze gevochten.
Yaroslav had niets losgelaten, Mikhail voelde zich net zo verslagen als hij, en hij… Hij zat aan een tafel vol met eten, zonder ook maar een greintje eetlust te hebben.
Hij wilde hier niet zijn. Hij wilde hier verdomme helemaal niet zijn.
Every villain is a hero in his own mind.