Nomad Morphew
Nomad bleef geïrriteerd achter. Hij was Roman de hele tijd uit de weg gegaan, en dat was duidelijk terecht geweest. Hij kon weinig goed doen vandaag. Nomad wist ook wel dat hij Lee als een broertje zag, maar hij vond het vervelend zat dat hij die vriendschap had moeten verbreken en hij had geen zin om er nog allemaal oordelen bij kreeg. Casper had gewoon wat minder oordelend gereageerd - en dat was nu weer een reden voor Roman om juist wél weer te oordelen.
Hij had bijna de neiging om nu demonstratief naar Casper toe te lopen, maar daar zou hij Roman alleen maar nog meer mee tegen zich in het harnas jagen - en bovendien zag hij Casper nergens.
Hij zuchtte. Die jongen had hem overgehaald om naar het feest te komen, en wat was het een succes geweest, zeg. Hij had zich eigenlijk alleen vermaakt tijdens zijn gesprek met Rhae, met wie hij oprecht plezier had gehad. het was makkelijker geweest om met haar te kletsen en te grappen omdat zij nog niet wist dat hij een lul was die zijn vrienden zomaar liet vallen.
Dat was waar ook; zijn haren waren nog steeds roze... Het was grappig geweest, in het begin, maar op dit moment vond hij het helemaal niet zo leuk meer. Hij graaide even naar zijn stok, die hij in zijn broek had verstopt, en keek toen naar Roman. Die leek niet terug te komen en Nomad voelde weinig behoefte om weer naar hem toe te gaan, dus liep hij de grote zaal uit en ging hij naar de toiletten. Niet de toiletten direct om de hoek, want die waren hem te druk.
Toen hij in de spiegel keek, zag hij pas hoe belachelijk hij eruit zag. Geen wonder dat Rhae gelachen had.
Zijn lichaam trilde een beetje en hij zag dat zijn voorhoofd zweette. Hij had weer flink wat gedronken vanavond en het begon een beetje om hem heen te draaien. Hij zakte tegen de muur neer en richtte zijn stok met een zucht op de ingang van de toiletten.
'Welinamora.'
De deur schoot op slot. Natuurlijk was hij met een simpele spreuk weer te openen, maar dan zou hij het in ieder geval horen aankomen.
Hij sloot zijn ogen en wenste - tja, wat wenste hij eigenlijk? Wat wilde hij nu? Lee had nu ongetwijfeld een hekel aan hem; daar had hij zijn best voor gedaan, maar hij wílde het niet. Hij wilde het helemaal niet, en hij wilde ook helemaal niet tegen de realiteit aanlopen dat ze nu niet meer met elkaar mochten of konden praten.
Ze hadden elkaar in de vakantie ook niet gesproken, op enkele brieven na. Dat was in het begin pijnlijk geweest, maar Nomad had verwacht dat het het wel makkelijker zou maken om daarna afstand van de jongen te nemen. Maar dat was niet zo.
Toch kwam dat écht holle gevoel in zijn maag door zijn - tja, was het een ruzie? - met Roman. Ze hadden nooit ruzie. Daarvoor waren ze beide veel te makkelijk. Ze hadden altijd weinig woorden nodig gehad om het gewoon leuk met elkaar te hebben en ze ergerden zich eigenlijk nooit aan elkaar. Roman wist dat hij niet al te sociaal was, maar dat was prima. Dat had hij altijd prima gevonden.
Roman had ook al heel lang niet naar zijn familie gevraagd en Nomad liet daar nooit iets over los, en dat was ook prima. Het werkte. Zo werkten zij. Waarom moest hij nu ineens open zijn om de vriendschap te laten werken? Dat was nooit nodig geweest.
Hij spitste zijn oren toen hij een klein tikje tegen de deur voelde. Een kleine morrel aan het slot - en hij klom overeind. Hij voelde zijn hartslag versnellen toen hij heel zachtjes 'Murmelio' mompelde, met zijn toverstok wijzend op de deur.
Nomad liep op zijn tenen naar de deur en legde zijn hand op de deurklink.
Drie... Twee... Eén...
Hij gooide in één keer de deur open en raakte daarbij iets - of iemand. Toen hij om de hoek keek wie het was, zag hij een kleine huiself nogal beduusd op de grond zitten. De deur had hem geraakt en daardoor was hij even van zijn apprepo. Nomad greep hem vast aan het kleine, afgeragde stuk kleding dat hij droeg en drukte hem tegen de muur. 'Wat deed jij daar, elf?'
De elf zette enorme ogen op en schudde verwoed zijn hoofd, terwijl hij met zijn kleine handen heen en weer wapperde. 'N-niets, meneer...'
Nomad vernauwde zijn ogen. 'Mijn naam is Nomad Morphew. Als mijn vader je baas is, dan ben ik dat ook.'
De elf sloeg een hand voor zijn mond. 'Dat weet Stuppy, meneer Morphew! Ik weet dat - hoogstaande familie - Stuppy zou nooit - mijn excuses, meneer Morphew -'
Nomad voelde een golf medelijden en zette de elf met een zucht neer. 'Heeft mijn vader je naar Zweinstein gestuurd?'
Stuppy de huiself schudde verwoed zijn hoofd. 'Nee, meneer Morphew! Stuppy werkt op Zweinstein, al zijn hele leven!'
'Heeft hij je overgekocht?'
'Dat - dat mag Stuppy niet vertellen, meneer -'
Ja dus. Nomad zuchtte diep. 'Spreek de waarheid, elf. Ben jij in dienst van de familie Morphew?'
Stuppy sloeg zijn ogen neer. 'J-ja...'
'Dan werk je nu ook voor mij.'
'J-ja, meneer -'
'Je moet me vertellen wat je vandaag hebt gezien. Wat ben je van plan aan mijn vader te vertellen?'
'N-niets, meneer - Stuppy heeft niets gezien - '
Nomad stak zijn stok omhoog en richtte die op de huiself. 'Spreek de waarheid!'
'Stuppy moest - Stuppy moest kijken of meneer Morphew met - met de modderbloed praatte -'
Dus het was toch zo. Zijn vader had huiselfen aan het werk gezet. 'Noem hem niet zo,' snauwde hij. 'Heb je mij afgeluisterd?' Hij drukte de stuk tegen de neus van de elf.
Stuppy schudde zijn hoofd. 'Nee, meneer Morphew... Stuppy moest alleen observeren... En - en hij zag meneer Morphew en de m-modder - nee, de dreuzelgeborene - met elkaar ruzie maken... Meer niet... Stuppy heeft niets gehoord! Maar dat was ook niet d-de opdracht...'
'Stuppy.' Nomad haalde diep adem en liet zijn stok zakken. 'Ik weet dat de opdracht van mijn vader zwaarder weegt dan mijn opdracht aan jou. Maar ik beveel je - als lid van de Morphew-familie - om mijn vader niets te vertellen over deze ontmoeting. En om mij te rapporteren wat je aan mijn vader gaat vertellen voor je het aan hem vertelt.'
Stuppy had de tranen in zijn enorme, bolle ogen staan. Nomad probeerde zijn toon wat te verzachten. 'Beloof je dat, Stuppy? Beloof je me te vertellen wat je wilt vertellen aan mijn vader, zonder hem te zeggen dat je dat doet?'
Het duurde een paar tellen, maar toen knikte de huiself. 'Dat belooft Stuppy,' zei hij met een zacht stemmetje.
'Dan geef ik je nu de rest van de avond vrij. Je mag mijn vader vertellen dat ik ruzie heb gehad met meneer Williams, en dat onze vriendschap nu voorbij is. Wil je dat vertellen aan hem, Stuppy?'
Stuppy knikte opnieuw. 'Ja, meneer,' fluisterde hij.
'Mooi.' Nomad haalde nog even diep adem. 'Dan mag je nu weer terug naar je dagelijkse bezigheden. Zonder mij nog te volgen.'
'Ja, meneer Morphew. Dank u, meneer Morphew.' De elf boog diep en verdween toen met een knal.
Als Nomad al trilde, dan was dat nu nog verergerd. Hij dook weer het toilet in en keek in de spiegel. Zijn vader liet hem volgen door zo'n verdomde huiself. Zelfs na al die martelingen had hij er geen vertrouwen dat Nomad zou doen wat hij zei; het was nog maar de tweede dag op deze school en zijn vader had een spion achter hem aangestuurd.
Hij pakte zijn stok uit zijn zak en probeerde met trillende handen zijn haar naar zijn eigen kleur te veranderen, maar dat mislukte; het was nu donkergroen. Hij voelde weer een golf van misselijkheid en zakte door zijn knieën.
Hij had frisse lucht nodig.
Half leunend tegen de muur van de gangen liep hij terug naar de uitgang van het kasteel. Er waren meer mensen buiten, rustig aan het kletsen of aan het lachen, maar Nomad negeerde en liep verder, langs de kasteelmuren, naar een perkje net om de hoek. Hij wist niet of het kwam door de alcohol of door het feit dat hij zelfs hier op Zweinstein zijn vrijheid kwijt was - maar de inhoud van zijn maag kwam naar boven en hij gooide het eruit.
If you want the rainbow, you gotta put up with the rain