Conlan Baratheon
'The stuff you heard about me, is a lie.
I'm way worse.'
his bedroom alone
Als het mes mijn hand verlaat, cirkelt het krachtig rond en belandt het recht in de roos. Ik grijns tevreden naar het houten bord en loop er in een langzame pas heen. De zon schijnt heerlijk op mijn privé balkon dat zich uitstrekt over twee zijkanten van mijn appartement.
Als ik mijn mes uit het hout trek, loop ik door naar de andere kant van mijn balkon. Hier zie ik dat het beneden enorm druk is. Iedereen is in de weer met grote kruiken en kannen, schalen vol voedsel en versiersels. Mensen kibbelden over wat waar moest. Ze waren het duidelijk niet met elkaar eens.
Normaal was het al redelijk druk in Kings Landing, maar vandaag spande toch echt de kroon. Het feest. Ik probeerde niet hardop te kreunen bij de gedachte aan een feest, al zou er genoeg drank aanwezig zijn. Daarbij ook de dames, gehuld in prachtige jurken die al hun rondingen perfect accentueerden en alle mannen gek zouden maken. Inclusief mijzelf.
Ik liep terug naar mijn gooiplaats, en ga weer in de houding staan. Mijn concentratie is echter verslapt, waardoor ik te hard en te hoog gooi. Het mes vliegt over het houten bord heen en ik hoor hoe hij suizend naar beneden valt, richting de tuin. Ik ren naar het einde van het balkon toe, al is er vrij weinig dat ik vanaf dit punt kan doen. Het is er rustig, al spot ik een stel dat er staat te kletsen, waar ik ongeveer schat waar het mes zou moeten landen. De een draagt een duur uitziende jurk, een dame, waar ik op gok dat het een hooggeplaatste gast moet zijn, al dragen ze tegenwoordig allemaal dure jurken. De ander een uniform.
" Kijk uit! incoming op half acht! " schreeuw ik naar de twee mensen toe. Voordat het mes kan landen, wordt het uit de lucht gemept en suist het de andere kant op. Ik kijk verdwaasd naar beneden, waar een jongen in vuile kleding en een huid verkleurd door roet, verdwaasd naar het mes en een - bord?
" Sorry!? Roep ik en maak me snel uit de voeten. Shit.
|
|
Josian Whitacre
Red Keep werkplaats & gardens Serena Stark
|
" Volgende." mompel ik, als ik het zoveelste zwaard heb bekeken, gebalanceerd en geslepen. Een hooggeplaatste officier gooit zijn wapens op mijn werkbank, dat midden in de red keep is gestationeerd. Mijn doel vandaag was om duizenden wapens te controleren van soldaten die het kasteel moesten bewaken voor het feest vandaag. Negen van de tien wapens zijn prima, al slijp ik ze om ze tevreden te houden.
Ik kijk de man even aan, en richt me vervolgens op het spul dat hij voor me heeft neergelegd. Ik haal het grootste zwaard uit zijn schede, waar een glanzend zwaard uit komt met diverse insignes en tekens. Het is duidelijk dat hij zo scherp is als maar kan, dus poets ik hem een beetje.
" Waarom slijp je hem niet?" vraagt de man nors. Ik kijk op van mijn werk en frons. " Omdat hij scherp genoeg is, heer." zeg ik, hopelijk met genoeg eerbied. Ik blijf hem aankijken, zo lang tot hij weg kijkt.
Ik ben dan wel een verdomde servant zonder een relevante achternaam, maar ik verstond mijn vak, en als ik zei dat hij niet geslepen hoefde te worden, dan hoefde dat ook niet.
Ik ga verder met de rest van zijn wapens, slijp slechts een enkele dolk en geef hem zijn wapens terug. Er stonden geen soldaten meer te wachten, waardoor ik even kon pauzeren.
Mijn ledematen waren stijf van het zitten. Ik pakte een bokaal met water, en schonk een glas voor mezelf vol.
Ik was slechts een enkele keer eerder in het grote paleis geweest, al had ik natuurlijk nog niet alles gezien. Ik pakte het bord met wat schamel brood die men voor me had neergezet, en liep er mee naar buiten. De wind was hier sterk, en de zon fel. Ik sloot mijn ogen tegen het felle licht.
Ik spotte een dame, gekleed in een prachtig gewaad, al vroeg ik me af of het niet veel te warm was voor dit klimaat. Ze kwam hier duidelijk niet vandaan.
Incoming! op half acht!" Hoor ik iemand schreeuwen. Ik draai me om, en zie dat er een mes door de lucht vliegt, recht op de dame af. Ik was thuis nooit goed geweest in het raken van doelen, maar ik kon het toch proberen. Zonder na te denken gooide ik mijn bord in de richting van het mes. Met een harde kets, raakt het bord het mes en vallen ze beide in het gras neer. Ik staar met opgetrokken wenkbrauwen naar het bord. Ik kijk naar boven, naar de gestalte die op het balkon staat. " Sorry!" Roept hij, voordat hij verdwijnt. " Zak." Mompel ik, hopelijk niet te hard.
|
We were the forever that didn't last