• In lang vervlogen tijden was haar naam alom gekend.
    In uitgestorven tongen werd ze geprezen zowel als gehoond.
    Tot men haar mythe begon te vergeten.
    Eenzaam vanop Olympus keek ze toe,
    hoe Mens haar uit diens geheugen verbande
    terwijl Tijd zich steeds verder buiten haar zicht uit rok.
    Wanhoop nestelde zich in haar hart, dieper dan voorheen.
    Moed zonk in haar schoenen en Waanzin fluisterde haar melodieuze leugens toe
    om haar eigen gedachten te verdringen,
    tot enkel nog Wraak over bleef.
    En Wraak zou immer zoet zijn.


    In het oude Griekenland werd de mythe van Medea geboren; een befaamd tovenares die Jason en zijn argonauten hielp bij het veroveren van het Gulden Vlies. Haar grootste winst daarmee was echter het hart van Jason. Maar het hart is wispelturig, en toen Jason een betere partij op het oog had liet hij Medea hardvochtig vallen.
    Uit wraak schonk Medea haar man's nieuwe bruid een kleed als zoenoffer. Zodra die laatste zich echter met de stof omhulde, smolt het vlees weg van haar botten en poogde de verstoten vrouw haar zonen met Jason om het leven te brengen, om hen de kwade tongen te sparen, waarop ze in een kar, getrokken door draken naar berg Olympus vluchtte. Zonder haar weet bleef één van haar zonen in leven.
    Eeuwen later is Medea achter dit gegeven gekomen, lang nadat Thessalus' nazaten zich over de wereld verspreid hadden. Verteerd door hartzeer dat al die tijd in haar borstkas gebroed heeft is haar lust naar wraak groter dan ooit en Medea is vastberaden af te maken wat ze begonnen was.
    Geduldig heeft ze de gunst van Hades en Ares verworven, die haar hielpen een labyrinth the creeëren en verbergen op een andere dimensie. Hun enige wens in ruil hiervoor was te mogen meegenieten van haar meedogenloze poppenspel.

    Tien jongeren, de laatste nazaten van Thessalus, worden wakker in een kille, donkere kamer. Het enige dat ze vinden is elkaar, een zaklamp elk en een boodschap die meer chaos dan troost brengt.

    Als ratten in de val
    probeer maar te ontsnappen
    Maar weet; mijn alziend oog ziet al
    kan ik jullie verklappen
    Ga links en rechts en nog een keer
    want anders zie je nooit je vrijheid weer.

    Na wat doelloos rondgedoold te hebben komt één persoon tot de conclusie; ze zitten opgesloten in een labyrinth. En daar moeten ze zo snel mogelijk uit zien te raken.

    In dit RPG gaat het er echter een klein tikkeltje anders aan toe.
    Er is een verteller in het spel, die Medea vertegenwoordigt, en op elk moment een obstakel in het labyrinth kan zetten.
    Zien jullie de uitgang? Wat jammer dat de muren zich verschuiven, of plots een bloeddorstige harpij jullie de weg verspert.
    Levend uit het doolhof komen? Je kan altijd proberen.



    Rollen
    • Kody Jaimes Arden • 25 • Gymleraar • York, Groot-Brittannië • Obeah
    • Nora Jane Evans • 26 • Virago
    • Rose Marie Bourgeois • 22 • Studente • Bordeaux, Frankrijk • Qrystallized
    • Zion Wright • Enchantress
    • Azlain
    • Cédric Joaquín Middleton-Villanueva - 21 - Londen, Groot-Brittannië - Ricciardo
    • Gwendolyn Sopia VetrovTulua - 20 - Rusland - Tulua
    • Anja Hannelore Bauer • 24 • Spittal an der Drau, Oostenrijk • Novembermeisje
    • Bruce Robert Yunker • 26 • Advocaat • New York, Amerika • Mahigan
    •


    Regels

    • Minimale posten van 250 woorden.
    • Zoals bij elke RPG; de algemene regels van Q.
    • OOC in het praattopic.
    • 16+ is toegestaan, vermeld dit a.u.b wel even aan het begin van je post en probeer het te beperken
    • Ruzies, vloeken, etc binnen de RPG mag, maar laten we het wel gezellig houden.
    • Nieuwe topics worden enkel geopend door Obeah of Virago, tenzij anders aangegeven.

    NIEMAND KENT ELKAAR, TENZIJ UITZONDERLIJKE AFSPRAKEN.


    START: Iedereen wordt, elk op zijn eigen tempo en al dan niet in pyjama, wakker in een ronde ruimte in het midden van het doolhof. Verschillende doorgangen zijn hier te vinden, elk hiervan leidt hen tot diep in het doolhof. Er vallen dus vragen gesteld te worden en beslissingen genomen te worden.

    [ bericht aangepast op 26 nov 2017 - 16:20 ]


    Bicycle, unicycle, unitard. Hockey puck, rattlesnake, monkey, monkey, underpants.

    MT


    Tommi, ich glaub, ich hab' Heimweh. Ich will mal wieder am Rhein stehen.

    MT!! ^^


    I have seen my own sun darkened

    MT

    -- Mine.


    'Three words, large enough to tip the world; I remember you.'

    Mt


    If no one else will defend the world then I must

    KODY JAIMES ARDEN


    Een rilling doet de kleine haartjes in mijn nek overeind staan. Ik laat mijn hand over mijn bed dwalen, op zoek naar mijn deken. Het eerste belletje, dat er iets niet pluis is, gaat rinkelen als het verdomde ding nergens te vinden valt. Het feit dat er echter voor zorgt dat ik in één ruk klaarwakker ben is dat ik in de gaten krijg dat ik niet eens in mijn bed lig. In een fractie van een seconde zit ik overeind. Terwijl mijn ogen wennen aan het semi-duister dat om me heen hangt probeer ik met mijn andere zintuigen een indruk op te doen van mijn omgeving. Het eerste dat me opvalt is de kilte die me uit mijn sluimer bracht. En dat is vreemd, gezien er nergens wind vandaan lijkt te komen. Vervolgens krijg ik langzaam maar zeker in de smiezen dat ik niet alleen ben. Het gestage in- en uitademen van vreemden doet me realiseren dat anderen waarschijnlijk net met dezelfde verrassing als ik net wakker zullen worden.
    Inmiddels wil ook mijn zicht een beetje meewerken. Hier en daar lijken donkerdere plekken op de muren aanwezig te zijn. Zijn het deuren? Ik krabbel overeind en schrik me rot als mijn voet ergens tegenaan botst. Een metaalachtig geluid vult de anders stille kamer. Beseffend dat het iets ofwel gevaarlijks of net heel belangrijks kan zijn laat ik me terug op mijn knieën zakken terwijl mijn handen de koude betonnen vloer afspeuren. Ik pauzeer even als ze een cilindervorming object raken, niet goed wetend wat ik er precies van moet denken. Mijn hart bonst harder en harder in mijn borstkas. Wat angstig sluit ik mijn vingers om het voorwerp en laat ze er overheen glijden. Vervolgens breng ik het dichter bij mijn gezicht, en kom tot de conclusie dat het een zaklamp is. Met bevende handen probeer ik het ding aan de praat te krijgen.
    "H-hallo?" breng ik uit terwijl ik het licht de ruimte rond laat glijden.


    Bicycle, unicycle, unitard. Hockey puck, rattlesnake, monkey, monkey, underpants.


    Bruce Robert Yunker


    26 years • Advocaat • Everyone • Labyrint

    Het was nog vroeg, maar ik besloot samen met Quinn om het bed in te duiken. Er zat een belangrijke zaak aan te komen en ik moest goed uitgerust ervoor zijn en er was ook nog eens niks leuks op de televisie. Na mijn tanden gepoetst te hebben zag ik dat Quinn al in bed lag en al naar dromenland was vertrokken. Ik trad bij haar in bed met mijn gezicht haar kant op. Haar rustende blik deed mij glimlachen, terwijl mijn oogleden steeds zwaarder werden. Langzaam verdween Quinn in de duisternis...

    Plots schieten mijn ogen open en kom ik overeind. Het geluid van een vallend object had mij wakker gemaakt. De kamer was pikdonker en al tastend probeer ik mijn nachtlampje op het nachtkastje, wat naast mijn bed hoort te staan, te zoeken. Ik wil mijn hand op het matras zetten, zodat ik wat verder kan leunen naar het lampje, maar mijn rechterhand voelt geen zacht matras aan, maar juist een akelige koude grond. Ik beweeg direct niet meer uit angst. Waar was ik terecht gekomen. "Quinn?" fluister ik zachtjes. Terwijl ik om me heen aan het tasten ben op zoek naar mijn vriendin, maar ik voel enkel een koude grond. Plots betreedt er een licht de kamer waardoor ik even met mijn ogen doe knipperen en vooral nog als het licht direct mijn kant op word geschenen. "H-hallo?" klinkt een mannenstem. Ik kan niet zien wie het licht mijn kant op schijnt, maar achter het licht zie ik een zwarte schim. Doordat het licht de kamer rond schijnt zie ik vlak bij mij in de buurt een zaklamp liggen. Ik grijp er direct naar en doe deze ook aan. "Hallo," groet ik terug. Ik schijn ook even kort de kamer door en zie verschillende deuren en verschillende slapende mensen. Dit alles deed mij niet gerust stellen. Ik loop iets dichter op de andere man af. Ik wil de man vragen of hij weet waar we zijn, maar aan de manier waarop hij hallo riep wist ik dat ook hij het niet zou weten, maar als nog ging ik de gok wagen. "Waar zijn we?" vraag ik, terwijl ik de kamer nog eens doorschijn en vervolgens de man waarmee ik in gesprek ben geraakt eens goed in me opneem. Een blonde man van zo rond de 1, 84 met aardig wat spieren stond tegenover mij. Aan zijn blik te zien had ik het idee dat hij net zoals ik van niks wist.


    “There's no need to build a labyrinth when the entire universe is one.”


    If no one else will defend the world then I must


    Gwendolyn Sophia Vetrov


    Everyone / Somewhere / 20 y/o
          Met een ruk open ik mijn ogen. Duisternis. Overal. Niet het bekende kaarsje wat altijd naast mijn bed staat te branden, maar het pijnlijke duister waar je ook kijkt. Kippenvel verschijnt op mijn armen en ik adem gejaagd in en uit. Langzaam wordt ik daardoor licht in mijn hoofd en ik stop op het moment waarop mijn ademhaling bijna in hyperventilatie overgaat.
          Mijn hart bonst in mijn vingertopjes als ik voorzichtig overeind probeer te komen. Plotseling schijnt er een lichtbundel door de ruimte totdat hij precies in mijn ogen schijnt en ik slaak een gilletje van schrik. Ik val weer naar achteren en scherm mijn ogen af van het felle licht.
          Zijn gemompelde begroeting was bijna niet de horen en ik kijk vanonder mijn handen door, die ik als een soort klep tegen mijn voorhoofd aan had gezet. Door het licht van zijn zaklamp zie ik ook meerdere lichamen op de grond liggen, al liggen de meeste nog te slapen. Of nee, ik zie nog een jongeman rechtop zitten. Dan richtte ik mijn goud-groene ogen weer op de jongeman en keek hem vragend aan, gemengd met de angst die zich als een koud klauw om mijn borst vormde.
          Waar was ik? Ik zou nu onder mijn dekens moeten liggen, door mijn oma geborduurd met rozen. Ik zou het haarvuur in de woonkamer moeten horen knapperen en de zoete geur van vers gebakken brood die mijn moeder elke dag maakte voor zo’n grote familie als de mijne. Maar in plaats daarvan zat ik met allemaal vreemden hier, op deze plek waarvan ik geen idee heb waar het lag.
          “Waar zijn we?” vroeg één van de mannen, mijn gedachtes verwoordend. Ik schraapte mijn keel en haalde mijn haren uit mijn gezicht zodat ik, hopelijk, iets beter kon zien. “Ik heb hier geen goed gevoel bij,” zei ik met een stem zo breekbaar als het porseleinen erfstuk van mijn moeder. Normaliter was ik een stuk optimistischer.
          Ik ging ietwat wankel op mijn benen staan zonder iemand te wekken of op rondslingerende ledematen te stampen. “Is er een uitgang, of zoiets?” Zo, nu klonk ik weer een stukje als mezelf. Denkend in oplossingen en het zien van een goede kant in dingen. “Ik bedoel, het hoeft niet slecht te zijn, toch?” Hoopvol keek ik naar de twee gezichten wiens ogen oplichtten bij het zwakke schijnsel van de zaklamp.

    ❝ When life knocks you down, roll over and smell the roses❞

    [ bericht aangepast op 21 nov 2017 - 11:14 ]


    I have seen my own sun darkened

    ROSE MARIE BOURGEOIS


    Het blote stukje huid van haar handen en gezicht zaten op het punt te bevriezen door het ijskoude cement onder haar lichaam. Tot de ogen van Rose Marie open schoten bij het horen van een plots geluid. Als een reflectie schoot het ritme van haar hart in één keer omhoog, afvragend wat er mis was met haar lichaam. Maar in dit geval was het niet dat er iets mis met haar lichaam was maar met haar omgeving. De vingertoppen van Rose Marie gleden over haar wang heen ,omdat ze door de kou eenmaal niks kon voelen, terwijl haar ogen een streep van licht volgde. Ze hoorde de stemmen langzaam maar steeds helderder bij haar doordringen. Rose Marie besloot om op de grond te blijven liggen zodat niemand merkte dat ze wakker was. Het was nu duidelijk dat ze niet meer thuis in haar kamer was. Dat wist ze zeker. Het eerste wat bij haar in het hoofd schoot was dat ze ontvoerd was. Wat aan de ene kant heel belachelijk klonk maar waarom zou ze anders op een vreemd locatie zijn? In het duister en in de kou. Rose Marie zag donkere silhouetten rechts en links en voor haar liggen en staan. Ze telde een stuk of tien mensen met onzekerheid niet wetend of het iets anders was. Ze beredeneerde dat het niet logisch was dat er tien mensen ontvoerd werden en als ze dat wel waren dan zaten ze wel ergens aan vast gebonden of dan zou de kindapper zelf wel zijn of haar gezicht laten zien of niet soms? Het klonk allemaal te vaag in haar hoofd. Haar handen tasten langzaam en voorzichtig om haar heen zoekend naar een muur of iets dergelijks. Het enige wat ze vond, tot haar verbazing, was een voorwerp. Na een grip erop te hebben wist ze dat het een zaklamp was door de licht die ze daarnet zag. Opeens schoot haar binnen of haar ouders wisten dat ze weg was. Het leek alsof er een brok eten vast zat in haar keel. Maar Rose Marie probeerde eerst te luisteren naar de stemmen voordat ze andere conclusies ging trekken.

    ——————————————————————————

    ——————————————————————————

    Nora Jane Evans

    ”Never have I dealt with anything more difficult than my own soul. Until now.."

    • Twenty-six • Waitress • Somewhere •

    Ik kreun. Moeizaam probeer ik met mijn schouders te rollen, of doe ik een poging om dieper in mijn matras te zakken, maar de werkelijkheid lijkt anders. De grond onder mij veert niet mee en de eenzame kuil waar ik altijd in begraven lig tijdens mijn slaap, lijkt plaats te hebben gemaakt voor een vlakke, harde ondergrond. De koud die er vanaf pulseert trekt als een windvlaag door me heen en doet me al huiverend mijn ogen openen. Enkele keren knipper ik, om zo mijn poelen te laten wennen aan de donkerte om me heen, waarbij een gedesoriënteerde frons zich al gauw tussen mijn wenkbrauwen in nestelt.
          Dat ik niet meer op mijn slaapkamer was, was een conclusie die ik al gauw durfde te trekken. Een ijskoude rilling trekt door me heen en ik duw mezelf overeind tot ik ik rechtop zit. In de verte meen ik stemmen te horen, maar mijn nog ietwat doezelige toestand lijkt het nog niet volledig in zich op te nemen. Schor verlaat een geluid mijn mond en vormt een vraag zich die nog lang na lijkt te galmen. “Hallo?” Zachtjes wrijf ik met een hand over mijn wang heen, welke haast geplet aanvoelt door het lange liggen op de harde vloer. Vervolgens probeer ik me te herinneren waar ik in hemelsnaam beland was — of beter nog, hoe ik hier beland was. Mijn hersenen gaven me echter geen toegang tot dat gedeelte van mijn geheugen, alsof het een gedeelte was die volledig miste.
          Enkele spieren in mijn stribbelen tegen als ik mezelf op de tast overeind duw. Hoewel mijn poelen zich inmiddels aan de donkere omgeving hebben aangepast — of zo lijkt — kon ik dat maar moeilijk. In de verte valt mijn aandacht dan ook al gauw op een klein groepje stemmen die me lokt en hoewel ik wat afstand bewaar besluit ik er toch naartoe te gaan. Een lichtflits glijd voorbij, waaruit ik voorzichtig durf te concluderen dat het een zaklamp moet zijn. Stilletjes sla ik mijn armen over elkaar en hoewel de buitenlucht mist wrijf ik toch over mijn armen heen, die nog stijf lijken aan te voelen van betonnen vloer.
          ”Ik vind wakker worden op een plek als deze anders zo goed ook niet,” mompel ik als ik de stem van een jonge vrouw hoor, wie uitbrengt dat het niet slecht hoeft te zijn; waar ik stilletjes vanuit ga dat ze doelt op de plek waar we ons nu bevonden.


    'Three words, large enough to tip the world; I remember you.'

    mt


    "It's the thessalhydra, I'm telling you"

    VALENTIN NURIYEV


    25 • Russisch • Escort • ergens • iedereen

    Valentin opende zijn ogen en zag het daglicht zijn kamer instromen. Hij gromde iets onverstaanbaars, zijn stem was hees van de nacht ervoor. Het daglicht toonde aan dat het minstens ochtend was, misschien wel middag, maar hij was nog niet van plan om op te staan. Zijn hoofd bonkte en zijn mond was droog. Met zijn ogen halfdicht stommelde hij uit bed en liep hij naar het raam om daar de gordijnen dicht te trekken. Daarna liep hij terug naar zijn bed om daarin terug te ploffen en de dekens tot zijn kin op te trekken.
          Het was voor hem normaal om 's nachts op te zijn en tot laat in de middag te slapen. Hij werkte vooral 's avonds en 's nachts en studeerde als hij uit bed kwam.
    Ook gisternacht was niks anders dan dat. Zijn laatste klant, een rijke zakenman van in de vijftig, stond erop dat Valentin nogal wat samen met hem dronk. Dat was iets dat Valentin wel gewend was en hij dronk bijna iedereen zo onder de tafel, maar toch werd hij deze ochtend wakker met een bonkend hoofd. Hij had voordat hij naar bed ging gewoon te weinig water gedronken, maar nu had hij geen zin meer om zijn warme bed te verlaten voor water.

    De volgende keer dat hij wakker werd, was het plotseling pikkedonker. Hij schrok zich rot, had hij zich zo erg verslapen dat het alweer avond was? Er kwam geen daglicht boven zijn gordijnen langs, wat wel zou moeten. Hij schrok overeind en in de verwarring lette hij niet op waar hij werkelijk was. De rode cijfers van zijn oude wekker kon hij ook nergens vinden, dus tastte hij rond naar zijn dekens.
          'Chyort voz’mi!' vloekte hij luid.
          Het begon tot hem door te dringen dat er iets mis was en hij zag dat iemand met een licht rond scheen, wat hij later herkende als een zaklamp. De stemmen die hij hoorde leken van meerdere mensen af te komen en waren zeker niet Russisch. Het leek Engels, maar hij wist het niet zeker. Het zorgde er in ieder geval voor dat hij verder niks meer zei en op de harde grond bleef zitten. De kou deerde hem niet zo erg, hij was erger gewend. Hij plukte aan de dikke sokken die hij droeg en probeerde wakker te worden. Wat was er gebeurd? Hij probeerde zich op het gesprek verderop te focussen om erachter te komen.


    "It's the thessalhydra, I'm telling you"

    ZION WRIGHT

    Zijn ogen vallen op de verschillende dingen in de ruimte; hij is net verhuisd en hoewel hij flink doorgewerkt heeft, staan er alsnog een boel spullen in dozen. Met een zucht valt hij neer op het matras om hier, al is het voor eventjes, zijn ogen te sluiten. Op automatische piloot haalt hij zijn stropdas wat losser en gooit deze vervolgens naast hem neer.
    Binnen de kortste keren vertrekt hij naar dromenland, zelfs al is het een wereld waar hij vaak nachtmerries beleefd. Het is dan ook niet heel vreemd als hij eenmaal wakker wordt een donkere wereld tegemoet te komen. De harde stenen maken afdrukken op z’n wang, waardoor hij langzaamaan recht gaat zitten. Zion is niet meer thuis, maar tot nu toe bedenkt hij zich dat het enkel een nachtmerrie hoort te zijn, die hij wel vaker heeft. Toch voelt dit heel anders aan dan normaal, veel echter.
    Als dat zo is, is er altijd de mogelijkheid dat één van zijn cliënten weer een grap met hem heeft uitgehaald. Dat is namelijk wel vaker gebeurd, hij is ook al vaker geïntimideerd en bedreigd, maar dat zijn weer andere zaken.
    Na een snelle blik om hem heen, staat hij recht en wrijft kort over zijn lip. Hij moet te weten komen waar hij is, wat er precies aan de hand is en. . . wie die mensen vlakbij zijn. Als het felle licht zijn kant opdraait, keert hij zich gezicht af en land zijn blik op een jonge man een eindje verderop. Zijn blonde haar steekt af op de duistere achtergrond en hij lijkt enigszins verward, maar wie is dat hier niet?
          ‘Enig idee wat hier aan de hand is?’ vraagt hij, nadat hij, zonder zijn ogen van hem af te wenden, op hem af te zijn gelopen. ‘Of een idee waarom precies wij hier zitten? Ik neem namelijk aan dat de personen die hier zijn iets in gemeen hebben.’
    Zion doet de knoopjes van zijn witte hemd dicht, draait hierbij om terwijl hij dat doet, zodat de man niet de tatoeages ziet die hij daar heeft. Ze zijn namelijk vrij persoonlijk.




    [ bericht aangepast op 30 nov 2017 - 23:08 ]


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    VALENTIN NURIYEV


    25 • Russisch • Escort • ergens • iedereen

    Valentin werd afgeleid door een beweging aan de andere kant. Vanaf hier leek hij er toch niet achter te komen wat de mensen zeiden, dus gaf hij dat ook maar op en keek hij naar de donkere man die hij eerder niet opgemerkt had, maar zijn blik nu op hemzelf gevestigd had. Het maakte hem een tikkeltje zenuwachtig.
          'Enig idee wat hier aan de hand is?'
          De donkere man, een zicht dat hij niet vaak van dichtbij of zelf zag, kwam op hem afgelopen en het duurde eventjes voordat Valentin doorhad dat hij geen Russisch sprak. In plaats daarvan zat hij hem dom aan te kijken en gaf hij geen antwoord. Zijn blik leek Valentin te penetreren waardoor hij zijn licht gekleurde niet van de groene ogen van de man af kon houden, hoewel het iets beangstigend voelde.
          'Of een idee waarom precies wij hier zitten? Ik neem namelijk aan dat de personen die hier zijn iets in gemeen hebben.’
          Het drong eindelijk door dat hij Engels sprak, met een Amerikaans accent, en wat hij precies van hem vroeg. Valentin krabbelde overeind van de koude vloer. Hij voelde zich nog lichtjes geïntimideerd door de donkere man, ook al was hij zelf net iets langer. Maar de man was zeker breder dan hemzelf en netjes gekleed. Hij kon zichzelf wel voor zijn hoofd slaan aangezien hij er zelf uitzag als een bomzj, met zijn verkleurde shirt en sokken, de rafels hingen aan de pijpen van zijn donkerblauwe pyjamabroek, waarvan het elastiek uitgerekt was en zich wanhopig vastgreep aan zijn prominente heupbotten en daardoor redelijk laag hing.
          'Ik eeeh,' kwam het gestotter uit zijn mond, zijn duidelijke Russische accent erg prominent aangezien hij bijna nooit Engels sprak. 'Geen idee. Volgens mij weet niemand het.'
          Daarbij haalde hij kort zijn schouders op en keek hij terug naar de rest van de mensen. Valentin sprak langzaam en nam zijn tijd om de juiste woorden te kiezen en zijn zinnen coherent te maken. Als hij te snel ging praten, wist hij dat zijn zinnen door elkaar heen gingen lopen.
    'Heb jij... een licht?' vroeg hij daarna aan de donkere man, waarbij hij doelde op een zaklamp zoals de ander had.


    "It's the thessalhydra, I'm telling you"

    KODY JAIMES ARDEN


    Uit verschillende richtingen komt een antwoord op mijn begroeting. Als ik merk dat het licht van mijn zaklamp mensen verblind, richt ik deze wat meer naar de grond toe. Het deert niet zo, aangezien ook anderen blijken gezegend te zijn met een lantaarn.
    De vreemde stemmen weergalmen door de kille ruimte, waardoor mijn aandacht niet zozeer getrokken wordt door de boodschap die ze brengen als de manier waarop ze van muur naar muur lijken te gaan. Hier en daar klinkt de echo wat minder, dus ik neem aan dat daar iets moet zijn waar het geluid weg kan glippen. Voorzichtig laat ik mijn zaklamp opnieuw rond glijden, waarbij ik probeer ooghoogte van anderen te vermijden. Mijn vermoedens worden bevestigd wanneer ik een donker deurgat tegen komen. Tot mijn verbazing blijken het er echter niet één maar welgeteld drie, die in een anders cirkelvormige kamer een uitweg bieden. In stilte stap ik op het eerste af, in de hoop iets te kunnen horen dat erop duidt geen gevaar op de weg te zullen brengen. Als bij de eerste opening echter niet eens een briesje te voelen is herhaal ik het proces nog twee keer. Tevergeefs. Allen zijn ze even mysterieus. Rustig begeef ik me terug naar de anderen, waar ik wacht tot iedereen de kans heeft gehad iets te zeggen alvorens ik me ook weer in de conversatie meng.
    "Luister, ik weet niet wie jullie zijn en waarom ik hier ben of hoe ik hier gekomen ben. Maar ik weet wel dat ik hier zo snel mogelijk weg wil, en minstens één van de drie uitgangen ergens heen moet leiden. Ik stel voor dat we een beslissing maken om als groep verder te gaan, of ieder voor zich. Maar wat mij betreft hoeft er niet teveel getreuzeld te worden," deel ik zakelijk mee. Om eerlijk te zijn doet het me niet veel wie me volgt of wie wil tegen werken, het punt is dat ik hier zo snel mogelijk uit wil komen.
    "Ik ben Kody," voeg ik er uiteindelijk nog aan toe, als ik me bedenk dat het misschien wel vreemd is een gesprek aan te gaan zonder namen te kennen.


    Bicycle, unicycle, unitard. Hockey puck, rattlesnake, monkey, monkey, underpants.