Gabriël Matthias Evangele
(Engelse naam: Gabriël Aardse naam: Matthew)
Fallen Angel Sanctuary – Alleen, zittend op een boomtak
Hij wachtte geduldig tot Rebel door de poort heen was, maar die was er nog niet doorheen. Hij zou hier even blijven zitten, zeker wetende dat hij niet gezien zou worden met de Lucifer aanhanger. Dat zou verkeerd voelen, om door God zijn poort te gaan, en dan ook nog eens ‘weer’ een misstap te begaan door met zo’n soort persoon er doorheen te komen. Hij vond dat hij genoeg had gewacht. Hij zat hier ook niet heel relaxed, gezien hier nog niet de volledige veiligheid van God was. Hij wilde hier weg.
Hij kwam nogal wankel door de poort. Hij had het niet kunnen voorkomen dat hij door zijn ene knie zakte, waardoor hij van duizeligheid opeens ook bijna struikelde, maar herstelde zich vlug en rechtte zijn rug. Het deed dan wel pijn om een goede houding op te zetten, hij wilde niet verrieden dat hij ontzettende pijn had. Niet zijn beste entree, maar ach, wie zag het ook? Hij had al zijn muts opgezet, een zwart ding die de meeste van zijn blonde haren bedekte en maakte dat mensen hem nog minder snel zouden herkennen. Daarbij ook een simpele zwarte Rayban zonnebril. Zodat zijn blauwe ogen ook niet te zien waren, verder was hij in het zwart gekleed. Hij zou vast meer op een Lucifer aanhanger lijken dan op een goede engel, maar dat maakte hem op dit moment niet uit. Hij wilde niet gezien worden, door niemand niet. De schaamte was te erg en daarom zou hij ook hier als schim door het leven gaan.
Hij glipte snel langs het persoon dat zat. Maar een enkele blik had hij hoeven te werpen op de jonge vrouw, althans zo zag ze eruit, om te weten wie het was. Teiaïel. Een goede vriendin van hem. Meteen vroeg hij zich af wat zij hier deed. Zij was dus ook gevallen… Ergens wilde hij zich omdraaien en snel naar haar toekomen om te vragen of het wel met haar ging. Wat haar hier bracht en wat er in de tussentijd was gebeurd. Haar helpen en gewoon gezellig met haar kletsen. Maar hij kon het niet. Hij liep op snelle tred door, hopende dat ze zijn looppas niet zou herkennen door net even wat anders te lopen. Aan zijn uiterlijk kon het niet liggen, gezien hij er heel anders uitzag dan de goede Engel Gabriël. Ze mocht hem niet zien, hoezeer hij ook met haar wilde praten en gezien hij een sociaal persoon was verlangde hij om haar te zien en even een knuffel te geven, maar dat kon allemaal niet.
Toen hij zeker wist dat hij uit haar zicht was liet hij zijn houding los en liep wat wankelend verder. Hij had niet de energie om nu een verre schuilplaats te vinden. Ergens in het bos dat voor hem lag verstoppen moest het maar zijn, ver lopen ging hij niet. Dat kon zijn lichaam gewoon niet meer. Hij zuchtte even en keek om zich heen. Het was best mooi hier, merkte hij op. Toch voelde het raar om weer op een plek van God te zijn, alsof hij het niet verdiende. Hij geloofde dan ook heilig dat al die wonden zijn straf waren. Ergens was hij dan ook blij dat hij de wonden niet kon genezen. Hij moest zichzelf pijnigen voor het egoïsme dat er nog steeds in hem zat.
Hij keek naar een mooie hoge en redelijk stevige boom en begon erin te klimmen. Het ging minder soepel dan verwacht maar lukte wel. Hij ging op een boomtak zitten die dik genoeg was om goed op te zitten. Gelukkig was hij maar een tenger persoon, waardoor de tak hem ook zou houden. Hier zou hij een tijd lang wel kunnen zitten. Hij keek uit op andere bomen en ook op de grond. Niet dat daar veel te zien was, want behalve hem, was hier niemand, voor zover hij wist.
Zijn handen gingen over zijn vleugels en hij trok een veer die bedekt was onder zijn eigen bloed uit zijn vleugels. En nog een. Waarom hij het deed wist hij niet precies. Ergens wilde hij de pijn. Hij wilde voelen hoe hij zichzelf kon straffen en hoopte dat ergens iets in zijn ziel zou veranderen. De ene veer vloog rustig vanaf zijn boomtak naar beneden, fladderde tussen de blaadjes door en kwam uiteindelijk op de grond terecht. Dat iemand hieraan kon zien dat hij hier ergens zat, of dat er iemand in ieder geval ergens zat, besefte hij niet.
Hij was niet alleen een schim qua uiterlijk maar ook qua innerlijk. De laatste tijd, eigenlijk sinds hij gevallen was en naar de aarde was gebracht, was hij killer en koeler. De vriendelijkheid was weg en hoewel hij snakte om mensen te zien, vond hij het soms ook best alleen. Hij deed waar hij zin in had en zijn emoties stompte zich een beetje af. Dat hij somber was en alles wat vlakker zag dan eerst, besefte hij zich niet.
Ja, zijn lichaam snakte naar aanraking. Liefde die hij een tijd lang al niet had gehad. Nee, Gabriël was nooit van de lange relaties, maar ook korte relaties konden liefde geven. Hij ging er dan helemaal in op, totdat dat moment kwam waarop het serieus werd. Dan kreeg hij het dusdanig benauwd en als iemand hem vertelde dat diegene van hem hield klapte hij dicht. Hij had zich er inmiddels bij neergelegd dat hij bindingsangst had, al zag hij het zelf niet zo. Hij dacht meer dat hij niet geschikt was voor lange relaties, dat het toch nooit wat zou worden. Hij wilde iemand ook liefde geven, want hij was gewend om dat te doen. Gewoon even knuffelen, of strelen, maar zijn lichaam verlangde ook naar meer intimiteit. Zoenen en ja, hij moest ook toegeven dat hij een tijdlang geen seks had gehad en dat miste. Hij was iemand die stiekem van feestjes hield. Dan kon hij een heel ander persoon zijn, hij kleedde zich ook anders zodat mensen hem ook niet zomaar zouden herkennen. Hij kon helemaal losgaan, en ook daar kwam dat ‘egoïsme’ weer naar voren. Als hij gedronken had voelde hij zich vrij en gebeurde het wel eens dat hij na wat gezellig dansen toch met iemand in bed belandde. Maar dat deerde niet als diegene de volgende dag weer de deur uit was. Even een avond flirten, drinken, en maar gewoon dingen doen zonder nadenken, dat miste hij. Hij wilde ook gewoon met Teiaïel kunnen slapen. Want hij hield niet van alleen slapen, hij sliep dan ook gewoon met vrienden in 1 bed. Dat moest kunnen volgens hem. Het was dan simpelweg de aanwezigheid van een ander die hem rustig maakte, hij kon prima zonder seksuele intenties met iemand gewoon in 1 bed slapen.
Hier zat hij dan, op deze tak. Hij kon enkel voor zich uit staren. Rebel had misschien iets in hem losgemaakt, in de zin dat hij hem aantrekkelijk vond en meer van hem wilde weten. Maar gezien hij een ‘verboden vrucht’ was, wilde hij niet aan hem denken. Hij was weer alleen en zo zou het dagen lang gaan. Hij staarde voor zich en veel gedachtes had hij niet. De gedachten die hij wel had waren kort en somber.
Ja, ik kan het niet laten. Ik hou van langere stukken schrijven, in de zin van meer context + geschiedenis + dingen beschrijven
[ bericht aangepast op 25 aug 2017 - 11:44 ]
Aan niets denken is ook denken.