Julien Thomas Mercier
Mindreader, 20, the commonroom, with Theo, Eden & Ace
Julien zat rustig wat te drinken van zijn wijn. Dat Ace deze niet goed vond, wilde nog niet betekenen dat deze dat daadwerkelijk ook niet was. Hij had Theo een glas ingeschonken en hij moest ook maar zien wat hij van de wijn vond. Hij vond hem in ieder geval goed en hij kende wel heel wat wijnen, door de streek waarin hij was opgegroeid. Wijn was onderdeel van de lifestyle van de mensen in zijn kleine dorpje wat zich zijn geboorteplaats mocht noemen.
Julien zat rustig op de stoel en genoot van zijn wijn. Hij had niet de behoefte om veel te spreken, nu hij die ene jongen, Ace, niet helemaal mocht. Hij wist nog steeds niet precies wat hij van hem moest vinden.
"Volgens mij is het nog niet helemaal over, misschien over een week kijken ze naar de voor en na effecten van de onderzoeken en dan zien we nog wel? " Zijn blik gleed hierbij naar Theo. Hij kreeg buikpijn bij het horen van dingen over testen. Hij wilde daar helemaal niet aan denken.
Was dit wel zo’n goed idee geweest, het opgeven voor dit hele vage onderzoeksproefkonijnen gebeuren?. Hij had geen spijt, dat niet, maar hij vond het niet prettig dat die onderzoekers zo naar hem keken en verwonderd waren over wat hij kon. Het ging hen dan ook niet over hem als persoon, maar simpelweg over hem als onderzoeksobject. Hij liet hen wel kijken, maar was altijd blij als ze weer weg waren.
Hij mengde zich dan ook niet in het gesprek over wat hen te wachten stond. Hij had geen idee en dat vond hij prima zo. "Ik heb zo nu en dan wel last van wat hoofdpijn of een steek , dus hopelijk ondervinden ze snel wat dat zou kunnen zijn." Julien zijn blik bleef hierbij bij Theo hangen. Hij had ook wel eens hoofdpijn, als al die gedachten door zijn hoofd raasde en de stemmen zijn eigen gedachten wegdrukten, zelfs gek kon hij er van worden. Maar die hoofdpijn zou misschien anders zijn dan die van Theo. "Para?" hoorde hij de andere jongen zeggen. Zonder er iets aan te kunnen doen onderschepte hij zijn gedachte.
Niet dat ze lijken te werken tegen migraines... Inmiddels was dit hem al een aantal keren gebeurd, dus liet hij ook niet merken aan zijn houding en gezicht dat hij in het hoofd van de jongen had kunnen kijken.
Daarbij heeft klagen toch geen zin, daar gaan migraines niet van over. Oops, iemand moest hem maar een keer gaan vertellen hoe hij er voor zorgde dat hij niet iedereen hun gedachten las zonder dat hij het wilde… “Dat zal niet veel helpen tegen migraines” zei hij, de gedachte uitsprekend, omdat hij er hetzelfde over dacht.
Hij had enkel verbaasd even een wenkbrauw opgetrokken toen Theo bekende dat hij nooit wijn had gedronken.
Hoe kon iemand nou nog nooit wijn hebben gedronken?. Gelukkig voor hem betrof het een uitstekend exemplaar. ‘Dan wordt het nu tijd’ zei hij met een kleine glimlach. Hij schonk een beetje voor Theo in. Hoewel hij ergens benieuwd was hoeveel drank de jongen aan kon, was het niet zijn bedoeling om hem gelijk dronken te voeren. Hij gaf het glas aan Theo, sprak: “Als de wijn je bevalt, moet je er maar wat meer van drinken, misschien helpt dat tegen de hoofdpijn” en gaf hem hierbij een klein glimlachje, keek hem even aan, en liep toen terug zijn stoel waar hij weer op ging zitten.
"Volgens mij heb ik meer levenservaring dan jij, misschien leer ik je nog wel eens het een en ander over goede drank." Nieuwsgierig keek Julien op naar Ace. Het was nog niet zo dat hij hem haatte, daar was veel meer voor nodig, maar vertrouwen was er ook nog niet. “Daar hou ik je aan” zei hij, in zijn ogen een beetje een uitdagende / benieuwde blik en een kleine glimlach op zijn gezicht. Misschien moest hij niet meteen oordelen over Ace.
"Relax, we bijten niet. Oké, alleen Julien misschien," Hij nam net een slok wijn, dus op deze woorden kon hij niet reageren. Niet dat hij dat van plan was geweest. Zijn ogen hadden zich enkel lichtelijk samengeknepen, waarna hij zijn neutrale gezichtsuitdrukking weer terug had gekregen. Oké, Ace zou sowieso niet zijn beste vriend worden, misschien eerder iemand waar hij af en toe goed tegenaan kon bitchen, omdat hij dat stiekem ook wel nodig had. Ace richtte zijn aandacht op het meisje. Hij besloot hen maar met rust te laten.
Hij richtte zijn blik weer op Theo en had zijn eigen lege glas alweer bijgevuld. Misschien was het niet verstandig om te drinken zonder wat te eten, maar dit maakte hem niet zoveel uit. Hij keek de jongen weer aan. “En, bevalt het een beetje?” vroeg hij hem, doelend op de wijn.
Aan niets denken is ook denken.