Julien Thomas Mercier
Mindreader, the commonroom, with Theo & Ace
Dus daar zaten ze dan beiden. In de kast. Ironisch, gezien hij al uit de kast was gekomen, al was het nog niet voor zijn familie. Ergens wisten die het misschien wel, dat hij in Parijs zijn ware aard had ontdekt (biseksueel) gezien daar de vrijheid heerste die er in de rest van het land niet was. Hij was dus verlieft geworden op een jongen in Parijs, hoe kon het ook anders, de stad in de liefde. Hij was dan wel een stiekeme enorme romanticus, hij voelde ergens wel dat het zou eindigen en toen was hij weer alleen. Alleen in die grote stad die nooit leek te slapen. In Frankrijk was het niet gebruikelijk om biseksueel te zijn dus hield hij zijn geaardheid maar voor zichzelf. Je kon dan niet openbaar, behalve in Parijs misschien, hand in hand lopen, toch gebeurde er stiekem van alles. En zo ontdekte je weer plekjes waar je nog nooit was geweest en waar je wel jezelf kon zijn.
“Jij bent niet de enige, ik ben pas sinds vandaag echt 'vrij' om alles eens te ontdekken." Hij had geknikt. Deze woorden hadden hem wat gerustgesteld. Hij zou hier dus niet de enige malloot zijn die door de gangen zou dolen en per ongeluk in kamers zou komen waar je niet mocht komen. Hij hoopte dat hij ooit de weg een beetje zou kennen. In ieder geval zou hij deze keuken moeten herinneren. Eten was belangrijk. Zeker voor hem, hij hield van koken, vooral de Franse keuken. Al betwijfelde hij of hij hier zo even de juiste ingrediënten zou kunnen vinden om een fatsoenlijk Frans maal voort te zetten. Een goede wijn zou ook niet misstaan.
Hij had opgemerkt dat de andere jongeman een appel had genomen. Gelukkig, zijn vermoeden van dat dit ook niet een jongen was die zich strikt aan alle regels hield, werd hierdoor bevestigd. Hij hield wel van een beetje op ontdekkingstocht gaan zonder toestemming. Wie weet wat ze allemaal tegen zouden komen.
Zo spannend was het nou ook weer niet in de kast, maar ergens voelde hij wel een lichte spanning tussen hen tweeën, puur omdat het een kleine opslagkast was en het vrij donker was. Het zachte kneepje in zijn hand had hij ook opgemerkt. Hij wist niet precies waarom dat was, had Theo het ook vervelend gevonden om de ruimte te betreden? " Dit lijkt me een soort opbergruimte of zo iets in die aard. " “No shit Sherlock” merkte Julien droogjes op. Hij had toen al een fles gevonden die naar zijn mening er om vroeg om geproefd te worden.
Niet door hem, maar het slachtoffer wat hij gevonden had. Eerst iemand anders laten proberen, dan zou hij er zelf van drinken. Oké, het was meer bedoeld als een uitdaging, want zelf dronk hij alles toch wel, of het vertrouwd was of niet.
"Wat is dit spul zelf? " Julien keek nu met zijn groene ogen in de kijkers van de jongen. “Geen idee, proef maar gewoon” zei hij dan ook met een glimlach. Uiteraard zou hij zelf ook wel wat slokken nemen, hij was niet zo flauw dat hij hem alleen liet proeven. Of het nou vies zou zijn of niet.
" Hoe lang moet dit hier wel niet liggen? Zo'n laag stof op de fles." “Ehm 100 jaar?” gokte Julien ietwat grappend. Het kon hem niet zoveel schelen. Drank bleef vrij lang goed en het zou nog wel te drinken zijn.
Hij was blij dat Theo op zijn uitdaging inging en keek nieuwsgierig toe hoe hij een slok nam van de drank. Hij begon echter meteen te hoesten, wat Julien even deed alarmeren. Oh my god, hij wilde hem echt niet vergiftigen! Oh my god, volgens mij was dat niet drinkbaar." “Oh jee, gaat het?” had hij er al uitgeflapt en voordat hij het wist was hij al dicht bij de jongen gaan staan en had een arm om hem heen geslagen, zodat hij op hem kon steunen, mocht dat nodig zijn. Hun lichamen waren dicht bij elkaar en zelfs in het donker kon hij Theo nu zien. Zijn hartslag verhoogde zich lichtelijk, maar omdat dat kwam omdat hij de lichaamstemperatuur van de andere jongen opmerkte en zelfs zijn hartslag goed kon voelen, of dat het kwam omdat hij opmerkte dat de jongeman goede gespierde armen had, dat wist hij niet.
"Ik wil nog niet dood." Julien keek ietwat geschrokken met zijn grote groene ogen in die van Theo. Hij hoorde hem al snel lachen waardoor hij opgelucht kon ademhalen en zelf ook even moest lachen. “Flauw hoor” zei hij en hij pakte de fles even van Theo af. Hij dronk er een aantal slokken van, gezien hij wel tegen sterke drank kon. Niet verkeerd, al prefereerde hij toch zijn geliefde Franse wijn.
“Jup ik merk het” zei Julien met een grijnsje en hij voelde de brandende drank door zijn keel gaan. Ergens vond hij dat wel fijn, al dronk hij vaker wijn, dat brandende gevoel. Zijn ogen waren gericht op Theo, maar om het niet al te ongemakkelijk te maken, keek hij snel naar de rest van de kast. De fles had hij inmiddels alweer aan Theo gevonden. Zijn handen gleden over de flessen en af en toe blies hij wat stof weg om de etiketten van de flessen te zien. Hij zocht iets Frans, het liefste wijn, maar iets Frans zou goed zijn.
Yes! Hij had een etiket gevonden met Franse opdruk en het bleek ook nog eens een goede wijn te zijn. ‘Kijk wat ik gevon-‘ hij kon zijn zin niet afmaken. De deur werd al geopend en meteen draaide hij, met de fles in zijn hand, zich om naar deze persoon. "Zo, zo, de tortelduifjes hoeven niet zo letterlijk in de kast te blijven zitten," Oh, wat ongemakkelijk dit. “We zochten naar wat drinken en dat hebben we hier nu gevonden, al is het hier nogal stoffig en betwijfel ik of we niet doodgaan aan het drinken van dit spul” probeerde hij er zich nonchalant uit deze ongemakkelijke situatie te redden.
De jongeman leek geïnteresseerd te zijn in de whiskey van Theo. Prima voor hem. Zijn ogen gleden onderzoekend over hem heen, niet wetende of hij hem kon vertrouwen. Theo had een vriendelijke uitstraling, zowel zijn uiterlijk als zijn innerlijk, maar van deze jongeman, die een apart uiterlijk had, zo anders dan zijn Franse uiterlijk, vertrouwde hij nog niet. "Moet ik jullie weer privacy geven, of komen jullie toch uit de kast?" “Mij lijkt dit een goed moment om er uit te komen, een trio wordt me toch wat te veel” grapte hij en hij knipoogde speels naar deze nieuwe jongen, hopende dat hij een beetje los zou komen.
Hiervoor moest hij weer langs Theo glippen, waarbij hij het niet voor elkaar kreeg dat hun lichamen elkaar niet (even) raakten. Hij voelde zijn rug schuren tegen wat het ook was van Theo. Gelukkig pikte hij van zowel hem als de andere persoon geen gedachten op. Dat wilde hij op dit moment echt niet, vooral niet in deze situatie. Wat zouden ze wel niet denken…
Hij stond nu uit de kast en het was hier weer licht. Even moest hij knipperen met zijn ogen om alles scherp te zien. Hij haalde voorzichtig het restje stof van de fles Franse wijn af. Deze fles, zijn baby, zou niemand anders krijgen. Misschien zou hij hem nog wel delen.
Met Theo ontglipte per ongeluk in zijn gedachten, maar deze vervloog even snel als dat hij in hem was opgekomen.
‘Kijk, ze hebben hier zelfs goede Franse wijn.’ zei hij tegen beiden jongemannen en hij toonde trost zijn nieuwe aanwinst. Vervolgens richtte hij zich op de ‘indringer’. Hij wilde nu wel weten wie hij was. ‘Dus wat is jou naam? En hoe kom je hier terecht?’ vroeg hij hem nieuwsgierig.
[ bericht aangepast op 31 juli 2017 - 11:01 ]
Aan niets denken is ook denken.