Al zestien jaar draait mijn leven om niets, niets anders dan proberen anderen hun leven wat fleuriger te maken, hen duidelijk te maken dat ik er altijd ben en zal zijn, dat hoe donker dagen soms ook mogen zijn, er altijd een lichtpunt is en te meer je je daarop concentreert, hoe groter het zal worden.
Maar na al die jaren, weet je, na al die jaren begint het moeilijk te worden mezelf nog te geloven, want hoewel ik weet dat er mensen zijn die me graag zien, weet ik ook dat ik al jaren alles, alles voor mezelf houd en dat er steeds meer duisternis en minder lichtpuntjes zijn, in die mate dat ik zelfs als ik ze zoek toch wel even bezig ben. Het is alsof iemand gewoon een zwart doek met gaatjes voor me houdt met een lichtschakelaar erachter die de hele tijd knippert. Of alsof ik in een donkere ruimte sta waar niemand het licht durft aan te steken uit angst voor wat ze gaan aantreffen. En na al die jaren durf ik hem zelf ook niet meer aan te steken, enkel met lichtinval kan je jezelf in de spiegel zien - iets wat voor de zaak van al het goede in deze wereld, misschien inderdaad maar niet moet gebeuren.