• 𝔑𝔬𝔵 - ℌ𝔞𝔡𝔢𝔬𝔫

    ℑ 𝔴𝔞𝔰 𝔟𝔬𝔯𝔫 𝔴𝔦𝔱𝔥 𝔞𝔫 𝔦𝔫𝔰𝔞𝔱𝔦𝔞𝔟𝔩𝔢 𝔞𝔭𝔭𝔢𝔱𝔦𝔱𝔢 𝔣𝔬𝔯 𝔡𝔢𝔰𝔱𝔯𝔲𝔠𝔱𝔦𝔬𝔫


    Laurel, Eli & Harvey — Forrest edge


          Eén keer.
          De wrede glimlach welke zijn lippen vervormt is meer dan genoeg om weer te geven wat er door zijn gedachten spookt bij het horen van die statement, de alwetendheid in zijn ogen hintend naar de afloop welke dat gesprek heeft gekend. Wegloopster. Hij heeft haar deze avond al aan dat feit herinnerd en gelooft niet dat ze een herhaling nodig heeft— gelooft dat de wolvendochter pienter genoeg is die boodschap van zijn gezicht te lezen zonder dat hij zijn spel hoeft te onderbreken.
          Hij wentelt zich in de reacties welke ze niet van haar gezicht kan houden, blauwe ogen zoekend naar onwaarheden die er in dit geval niet zijn. De schaduwmeester weet dat zij het weet zodra de woorden registeren, gelooft niet dat haar de veranderingen die Nox in het afgelopen jaar hebben gevormd zijn ontgaan. Het evenaart echter in niets de reactie op de tastbare sporen van aangedane verminkingen welke hij haar tentoonstelt — de tekeningen op de armen van zijn huisvesting slechts het topje van de ijsberg. Daar hij had gehoopt dat ze nieuwsgierigheid zou tonen in zijn aangeboden informatie, is dat uiteraard weer niet de weg die het wolvenkind kiest en zijn aderen pulseren gitzwart op in reactie op de irritatie die hem kortstondig doorspoelt.
          ‘Vertel me eens, maankind, wat is het nou eigenlijk wat hij je wel kan vertellen?’ poogt hij haar te triggeren, de grom welke in reactie komt er een die vibreert in de statisch geladen lucht tussen hen en haar uithaal er een welke hij niet tracht te ontwijken. Het raspende geluid wat hem ontsnapt door de impact wordt eveneens opgevolgd door een lage grom, kiezen op elkaar klappend en zijn overtollige speeksel hernieuwd uit zijn mondhoeken ontsnappend. Zijn ogen branden wanneer hij zich weer recht, waarbij hij zich beseft dat ze hem vooralsnog spaart, wederom met haar oog op Nox. Had ze de uitlopers van haar klauwen gebruikt dan had het hem veel meer schade berokkend.
          'Je weet wat ik ben, wat het is dat aan mijn handen kleeft. Je kunt het ruiken, of niet? Het bloed,' spuwt ze hem giftig toe, de monsterlijk vervormde vingers heffend ter verduidelijking. Zijn lippen vormen zich tot een sneer en hij knikt eenmaal, kin richting zijn borst om haar vanonder zijn wimpers hatelijk aan te kijken.
          'Proeven op mijn tong,' beaamt hij raspend, het likken van zijn lippen niets dan een manier om aan te duiden dat het niets is waarvoor hij weg schuwt.
          'Moordenaar. Ik ben een moordenaar. Een wild en ongetemd beest is wat ik gevangen houd achter dit leugenachtige vessel. Jij en ik, Hadeon, zijn zo verschillend nog niet.' En zijn ogen lichten op bij het onsmakelijke beeld wat ze schetst, het belachelijke idee dat ze zichzelf in eenzelfde kader zou plaatsen als zijn persoon. SMERIG WEZEN! HOE DURFT ZE?
          'Het kan me niets schelen waartoe jij hem hebt aangezet, poppenspeler. Ik lik het bloed van zijn handen. Ik sta tussen hem en de rest van de wereld als het moet. Hij is mijn pack. En ik kies hem. Ik claim Nox.'
          Zijn grijns verliest geen centimeter op Nox' gezicht, al verlegt de achterliggende energie zich naar iets van een meer gedwongen aard, eerdere euforie plaats makend voor de drang een façade hoog te houden. Van binnen zwelt de chaos echter aan en niet in een zin welke hem aanstaat, nee, ditmaal is het de chaos van iets waarover hij zelf geen controle heeft — iets wat ten koste gaat van hem in plaats van de brandstof te zijn die hem sterker maakt. En dan is er een gewaarwording.
          Nox roert zich. Het bewustzijn wat de kern is van dit lichaam strekt zijn vingers uit naar de controle alsof hij wordt aangespoord door hetgeen ze zegt. Hadeon voelt het— voelt het zingen van een band welke hij al jaren poogt te onderdrukken. De haat welke hij koestert tegenover de helderheid van die levenslijn groeit tot een allesoverheersende golfslag — spoelt door zijn vessel tot het ieder uithoek heeft bereikt en geen ruimte meer overlaat voor iets anders. Het snijdt Nox zijn dan al niet onbewuste greep richting de teugels af, maar doet niets af aan het feit dat hij een poging waagde, dat hij wel degelijk de pull van een uitgesproken connectie heeft gevoeld.
          De grijns wordt een grimas, ogen fonkelend met een rancune welke speciaal voor haar is weggelegd. Schaduwen kleuren inktzwart onderwijl zijn postuur lijkt te groeien — zijn aura aanzwellend tot het meest omineuze wat het kan zijn. Rijt haar aaneen! Laat ons drenken in het bloed van zijn zielgenoot! Wil je niet weten hoe het breken van haar ruggengraat klinkt? Wat voor geluid haar zal ontsnappen wanneer haar vlees wordt doorboord. Hoe het zal zijn om—
          Hadeon sist en hervindt zijn grip op het beetje kalmte wat hij kan bezitten, de manier waarop zijn nek tikt onmiskenbaar onmenselijk en zijn lach geforceerd maar desalniettemin spottend.
          'Jij claimt Nox,' schampert hij, het opnemen van haar persoon iets wat enkel als neerbuigend kan worden opgevat, de stap welke hij haar wederom nadert er een zonder twijfel. 'Wat geeft je het absurde idee dat de jongen dat wil?' Hij lacht hol, een geluid zonder enige vreugde en teisterend als nagels over een krijtbord. 'Vertel me, viervoeter, wat heb jij hem meer te bieden dan de nietsziende theemaker die wel aan zijn zijde was? Die Nox telkens op heeft gelapt wanneer ze hem weer half uit elkaar hadden gereten in een poging mij in bedwang te houden?' Hij nadert nog een stap, behoedzaam, oogcontact houdend onderwijl zijn bloeddorst groeit met iedere centimeter die tussen hen wegvalt— stemmen wederom aanzwellend als een opzwepende mantra. Bloed. Bloed. Bloed. Hij moet dit de kop indrukken, moet zorgen dat haar claim geen voeting vindt.
          'Je had het moeten zien,' dweept hij, stemgeluid dalend naarmate deze minder ver hoeft te dragen, vreugde bij de herinnering onmiskenbaar, 'al dat bloed, huid gereten en gaten zo diep dat het zelfs met magie dagen duurde het te helen.' Zijn schaduwen strekken zich naar haar uit als vervormde vingers, likken aan haar laarzen en verheffen zich achter haar als de lugubere tentakels van een kraken. 'Het was magnifiek, en weet je wat het mooiste is...' zijn dramatische flair laat twee seconden stilte vallen en dan splijten zijn lippen vaneen tot een tand-ontblotende grijns, de wreedheid achter het gebaar samenvallend met de schaduwen die zich van achter haar ontoegeeflijk rond haar nek krullen.
          'Je enige keuzemogelijkheid is om bij te staan aan de verminkingen die zijn lichaam tekenen, of te sterven, maankind. Aan jouw de keuze!'

    [ bericht aangepast op 4 sep 2020 - 0:37 ]


    Marrow deep, soul deep, essence deep