Weet je, ik gun mijn zusje de helft van mijn schadevergoeding niet eens meer. Ik heb aan mijn ouders beloofd om haar de helft te geven zodra ik achttien ben, zodat zij met evenveel geld het huis uitgaat als ik. Maar ik heb dat ongeluk gehad, en zij niet. En hoe ondankbaar en verwend ze nu de hele tijd doet, vind ik ook niet meer normaal. Altijd moet alles op mij afgereageerd worden, en mijn ouders geven mij de hele tijd op mijn donder als ik er wat van zeg. En dat is nu al een heel jaar gaande. Noem het puberteit, het maakt mij geen flikker meer uit, maar ik ben geen oud vuil dat je opraapt wanneer je het toevallig even nodig hebt. Dit is geen puberteit meer, dit is gewoon haar verziekte karakter. Van mij hoeft ze geen rooie cent of enige hulp meer te verwachten. Die vergoeding houd ik zelf, die hulp die ik je constant aanbied voor school (en die je tevens met een snauw en een lelijke blik afwijst, tenzij je een oud werkstuk moet lenen) kun je ook wel vergeten, en je hoeft er ook niet meer op te rekenen dat ik je met iets anders help waar je mee zit. Je vernedert me, kraakt me constant af waar iedereen bij is, en je probeert me gewoon te raken op elke manier die mogelijk is. Je pikt zelfs mijn spullen en liegt er dan keihard over, waardoor iedereen denkt dat ik gek geworden ben. Ik gun jou niks meer. Voor mijn part draait je leven uit tot een mislukking - het interesseert me niks. Voor mij besta je niet meer.