• You're never safe


    Regels

    ° Minimum van 300 woorden.
    ° Bestuur enkel je eigen personage, tenzij
    je toestemming hebt van een ander.
    ° Geen Gary-Stu's en Mary Sue's.
    Ik lees alle rollen en zal er ook pietluttig
    op reageren als het niet goed is!
    ° 16+ is toegestaan.
    ° Naamsveranderingen doorgeven.
    ° Alleen ik maak nieuwe topics.
    ° Maximaal 3 personage's, in variatie.
    ° Ruziemaken doe je maar ergens anders.
    ° Reserveringen blijven 5 dagen staan.
    ° Geef mensen de kans om rustig te reageren.
    ° Hou het realistisch!

    Topics

    Rollentopics: 1
    Praattopics: 1, 2
    Speeltopics: 1


    ‘What would you do to survive a zombie apocalypse’


    In een zombie-apocalyps ben je eigenlijk nooit veilig, waar je ook bent en hoe veilig je je ook waant. Dat heeft deze groep wel geleerd, een groep die ontstaan is uit andere groepen, maar de rest is allemaal al dood. Nu hebben ze elkaar gevonden en proberen ze zo goed mogelijk te kunnen overleven.
    Het speelt zich af in een bos en bergachtig gebied, ongeveer een jaar later, waar kleine dorpjes verspreid liggen. Er lopen snelwegen doorheen die naar grotere steden leiden. Eens in de zoveel tijd vinden ze een plek om zich te vestigen, maar ze kunnen er nooit lang blijven. Momenteel verblijven ze in een goedkoop uitziend motel. Sommigen willen er blijven. Ze hebben eindelijk eigen kamers en een beetje privacy. Anderen willen zo snel mogelijk weer weg en een volgende plek zoeken.
    Nu zijn zombies niet het enige gevaar. Mensen kunnen net zo dodelijk zijn, maar uitdroging en ondervoeding ook. Morale kwesties en verschillen verdelen de groep al snel.

    Rollen

    Vrouwen
    ° Elín Nystrøm | 23 | Merlyn 1,1
    ° Evélyne Ophèlie Maely Gagnon | 27 | Sabaism 1,1
    ° Lene Nevaeh Undén | 16 | Marrish 1,2
    ° Samira Williams | 26 | Michonne 1,4

    Mannen
    ° Solomon Webster | 32 | Michonne 1,2
    ° Benjamin Declan Mitchell | 37 | Sobremesa 1,1
    ° Basilisc Messiah Ainsworth | 29 | Sand 1,3
    ° Merle J. Dixon | 48 | Apocalyptic


    Zombies

    ° Besmetting komt door een beet, niet door bloed. Het virus hangt in de lucht, dus als je doodgaat, verander je alsnog.
    ° Je doodt ze door door hun hersens te schieten/snijden, wat dan ook.
    ° Hun lichamen vergaan extreem langzaam.
    ° De snelheid van die zombies ligt aan de lichamelijke gezondheid. Vergane/half opgegeten zombies zijn langzamer, maar dikke zombies ook.


    Foto's van het motel
    Het hotel heeft in totaal 12 kamers op de bovenverdieping, allemaal identiek, op de hoekkamers na. Die hebben drie lossen bedden in plaats van een tweepersoonsbed. Beneden zijn geen kamers, maar een keuken, een eetzaal, de lobby en een bar.






    [ bericht aangepast op 10 feb 2015 - 15:49 ]


    Your make-up is terrible


    Lene Nevaeh Undén.

    Ik trek mijn benen op naar mijn borst en blijf in de warmte liggen die ik onder de dekens heb weten te creëren. Aan warmte kom ik nog weleens tekort, vandaar dat ik niet bereid ben om uit mijn bed te komen, bang voor de verwachte kou die mij te wachten staat. Een aantal dagen geleden hebben Baily en ik ons aangesloten bij deze groep en voor zover ik mezelf kan herinneren heb ik niet buiten geslapen in het bijzijn van de hele groep. Daarvoor hebben Baily en ik weleens buiten geslapen, echter was dit alleen wanneer er geen andere keus was.
          De gedempte stemmen die mijn oren bereiken, laten een bescheiden glimlach op mijn gezicht staan. De stemmen doen me aan thuis denken, gezien er vaak mensen over de vloer kwamen en zeker sinds de verbouwing. Ik hou van gezelschap, gezien mijn ouders dan gedwongen waren om geen discussies te voeren. De gedachte aan mijn ouders weet ik snel uit te wissen en ook het beeld van mijn huis vervaagd. Blijkbaar is het tijd om dit bed te verlaten.
          Ik krul mijn vingers om het dekbed heen en trek het verder naar mijn kussen om zo nog even het knusse en warme gevoel vast te houden, wat zodra ik uit het bed stap zal verdwijnen. 'Oké, Len, je bed uit.' mompel ik tegen mezelf om vervolgens het dekbed opzij te gooien en mijn benen over de rand van het bed te zwaaien. Een rilling kruipt over mijn ruggengraat en mijn ogen glijden van mijn ontblote benen naar de iet wat versleten broek die zich naast mijn bed bevindt. Hoewel ik het van nature vrij koud heb, heb ik vannacht alleen in een slip en een hemd geslapen, gezien ik dat een stuk comfortabeler vind dan met kleding bepakt onder een deken liggen. Het deken was echter heerlijk na dagen zonder en aan het wat versleten matras kan ik ook wel wennen. Op dit moment is alles beter dan buiten zijn.
          Binnen een paar seconden heb ik mezelf in mijn aansluitende broek gehesen om vervolgens een zwart shirt over mijn hemd te trekken en mijn armen te bedekken met een te groot vest die ik, als het goed is, ergens uit een verlaten huis heb kunnen halen. De kleding die ik nu al een tijdje draag zijn al zeker niet meer afkomstig uit mijn eigen kledingkast. Zelfs de broek die nu in mijn bezit is, is al wat versleten. Mijn ogen glijden naar het andere bed en aan het lege en onopgemaakte bed te zien, maakt Baily deel uit van het rumoer beneden. Lene is er bijna zeker van dat Baily deelneemt aan het rumoer, gezien hij evenals zij van een praatje houd en niet ongemakkelijk in een hoekje zal gaan staan.
          Ik beweeg mezelf door de deur die toegang geeft tot de gang en de woorden van de mensen beneden vallen bijna te verstaan. De vraag over hoeveel mensen er beneden zullen zijn, gaat door mijn hoofd. Natuurlijk herinner ik me wel wat van gisteren, maar mijn gedachte waren niet bij de mensen met wie ik dit gebouw ben binnen getreden. Het enige waar ik bijna zeker van ben is dat Baily aanwezig is en een aantal van de originele groep waar ik later bij ben gekomen.
          Eenmaal op het midden van de trap die leidt naar de begane grond, verschijnt er een viervoetige haarbal in mijn blikveld en hoewel deze viervoeter een harige vacht heeft, doet hij me meteen denken aan Jay. Het laat me abrupt stilstaan, maar de flitsende herinneringen van mijn doberman houden daar niet mee op. De diep bruine irissen van de hond die voor me staat lijken exact hetzelfde, echter heeft deze een iet wat vriendelijkere blik in zijn ogen. Jay was minder vriendelijk tegenover vreemden, maar hij en ik konden zeer goed overweg en thuis was hij degene met wie ik alles kon delen. Jay was als een goede zwijgzame vriend en de enige die binnenshuis geen ruzie veroorzaakte. Door onze hechte band was er voor mij geen optie om hem achter te laten in huis om er vervolgens zeker van te zijn dat hij zijn leven zou verliezen. Hem meenemen liep echter ook niet zoals verwacht. Ik verzet mezelf tegen de beelden waarop het voor mij dierbare dier van zijn leven wordt ontnomen door meerdere zombies, maar een enkele weet erdoor te komen en het doet pijn. Ik ben er van overtuigd dat wanneer mijn broer, Emil, mij niet op tijd bij het incident had weggetrokken, ik me in mijn roekeloosheid erin had gestort om een poging te wagen om Jay er nog levend uit te kunnen halen, maar Emil was vastberaden om me tegen te houden.
          Het hijgende geluid van Cilver, ik herinner me zijn naam weer, laat mijn vingers strak om de trapleuning klemmen en zijn aanwezigheid doet me geen goed. Ik heb me af weten te sluiten van de gedachte aan Jay, maar dat betekent niet dat ik hem niet in de voor me staande hond kan terug zien en dat is iets waar ik geen behoefte aan heb en ook niet aan zal hebben. Het aantal dagen dat we bij deze groep zijn weet ik niet, maar het is niet lang genoeg om Cilver te accepteren. Ieder dier die ik na het overlijden van Jay ben tegengekomen heb ik compleet genegeerd, misschien een enkele blik, maar de hond van Bash valt niet te vermijden en het soms heb ik het idee dat de hond mij juist opzoekt.
          'Ga,' mijn hand wijst in een willekeurige richting, maar Cilver is niet van plan om zich uit de voeten te maken. 'Ga weg, sodemieter op!' ik herhaal de beweging met mijn hand en verhef mijn stem. Het lijkt erop dat de viervoeter aanstalten maakt om weg te gaan, gezien hij zijn poten van de eerste trede van de trap haalt, maar ik ben er niet van overtuigd dat hij ook daadwerkelijk weg zal gaan. Vanaf hier heb ik geen zicht op andere mensen, maar ik ben er bijna zeker van dat Bash zich daar bevindt. Zelf heb ik geen behoefte om het dier aan te raken en ik zou mezelf vervloeken bij het uitspreken van zijn naam, gezien ik voor mijn gevoel Jay zou verraden. 'Bash!' Ik wil niet toegeven aan Cilver, maar hier staan wachten zie ik ook niet zitten.


    'I don't want to leave her just because she makes me a better person.'


    Samira Williams


    Al snel verschijnt Benjamin ook in de keuken, terwijl ik bezig ben met een enorme pan op het fornuis te zetten. Goed in koken ben ik helemaal niet, maar dit kan toch moeilijk fout gaan? Het zijn likken met een of andere bonenschotel, die je net zo goed in de magnetron kan gooien. Helaas zal de magnetron hier weinig doen. Ik heb ondertussen ook wel geleerd om niet meer in magnetrons te kijken, maar vooral niet in vrieskisten. Daar ligt meestal van alles in te rotten en het is net de doos van Pandora als je dat opent.
          "Heb je iets te eten gevonden? We moeten wel een beetje ratsoeneren," zegt Ben naast me. Ik kijk op met een glimlachje.
          "Er staat nog meer eten in die kast, maar ik dacht dat iedereen wel een goed ontbijt verdient heeft na vannacht, dus besloot ik maar ontbijt te maken," grinnik ik zachtjes. "Ik hoop dat het goedkomt. Kan jij koken? Heb je soms ergens lucifers gezien?"
          Ik moet toch ergens het vuur mee aansteken, dus begin ik wat laatjes open te trekken. Ze moeten het wel ergens hebben aangezien ze het zelf ook nodig hadden om het gas aan te kunnen steken. Gelukkig vind ik een pakje lucifers in het laatste laatje dat ik opentrek. Als ik ermee schud, hoor ik dat er nog iets inzit en ik grijs breed.
          "Hebbes!" zeg ik enthousiast.
          Nu komt het grootste obstakel. Het gas aansteken. Zelf heb ik nooit een gasfornuis gehad, maar ik heb het wel eens op tv gezien. Het ziet er altijd lastig uit en ik hoop maar dat ik mezelf niet brand. Ik ben geen onhandig type, maar je weet maar nooit met onbekende dingen. Ik doe het gas aan, strijk de lucifer die ik uit het doosje gehaald heb langs de zijkant, waardoor er een vlammetje ontstaat aan het uiteinde van de lucifer. Haastig, voordat al het gas verspreid, steek ik het fornuis aan. Ik trek snel mijn hand weg als er een grote vlam uitkomt, bang dat ik me brand.
          "Het is me gelukt!" jubel ik, waarna ik de pan op het vuur zet. "Ben, zou jij borden en alles willen neerzetten in de eetkamer?"
          Ik ben nou eenmaal altijd een bazig typje geweest, waardoor ik nu automatisch alweer begin met taken uitdelen. Vroeger moest ik dat ook altijd aan mijn jongere broertjes en zusjes doen. Misschien zit het er daarom ook wel ingebakken. Met een blikopener open ik de blikken bonen, die ik vervolgens in de hete pan gooi.

    [ bericht aangepast op 10 feb 2015 - 18:21 ]


    Your make-up is terrible


    † BENJAMIN 'BEN' DECLAN MITCHELL †

          Met een klein glimlachje op haar gezicht kijkt Samira op. 'Er staat nog meer in die kast, maar ik dacht dat iedereen wel een goed ontbijt verdient heeft na vannacht, dus besloot ik maar ontbijt te maken,' vertelt ze me. 'Ik hoop dat het goedkomt. Kan jij koken? Heb je soms ergens lucifers gezien?'
          Samira begint wat lades open te trekken, terwijl ik mezelf op een tafel hijs.
          'Ik ben een natuurtalent in magnetrons bedienen,' beantwoord ik haar vraag. Op dat moment vind Samira een pakje lucifers. Triomfantelijk schudt ze het pakje boven haar hoofd, waardoor je de lucifers erin kan horen rammelen.
          'Hebbes!' zegt ze grijnzend. Ik grinnik om haar enthousiasme. Het is aanstekelijk, de manier waarop ze ondanks alles zo vrolijk kan zijn. Ze draait de gasknop om en steekt het aan. Zelf heb ik geen gasfornuis, dus aan mij heeft ze niet zoveel. Gelukkig probeert ze het gewoon. Met succes.
          'Het is me gelukt!' juicht ze, blij om de obstakels van ouderwetse keukens te hebben overwonnen. 'Ben, zou jij borden en alles willen neerzetten in de eetkamer?' vraagt ze dan, waarna ze de grote pan op het vuur zet. Een blik met bonen wordt geopend waarna ze ze in de grote pan gooit. Hoe dat koken precies werkt zou ik niet weten, dus ik ga me er niet mee bemoeien.
          'Yes, m'am,' antwoordt ik haar vraag, waarna ik een aantal kastjes opentrek in mijn zoektocht naar de borden. Uiteindelijk vindt ik nog wat oud serviesgoed. Het is heel erg vies en de helft is gebroken.
          'Volgens mij kunnen we beter geen borden gebruiken,' zeg ik grinnikend, waarna ik één van de borden die vies en versierd is met scheurtjes omhoog houdt. Dan stop ik hem weer terug in het kastje en doe het deurtje dicht. Gelukkig is het bestek niet al te erg, en met water weet ik het schoon genoeg te krijgen. Het bestek breng ik naar de eetkamer, en ookal is de tafel ook best wel vies, de borden zijn erger.
          'Lukt het een beetje?' vraag ik wanneer ik weer terug in de keuken ben.


    “A queen will always turn pain into power.”


    Basilisc • Bash • Messiah Ainsworth

    Wanneer Solomon met een zekere standvastigheid start met het heen en weer schudden van zijn hoofd, weet ik instinctief dat het vandaag opnieuw geen dag zal worden dat ik tot de jongeman door zal kunnen komen om hem beter bij de groep te betrekken. Solomon was een persoon die er al lang was, maar op de een of andere manier geen vertrouwen in de anderen kon plaatsen — wat zichtbaar vermoeiend voor hem was. Welke persoon kon er nu ook nachtenlang de wacht houden zonder zelfstandig te slapen? Maar op de een of andere manier kon Solomon het zonder enige vorm van klachten te schenken.
    ‘Niemand hoeft iets voor me te maken — ik heb niks nodig. Ik heb zou het toch niet vertrouwen als één van jullie de wacht zou nemen.’ Met een lichte glimlach rondom mijn mondhoeken knik ik enkele malen na het horen van Solomon’s woorden. Natuurlijk kon ik hem met geen enkele mogelijkheid om de anderen uit de groep te vertrouwen of zelfs maar enige giften te accepteren. ‘Zie ik er soms uit als een huisvrouw? En ik zei toch al dat hij anderen niet er voor vertrouwt. Als hij dan zijn schoonheidsslaapje niet kan doen, is het zijn eigen schuld.’ Mijn wenkbrauwen schieten omhoog wanneer ik de woorden van Elín te horen krijg, maar ik kan haar er evenmin op aan spreken aangezien ik weet hoe ze over de andere personen uit de groep kan denken. Daarbij heeft iedereen recht op zijn eigen mening en was het niet aan mij om daar op in te gaan.
          ‘Het spijt me — had het niet voor moeten stellen, in ieder geval ontzettend bedankt Solomon. We zijn je allemaal opnieuw wat verontschuldigd.’ Bij mijn laatste woorden richt ik mijn blik voor een aantal seconden op Elín door het gegeven dat ik niet wil dat ze dit gaat ontkrachten. Niemand vond het leuk om ’s nachts te wacht te houden en het was fijn dat Solomon deze taak op zich had gehouden. Meerdere malen heef t hij ons wakker weten te maken doordat er een groep zombies langs onze schuilplaats kwam.
          Voordat ik opnieuw woorden uit wil spreken over het gegeven dat ik naar de keuken ga, word ik plotseling geroepen door een bekende stem. ‘Bash!’ Met omhoog getrokken wenkbrauwen kijk ik even naar Elín, een vragende blik in mijn kijkers. ‘Ga maar alvast naar de keuken, dan kom ik er zo aan.’ Na de lichtblonde jongedame een glimlach te hebben geschonken begeef ik mezelf in de richting van het geluid. Direct zie ik wat er aan de hand is — de nieuwe jongedame Lene staat op de trap met Cilver voor haar, in zittende houding. Door de manier hoe Cilver haar kop heeft gebogen en haar staart heen en weer gaat, weet ik dat ze op dit moment enkel en alleen nieuwsgierig is naar het vrij nieuwe gezicht.
    Voor een tweede maal voel ik me ongemakkelijk wanneer ik naar Lene kijk — ze doet me denken aan mijn jongere zus die heb ik verloren aan de uitbraak. Doordat ze zo jong was, scheen het alsof ik zelf ook ietwat terug in de tijd ben gaan. Maar ik weet het van me af te zetten en de trap met twee treden tegelijk te nemen om zo onder Lene en Cilver uit te komen.
          ‘Cilver, hier meisje.’ Cilver weet direct te reageren door omlaag te lopen en naast mijn benen te gaan zitten, haar kijkers verlangend omhoog gericht. Zuchtend haal ik een van de hondenkoekjes uit mijn zak en houd hem voor haar, waardoor ze tevreden start te eten. ‘Het spijt me Lene, ik weet dat Cilver je niet altijd vrolijk kan maken. Maar ik ben het nog niet gewend om haar continu bij me te houden — ik beloof je dat ik er voortaan op zal letten, oke?’



    Lene Nevaeh Undén.

    Ik bevind me nog steeds op de trap wanneer ik iemand in mijn ooghoeken zie verschijnen. Eerlijk gezegd had ik niet verwacht dat er zo snel een reactie zou komen, omdat ik dacht dat Bash wel met iets anders bezig zou zijn. Blijkbaar waren mijn vermoedens onjuist.
          'Cilver, hier meisje.' Ondertussen heeft Bash zich op een behendige en snelle manier tussen Cilver en mij weten te plaatsen. Het verbaasd me echter dat Cilver een meisje is, gezien ik er vrijwel vanaf het begin van uit ben gegaan dat het een jongen was. Hoewel het voor mij niet uit maakt of de viervoeter mannelijk of vrouwelijk is, gezien ik de meeste aanduid met en mannelijk voornaamwoord en het gaat haast automatisch.
          Mijn blik gaat naar de hond die naast Bash is gaan zitten en haar blik verlangend omhoog richt. De gedachte die zich naar boven probeert te duwen waarin Jay zo naar mij kijkt voordat hij aan zijn eten mag beginnen, weet ik weg te duwen. Van mezelf zou ik Jay van me af moeten zetten, maar niet meer aan hem denken is iets wat onmogelijk is met een andere hond in de buurt en het vreet aan me dat Cilver wel mag leven en Jay niet. Echter is dit iets wat ik normaal op het lot zou gooien, maar bij dit geval schijn ik het wat moeilijker te hebben, gezien het niet helemaal mijn schuld was. Het overlijden van Emil daar in tegen heb ik wel in het zwarte gedeelte van mijn geheugen weten te plaatsen. Voornamelijk omdat ik zijn dood zie als iets wat mijn schuld is en de confrontatie aan gaan met mijn eerder gemaakte fouten wil en doe ik niet. Vandaar dat ik onder andere deze gebeurtenis wél op het lot heb kunnen gooien.
          Bash weet aan het verlangen van Cilver te voldoen door haar een hondenkoekje te geven. 'Het spijt me Lene, ik weet dat Cilver je niet altijd vrolijk kan maken. Maar ik ben het nog niet gewend om haar continu bij me te houden – ik beloof je dat ik er voortaan op zal letten, oke?' Ik haal mijn rechterhand weg bij de trapleuning en wrijf er iet wat ongemakkelijk mee over mijn linkerarm. 'Je hoeft haar niet continu bij je te houden, ik heb het gewoon niet op honden.' Mijn ogen vermijden enkel op dit moment zijn blik, maar wanneer ik verder spreek, kijk ik hem weer aan. 'Haar bij me weg houden zou ik wel fijn vinden.' Ik weet niet wat zijn antwoord hierop zal zijn en ik zou het kunnen begrijpen wanneer hij geïrriteerd van me wordt, gezien ik me nog niet zo lang geleden bij zijn groep heb aangesloten en wil dat hij zijn hond bij me weghoudt. Zijn excuses verbaasde me echter, aangezien ik niet zo zou hebben gereageerd, maar gelukkig is niet iedereen zoals ik.
          'Heb ik nog iets gemist?' Mijn hand heb ik van mijn linkerarm afgehaald en ik kijk Bash aan met een kleine glimlach.

    [ bericht aangepast op 11 feb 2015 - 18:57 ]


    'I don't want to leave her just because she makes me a better person.'


    Basilisc • Bash • Messiah Ainsworth

    Glimlachend richt ik mijn blik opnieuw omlaag om toe te zien hoe Cilver geniet van het kleine hondenkoekje dat ik haar zojuist heb geschonken. Doordat overlevenden van de uitbraak voornamelijk mensenvoedsel uit winkels haalden en daarbij dierenvoedsel lieten staan, hadden we meerdere malen de mogelijkheid gehad om Cilver’s individuele voorraad aan te vullen. Daarnaast deelde ik mijn eigen eten regelmatig met mijn trouwe maatje, waar ik nooit ofte nimmer spijt van zou gaan krijgen. Cilver was immers het enige wat ik op dit moment nog had als familie en haar zou ik met mijn eigen leven beschermen.
          ‘Je hoeft haar niet continu bij je te houden: ik heb het gewoon niet op honden. Haar bij me weg houden, zou ik wel fijn vinden. Heb ik nog iets gemist?’
          Met een zachte knik maak ik Lene helder dat ik het in de toekomst zou gaan doen, alhoewel het moeilijk zou gaan worden aangezien ik Cilver vaak vrij rond laat lopen. Echter — Cilver was een slimme hond die snel in de gaten had bij wie ze wel of niet geliefd was binnen de groep. Vreemd genoeg was ze regelmatig bij Solomon te vinden, die jegens de menselijke personen van de groep erg afstandelijk was. Daarnaast bleef Elín haar favoriet en was ze voornamelijk in haar aanwezigheid.
    ‘Voor iemand die van honden houdt is het altijd moeilijk om te geloven dat een andere persoon niet van honden kan houden, maar ik begrijp het. Cilver zal je niet meer lastig vallen, dat beloof ik je. Anders mag je me altijd roepen, dat weet je. En of je wat gemist hebt. . . Vrij weinig ben ik bang. Gisteren is er iemand bij gekomen in de groep, een of andere gozer met een mes in plaats van een hand. Maar dat moet je zien om het te geloven.’
          Mijn lach is zacht en optimistisch, waarna ik mijn hand door mijn haren haal en mijn blik langs de trap naar beneden richt. ‘Kom je anders mee eten? Je zal wel honger hebben na zo’n nacht,’ glimlach ik dan voorzichtig.



    Solomon Webster

    "Zie ik er soms uit als een huisvrouw? En ik zei toch al dat hij anderen niet er voor vertrouwt. Als hij dan zijn schoonheidsslaapje niet kan doen, is het zijn eigen schuld," steekt Elín kattig van wal, waar Bash zich schijnbaar over verbaasd, maar ik niet, zo zijn mensen nou eenmaal en dat is de reden dat ik ze toch niet vertrouw.
          "Het spijt me — had het niet voor moeten stellen, in ieder geval ontzettend bedankt Solomon. We zijn je allemaal opnieuw wat verontschuldigd," verontschuldigd Bash zich gelijk.
          "Niemand is mij iets schuldig," mompel ik er gelijk op.
          Ik heb er een hekel aan om in het krijt te staan bij anderen, maar ik wil niet dat anderen voelen dat ze in het krijt bij mij staan, voor ze zich verplicht voelen om iets terug te doen, of aardig te doen, zoals Bash. Ik geloof er niks van dat iemand altijd maar zo aardig kan zijn. Elín lijkt me een veel werkelijker persoon, met haar gesnauw. Bash wordt al snel afgeleid door iemand die hem roept.
          "Ga maar alvast naar de keuken, dan kom ik er zo aan," zegt hij met een glimlach tegen haar, waarna hij de trap oploopt.
          Ik laat mijn stoel op vier poten neerkomen en sta op, waarna ik de gang doorkijk achter de trap, waar deuren zitten naar verschillende plekken. Achterin de keuken, dan heb je de eetzaal en de bar. Het is nog luxueus voor een motel, moet ik toegeven. Ik heb wel in mindere geslapen, als ik al niet in de auto sliep. Zonder nog een woord tegen Elín te zeggen, loop ik weg van haar. Niet omdat ik onbeleefd ben, maar omdat ik gewoon niet weet wat ik zou moeten zeggen tegen het meisje.
          Ik loop niet naar de keuken, waar ik ondertussen ruik dat iemand eten staat te maken, maar naar de eetzaal. Als ik binnenkom, zie ik dat iemand bestek heeft neergelegd op een van de tafels. Dat lag er gisteravond nog niet. Nu het lichter is, besluit ik rond te kijken en loop ik naar een kastje tegen de muur. Er staat een lelijke vaas met stoffige nep bloemen op, maar die interesseren me niet zo. Ik wil weten wat erin zit, maar als ik het kastje open, wordt ik diep teleurgesteld. Het kastje is leeg en staat er duidelijk alleen voor de sier. Wat een moeite voor een motel, zeg. Het is nog een lelijk, gedateerd kastje ook. Misschien hadden ze ooit wel heel andere bedoelingen met dit motel gehad, maar het is nooit uitgekomen.




    Samira Williams

    "Ik ben een natuurtalent in magnetrons bedienen," verklaart Benjamin en ik knik instemmend met een lachje, dat geld dus ook voor mij, al heb ik wel eens naar van die kook-kanalen gekeken op tv, vroeger.
          Ondertussen vind ik lucifers en steek ik het fornuis, met gevaar voor mijn leven, aan. Ondertussen vraag ik aan Ben of hij misschien de borden en alles mee wilt nemen naar de eetzaal en wilt zorgen dat we straks daar kunnen eten. Ik gooi de bonen met wat er ook bij zit, het is allemaal een bruine prut, in de pan en het ruikt gelijk naar eten in de keuken.
          "Yes, m'am," antwoordt Ben, waarna hij zelf in kastjes begint te rommelen. "Volgens mij kunnen we beter geen borden gebruiken."
          Door zijn gegrinnik kijk ik op van de pan, waar ik geconcentreerd naar staarde om uit te vogelen wat ik nu moet doen. Hij houdt een lelijk bord omhoog, het is vies en er zitten scheurtjes in. Zet hem een keer hard neer en die ligt in stukjes. Ik grimas, maar moet een lach toch inhouden. Nu maar iets anders proberen te bedenken, want de tafels zullen ook wel niet erg schoon zijn...
          Ik zoek wat rond in het keukentje en vind uiteindelijk een spatel. Net wat ik nodig heb! Terwijl ik de bonen en de bruine drab in de pan om begin te scheppen en wat erin roer, neurie ik zachtjes een bekend deuntje, maar ik kan er niet achter komen waarvan het nou is. Zo is koken niet zo moeilijk. Niet veel later verschijnt Ben ook weer in de keuken.
          "Lukt het een beetje?" vraagt hij.
          Met een grijns op mijn gezicht knik ik. "Yep! Blijkbaar kan ik koken!" klinkt het enthousiast uit mijn mond. "Trouwens, nu we geen borden hebben, zat ik te denken of er niet ergens schone, hele, schaaltjes liggen, of andere bakjes waar het in kan? Het moet toch ergens op of in, van de tafel eten gaat echt moeilijk. Het is trouwens bijna klaar, denk ik. Hoe weet je dat het klaar is?"
          Ik staar geconcentreerd naar de pan waar ik in aan het roeren was, alsof zich er een aanwijzing gaat aandienen. Maar er gebeurd niks, het ziet er nog hetzelfde uit als daarnet. Het verkleurt niet, het maakt geen ander geluid, het plopt niet... Hoe moet ik het nou weten?


    Your make-up is terrible


    Lene Nevaeh Undén.


    De knik met zijn hoofd in combinatie met zijn vorige antwoord zegt voor mij genoeg. Ik weet dat hij het zal gaan proberen, maar ik ben er niet van overtuigd dat Cilver ook daadwerkelijk uit mijn buurt gaat blijven. Misschien voelt hij aan dat ik wel degelijk van dieren hou, maar dan zou hij ook aan moeten voelen dat ik op dit moment geen behoefte aan dieren heb. Blijkbaar heeft Cilver dit niet door en wanneer zij het wel door zou hebben, is het naar mijn mening niets meer dan een rot hond.
          'Voor iemand die van honden houdt is het altijd moeilijk om te geloven dat een ander persoon niet van honden kan houden, maar ik begrijp het. Cilver zal je niet meer lastig vallen, dat beloof ik je. Anders mag je me altijd roepen, dat weet je.' Ook al zou ik het niet mogen, hetgeen wat er naast Jay in mijn gedachte opkomt wanneer ik geconfronteerd wordt met de hond, is Bash en ik zou hem wel degelijk roepen. 'En of je wat gemist hebt... Vrij weinig ben ik bang. Gisteren is er iemand bij gekomen in de groep, een of andere gozer met een mes in plaats van een hand. Maar dat moet je zien om het te geloven.' Een spottend lachje komt uit mijn mond. Nooit gedacht dat iemand van zijn leeftijd, eind twintig schat ik zo, dit soort humor zou hebben.
          'Heel grappig.' Volgt er uit mijn mond, terwijl ik een paar treden naar beneden loop om vervolgens de laatsten over te slaan en vrijwel direct naar beneden te springen. Het was echter iet wat hoger dan ik had verwacht, waardoor er een lichte schok via mijn voeten door mijn benen gaat. Dit is gelukkig het enige gevolg, want verder heb ik nergens last van. Al was er wel een kort moment waarop ik dacht dat ik mijn evenwicht zou gaan verliezen, is dit niet gebeurd. 'Geen commentaar' Ik sta met mijn rug naar Bash en hou mijn wijsvinger boven mijn schouder naar hem op ten teken dat hij zich stil moet houden over wat er zojuist gebeurd, gezien het er vast grappig uit heeft moeten zien.
          'Kom je anders mee eten? Je zal wel honger hebben na zo'n nacht,' Zijn geopperde idee klinkt me niet als een slecht plan in de oren en eerlijk gezegd ben ik ook wel benieuwd naar of er naast de vreemde man zonder hand nog iemand is aangekomen waar Bash me niet van heeft verteld. Misschien een vrouw met een houten poot of iemand gewikkeld in verband als een mummie. 'Ik weet niet hoe jij was op mijn leeftijd, maar bij mij kan er altijd eten in. Al gaat dat lastig in deze situatie. In ieder geval heb ik wel degelijk zin in eten.'
          Mijn voeten brengen me naar een openstaande deur, maar bij de eerste blik naar binnen, weet ik zeker dat dit niet de keuken is. Met een simpele beweging weet ik me om te draaien. Mijn ogen ontwijken die van Bash, gezien ze zo'n vermoede heeft wat voor gezichtsuitdrukking hij zal dragen. Waarschijnlijk ben ik nog niet helemaal wakker.

    [ bericht aangepast op 18 feb 2015 - 20:08 ]


    'I don't want to leave her just because she makes me a better person.'


    Basilisc • Bash • Messiah Ainsworth

    Grijnzend richt ik mijn blik opnieuw op Lene wanneer ze een lieve, spottende lach laat horen — een lach die ik maar al te goed kende van mijn jongere zusje. Direct bande ik de beelden uit mijn gedachten, zin om aan Jacinth te denken had ik op dit moment totaal niet. “Heel grappig.” Lene’s woorden halen me terug naar het hier en nu, waardoor ik geheel automatisch glimlach.
          Wanneer de jongedame naar beneden gaat en daarbij de laatste treden over weet te slaan, houd ik even mijn ademhaling binnen omdat ik niet zou willen dat ze zou vallen. Het was al meerdere malen voorgekomen dat iemand ongelukkig was gevallen en iets had gebroken. Dat had uiteindelijk alleen maar tot gevolg dat we de desbetreffende persoon achter hadden moeten laten wanneer we werden aangevallen door een groep zombies. Alhoewel het altijd moeilijk was, wist ik dat ik er niets aan kon doen om een persoon met een gebroken been zonder zelf gewond te raken, te helpen.
    “Geen commentaar.” Grinnikend schud ik mijn hoofd heen en weer, aangezien ik Lene’s woorden aan wil nemen en haar zich niet rot zou willen laten voelen over haar misstap die ze zojuist had begaan. Snel bied ik haar aan om wat te gaan eten, aangezien we een heftige nacht hebben gehad door de zombies.
          “Ik weet niet hoe jij was op mijn leeftijd, maar bij mij kan er altijd eten in. Al gaat dat lastig in deze situatie. In ieder geval heb ik wel degelijk zin in eten.” Als vanzelfsprekend rolt er een harde lach over mijn lippen, terwijl ik mijn hoofd weer in ongeloof weet te schudden. De gelijkenis tussen Lene en Jacinth bleef me iedere dag — of zelfs ieder moment — maar weer verbazen.
    ‘Dat had ik niet alleen op jouw leeftijd, maar dat heb ik nu nog steeds.’ Met een grote grijns loop ik ook de trap af, terwijl Cilver me automatisch weet te volgen. Wanneer ik beneden kom, knip ik een keer met mijn vingers zodat Cilver aan mijn rechterkant komt gelopen zodat ze niet naast Lene staat — die inmiddels een verkeerde deur opent en opnieuw een lach aan me weet te ontlokken.
          ’Eh — daar zal ik ook niets over zeggen.’ Grijnzend schud ik mijn hoofd en wijs vervolgens naar de plaats waar de keuken zich bevindt. ‘Cilver, vrij,’ fluister ik dan snel — waarna Cilver weg rent en een korte blaf laat horen. Glimlachend kijk ik haar na, blij met het gegeven dat ik haar nog steeds heb. ‘Zeg Lene, waarom houd je eigenlijk niet van honden?’ vraag ik dan plots met een lichte frons tussen mijn wenkbrauwen. Nog steeds kon ik me niet voorstellen hoe iemand Cilver nu niet kon mogen. . .


    Merle J. Dixon


    De jonge meid kijkt weg, een gepijnigde blik in haar ogen. Ik rol mijn ogen. Jesus fuck, mensen kunnen ook echt niet meer tegen een grapje. Sommige dingen veranderen nou eenmaal niet met het einde van de wereld. Ik frons wanneer ik naar de vrouw kijk. Het ene moment probeert ze stoer comebacks te maken, het volgende moment staat ze zielig en stilletjes te wezen. Raar wijf.
    "Ik ga dit hotelletje eens bekijken," vertel ik haar, klaar met dit gesprek. De lol is er nu wel af. "Je kunt meegaan en er met wat geluk nog wat lekkers uithalen, of hier blijven."
    Ze draait zich om en loopt terug haar kamer in. De deur valt met een klap dicht. Nou, dat was duidelijk.
    "Stom wijf.." grom ik voordat ik door de hal loop. Ik hijs mijn riem wat verder op. Mijn legerkisten maken een dof geluid op de houten vloer. Ik blijf stilstaan wanneer ik geluiden hoor. Met mijn oren gespitst, hoor ik stemmen en herken ik het geluid van pannen. Ik zou zelfs durven zweren het getrippel van nageltjes over de vloer te horen, wat zou betekenen dat er hier een hond rondliep. Een grote happy family. Mijn maag rommelt. Het kan me niet schelen of ze gesteld zijn op zijn aanwezigheid daar beneden en wie er nu eigenlijk in die keuken zijn. Ik heb gewoon honger, en misschien valt er daar nog wat te snaaien. Dat zou me een ochtendje jagen besparen.
    Met een uitgebreide geeuw stommel ik de trap af en loop ik naar de deur waar het geluid achter vandaan komt. Wanneer ik de keuken betreed, zie ik meteen dat er inderdaad een meeting gaande is.
    "Goodmorning, sunshines," grijns ik wanneer ik de geur van eten ruik. Fuck, ik had honger. "Valt er hier nog wat te halen?"

    [ bericht aangepast op 19 feb 2015 - 19:38 ]


    ars moriendi


    Lene Nevaeh Undén.


    Mijn ogen glijden voor een kort moment langs de versieringen die hier en daar aangebracht zijn in het plafond, maar velen zijn bedekt met enkele gescheurde spinnenwebben waarvan ik vermoed dat ze al van voor de apocalyps afkomstig zijn. Bash haalt mijn aandacht echter bij de versieringen weg door zijn stem te laten horen. 'Dat had ik niet alleen op jouw leeftijd, maar dat heb ik nu nog steeds.' Voor luttele seconden gaat mijn blik naar zijn gezicht waar een grote grijns op is verschenen en het laat een bescheiden glimlach op mijn gezicht staan.
          Na de verkeerde kamer te hebben gekozen, weet ik me om te draaien en recht vooruit te kijken. Echter valt er van mijn gezicht af te lezen dat ik het wel degelijk geestig vind en de reactie van Bash was dan ook meer dan verwacht. 'Eh -- daar zal ik ook niets over zeggen.' De grijns die vervolgens op zijn gezicht weet te verschijnen, is me vanuit mijn ooghoeken niet ontgaan. Het laat me echter niet toegeven aan de fout die ik zojuist maakte en ik weet zijn blik maar al te goed te vermijden. Ik ben wel van plan om de ruimte waarnaar zijn hand wijst te betreden, gezien ik er geen zin in heb om nog een verkeerde kamer in te lopen. Wie weet wat je op dit moment kunt aantreffen. Buiten zijn er veel nare dingen waar te nemen, maar bij enkele huizen of gebouwen ben ik nog liever buiten te vinden.
          'Zeg Lene, waarom houd je eigenlijk niet van honden?' Mijn ogen hielden enkele seconden geleden nog aan zijn blik vast, maar direct nadat hij deze vraag naar me toegeworpen had, sla ik mijn ogen neer en werp ik een blik op de andere mensen die zich in deze ruimte bevinden. 'Gewoon niet.' Het antwoord komt kortaf uit mijn mond, maar ik heb er geen spijt van en ben zeker niet van plan om te verontschuldigen. Hopelijk heeft hij door dat ik er geen behoefte aan heb om over honden te praten en er verder niet over door gaat. Het enige wat dat hem zal brengen is andere vage antwoorden, gezien ik op zulke vragen geen normaal antwoord wil formuleren.
          Hetgeen wat me direct opvalt is de man waarvan zijn arm op een gegeven moment overgaat op iets wat lijkt op een soort metaal en in de vorm van een mes heeft. Een rilling kruipt over mijn rug heen en ik heb al vrij snel besloten dat ik me niet alleen in zijn bijzijn wil bevinden. Op de een of andere manier interesseert zijn arm me ook wel en zou een deel van mezelf het verhaal achter zijn arm willen weten.
          Een meisje met een bos vol krullen staat achter een fornuis en bij de gedachte aan eten, dringt de geur mijn neus binnen en het weet mijn buik aan te zetten tot knorren. Onbewust ben ik in plaats van recht vooruit te lopen, met een boogje om de man heen gelopen om vervolgens in de buurt van Samira te gaan staan. Ik breng mijn lichaam iet wat omhoog door op mijn tenen te gaan staan en werp een blik over haar schouder. 'Het ruikt lekkerder dan dat het eruit ziet.' Een kleine grijns siert mijn gezicht en ik werp kort een blik op Samira. Het moment dat Bash mij de vraag stelde over zijn hond, heb ik al weten weg te schuiven en hoewel ik amper een minuut geleden Bash met een kortaf antwoord heb weten laten zitten, bevat mijn stem nu de vreugde die het normaal altijd laat klinken. '


    'I don't want to leave her just because she makes me a better person.'

    Basilisc — Bash — Messiah Ainsworth

    Vrijwel direct nadat ik mijn vraag heb gesteld aan de jongedame voor me, weet ik dat ik een grote fout heb gemaakt en wenste ik dat ik hem terug zou kunnen nemen zodat het gehele gegeven nooit had plaats gevonden. Waarom de jongedame een hekel aan honden had, zou ik hoogstwaarschijnlijk nooit ofte nimmer te weten komen: maar daar zou ik genoegen mee moeten nemen aangezien ze zich geheel af scheen te sluiten als alleen maar het onderwerp omhoog kwam zetten in een van onze gesprekken. “Gewoon niet.” Zelfs haar antwoord scheen vol te zitten met kille gevoelens en een stilzwijgende belofte dat ze me ooit terug zou gaan pakken voor het gegeven dat ik alleen maar de vraag had durven stellen aan haar.
          Zuchtend moet ik toekijken hoe Lene de keuken binnen gaat, hoogstwaarschijnlijk op zoek naar enige vorm van voedsel. Wanneer ik haar niet veel later op een vrolijke toon iets aan een van de anderen hoor vragen, glijdt er een gekwetste uitdrukking over mijn gezicht. Zin om de keuken binnen te gaan lopen had ik niet meer, waardoor ik even kort fluit en Cilver al snel aan komt gestormd. Samen lopen we naar de trap en gaan onderaan op een van de laagste treden zitten. Waarom kon iemand nou een hekel hebben aan zo’n lief en leuk wezen als Cilver?
    Grinnikend haal ik even mijn hand door haar vacht. ‘Niet druk om maken, meisje. Je bent geweldig, dat moet je nooit vergeten.’ De vrolijke blaf die Cilver teweeg brengt laat een grotere glimlach op mijn gezicht verschijnen. Soms had ik het idee dat ze echt begreep wat ik zeg, terwijl ze me op sommige momenten zo aan kon kijken alsof ik van een andere planeet kwam.
          De schuifelende geluiden buiten de deur laten me heel even recht overeind veren, maar wanneer ik ze niet meer terug hoor keren weet ik vrijwel zeker dat ik me ze heb ingebeeld. Daarnaast had Solomon de gehele nacht op de wacht gezeten en had hij niets gezegd over eventuele zombies dus ik vertrouwde op zijn oordeel.
    Mijn maag begint langzaam te rommelen, maar ik had nog steeds geen zin om de keuken binnen de lopen. Graaiend in mijn zak haal ik er een nieuw hondenkoekje uit en laat Cilver hem van mijn handpalm likken. Jammer dat ik geen menselijk voedsel in mijn zakken had zitten. . .



    Samira Williams

    Het wordt plotseling drukker in de keuken dan het eerst was. Eerst verschijnt de man met een mes als hand die doet alsof hij hier al tijden is. Hij geeft me nog steeds een onheilspellend gevoel, misschien omdat hij het type is dat ik normaal gesproken altijd ontweek, omdat ik er standaard knallende ruzie mee kreeg. Ik ben niet op mijn mondje gevallen en zulke types lokken altijd van alles uit, maar meestal bespotten ze mijn huidskleur of mijn geloof en daar kan ik echt niet tegen. Ik bespot hun god toch ook niet? Toch wacht ik maar af hoe hij gaat doen en geef ik hem een kans.
          "Goodmorning, sunshines," grijnst hij naar ons. "Valt er hier nog wat te halen?"
          "Eten is bijna klaar," antwoord ik simpelweg. "Ben heeft de tafels 'gedekt' in de eetzaal." Daarbij grijns ik naar de man die dat gedaan heeft. "Volgens mij heb ik me nog niet voorgesteld, ik ben Samira."
          Mijn hand steek ik niet uit naar hem, opgelucht dat ik te druk bezig ben met een spatel in die enorme pan met eten te roeren, want eerlijk gezegd... hoef ik geen mes als handdruk. De deur gaat opnieuw open en dit keer komt het jonge, bruinharige meisje eraan. Ze is nog niet zo lang bij de groep, ik ben er al langer, maar lijkt erg aardig. Ze loopt met een boogje om de man heen en komt achter mij staan, om over mijn schouder de pan in te gluren. Iedereen is blij met eten.
          "Het ruikt lekkerder dan dat het eruit ziet," merkt ze op met een grijns en ik grijns terug.
          "Nu maar hopen dat het ook beter smaakt dan het eruit ziet, gezien ik normaal gesproken geen geweldige kok ben," antwoord ik op een plagerige toon. "Weet je waar Elín, Bash en Solomon zijn? Het is zo klaar."


    Your make-up is terrible