Ralf Auron
En daar zat ik dan. Niet wetend wat ik moest doen, met mijn boek in mijn hand. Nou jq, op mijn benen.. dicht en nog nooit open gemaakt. Want ik wil het niet open maken. Het is de boek voor fabeldieren en het is net als al die jaren ervoor levend en griezelig. En daarom opende ik het niet, hoewel ik het wel moest doen aangezien ik huiswerk hiervoor heb.
Het is zo vreemd. Zo stil en vredig. Fred leeft nog, alle vijanden lijken verdwenen te zijn, ik heb een kast vol met pillen voor het geval dat het volle maan is.. het is zo fijn. Zo fijn dat het me bang maakt. Het is alsof mijn lot me aan het voorbereiden is voor iets afschuwelijks, alsof mijn lot me nog even een grote rust, blijdschap en geluk gunt om me daarna helemaal af te maken. Maar daar lette ik niet op; ik ben al lang al blij dat er geen drama meer is en ik gewoon samen met Fred kan zijn. En zo kwam Fred dus naar beneden gelopen, want het klinkt vreemd maar ik herkende hem van zijn voetstappen.
'Hoi Ralf, als jij naar de les zou willen gaan dan was je al wel gegaan, dus ik stel voor dat we een ochtendwandelingetje gaan maken.'
Ik knik waarna er ik ook meteen een glimlach tevoorschijn perste en de monsterlijke boek weer op het bank plaatste, voorzichtig voordat het mijn vingers er van af zou bijten en greep naar Fred zijn hand waarna hij me mee de leerligenkamer uit trok. Dit is gewoon ongelofelijk, alweer, te normaal, te rustig en mooi om waar te kunnen zijn. We kwamen buiten en de zon scheen zo ernstig dat deze dag gewoon nog beter werd waardoor mijn angst zich dus verdubbelde. Maar wederom lette ik er niet op. Ik moet maar eens blij zijn van een beetje geluk en vrede. Maar tot mijn verbazing en angst, sleurde Fred me mee naar het beukwilg toe waar hij op een afstandje bleef staan.
'Ik heb de hele zomer gedacht dat ik nog maar twee jaar te leven had. Ik heb ieder moment van die drie jaar twintigduizend keer opnieuw bedacht en in de meesten kom jij ook voor. Ik kan me een wereld zonder jou niet voorstellen.'
Hij bukt neer en plukt een aantal grasstengels en kwam weer omhoog. Ik keek toe hoe hij het aan elkaar vast vluchtte en het in mijn hand drukte waar ik er naar bleef staren. Het was rond, mooi rond.. perfect rond.
'D-dus ik wil dat laten zien. Ik wil laten zien dat niemand tussen ons in komt en wij bij elkaar horen.'
Hij kwam op een knie staan en verbaasf keek ik maar toe, en wilde net zijn naam murmelen, tot een arm van het beukwilg Fred omver gooide en ik geschrokken bleef staan.
'Fred?!' Riep ik en even dacht ik dat deze dag dobkerder werd, maar hij stond weer op en liep weer naar mij toe alsof niets gebeurd was.
'Oh Merlin dit is zo beschamend,' zei hij met een glimlach waarna hij wederom op een k ie ging staan en ik glinlachte nerveus terug. Mijn onderbuik begon erndtig te protesteren, mijn hoofd begon te tollen en ik voelde me bleker en bleker worden. Mijn benen leken het zelfs het op te geven, puur bij mijn voorgevoelens en toen..
'Ralf Auron, wil je met mij trouwen?'
Ik dacht dat ik dood ging. Het licht xqg, maar ik staarde naar het zon waardoor ik dacht dat ik dood ging. Nee, ik staarde niet naar het zon, mijn lichte, mooi, warme en positief gevulde zon, Fred. Ik staarde verbaasd naar Fred. Geen een woord, noch letter, nog ademhaling kwam uit mijn mond. Ik hield mijn adem in en viel op mijn knieën voor hem neer. Nog steeds met mijn kaak die opengevallen was, nog steeds met mijn grote ogen waarmee ik hem aankeek, en toen gooide ik maar mijn armen om zijn nek en trok hem in een iets te stevige omhelzing.
'J-je m-m-maakt e-een grap,' kreef ik er uiteindelijk uit. Alleen dat, verder kon ik er echt niet uit krijgen.
Saving people, hunting things, the family business デ--▸