Owen Ime Oakley
De ochtend was stalend vandaag, de zon stond hoog aan de hemel en een zacht briesje streek door mijn krullen heen. Iedereen leek wel ergens mee bezig te zijn, de een aan het trainen, de andere waren pas aan het ontbijten en dan waren er sommige waaronder ik die op mijn gemak één van de trainingen bekeek. Normaal gezien was ik niet zo aan gevechten al leek het zwaardgevecht tussen Serena en Luke me wel te boeien. De jongeman en zoon van Hermes welke voor Kronos had gediend had het lef gehad terug gekeerd te zijn naar Kamp Halfblood samen met zijn vriend Nathan welke een zoon was van Apollo. De goden hadden hen gespaard maar de vraag was waarom? Zou mijn vader me nog heelhuids hierheen brengen moest ik deze daad verricht hebben? Of zou hij me gewoon aan flarden elektrocuteren? Een vraag waar ik niet te lang bij stil wilde staan, laat staan nog maar eraan te denken ooit voor Kronos te dienen. No way. De veeleisende goden waren al genoeg. Het geluid van op elkaar schurend ijzer liet me weer opkijken naar het duel tussen de twee. Beiden geraakt en beiden niet van plan om op te geven. Het begon stilaan wat saai te worden gezien ik wist hoe goed beiden wel niet waren. Hoeveel keer ik wel niet onderuitgehaald werd tijden vlaggenroof door Serena of zwaar verwond ben geraakt door Luke in de strijd tegen Kronos. Het gegeven was erg teleurstellend geweest, zeker omdat ik hem vroeger altijd wel gemogen had -deels door mijn zusje- En hij haar hartstikke verraden was.Zijn woord niet gehouden had tegen haar. Het was dankzij hem dat ze er ... Laten we het er maar op houden dat ik hem nu niet mag en waarschijnlijk ook nooit meer zal mogen. Eens een verrader, altijd een verrader. Ik besloot maar weg te gaan voordat ik hem nog een klap zou durven te geven en liep door het veld heen waar ik wat rondkeek naar de anderen. Hoe goed de Ares Kinderen wel niet konden duelleren en hoe de kinderen van Apollo altijd raak leken te schieten met hun pijl en boog. Af en toe moet ik toch ook een vliegend mes proberen te ontwijken om toch levend uit de trainingsgebieden te komen. Mijn blik gleed naar de andere kant, ze oceaan ditmaal. De zilte geur was goed te ruiken en het was één van de vestingplaatsen voor de kinderen van Aphrodite. Welke voornamelijk uit vrouwen bestond al was er heel af en toe een man. Stuk voor stuk echte modellen, maar hun innerlijk kan soms echt rot zijn. Niet van allemaal, er zijn genoeg andere halfwassen die zo ingesteld zijn, maar er zijn ook veel vriendelijke halfwassen waar ik goed mee om kan waaronder ook enkele kinderen van Aphrodite. Net zoals Davina die ik net leek op te merken. Eenmaal ze mij ook zag, glimlachte ik vriendelijk naar haar en vertoefde ik mijn weg richting haar. "Goeiemorgen," zei ik vriendelijk en keek haar even aan. "Hoe gaat het?" mijn gesprekken waren nogal basic, voor mij was het altijd moeilijk om me 'sociaal' op te stellen tegenover anderen wat er dan ook voor zorgt dat vrienden maken erg lastig gaat. Gelukkig zit ik nu toch al zo'n goede 6 jaar op dit kamp en ken ik zo'n beetje iedereen hier. Vele zijn gegaan, maar er komen er altijd wel bij.
William Nishant Petrelli
De zon scheen hoog en vol aan de heldere hemel hier in kamp Halfblood. De meeste halfbloeden waren aan het trainen, van klimmuur tot boogschieten maar ik was er een kleine uitzondering van. Ik lag lekker languitgestrekt in het gras met een ukelele in de hand, rustig het deuntje van
'The Lazy song'te tokkelen. Echter werd het na een tijdje me te saai gezien niemand erbij kwam zitten of zelfs maar aandacht besteedde aan 'plezier' maken. Met wat moeite ging ik weer rechtop zitten en keek ik even rond, zoeken achter iemand waarmee ik zou kunnen praten of wat leuks mee kon doen.Uiteindelijk spot ik Lucia tussen de menigte door. De jonge blondine was één van de dochters van de godin Athena -ja ik had best goed geleerd- Godin van wijsheid en beschermster van de stad Athene. Ik stond op van het zachte grasbed een zette mijn Ukelele aan de kant, ik hoopte maar dat niemand het versleten ding jatte gezien dit een enorme herinnering was van thuis. Welke ik nog geen twee weken verlaten heb voor hun veiligheid. Veel mensen kende ik hier niet echt, ze leken niet geïntereseerd te zijn in me of vonden me irritant. Van de Apollo kabine, waar ik samen met mijn broers en zussen sliep was Danaë de enigste die met me wilde praten en ondertussen hebben we al een goede band gebouwd. Natuurlijk zijn er nog anderen waar ik eens een woord mee gewisseld heb en enkelen waarmee het echt leek te klikken, zoals Lucy en Davina. Ik schudde vlug de stukjes gras van mijn broek af en nam mijn pijlenkoker en zwartgekleurde boog waarna ik vervolgens een zacht sprintje trok richting Lucy die bij de trainingsvelden stond. Eenmaal ik dichterbij kwam versnelde ik wat waardoor ik haar bijna omver liep. "Lucy! Wat ben ik blij je te zien! Ik begon me echt dood te vervelen en je komt meteen als geroepen. Het is echt niet leuk weetje om in je eentje te zitten terwijl je bijna niemand kent." ratelde ik vrolijk terwijl ik haar bijna dood knuffelde. Uit spontaniteit natuurlijk, echter toen ik opmerkte dat ze ergens mee zat verdween de brede glimlach van mijn gezicht en keek ik haar vragend aan. "Is er wat?" vroeg ik bezorgd toen ik haar in haar -toch wat glazige oogjes- keek. Ik hield er niet van om mijn vrienden sip te zien, want met verdriet geraak je niet ver. "Heb je een knuffel nodig? Of een luisterend oor? Of afleiding? We kunnen gaan boogschieten als je wilt of..." ik stopte toen ik merkte dat ik weer begon te ratelen en zweeg dus maar wachtend op een antwoord.
I caught a golden trout! But the real treusure? Friendship - ACNH