• Heb je ooit willen leven als een halfgod? Is jou idee van een perfecte zomer rondrijden op pegasi en duelleren met magische wapens uit de smidse van Hepheasthos? Op een levensgevaarlijke queest gaan? Dan is dit je perfecte kans!
          Zoals elk jaar komen de dertienjarige halfgoden verspreid over het jaar aan op Camp Halfblood. Ze krijgen een rondleiding van één van de gebouwoudste en zullen tot ze zijn erkend hun tijd doorbrengen in het Hermesgebouw. En worden voorspellingen gedaan, gaan kampers dood en er zullen nieuwelingen bij komen, maar toch heeft elke halfgod zijn eigen verhaal en beleefd het kamp vanuit een heel ander standpunt.

    Er is op zich geen verhaallijn, op het punt na dat Kronos op het moment de grootste bedreiging is. Gaia en de Giganten zijn allemaal nog niet herrezen, maar dit is misschien een idee voor later in het verhaal. Wanneer je samen met bepaalde halfgoden op een Queeste wilt, hoor ik graag wie, wat, waar en waarom. Er moet natuurlijk een goede reden achter zitten en we houden het realistisch. Wanneer je mijn toestemming hebt zal je mogen beginnen aan de queeste met je mede-spelers.
          Het reserveren van een kind van de grote drie, moet bij mij aangevraagd worden. Van hun zullen één, op grote uitzondering twee kinderen zijn gezien deze eigenlijk verboden zijn. Bedenk dus ook dat deze niet hun hele verleden makkelijk in de schoolbanken hebben gezeten en soms een enkele aanval hebben gehad.
          Het gebruiken van personages uit de boeken mag, dit is niet verplicht. Er zit ook geen max aan het aantal personages. Ik weet dat PJ-RPG's niet veel mensen trekken en om het kamp een beetje op te vullen is het dus handig als er meerdere personages door iemand worden gespeeld. (:

    Dit verhaal speelt zich af een jaar na de laatste Olympiër. Kronos zijn handlangers zijn druk bezig de titaan weer te laten herrijzen.


    We beginnen op een normale dag op het kamp, zoals eerder aangegeven. Ga hier alsjeblieft niet Mt'en maar begin direct met posten, 150 woorden is niet veel (:


    And I'm nothing. You've always said you want nothing.

    Owen Ime Oakley




    De ochtend was stalend vandaag, de zon stond hoog aan de hemel en een zacht briesje streek door mijn krullen heen. Iedereen leek wel ergens mee bezig te zijn, de een aan het trainen, de andere waren pas aan het ontbijten en dan waren er sommige waaronder ik die op mijn gemak één van de trainingen bekeek. Normaal gezien was ik niet zo aan gevechten al leek het zwaardgevecht tussen Serena en Luke me wel te boeien. De jongeman en zoon van Hermes welke voor Kronos had gediend had het lef gehad terug gekeerd te zijn naar Kamp Halfblood samen met zijn vriend Nathan welke een zoon was van Apollo. De goden hadden hen gespaard maar de vraag was waarom? Zou mijn vader me nog heelhuids hierheen brengen moest ik deze daad verricht hebben? Of zou hij me gewoon aan flarden elektrocuteren? Een vraag waar ik niet te lang bij stil wilde staan, laat staan nog maar eraan te denken ooit voor Kronos te dienen. No way. De veeleisende goden waren al genoeg. Het geluid van op elkaar schurend ijzer liet me weer opkijken naar het duel tussen de twee. Beiden geraakt en beiden niet van plan om op te geven. Het begon stilaan wat saai te worden gezien ik wist hoe goed beiden wel niet waren. Hoeveel keer ik wel niet onderuitgehaald werd tijden vlaggenroof door Serena of zwaar verwond ben geraakt door Luke in de strijd tegen Kronos. Het gegeven was erg teleurstellend geweest, zeker omdat ik hem vroeger altijd wel gemogen had -deels door mijn zusje- En hij haar hartstikke verraden was.Zijn woord niet gehouden had tegen haar. Het was dankzij hem dat ze er ... Laten we het er maar op houden dat ik hem nu niet mag en waarschijnlijk ook nooit meer zal mogen. Eens een verrader, altijd een verrader. Ik besloot maar weg te gaan voordat ik hem nog een klap zou durven te geven en liep door het veld heen waar ik wat rondkeek naar de anderen. Hoe goed de Ares Kinderen wel niet konden duelleren en hoe de kinderen van Apollo altijd raak leken te schieten met hun pijl en boog. Af en toe moet ik toch ook een vliegend mes proberen te ontwijken om toch levend uit de trainingsgebieden te komen. Mijn blik gleed naar de andere kant, ze oceaan ditmaal. De zilte geur was goed te ruiken en het was één van de vestingplaatsen voor de kinderen van Aphrodite. Welke voornamelijk uit vrouwen bestond al was er heel af en toe een man. Stuk voor stuk echte modellen, maar hun innerlijk kan soms echt rot zijn. Niet van allemaal, er zijn genoeg andere halfwassen die zo ingesteld zijn, maar er zijn ook veel vriendelijke halfwassen waar ik goed mee om kan waaronder ook enkele kinderen van Aphrodite. Net zoals Davina die ik net leek op te merken. Eenmaal ze mij ook zag, glimlachte ik vriendelijk naar haar en vertoefde ik mijn weg richting haar. "Goeiemorgen," zei ik vriendelijk en keek haar even aan. "Hoe gaat het?" mijn gesprekken waren nogal basic, voor mij was het altijd moeilijk om me 'sociaal' op te stellen tegenover anderen wat er dan ook voor zorgt dat vrienden maken erg lastig gaat. Gelukkig zit ik nu toch al zo'n goede 6 jaar op dit kamp en ken ik zo'n beetje iedereen hier. Vele zijn gegaan, maar er komen er altijd wel bij.


    William Nishant Petrelli




    De zon scheen hoog en vol aan de heldere hemel hier in kamp Halfblood. De meeste halfbloeden waren aan het trainen, van klimmuur tot boogschieten maar ik was er een kleine uitzondering van. Ik lag lekker languitgestrekt in het gras met een ukelele in de hand, rustig het deuntje van 'The Lazy song'te tokkelen. Echter werd het na een tijdje me te saai gezien niemand erbij kwam zitten of zelfs maar aandacht besteedde aan 'plezier' maken. Met wat moeite ging ik weer rechtop zitten en keek ik even rond, zoeken achter iemand waarmee ik zou kunnen praten of wat leuks mee kon doen.Uiteindelijk spot ik Lucia tussen de menigte door. De jonge blondine was één van de dochters van de godin Athena -ja ik had best goed geleerd- Godin van wijsheid en beschermster van de stad Athene. Ik stond op van het zachte grasbed een zette mijn Ukelele aan de kant, ik hoopte maar dat niemand het versleten ding jatte gezien dit een enorme herinnering was van thuis. Welke ik nog geen twee weken verlaten heb voor hun veiligheid. Veel mensen kende ik hier niet echt, ze leken niet geïntereseerd te zijn in me of vonden me irritant. Van de Apollo kabine, waar ik samen met mijn broers en zussen sliep was Danaë de enigste die met me wilde praten en ondertussen hebben we al een goede band gebouwd. Natuurlijk zijn er nog anderen waar ik eens een woord mee gewisseld heb en enkelen waarmee het echt leek te klikken, zoals Lucy en Davina. Ik schudde vlug de stukjes gras van mijn broek af en nam mijn pijlenkoker en zwartgekleurde boog waarna ik vervolgens een zacht sprintje trok richting Lucy die bij de trainingsvelden stond. Eenmaal ik dichterbij kwam versnelde ik wat waardoor ik haar bijna omver liep. "Lucy! Wat ben ik blij je te zien! Ik begon me echt dood te vervelen en je komt meteen als geroepen. Het is echt niet leuk weetje om in je eentje te zitten terwijl je bijna niemand kent." ratelde ik vrolijk terwijl ik haar bijna dood knuffelde. Uit spontaniteit natuurlijk, echter toen ik opmerkte dat ze ergens mee zat verdween de brede glimlach van mijn gezicht en keek ik haar vragend aan. "Is er wat?" vroeg ik bezorgd toen ik haar in haar -toch wat glazige oogjes- keek. Ik hield er niet van om mijn vrienden sip te zien, want met verdriet geraak je niet ver. "Heb je een knuffel nodig? Of een luisterend oor? Of afleiding? We kunnen gaan boogschieten als je wilt of..." ik stopte toen ik merkte dat ik weer begon te ratelen en zweeg dus maar wachtend op een antwoord.


    I caught a golden trout! But the real treusure? Friendship - ACNH

    Jacelyn Arelia Sangster • Dochter van Poseidon
    ''I don't want a once upon a time, but I do want a happy ending.''


    'Dat was niet helemaal mijn idee, maar we hadden iets nodig om wraak te nemen. Dat is misschien wel iets waarin Luke iets te ver is gegaan. Maar die halfbroer van jou, die Percy heeft alles mooi weer goed gemaakt hè?’ Ik draaide me snel om en keek hem met fronsende wenkbrauwen aan. ‘’Jij hebt niet het recht om dat te zeggen, mannetje. Wat heb jij tegen Percy? Wees blij dat de goden je nog liet leven.’’ zei ik en keek hem met furieuze ogen aan. ‘’Ik zou je tenminste niet missen,’’ zei ik er nog achteraan en haalde mijn schouders op. Hij zei onnodige dingen en daar kon ik absoluut niet tegen. Je gaat toch niet Kronos laten herrijzen als je tegen de Goden bent, misschien was dat de enige optie, maar het kon me niets schelen. Als ik mijn vader eens zou tegenkomen, zou ik eerst een hele tirade houden over hoe je zo geen vader tegenover je dochter kan zijn, maar de kans dat ik hem ooit zou ontmoeten was nihil.
          Hij lachte even na mijn vraag en schoot weer een pijl recht in de roos. Ik snapte niet hoe hij daar geïrriteerd om kon raken. 'Het was meer dan duidelijk. Bijna irritant hoe jullie de hele tijd met elkaar bezig waren en maar niks toegaven. En als je hem wilt knuffelen - doe maar vooral. Zijn we daar ook eens vanaf.' Ik rolde weer met mijn ogen en keek hem aan. ''Jij bent ook niet veel beter dan Kronos, zeg. Hij is in een gevecht, denk je echt dat ik hem nu ga begroeten?'' zei ik, duidelijk mijn irritatie te zien in mijn woorden.

    [ bericht aangepast op 8 okt 2014 - 16:06 ]


    I don't want you to die, I want you to suffer.

    † Lucy Graywell †

    Haar blik ging langs het veld en ze zuchtte zachtjes. Zowat iedereen had al iemand om mee te trainen, fijn dan. Ze wou net weglopen, tot dat ze bijna omver werd gelopen. En ze werd in een knuffel getrokken. "Lucy! Wat ben ik blij je te zien! Ik begon me echt dood te vervelen en je komt meteen als geroepen. Het is echt niet leuk weetje om in je eentje te zitten terwijl je bijna niemand kent." hoorde ze ratelend. Een kleine glimlach sierde haar lippen en ze keek naar William, die ook breed glimlachte. ''Nou, ik ben blij dat ik als geroepen kom.'' grinnikte de blondine. Na een aantal seconden verdween zijn glimlach en keek hij vragend. ''Is er wat? Heb je een knuffel nodig? Of een luisterend oor? Of afleiding? We kunnen gaan boogschieten als je wilt of...'' Hij kapte zijn zin af. Ze haalde haar schouders op. ''Ik heb gewoon mijn pa bezocht, wat niet zo goed liep.'' zei ze luchtig, alsof het niets was. Ergens boeide het haar ook niet erg veel. Ze had hem toch al tien jaar niet gezien, dus ja. Het was gewoon niet erg leuk als ze daar dachten dat ze dood was. En het uiteindelijk in een soort van ruzie eindigde. Ook was ze niet al te blij met haar vaders opmerking dat ze veel op haar moeder leek. Meteen had ze gezegd dat ze er niet erg trots op was. Ze haatte de godin al die tien jaren al. En dat ging ook niet heel erg snel veranderen, wist ze. ''Maak je maar geen zorgen, Will. Het is verder niets speciaals.'' Kort glimlachte ze naar hem. ''En daarbij komt dat ik niet meer mag boogschieten hier. Meneer D is niet blij als je in zijn schouder schiet.''

    [ bericht aangepast op 10 okt 2014 - 19:01 ]


    The monsters running wild inside of me. I'm faded

    STORM DONAGHUE GARDNER.
    ''Humor was a good way to hide the pain."


          'Dat ben ik meestal ook niet.' Ze bleef serieus kijken. 'Dat merk ik ja.' Hij keek haar vanuit zijn ooghoeken even aan. 'Of wel?,' Ze keek even bedenkelijk, maar een verbaasde 'Hé!' Rolde over haar lippen toen de jongen de beanie van haar hoofd griste. 'Nee, dat is zeker niet lief.'
          'Aah, beter. En ik kreeg hem dus wel terug. Nu ben ik ook niet meer lief, of wel?' Hij prikte haar zacht in haar zij waarbij Storm misschien iets te hard zijn hand wegsloeg. 'Nee, dat ben je zeker niet. Zo wil ik je me niet in mijn buurt hebben hoor!' Ze snoof eventjes, zogenaamd nog altijd kwaad. 'Ach, nu ben je best sneu. Ik pak mijn muts terug, en heb je twee keer gepord.' Ze begon hevig te knikken en hield haar armen over elkaar geslagen. 'Nu ben ik boos hoor, Tobias.'


    And I'm nothing. You've always said you want nothing.

    LUKE CASTELLAN.
    ''Tell a lie once, and all your truths become questionable."


          Een klap van van haar zwaard op zijn zij haalde hem uit zijn balans. Hij moest een paar stappen naar achteren zetten om in evenwicht te komen, maar voor hij er zelf erg in had sloeg ze hem met haar elleboog tegen de grond. Met zijn rug landde hij op het gras en hij gromde iets, gezien hij half op zijn gewonde arm was gevallen. Het was hem een raadsel hoe het gelukt was zonder verdere erge wonden op de grond te belanden. -- Naast een paar schrammen en de wond op zijn linker arm was hij ongedeerd. 'Goed, jij wint.' Met zijn hand ging hij in een automatisme naar zijn wang toen hij het voelde prikken. De snee was niet groot, maar bloedde aardig. 'Yay, nog een litteken op m'n gezicht. Heel erg bedankt hoor Selena.' Het was sarcastisch bedoelt, gezien hij ook wel wist dat het geen litteken zou worden. -- Daar was de wond veel te klein voor.


    And I'm nothing. You've always said you want nothing.

    Nathan Dylan Chase - Zoon Apollo
    "Behind all the anger, there's a human hart, you know."


    ’Jij hebt niet het recht om dat te zeggen, mannetje. Wat heb jij tegen Percy? Wees blij dat de goden je nog liet leven.’’ Ze kijkt me boos aan en al snel voel ik de woede naar boven komen die ik voel als iemand me zegt wie ik ben. ‘’Ik zou je tenminste niet missen,’’ voegt ze eraan toe. In mijn hoofd probeer ik de drang om haar aan te vallen tegen te gaan en ik bal mijn handen tot vuisten zodat ik niks doe.
    ''Jij bent ook niet veel beter dan Kronos, zeg. Hij is in een gevecht, denk je echt dat ik hem nu ga begroeten?'' Ik kan het niet meer inhouden en richt mijn boog met pijl erin naar haar toe.
    'Hou. Je. Mond,' zeg ik. Bij ieder woord hou ik een pauze om het goed te zeggen. Alle woede zorgt ervoor dat ik misselijk word. 'Je hebt geen idee hoe het was, oké? Jij hebt het beeld van je perfecte broertje en alles, maar het is anders. Je hebt het recht niet zo tegen me te praten.' Ik laat de pijl vliegen, maar draai me net op tijd naar het schietbord zodat de pijl de roos raakt. 'Mij wil je niet als vijand hebben, Jacey. Ik waarschuw je alvast.' Ik loop naar de schietschijf en trek er de pijlen uit, waarna ik ze in mijn koker doe. Met mijn boog in mijn hand loop ik weg en ga ik tegen een muur staan om uit te rusten. Ik sluit mijn ogen en probeer me te concentreren op rustige dingen - de wind die door de bomen waait en de boom nimfen die vrolijk praten. Het geluid van het meer maakt me enkel bozer, dus ga ik het bos in en begin ik pijlen af te schieten op een boom.


    Spoiler alert: you will save yourself

    Selena Ysabeau de Clermont || Dochter van Ares

    Nou ja, zonder plannetje lukte het blijkbaar ook. Een tel keek ze een beetje vreemd toen hij onderuit ging, maar ze liet het niet bepaald aan der hart komen. Zwijgend bleef ze boven hem staan, haar zwaard op z'n hals gericht. "Goed jij wint." Als hij dat maar wist. Ik was immers niet degene die overgeschakeld was op een vegetarisch dieet. En dat nog wel midden in training, om het zo te zeggen. Slechte gewoonte.
    "Yay, nog een litteken op m'n gezicht. Heel erg bedankt hoor Selena." Een tel trok in een wenkbrauw op. "Je kan er enkel maar knapper op worden, Luke." Hij was niet de enige die wist wat sarcasme was. Daarbij, we gaven elkaar constant steken onder water, waarom er opeens mee ophouden?
    Het duurde een paar tellen voor ik m'n wapen liet zakken en m'n linkerhand terug tegen m'n gewonde arm drukte. "Als je het niet erg vind, zou ik zo wel graag m'n dolk terug hebben, waar je dat ding ook gelaten hebt." Op de een of andere manier was ze nogal gehecht aan het ding. Was het misschien omdat het haar herinnerde aan een van de eerste trainingen met hem toen ze hier kwam? Ze had immers het metaal ervan zelf ook in haar vel gevoeld die dag, misschien niet de meest normale manier, maar het was wel het begin geweest van hun vriendschap.


    "Nothing is True. Everything is Permitted"

    Jacelyn Arelia Sangster • Dochter van Poseidon
    ''I don't want a once upon a time, but I do want a happy ending.''


    Ik zag dat hij na mijn woorden nogal boos werd en al snel werd de boog op mij gericht. Een stomme grijns verscheen rond mijn lippen en luisterde naar zijn woorden. ’Hou. Je. Mond,’ Ik rolde met mijn ogen en grinnikte. 'Je hebt geen idee hoe het was, oké? Jij hebt het beeld van je perfecte broertje en alles, maar het is anders. Je hebt het recht niet zo tegen me te praten.’ Ik haalde onverschillig mijn schouders op. ‘’Hij is en blijft mijn broer, dus ik blijf hem in alle opzichten verdedigen.’’ Nathan liet de pijl los, maar raakte mij niet omdat hij zich net omdraaide naar het schietbord. 'Mij wil je niet als vijand hebben, Jacey. Ik waarschuw je alvast.’ Ik draaide me om naar hem en schudde mijn hoofd. ‘’Oh wauw, ik ben zo bang,’’ zei ik met een sarcastische toon in mijn stem.
          Hij trok zijn pijlen uit het schietbord en liep daarna weg. Wat was hij toch gezellig bezig. Ik zuchtte diep en pakte mijn zwaard weer van de rekken. Ik had geprobeerd om aardig tegen hem te doen, maar dat werkte dus niet. Een grote vriendenkring was toch niet echt iets voor mij. Vandaag was ik misschien iets te eerlijk geweest tegenover Nathan. Hij wist nu alles wat ik vond over Luke. Ach, vroeg of laat wist hij het toch.
    Verderop zag ik dat het gevecht tussen Selena en Luke klaar was en Selena had gewonnen. Een grijns kwam rond mijn lippen en liep met Pugnator in mijn handen naar hem toe. ''Ga je ooit nog opstaan?'' vroeg ik met een lachje. Ik stak mijn hand uit en glimlachte lichtjes. Het liefst wilde ik hem in mijn armen, maar dat ging ik maar niet doen. Dat zou misschien een beetje gênant zijn.


    I don't want you to die, I want you to suffer.

    LUKE CASTELLAN.
    ''Tell a lie once, and all your truths become questionable."


          'Je kan er enkel maar knapper op worden, Luke.' Hij grinnikte, maar kon niet overeind komen door het zwaard dat tegen zijn keel stond gedrukt. 'Ja, tuurlijk. Altijd leuk, een litteken dat me er aan herinnerd dat je me ingemaakt hebt.' Ze haalde haar zwaard weg bij zijn hals. 'Als je het niet erg vind, zou ik zo wel graag mijn dolk terug hebben, waar je dat ding ook gelaten hebt.'
          Luke duwde zich met zijn goede arm half omhoog, zodat hij enigszins rechtop zat. 'Maar natuurlijk,' Hij beet op de binnenkant van zijn wang terwijl hij het mes, dat verborgen was onder de stof van zijn kleding, uit zijn arm terug. 'Hier.' Hij stak het bebloede mes naar haar uit, ze mocht het zelf wel schoon gaan maken, vond ze vast leuk.
          'Ga je ooit nog opstaan?' Het verbaasde hem dat de lach van Jacelyn kwam. Ze schold hem tenslotte verder altijd uit, en vooral op momenten zoals deze had hij wel verwacht dat ze hem volledig de huid vol zou schelden. 'Nou, weet je... Eigenlijk zat ik wel best maar omdat je het zo lief vraagt.' Hij negeerde haar hand en duwde zichzelf overeind, om vervolgens naar de twee meisjes voor hem te kijken.


    And I'm nothing. You've always said you want nothing.

    Danaë Cynthia Ellis, dochter Apollo.
    Ik zuchtte diep toen het gedicht dat ik een paar minuten eerder geschreven had nog eens overlas. De gedichten die ik schreef waren ronduit belachelijk, maar ik bleef het proberen. Toen ik voor het eerst hoorde - en geloofde - dat de god Apollo mijn vader was, werd ik dolenthousiast van het feit dat hij de god van de dichtkunst was. Ik was altijd al gefascineerd door gedichten, maar had het nooit zelf geprobeerd. Ergens hoopte ik dus dat ik er goed in zou zijn, omdat hij mijn vader was. Maar het tegendeel bleek waar, ik bleek er ongelofelijk slecht in te zijn.
          Mijn ochtend was goed begonnen. Rond zeven uur werd ik wakker - zoals iedere dag - maar zoals altijd bleef ik nog even liggen. Zodra ik vond dat ik er klaar voor was om op te staan, ging ik me omkleden. Al vrij snel daarna zat ik in het nog vochtige gras, samen met het schrift waarin ik al mijn mislukte gedichten opschreef. Ik bladerde er een aantal keren doorheen en heel af en toe vond ik een zin die opmerkelijk goed geschreven was. Dan klopte ik mezelf denkbeeldig op mijn schouders en bladerde weer verder.
          Toen ik de hoop had opgegeven dat dit het moment was waarop ik zou gaan doorbreken, stond ik op en liep ik naar het gebouw van Apollo. Mijn schriftje verstopte ik onder mijn kussen, in de hoop dat niemand het ooit zou vinden, en daarna ging ik onderweg naar de trainingsvelden waar ik hoopte te gaan boogschieten. Tijdens het lopen mompelde ik een paar schietgebedjes dat niemand naar me toe zou komen. Meestal resulteerde dat er namelijk in dat ik een lange tijd bleef staan kletsen en uiteindelijk vergat te gaan boogschieten.

    Selena Ysabeau de Clermont || Dochter van Ares

    "Ach, ik denk dat het grootste litteken zich eerder in je trots gaan bevinden dan op je gezicht." Mannen en ingemaakt worden door een meid, het bleef niet bepaald de beste combinatie. Ze wist uit ervaring dat ze daar zeer slecht tegen konden. Zwijgend nam ze de dolk terug aan toen hij het wapen aanreek. Zonder veel ceremonie veegde ze het ergste vuil gewoon af aan haar broek, de goeie opkuis kwam straks wel. Ze was niet zo erg dat ze haar eigen rommel niet meer op kon kuisen.
    "Ga je ooit nog opstaan?" Een tel keek ze om toen ze de stem hoorde. "Jacelyn..." Ze had niet de indruk gehad dat het gevecht in de gaten was gehouden eigenlijk. Nou ja, maakte nu ook weer niet uit. Er keek eigenlijk altijd wel iemand naar wat er gebeurde. Een tel knikte ze naar de nieuwkomer voor ze een paar stappen achteruit deed zodat Luke van z'n luie kont kon komen.
    "Uitstapje ziekenboeg lijkt me?" Met haar hand op haar gewonde arm knikte ze even naar z'n sschouder. "Ik geloof dat we beide opgelapt moeten worden."


    "Nothing is True. Everything is Permitted"

    Jacelyn Arelia Sangster • Dochter van Poseidon
    ''I don't want a once upon a time, but I do want a happy ending.''


    Zo te zien was Luke verbaasd dat ik überhaupt tegen hem sprak, maar dat verbaasde me zelf ook niet erg. Het was ook niet echt te verwachten dat ik ooit nog een woord tegen hem zou zeggen. 'Nou, weet je... Eigenlijk zat ik wel best maar omdat je het zo lief vraagt.' Ik rolde even met mijn ogen na zijn woorden en hij mijn hand negeerde. Selena keek me voor een tel aan, maar keerde zich weer terug naar Luke.
          Ik haalde diep adem, keek Luke even aan en knikte. ''Je bent gewoonweg een hersenloze idioot die niet weet wat hij heeft gedaan, je hebt je verdomme lichaam opgeofferd voor Kronos. Heb je wel eens gedacht aan de mensen die je lief hebt? Ik was verdomme bezorgd over je, ja dat zei ik net. Om eerlijk te zijn? Het kon me niets meer schelen als je dood ging in Tartarus omdat je echt een hersenloze idioot bent.'' Ik knikte even en zuchtte diep. ''Maar ik ben blij dat je niet dood bent, denk ik.'' fronste ik en keek hem schuin aan. ''En ik ga je niet verpletteren in een omhelzing, want dat is raar.'' zei ik nog en glimlachte weer klein. ''En als jullie naar de ziekenboeg gaan, ga ik mee want ik verveel me dood.''

    [ bericht aangepast op 8 okt 2014 - 20:20 ]


    I don't want you to die, I want you to suffer.

    Xavier Breckinridge
    Mijn broek was een hoop gedoe om aan te trekken als je benen ingesmeerd waren me zalf. Ik pak mijn bijl en bevestig die op mijn rug en bind mijn lange haren in een goede staart. Dat was het enige nadeel aan mijn lichaam, mijn haar zat voor een groot gedeelte in de weg, maar aan de andere kant hield ik van lang.
    Ik besloot om de cabinne te verlaten en me een weg te banen naar het schietveld. Verschillende halfgoden liepen of reden om of langs me heen, waardoor de weg ernaartoe langer was dan gebruikelijk en momenten waar ik af en toe moeite had om ze te ontwijken. Plots bleef ik staan voor een groep die mijn weg versperde en hun weg vervolgde terwijl ik afwachtend bleef staan tot ik er langs kon.
    Met een ontwijkingsmogelijkheid liep ik naar de schietvelden en zocht naar de halfgoden die ik ken.


    Vampire + Servant = Servamp

    LUKE CASTELLAN.
    ''Tell a lie once, and all your truths become questionable."


          Jacelyn rolde even met haar ogen en haalde diep adem. 'Je bent gewoonweg een hersenloze idioot die niet weet wat hij heeft gedaan, je hebt je verdomme lichaam opgeofferd voor Kronos. Heb je wel eens gedacht aan de mensen die je lief hebt? Ik was verdomme bezorgd over je, ja dat zei ik net. Om eerlijk te zijn? Het kon me niets meer schelen als je dood ging in Tartarus omdat je echt een hersenloze idioot bent.' Ze knikte even en zuchtte diep. 'Maar ik ben blij dat je niet dood bent, denk ik.' Ze kantelde haar hoofd iets en fronste. 'En ik ga je niet verpletteren in een omhelzing, want dat is raar.' Vervolgens glimlachte ze eventjes. 'En als jullie naar de ziekenboeg gaan, ga ik mee want ik verveel me dood.'
          Hij fronste even door haar plotselinge uitbarsting. 'Ik heb er meer over na gedacht dan jij denkt, Jacelyn. De mensen waarom ik gaf waren de reden waarom ik twijfelde het überhaupt te doen en ik ben nog steeds van mening dat Kronos in een groot deel van doen nog altijd beter is dan de goden. Hij behandeld ons halfgoden tenminste niet als een stelletje kleine kinderen die zijn troep wel op mogen ruimen en zijn leven mogen redden. En dat ik wel dood had mogen blijven, heb ik toch al vaker gehoord dus dat maakt me al vrij weinig meer uit.' Hij stopte even met praten. 'En denk je?' De halve grijns verscheen weer op zijn gezicht. 'En het is maar wat je raar noemt. Daarnaast was ik trouwens niet van plan naar de ziekenboeg te gaan. Die dude's daar houden je er voor een klein schrammetje al een week en dus mooi niet dat ik daar zo lang ga zitten. Ik verbind m'n arm zo wel met een oud shirt en mijn EHBO-skills of zoiets.'


    And I'm nothing. You've always said you want nothing.

    || Elisabeth Skylar Nazang || Dochter Hermes ||
    ''I can defence me to my enemies, but not to my friends..''

    Ik bond mijn vuurrode haren in een hoge staart en keek eventjes in de spiegel. Een meisje van net zestien jaar oud met een lichte huid, knalblauwe ogen en vuurrood haar keek me te gemoet.
    Mijn hand tastte naar de mascara, waar ik een heel klein en licht laagje van op deed. Beter. Vervolgens legde ik al de borstel, spiegel en de mascara terug in mijn tas. Aangezien je in gebouw elf niet erg veel ruimte had. Wat best logisch was als de grond vol lag met slaapzakken. De ruimte werd ook niet veel groter toen we de stapelbedden tegen de muren aanschoven, maar een inimini beetje ruimte kwam erbij. Wat het heen en weer lopen door het gebouw wat makkerlijker maakte.
    Ik stond op en greep mijn boog en pijlenkoker, die ik om mijn rug deed, om vervolgens zonder te vallen het gebouw uit te lopen. Ergens ergderde ik me eraan dat niet erkende kinderen persé in het Hermes gebouw moesten blijven. Pa mocht dan wel de god van de reizigers zijn, maar kom op zeg. Een gebouw voor die kinderen kon ook toch wel? Het lag waarschijnlijk aan luiheid of zoiets.
    Langzaam naderde de schietbaan, waar ik Danaë ook dicht bij zag lopen. Ik liep uiteindelijk maar naar haar toe. ''Hey,'' glimlachte ik. ''Was je ook van plan te gaan schieten?''

    [ bericht aangepast op 8 okt 2014 - 20:53 ]


    ''I like the part when everythings become okay. It's just not the truth.''