•Ik begin en ik zeg een activiteit
•Degene na mij reageert met 'wel op mijn bucketlist' of 'niet op mijn bucketlist' en geeft daar eventueel een uitleg bij
•Diegene noemt ook weer een activiteit
Voorbeeld:
•1: Parachutespringen
•2: Wel op de bucketlist!
Bungeejumpen
•3: niet op de bucketlist
Etc.
Ik begin met: een eetlepel kaneel eten
I solemly swear that I am up to no good