Dit is een overlevering uit het oude topic, omdat Yoda en ik met deze twee personages graag verder gaan waar we waren
Mijn excuses voor de hoeveelheid tekst alvast
Alexandra 'Alex' Voychek | Queen of Dragons | Ice
Het geluid van de stad leek haar te verdoven. Terwijl ze door de straten liep, kon ze niets anders dan zich afvragen hoe het hier geweest moest zijn, enkele eeuwen geleden. Zonder alle hoge gebouwen en voor besloten werd dat vele kleine stukjes geschiedenis plaats moesten maken voor moderne techniek en wat zij bestempelde als andere rommel. Vast dat de sfeer een stuk gezelliger was toen alles ouder was als het ware .Ze had eigenlijk geen idee waar ze was. Ergens noordelijk van de Seine, dat wel, maar tot voor een paar dagen was ze nog nooit in deze stad geweest. Sterker nog, had ze Siberië nog nooit verlaten. Iets had haar gewoon soort van gedwongen om hierheen te komen en alles wat ze kende achter te laten. Haar familie, haar vrienden, het leven dat ze kende in de kou en sneeuw en op zoek te gaan naar de stad waar ze nu door liep.
Even keek ze op toen ze een hoek om kwam. Voor haar lag een pleintje, niet bepaald groot of opvallend tussen de moderne gebouwen, maar wat wel op viel, was het bouwwerk aan de andere kant. Vast en zeker dat het een van de weinige oude gebouwen was die gespaard waren gebleven door de tand des tijds. In de afgelopen dagen had ze er een aantal gepasseerd, maar deze was nieuw. Notre-Dame meed ze als de pest. De sfeer die er hing voelde gewoon niet juist aan. De Eiffeltoren, of wat er van over was, was permanent gesloten en het Louvre en z'n kunst zou haar niet kunnen boeien. Maar dit... Langzaam liep ze dichterbij. De lentebries speelde onder haar lange, witte jas terwijl het een paar plukken haar voor haar gezicht blies. Op een plakkaat naast de deur kon ze lezen waar ze was. "La basilique de Sacré Couer de Montmartre..." Ze moest het de Fransen nageven, ze hadden iets voor lange namen. Na een korte aarzeling liep ze het heiligdom binnen, uit de lentezon en in de koelte van de ruimte. Ze was op zoek naar iets wat ze niet kon beschrijven, dus zou het vast geen kwaad kunnen om even binnen te kijken. Je wist immers maar nooit.
Alduin Dougal - Knight - Schaduwen
Ruim twee weken waren voorbij gegaan sinds Alduin in Parijs aan was gekomen. Noodzaak had hem naar de stad gedreven en hij wist dat, ondanks dat het hem pijn deed zijn familie achter te laten, hij wel moest. De winden der verandering kwamen aangewaaid en de tijd leek rijp om hun wapens weer op te pakken. Het was een gevoel, niets meer. Maar de instincten van een dragon knight waren er om gevolgd te worden. En er was geen twijfel over mogelijk dat de rest van de knights ergens in de stad die eens stond voor passie en liefde, ronddwaalden.
Zijn zoektocht was begonnen bij het louvre. Een zwak aftreksel van wat het het ooit was. Technologische vooruitgang had vele nutten, maar in de wereld van kunst en geschiedenis hoorde het niet thuis. Drie dagen had hij besteed in het centrum van de geschiedenis, maar het gevoel in zijn maag zei hem, dat hij hier niet snel een knight zou vinden. Dus ging hij de stad verder in. Hij vermeed de Notre Dame als de pest. Een ratten geïnfesteerd hol. Ratten in alle mogelijke manieren waarop je het woord kunt interpreteren. Het had niet lang geduurd voordat hij door had welke gevaren er achter de muren van het groteske gebouw schuilden.
Hij ging alle monumenten af en zwierf door de straten, in de hoop aangetrokken te worden tot één van de mensen die samendrongen in de drukke stad. Uiteindelijk besloot hij heil te zoeken in een gebouw waar de meesten toch heen gingen als ze zich als vreemdeling in de stad vonden. La basilique de Sacré Coeur de Montmartre. Mochten er knights naar de rest op zoek zijn, dan zouden ze hun weg hier uiteindelijk wel naar vinden.
De oude kerkbanken waren nog steeds intact, al bestond er geen twijfel over dat ze over de eeuwen meerdere malen gerestaureerd of nagemaakt waren. Na hier bijna 6 dagen rondgehangen te hebben, kon Alduin de kleinste details uit zijn hoofd opdreunen. Zijn plan had nog niet veel opgeleverd en hij had al besloten te verplaatsen naar een andere plek als na vandaag nog niemand op was komen dagen. Totdat zijn instincten het overnamen en een eigenaardig gevoel zich van hem meester maakte.
Hij had haar aanwezigheid gevoeld voordat hij de zware kerkdeuren had horen openen. Het leek een eeuwigheid te duren voordat ze binnen was gekomen sinds hij haar had aangevoeld. Leunend tegen één van de stevige pilaren die het gebouw op zijn plek hielden, fixeerde hij zijn ogen op de ingang. De zonnebril die zijn uiterst speciale ogen verborgen hield, zat stevig op zijn neus en een lichte grijns verscheen om zijn lippen. Hij sloeg zijn armen over elkaar terwijl hij de jonge vrouw bekeek. Zijn hoofd iets schuin houdend, liet hij zijn ogen over haar heen flitsen. Witte haren en een witte jas. Ze was klein. Tenminste, vergeleken met hem. Maar er was geen twijfel over mogelijk dat ze één van hen was. Een knight. De kracht die van haar af straalde maakte dat alleen al duidelijk.
Met een snelle beweging duwde hij zichzelf van de pilaar af en ging rechtop staan. Even vloeiend trok hij zijn zonnebril van zijn ogen, om zijn drakenpupillen te openbaren. Meer bewijs van zijn afkomst was er niet nodig.
"Ik begon al te denken dat ik elke hoek van Parijs zou moeten afzoeken. Goed om te zien dat iemand mijn aantrekkingskracht tot deze plek heeft gedeeld." De lichte grijns was opeens niet zo licht meer. En hij wist gewoon dat vandaag alles zou veranderen.
Alexandra ‘Alex’ Voychek / Queen of Dragons / Ijs
Terwijl ze de trappen van de het gebouw opliep ronde ze nog snel het telefoongesprek af dat ze aan het voeren was. Het zou het laatste contact zijn dat ze had met haar familie in Siberië voor alles begon. Als de Knights slaagden zou ze hen terug zijn. Als ze faalden was dit de laatste keer dat ze hen ooit zou horen. “Da Babushka.” Ze praatte zachtjes. Eens was het gebouw voor haar een heiligdom geweest van de kerk en ze wilde de rust niet te erg verstoren. “Ik hou ook van jullie. Hopelijk tot binnenkort.” Ze hing op en stak het toestel weg. Haar grootmoeder had de naam van het gebouw gehoord en ze had haar nog eens op het hart gedrukt vooral haar gevoel te volgen. Gezien ze tot voor kort nooit buiten Siberië geweest was, zou dat nu haar grootste hulp zijn tot ze de anderen vond. Ze zou bondgenoten moeten zoeken, onder de Knights, maar eventueel ook onder mensen als het echt nodig was.
Zodra ze door de deur naar binnen liep, merkte ze dat het in de kerk aangenaam duister en zelf lichtjes fris was. Met een eenvoudige beweging duwde ze haar zonnebril in haar haar. De vorige avond was niet bepaald verlopen als gepland, waardoor ze met lenzen in, in slaap gevallen was. Gevolg was dat haar ogen ze nu even niet konden verdragen, maar in het schermerduister zou vast niemand merken dat haar pupillen anders waren. Als er al iemand was. De hele plek leek op het eerste gezicht totaal verlaten en toch was er een gevoel dat ze gewoon niet van haar af kon schudden. Ze was hier niet alleen. Het kostte even moeite om haar ogen te laten wennen aan het licht toen de deur achter haar dicht viel. Kalm liep ze verder langs het middenpad, de hielen van haar laarzen zachtjes tikkend op de stenen vloer. Haar zwaard had ze veiligheidshalve verborgen op haar hotelkamer, maar ze had wel de tegenwoordigheid van geest gehad om het vuurwapen dat ze had mee te nemen. Je wist maar nooit. Vele delen van de stad waren dan misschien wel veilig, maar je had altijd gekken die nou ja, gek deden.
Ergens wat verder in de kerk hoorde ze een beweging en tegelijk daarmee een vernieuwd gevoel van kracht die als een golf op haar af kwam rollen en haar gevoel enkel maar bevestigde. Zelf haar grootmoeder kon haar niet zeggen hoe ze andere Knights zou kunnen herkennen zonder hun ogen te zien, maar ze begon zo langzaam het idee te krijgen dat ze het antwoord daarop gevonden had. Met een beweging die de persoon heel natuurlijk af leek te gaan zette hij z'n zonnebril af. "Ik begon al te denken dat ik elke hoek van Parijs zou moeten afzoeken. Goed om te zien dat iemand mijn aantrekkingskracht tot deze plek heeft gedeeld." Een wenkbrauw schoot de hoogte in toen ze de woorden hoorde. Zijn aantrekkingskracht? Die had ook een idee van zichzelf. "Ik betwijfel of je aantrekkingskracht reikt tot waar ik vandaan kom." De stem en een lichtstraal die tussen de wolken door naar binnen viel, onthulde dat het een man was. Een tel bleef ik staan om hem wat beter te bekijken voor ik op hem af liep. Hij was in ieder geval groter dan ze zelf was en toegegeven, gezien ze amper ervaring had met mannen, met dank daarvoor aan haar grootmoeder, hij zag er niet slecht uit, al waren details moeilijk te zien momenteel. De kracht die hij uitstraalde had wat bekend, alsof ze het al kende van toen ze nog klein was en toch, het was de eerste keer dat ze hem zag. "Het ziet er naar uit dat ik niet de enige ben die geroepen is." Nu ik vlakbij was, wist ze zeker dat ze geen schrik van hem moest hebben. Z'n ogen namen de laatste twijfel weg, net als de hare dat ook voor hem zouden moeten doen. In het juiste zonlicht leken ze, net als haar haar, haast sneeuwwit met een lichte zweem van hemelsblauw zoals de lucht op een heldere winterdag. Nu waren ze eerder zilvergrijs en leken te glanzen als hetzelfde edelmetaal. "Het ziet er naar uit dat ik een van m’n Knights gevonden heb. Hopelijk ben je niet de enige." Een tel glimlachte ze zachtjes. Hij zag er in ieder geval zelfverzekerd uit. Mooi, want ze zou alle hulp kunnen gebruiken. Beleefd stak ze haar hand uit. "Alexandra Voychek, of kortweg gewoon Alex." Het was korter, makkelijker en ze vond het net zo mooi, ook al bestempelden vele het als een jongensnaam.
Alduin Dougal - Knight - Schaduwen
Hij kon haar wenkbrauw haast naar boven horen schieten als reactie op zijn woorden. Een geamuseerde glimlach vloog over zijn lippen.
"Ik betwijfel of je aantrekkingskracht reikt tot waar ik vandaan kom." Hij kon het niet laten, een lach verliet zijn keel. De intentie van zijn opmerking ging daar enigszins verloren, zo te merken.
"Ik weet dat mijn zelfvertrouwen misleidend kan zijn, maar zo misleidend. Ik bedoelde niet mijn eigen aantrekkingskracht, al is die vast ook zeer sterk, maar de aantrekkingskracht van deze plek." Hij vond de situatie amusant. En vleiend. Als iemand door zijn uiterlijk meteen dacht dat hij zijn eigen aantrekkingskracht bedoelde, kon hij dat haast niet als compliment opnemen.
" Het ziet er naar uit dat ik niet de enige ben die geroepen is." Maar hij had gelijk gehad. De jonge vrouw voor hem, was een ridder. Hij had slechtere ridders kunnen treffen en wat hij zag viel hem absoluut niet tegen. Haar ogen leken vertrouwd, misschien dat de drakenziel in hem ze herkende uit een grijs verleden. De zilvergrijze glinstering was hypnotiserend, nooit eerder had hij de opmerkelijke ogen van een andere knight mogen aanschouwen. Het vervulde hem op een vreemde manier met opwinding. Haast als een klein kind dat op de nacht voor zijn verjaardag de slaap niet kan vatten met het uitzicht op onbekende cadeaus.
Hij nam haar uiterlijk in zich op. Sneeuwwit haar, bleke huid en ogen die bekend aanvoelden. Ze was niet al te lang, vooral niet vergeleken met hem. Maar misschien was dat ook wel geen eerlijke vergelijking. Hij probeerde niet eens te verbergen dat hij haar aan het bekijken was, maar de blik in zijn ogen zou genoeg moeten zeggen. Hij was haar aan het opmeten. Zijn blik was niet die van een hongerige wolf, zoals een groot deel van de Franse smiechten die op de straten rondliepen. Het was die van slinkse kat, nieuwsgierig en onderzoekend. Niet dat hij zozeer achterdochtig was, maar als knight zijnde had hij geleerd altijd de benodigde voorzichtigheid te beoefenen.
"Het ziet er naar uit dat ik een van m’n Knights gevonden heb. Hopelijk ben je niet de enige." De glimlach die kort over haar lippen schoot, had hem ietwat verbaasd. Maar het had hem niet af kunnen leiden van haar woorden. Háár knights? Betekende dat.. Haar naam zou alles zeggen en toen ze haar hand uit stak, wist hij dat hij zijn antwoord snel zou vinden. Zijn ogen verraadden niks, geen enkele emotie was er uit af te lezen. Ondanks dat zijn spieren gespannen waren en de zenuwen op begonnen te borrelen.
"Alexandra Voychek, of kortweg gewoon Alex." Voychek, een naam die hij enkel in de verhalen van zijn familie en de geschiedenisboeken tegen was gekomen. En dan nog vernoemd naar de eerste knight, de koningin, de commandant van hun orde. Hij nam haar hand aan en schudde hem kort, voordat hij hem naar zijn lippen bracht. Toen zijn lippen de rug van haar hand raakten, keek hij naar haar, een geamuseerde glinstering in zijn ogen.
"Een prachtige naam. Vernoemd naar naar de legende, neem ik aan? Mijn naam is Alduin Dougal. En het is een genoegen je te ontmoeten. Mijn.. koningin." Een grijns verscheen op zijn lippen na het laatste woord, tergend langzaam en haast plagend uitgesproken. Maar hoe het er ook uit kwam, het respect voor de vrouw voor hem was duidelijk. En hij zou er alles aan doen om haar te assisteren in de strijd die zou volgen.
Alexandra 'Alex' Voychek | Queen of Dragons | Ice
Ok, tot zover een goeie eerste indruk. Trok ze haar mond weer eens open, kwam er wat uit dat totaal niet juist was. Hoe moeilijk was het ook om dingen juist te horen en daarna het juiste ook terug te zeggen? Behoorlijk lastig blijkbaar. “Russkiy.” Het was het enigste wat ze er verder van zou zeggen, voor ze zichzelf nog meer belachelijk maakte. Russisch was nu eenmaal haar eerste taal. Engels sprak ze wel, maar eerder gebrekkig en met een meer dan deftig accent, om van de rest maar te zwijgen. Het had haar verbaasd dat ze op haar eerste dag hier een brood kreeg bij de bakker en geen kip of wat anders. Hopelijk zou de tijd haar snel leren de andere talen machtig te worden om nog meer van dit soort misverstanden te vermijden.
Terwijl hij haar schaamteloos bekeek, plaatste ze een hand in haar zij, alsof ze wilde zeggen van kan je het zien? Of staat het je aan? Ze was het na twee weken Parijs ondertussen gewoon dat mensen haar raar aankeken. Ok, ze had zelf meer dan genoeg rare figuren gezien, maar hoeveel zagen eruit als een wandelend sneeuwvlokje? Haar voorliefde voor witte kleren stak ze niet bepaald onder stoelen of banken. En haar haar, tjah daar was ze gewoon mee geboren. Babushka noemde het het bewijs dat ze degene was waar de knight op hadden gewacht. Echter nam ze er zelf ook gebruik van om hem even wat beter te bekijken. Groot, zoveel was wel zeker. Zelf op hielen voelde ze zich klein naast hem. Gecondoleerd met je scheermes. Ze dacht het wel, maar ze zei het niet luidop. Aan de andere kant, de stoppels waren lang niet zo verwilderd als de baarden van sommige andere dus viel het nog best goed mee. Het gaf hem in ieder geval iets. Een beetje een ruw kantje. Maar het waren eerder z’n ogen die de aandacht trokken, zelf in het weinige licht. Voor zover ze kon zien hadden ze niet bepaald één kleur, maar het zwart langs de rand ervan leek te dansen in het halfduister. Al moest dat natuurlijk haar verbeelding zijn. Ze moest zich er dan ook van weerhouden om z’n gezicht naar het licht te draaien om het beter te zien.
Zacht schudde ze haar hoofd. “Geen legende. Ze was echt. Anders stonden we hier vandaag niet.” Ze keek lichtjes verbaasd toen ze merkte wat hij deed. Dit waren de middeleeuwen toch niet meer waar een man op dergelijke manier een vrouw probeerde te charmeren, of waar was het ook weer goed voor? “Alex.” Gromde ze zachtjes op zijn gebruik van haar titel. Het zou hier toch niet hetzelfde gaan zijn als thuis zeker? Het was niet bepaald verwonderlijk dat ze onder de indruk was van een man die tegen haar durfde te praten. In Siberië zetten ze het allemaal op een rennen bij het idee alleen al dat haar Babushka hen zou neerschieten met haar blik alleen al. “Ook niet bepaald de meest voorkomende naam. Al komt hij me wel ergens bekend voor.” Het probleem was hem echter plaatsen waar ze hem eerder had gehoord.
Even viel er een stilte. Hoe moest het verder van hier? Ze wist dat hij een Knight was en omgekeerd, maar onmogelijk dat ze met twee de Hunters aan zouden kunnen. Lichtjes ongemakkelijk keek ze weg. “Laat de titel maar achterwege. Twee weken in Parijs en jij bent de eerste van de Knights die ik gevonden heb. Met een label geboren worden wil nog niet zeggen dat je ook weet hoe je het moet dragen.” Vanuit haar ooghoeken keek ze hem aan. Het was iets waar ze al heel haar leven mee worstelde eigenlijk. “Als ik ga moeten waarmaken waarvoor ik geboren ben, ga ik hulp nodig hebben.” Het was eigenlijk een onrechtstreekse vraag of ze op hem kon rekenen, daarvoor was ze gewoon een tikkeltje te koppig en misschien ook wel te trots. Elke keer weer als koningin bestempeld worden kon je wel wat naar je bol gaan stijgen, al had ze dat altijd getracht te voorkomen.
"Nothing is True. Everything is Permitted"