• Het Praattopic
    Het Rollentopic
    De Story


    Aarde -- omstreeks 13de eeuw na Christus

    “Fortitudo mea, et filii vestri filiis tuis, ad ultimum tempus, quod praeparet bellum!” De zware stem was niet enkel te horen in de grot, maar het leek ook door haar borst heen te gaan. Om haar heen stonden een aantal anderen, ridders, net als zij was. En voor hun stonden de laatste van de draken. Het was de oudste van de groep die tegen haar sprak en de pact bezegelde de hun soort veilig zou moeten houden doorheen de geschiedenis tegen de Hunters. De draken gaven de Knights hun kracht en geest, die zou worden doorgegeven aan hun kinderen en kleinkinderen, tot de dag zou komen dat het laatste gevecht zou beginnen. “Supplices te accipere munus jusiurandum honore, usque ad tempus caute.” Zelfverzekerd gaf ze nog maar eens haar word om de gift die ze nu kregen en de eed die ze gezworen hadden om de draken veilig te houden, te eren, tot het einde der tijden.
    Niet lang na deze laatste woorden verdwenen niet alleen de draken van de aardbodem, maar ook de Knights. Elk hun eigen weg gaand, op zoek naar een plek waar ze veilig zouden zijn voor Hunters. Want elk van hen droeg in hun hart een kostbaar geschenk met zich mee dat nooit verloren zou mogen gaan.

    Aarde -- 2307

    De aarde is veranderd. De middeleeuwen zijn verdwenen en niet enkel nieuwe werelden, maar ook nieuwe planeten zijn ontdekt. Veel van wat eens was, is verloren gegaan in de geschiedenisboeken en bijna niemand staat er nog bij stil dat sommige verhalen een kern van waarheid hebben.
    Bijna niemand. Een select gezelschap weet echter beter. De Dragonhunters. Door de eeuwen heen hebben ze nooit geloofd dat de draken echt verdwenen zijn en ook vandaag zoeken ze naar de wezens de ze gezworen hebben uit te roeien.
    Het is in deze veranderende wereld dat de Knights voelen dat de tijd gekomen is om op te staan en voor een en altijd te beslissen of draken een plaats hebben in deze wereld of moeten verdwijnen. Als het ware aangetrokken tot elkaar verzamelen de afstammelingen van de Knights die eens de ziel van een draak hebben ontvangen in Parijs, klaar voor een laatste confrontatie.


    De Dragonhunters
    * Emilia Hazel Jones - Opalia
    * Rachel Lotta Shaw - Illwill
    * Mavis Night - xLenox
    * Vrij
    * Raiden 'Wolf' D'Angelo - DarkAng3l
    * Vrij
    * Vrij
    * Vrij


    De Dragonknights
    * Alexandra 'Alex' Voychek / Ijs - DarkAng3l - Last Queen of Dragons
    * Arya Pierson/Electriciteit - Illwill
    * Skyler McKee/Water - Valkyries
    * Vrij
    * Alduin Dougal/Schaduwen - Yoda
    * Artemis 'Arty'/Hout - Lazulis
    * Vrij
    * Vrij


    Andere
    * Sean Prideux - NymeriaDorne
    *
    *
    *
    *
    *
    *



    De start?
    We starten wanneer de Knights aankomen in Parijs. De Hunters hebben daar natuurlijk lucht van gekregen en zijn ook naar Parijs afgezakt.
    De Hunters hebben een vaste ontmoetingsplek in de Kathedraal Notre-Dame. Ze zijn een gezelschap dat redelijk wat tijd met elkaar doorbrengt, dus ze kennen elkaar wel een beetje. De Knights kunnen afspreken waar ze willen, ook al hebben ze elkaar misschien nog nooit ontmoet.

    Andere
    We spelen dus 300 jaar in de toekomst!!!
    Technologie is een stuk moderner, Parijs ziet er niet meer bepaald uit zoals het nu is.

    Een aantal ideeën van hoe Parijs er nu uit kan zien. Je hoeft dit niet strikt te volgen, gebruik je fantasie.
    Eifeltoren
    Eifeltoren 2
    Notre Dame
    Sacre Coeur
    Sacre Coeur 2

    [ bericht aangepast op 20 juli 2014 - 20:44 ]


    "Nothing is True. Everything is Permitted"


    Emilia Hazel Jones | Dragonhunter | Kruisboog
    †††

    Moderniteit. Wat een gift, een voordeel. Mensen doen niet anders dan het ene hoge gebouw na het andere opzetten. En hoewel het een mooi beeld geeft van bovenaf – waar je alle lampen met elkaar kan zien - blijft het een struikelblok.
          Emilia’s voorliefde voor historie zorgde er vooral voor dat ze verlangde naar hoe het was. Melancholie noemde men dat ook wel. Verlangen naar iets wat je hebt gehad, of graag had willen meemaken. Typisch.
          Vanaf haar plek op het dak van een van de vele wolkenkrabbers, had ze prima uitzicht op de Notre Dame onder haar. Het gebouw wat normaal altijd fier boven al het andere had uitgestoken, had geen schijn van kans bij deze joekels, al was het zijn glorie nog lang niet verloren.
          Het potlood in haar hand – 9b - maakte zachte schetslijnen, lijnen die je eventueel nog kon vervagen als je vond dat het niet goed was gelukt.
    Vaak sloop Emilia even weg van al hetgeen wat haar was opgedragen. Op zoek naar innerlijke rust. Meestal verkoos ze een enorm gebouw, het liefst een van de hoogste in de stad. Vandaag had ze echter voor een andere variant gekozen. Een iets hoger gebouw dan het monument dat ze wou vastleggen, zodat ze precies de lijnen kon volgen.
          Taken lagen altijd op haar te wachten, en wanneer ze niet aan het trainen was, was het voor haar moeilijk om zich daar vanaf te zetten. Wat haar leraar haar altijd had verteld, probeerde ze nu na te leven. Ontspanning zoeken in de vorm van tekenen.
          Een zacht briesje speelde met Emilia’s haren, welke ze niet had vastgebonden in een staart. Loshangend gaf het zo af en toe ook een fijn gevoel. Dan voelde zij zichzelf weer een keer vrouwelijk – een van de dingen die ze zelf nog wel eens vergat.
          Lijn na lijn kwam tevoorschijn op het papier. Een schetsboek, in leer gebonden, die ze graag met zich mee droeg. Het was geen groot voorwerp, integendeel. Het paste precies in haar tas. Groot was sowieso niet Emilia’s ding. Het waren de geniepige, kleine wapens en streken die er meestal voor zorgden dat iemand zonder meer ten onder ging.
          Onbedoeld trokken haar mondhoeken zich omhoog in een glimlach. Er waren twee verschillende kanten van de dame. De zachte kant – die zelden zijn intrede maakte. En de harde kant, waar de meeste mensen dagelijks mee moesten omgaan.
    Natuurlijk snapte ze best dat het zo af en toe eens problemen met zich mee bracht, maar ze gaf er vrij weinig om. Alleen iemand waarvan ze zeker wist dat ze die persoon vertrouwen kon, zou ze die kant laten zien – en gezien vele hunters vonden dat ze niet bepaald thuis hoorde bij hen, zouden deze die kans nooit krijgen.
          Voor Emilia zelf was het zo af en toe best hard. Hoe minder men haar accepteerde, hoe meer zij wou laten zien dat ze juist de persoon was waar ze wat aan hadden. Merendeels omdat ze geen idee had wat ze zou moeten doen als ze zou worden weggestuurd.
          Met een frons op haar gezicht staarde Emilia naar de Notre Dame. Het hoofdkwartier. Spoedig zou alles er waarschijnlijk anders uit gaan zien. En dan? Dat was nog maar de vraag.
    Het potlood gleed uit haar handen. Hij rolde via de betonnen afvlakking, waar hij kort leek te aarzelen voor hij over de rand viel.
    Kort knipperde ze met haar ogen, alsof ze niet leek te beseffen wat er gebeurde. Ze blikte op haar lege hand alvorens ze zuchtte.
    ‘Geweldig,’ verzuchtte ze zacht.


    The woods are lovely, dark and deep. But I have promises to keep, and miles to go before I sleep.

    Alduin Dougal - Knight - Schaduwen

    Haar blik toen ze door had dat hij haar aan het bekijken was, stond hem wel aan. Nooit iets mis met een beetje persoonlijkheid. En dat is iets wat ze wel nodig had als ze de leider van de dragon knights wilde zijn. Een goedkeurende grijns kroop op zijn gezicht.
          Maar wie de bal kaatst, kan hem terug verwachten. Zij bekeek hem net zo hard als dat hij haar had bekeken. Nu had hij ook niet anders verwacht, en dit kwam niet voor uit arrogantie of narcisme. Het leek hem enkel logisch dat je de persoon voor je op zou meten als je ze voor de eerste keer ontmoette. Vooral als degene voor je beweerde een dragon knight te zijn. Lichaamstaal en uiterlijk kunnen veel over mensen zeggen. Het schoot in zijn gedachten dat hij zich al enkele dagen niet geschoren had, maar het kon hem niet veel boeien. Hij zag er nog niet uit als één of andere neandertaler en er waren wel belangrijkere dingen te doen dan tijd verspillen aan zich scheren. Daarnaast betwijfelde hij of de kerk er zo blij mee zou zijn als hij hun heilig water zou bezoudelen met zijn lichaamshaar.
          “Geen legende. Ze was echt. Anders stonden we hier vandaag niet.” Hij knikte en een warme lach ontsnapte toen ze naar hem gromde dat hij haar Alex moest noemen. Hij had wel verwacht dat een titel gebruiken haar op de kast zou jagen, maar de reactie bleef amusant.
          "Okay, eens levende legende dan. Geloof me, ik weet dat ze echt was, Alex." Hij liet de 'L' even op zijn tong rollen om extra nadruk op haar naam te leggen en de afkorting 'te proeven', op een figuurlijke manier natuurlijk. Hij was nooit van plan geweest haar koningin te blijven noemen, al was Alexandra een ander verhaal. Maar Alex leek beter bij haar te passen en de afkorting sprak hem meer aan dan het geheel. Dus dat zou dan ook zijn hoe hij haar zou aanspreken. En niet enkel omdat ze het van hem gevraagd had. Zijn rechterwenkbrauw vond een weg naar boven toen ze zei dat ze zijn naam ergens van herkende. Hij klom nog hoger toen hij de subtiele twijfeling aan haar eigen kunnen hoorde in de volgende woorden.
    [tan]"Kan kloppen, mijn gehele familie bestaat uit dragon knights. Natuurlijk niet de échte dragon knights, maar we worden elk opgevoed met de orde in ons achterhoofd. We gaan terug naar het begin van de knights, dus onder voorouders zullen elkaar ongetwijfeld goed gekend hebben. Voordat we opsplitsten, natuurlijk." Hij haalde zijn schouders lichtjes op.
          "Ik zou jezelf niet teveel kwalijk nemen dat je na al die tijd nog geen knights hebt gevonden. We hebben dan wel verhoogde zintuigen als het op elkaar aankomt, maar het is niet zo dat we een perfect GPS systeem in ons hoofd hebben zitten." Zijn lippen trekken zich in één lijn en zijn eerst luchtige en heldere blik verandert in een serieuze en zware.
          "Luister, als jij niet geschapen was voor deze taak, dan zouden we hier nu niet staan. Je kunt veel zeggen, maar ik geloof niet in toeval. Als je het niet aan zou kunnen of niet uit het goede hout gesneden zou zijn, dan zouden we pas enkele generaties verder in deze situatie zitten. Niemand heeft er wat aan als je aan jezelf twijfelt, dus doe dat niet. Ik doe het ook niet. En ik ben zeer zeker niet de enige knight die zijn leven voor zowel jou als de orde zou geven. We vinden ze wel. Nu we samen zijn, zal dat een stuk makkelijker gaan. Het geeft ons ruimte om de stad systematisch uit te kammen, zonder bang te zijn dat we constant elkaar mislopen." Een frons verschint op zijn voorhoofd en in gedachten verzonken, dwaalt zijn blik af naar het raam.
          "Ik stel voor dat we, voor nu, dit onze basis maken. Geen hond die hierheen komt, de meesten gaan naar de Notre Dame. Waar we vandaan moeten blijven, trouwens. Onder de kathedraal zijn verscheidene grote ruimtes te vinden. We kunnen er trainen, desnoods overnachten. Het is een tijdelijke oplossing, nadat we alle knights hebben gevonden, kunnen we een permanentere zoeken. Maar het is uiteindelijk jouw beslissing." Het licht dat door de ramen viel, raakte zijn gezicht en hij wendde zijn blik weer naar Alex. Zijn ogen glommen, het contrast tussen het zwart en wit van zijn ogen duidelijk zichtbaar.
          "Oh, en Alex?" Een glimlach krulde zich om zijn lippen. "Je kunt op me rekenen als rechterhand, als dat is wat je wilt, tenminste. Het hoeft niet, maar ik zal nergens heen gaan. En ik wil dat je weet dat je altijd op mijn hulp kunt vertrouwen."
          Je moet op je leider kunnen vertrouwen, maar voor Alduin geldt het tegenovergestelde net zo hard. En hij probeerde haar dan ook zoveel mogelijk vertrouwen mee te geven in het moment.


    If you don't stand for something, you'll fall for anything.

    Alexandra 'Alex' Voychek | Queen of Dragons | Ice

    Hoe moest ze weten wie er te vertrouwen was en wie niet? Buiten de mensen in haar dorp had ze nooit echt veel anderen ontmoet tot ze naar Parijs kwam. Het enigste wat ze kon doen was afgaan op haar gevoel en wat haar instinct haar vertelde. Het was bepaald niet makkelijk om de man voor haar te peilen. Ze had bij het binnenkomen duidelijk gemerkt dat hij sterk was, in de zin van de kracht van de Drakenziel die hij met zich mee droeg. Vonatril zou vast en zeker zo kunnen zeggen wie de draak was die hij bij zich had, maar zelf had ze er het raden naar. Vandaar dat ze naar kleine aanwijzingen zocht terwijl ze hem bekeek. Haar grootmoeder had gezegd dat het soms mogelijk was om aan de mens te zien wie de draak en zijn kracht was. Voor haar was het op die manier haast een weggever, gezien ze altijd gekleed ging in de kleur van sneeuw en ijs. Bij hem was het lastiger, of het kwam door het gebrek aan zonlicht. Hij was in ieder geval niet als haar, maar wat dan wel, daar had ze het raden naar.
    “Okay, een levende legende dan. Geloof me, ik weet dat ze echt was, Alex.” Een tel vernauwde ik m’n ogen een beetje toen hij m’n naam uitsprak. Het was al een enorm geluk dat hij de titels liet varen, voor ik ongelukken deed. Maar toch, de manier waarop hij het zei… Hopelijk had hij er geen bijbedoelingen bij. Ik wist immers dat lang niet elke Knight blij zou zijn met een vrouw als baas en dat sommige families vast en zeker liever zelf de macht hadden dan bevelen op te volgen.
    Ik merkte z’n wenkbrauwspel amper op, terwijl ik in m’n geheugen op zoek ging naar waar ik de naam van kende. Oma had zoveel verteld over andere families en hoe sommige zielen overgingen van de ene generatie op de andere, terwijl andere weer hun weg zochten door verschillende families heen. Ik wist dat Vontatril altijd al overgegaan was van moeder op dochter, bij wijze van spreken en altijd in mijn familie gebleven was. En na lang zoeken ging het lichtje aan. Er was ook altijd een Dougal geweest die de ziel met hem meedroeg. Hij moest dus net zo goed lid zijn van een van de oude families. En te horen aan wat hij even later zei, werd m’n vermoeden bevestigd. Enkel was het dan bij hem aan mannelijke zijde en bij mij aan vrouwelijke. Niet dat dat verschil maakte, het hele dorp leefde in traditie van de Knights, en de vrouwen konden minstens even goed vechten als de mannen.
    “Ik hoor het mezelf wel kwalijk te nemen dat ik er zo lang over doe om ze te vinden. Ingebouwde GPS of niet. Hoe langer we erover doen, hoe meer tijd de Hunters krijgen om ons een voor een af te maken. We zijn al met zo weinigen over.” Bij de laatste woorden klonk er iets van verdriet door in m’n stem. Ik was opgegroeid met de verhalen van draken en het verlies ervan deed pijn, niet enkel omdat ik ze eigenlijk moest beschermen.
    “Je kent me niet eens, hoe kun je dan zo zeker zijn dat ik wel geschikt bent?” Vragend keek ik hem aan. Hij leek erg zeker van z’n stuk, maar ik herinnerde me niet dat de Laatste Strijd zou komen als iemand waardig gevonden werd, maar wanneer de tijd aangebroken was. In mijn ogen moest ik het nog bewijzen dat ik het waard was om te leiden. “Ik vraag me af hoeveel Knights nog weten van de Orde, of zelf maar wat ze zijn.” Wij hadden het geluk om met de verhalen opgegroeid te zijn, maar gold dat wel voor iedereen?
    Zwijgend volgde ik z’n blik door de kathedraal. “Mij krijg je niet meer in de buurt van Notre Dame. Ik krijg de kriebels van die plek, alsof er wat niet in orde is rond het gebouw.” In de tijd dat ik in Parijs was, was ik er één keer gepasseerd en daarna beslist om niet meer terug te gaan. “Dit kan hier net zo goed permanent gaan worden, niemand die raar gaat opkijken vermoed ik. Mensen geloven enkel nog in hun eigen heiligheid en die van hun moderne technologie. Geen haan die ernaar kraait als we hier, of in de kelder, kamp opslaan.”
    Zwijgend keek ik hem aan toen k z’n blik terug op mij voelde landen. Het was de ongewone kleur van z’n ogen die de aandacht trok en ik kon niets anders dan me afvragen welke van de twee kon verwijzen naar z’n kracht. Zwart of wit? Het was in ieder geval iets bijzonder om te zien. Ik knikte zachtjes bij z’n woorden. Hoewel ik hem amper kende, was het duidelijk dat hij het meende. Z’n stem, noch z’n ogen verraden hem of eventuele slechte bedoelingen. Misschien moest ik de sprong maar eens wagen en gewoon blind vertrouwen.
    “Je zei dat er leegstaande ruimtes waren onder de kerk.” Om toch maar een ander onderwerp aan te snijden probeerde ik het gesprek van vertrouwen op wat anders te brengen. En eigenlijk ook omdat ik het gevoel kreeg dat ik wortel aan het schieten was. “Laat eens zien.” Als we hier zouden kamp opslaan, dan wilde ik wel weten hoe de boel eruit zag. En nu we hier toch waren was het misschien makkelijker om eerst te doen. “We kunnen daarna wel verder gaan met zoeken naar de rest.”


    Raiden ‘Wolf’ D’Angelo | Hunter | HF-sword

    Zwijgend keek ik op toen de vogel met een schelle kras opsteeg van op m’n schouder. Blijkbaar had het beest wat gezien of opgemerkt, waardoor hij het luchtruim koos. Ik hield hem niet tegen, niet omdat ik het niet kon, maar omdat ik er geen zin in had eigenlijk. Die beesten waren in mijn ogen zo onbetrouwbaar als was. Ok, ze waren eigendom van de Hunters, maar ik mocht ze niet. Ze leefden niet, niet zoals mensen deden, en toch konden ze denken voor zichzelf. Het was voor mij tegennatuurlijk en ik ergerde me er dan ook dood aan dat ik er een mee gekregen had om de boel in de gaten te houden. Of was het om mij in de gaten te houden?
    Nu het ding weg was, nam ik haastig een paar slokken van de flacon die ik bij me droeg. Met die vogel in de buurt was dat niet altijd mogelijk, maar nu ik er even van verlost was, waarom niet. Het was iets wat ik liever geheim hield voor iedereen, maar ik vroeg me af hoe lang het nog kon gaan duren. De hoge pieten wisten wat er aan de hand was, en die hadden bepaalde zaken zwaar afgekeurd. Echter, ik was iemand voor wie regels niet echt golden, of toch niet in mijn ogen. Ik trok me er zelden wat van aan en als iets niet mocht, deed ik het gewoon toch, al was het maar om dwars te liggen.
    Op het plein voor de kerk, of wat er nog van over was, keek ik even omhoog naar de skyline van de stad. Hij was in de afgelopen paar honderd jaar flink veranderd en van de beschermde status als werelderfgoed was niet veel meer te merken. De mens had plaats nodig om te leven en te wonen en monumenten moesten dan maar plaats maken. Stenen zouden er altijd zijn, ook lang nadat de mensheid verdwenen was, ook al deden we tegenwoordig een goeie poging om ervoor te zorgen dat we voor altijd zouden blijven.
    Een zachte kras haalde me uit m’n overpeinzingen. De vogel zat terug op m’n schouder, maar het was wat hij in z’n snavel hield wat m’n aandacht trok. “Geef hier…” Ik gromde zachtjes terwijl ik er het potlood uit trok, tot protest van het mechanische geval. Wat moest hij in godsnaam met een potlood? Fronsend gleed m’n blik omhoog langs de gebouwen, maar nergens leek er een raam open te staan. Het zou toch niet van het dak komen?
    Meeste mensen zouden zich niet druk maken over een vallend potlood, maar ik deed het nu wel. De reden was dat het gebeurd was vlak bij de plek waar we ons schuil hielden en ik wilde liever geen pottenkijkers in de buurt. Niemand moest weten dat wie hier waren om een aantal mensen uit de weg te ruimen, om te voorkomen dat ze draken werden, maar het zou nog mooier zijn als we de draken zelf te pakken konden krijgen. Een Knight afmaken als hij een mens was resulteerde immers enkel maar in een uitstel van tijd voor de ziel terug opdaagde, de draak zelf afmaken zorgde voor een definitieve dood.
    Terwijl m’n blik langs de gebouwen bleef glijden pakte ik m’n gsm. Niet veel later vertrok er een berichtje naar alle Hunters in de stad met de vraag waar ze waren en of ze rare dingen gezien hadden rond Notre Dame. Misschien wist iemand anders wat meer over het feit of we in de gaten gehouden werden of niet.


    "Nothing is True. Everything is Permitted"

    Artimes 'Arty' //Knight//Hout
    Ik hoorde dat ik de eerste was, en wel de eerste zonder geld deze dag. Ik had gezegd dat ik mijn lenzen moest druppelen, aangezien ze droog geworden waren en ik was naar de toiletten gelopen om mijn lenzen schoon te maken.
    Vervolgens was ik weer terug op de kruk ging zitten en mijn spullen in de tas stopte.
    'Als ik geld heb, betaal ik je zeker terug, maar ik moet eerst werk vinden,’ zei ik voor de zoveelste keer waarop ze zei dat ik me geen zorgen hoefde te maken om het geld.
    'Zoals ik al zei: het is van ’t huis,' sprak ze. Ik was onbeleefd om niet naar haar naam te vragen. 'Mag ik misschien weten hoe je heet?' vroeg ik.
    'Skyler,' zei ze met dat ze door vele Sky wordt genoemd.
    ik zag hoe ze een flesje bruiswater tevoorschijn haade en een slok nam. Ik slikte zelf even en wist nu niets te zeggen.
    'Wil je ook iets te drinken?' vroeg ze en ik kon alleen maar knikken.
    'We hebben zo goed als alles, dus zeg het maar?'
    'Geef mij gewoon maar water,' zei ik en ik streek over de houten bar en voelde af en toe de energie door mijn vingertoppen glijden. Het was een ongewoon gevoel, alsof er iets in me openbarst.
    Het was hier in iedere geval een prettig gevoel, waarvan ik dacht dat het te maken moest hebben met de planten of het hout. Het kon ook allebei zijn. 'Skylar, mag ik misschien vragen of je wel eens van die energierijke gevoelens hebt als je iets aanraakt, bijvoorbeeld hout, water of vuur?'
    Ik had het ook al met de planten buiten, ze spraken tegen me. 'Het lijkt alsof de planten en bomen tegen me spreken, ze fluisteren steeds dingen door mijn gedachten dat ik niet eens begrijp.'
    Misschien had het met mijn ogen te maken, die op een onverklaarbare wijze puntig waren.
    Reptielen ogen.
    'Ik draai door, mijn fout,' verondschuldigde ik me en gooide de gedachtes van me af.


    Vampire + Servant = Servamp


    Emilia Hazel Jones | Dragonhunter | Kruisboog
    †††

    Hier zitten mokken over een potlood had vrij weinig zin. Gezien Emilia er altijd maar een met zich mee bracht, hield het tekenen hier op.
    Zwijgend sloeg ze haar tekenblok dicht. Ze borg deze weg in de tas die ze had mee genomen en kwam overeind van de rand. Hoe je het ook zou wenden of keren, ze bleef een angst houden dat ze zonder pardon van de betonnen rand af zou kunnen vallen als ze niet zou oppassen – dat terwijl ze jarenlang training had gekregen
          Via de ijzeren brandtrap die langs de zijkant van het gebouw naar beneden liep, vond ze haar weg weer terug. Emilia hield constant haar omgeving in de gaten. Je wist maar nooit wanneer je voor een gevaar kwam te staan.
    Lastig kon dit soms wel zijn. Hoe moest ze immers met een gerust gevoel over straat gaan? Dat gevoel was ver te zoeken.
          Een zachte bries speelde met een paar van de witblonde lokken die rond haar hoofd hingen. Het weer veranderde. Hoewel het overdag nog best warm kon zijn, was het in de avond niet meer zo aangenaam. Vaker kreeg je te maken met een snijdende wind of regen.
    Halverwege haar wandeling terug naar de Notre Dame – de plek waar haar potlood immers moest zijn beland - ontving ze de sms die Raiden had verstuurd.
    Een moment tuurde ze op het kleine scherm van haar apparaat. Waarom kwam hij daar nu opeens mee?
          Op de bal van haar voet draaide Emilia een rondje, omhoog kijkend. Ze wist dat hij altijd ergens rondhing bij het monument dus de kans was groot dat hij de persoon was die haar potlood had opgevangen. Hoe stom dat ook klinken mocht.
    Raiden kennende zocht hij er gelijk een groot gevaar achter, dus ze moest zien te voorkomen dat hij alarm sloeg om helemaal niets.
          Dient het gevaar zich aan in de vorm van een potlood? Stuurde ze naar hem terug voor ze de grote deur van de kathedraal open duwde en naar binnen toe liep.
    Binnen hing een muffe geur. Er kwamen niet zo vaak mensen meer, de kans op een goede schoonmaak was daardoor ook behoorlijk verkeken.
    Stofwebben hingen in alle hoeken en je kon ook niet veilig op een van de banken zitten zonder te worden aangevallen door een aanval van stof.
          Aangezien ze het monument op haar duimpje kende, duurde het niet lang voor ze de trap had gevonden die naar het dak leidde van de kathedraal. Als hij haar potlood niet had gevonden, dan zou hij daar ergens moeten liggen.
    De houten deur viel achter haar in het slot. Gelijk werd ze verwelkomd door een stevige wind die haar nog net niet omver blies.
    ‘Urgh,’ snoof Emilia zachtjes voor ze haar tas tegen een pilaar zette en over het dak begon te lopen – met uiterste voorzichtigheid aangezien je nooit goed kon weten waar het dak het zou begeven. Dit gebouw was niet te vertrouwen maar het was wel mooi.


    The woods are lovely, dark and deep. But I have promises to keep, and miles to go before I sleep.

    Hoe zeer het me ook spijt, ik wilde toch even laten weten dat ik stop met de RPG, aangezien ik vanaf volgende week definitief ga stoppen met Q; Het Topic. Eerst wilde ik dit bericht in het in praattopic plaatsen, maar daar is al ruim 53 dagen niet meer gepost, dus vandaar dat ik het in het speeltopic doe, aangezien het hier 'actiever' is en het bericht dus beter wordt gezien.
    Ik vond het in ieder geval echt super leuk om met jullie te RPG'en, en heb het naar m'n zin gehad met de verhaallijn en personages, maar ik schrijf me bij deze dus uit, zodat jullie me niet opeens missen of afvragen waar ik gebleven ben ^_^

    Als iemand Skyler wilt overnemen als personage, mag dat altijd. Of jullie laten haar sterven of vergeten haar gewoon verder in de RPG, dat maakt me dus niet zo heel veel uit. Ik geef jullie de volledige vrijheid wat te doen met haar binnen de RPG (:

    In ieder geval nog heel veel schrijfplezier!
    (flower)

    [ bericht aangepast op 11 sep 2014 - 14:13 ]


    “If you can smile when things go wrong, you have someone in mind to blame.”