Finnick Dave Williams || Hoofdmonitor || Beater || Zesde jaars || Ziekenzaal
'Laat hem met rust! Het is niet zijn schuld! Het is mijn fout!' schreeuwt Scorpius mij dan plots toe.
'Maar hij zoende je terug!' Ik begon steeds bozer te worden. Ik wist hoe Amy zich op dit moment wel niet moest voelen, want toen zij er achter kwam dat Aiden haar had bedrogen was ze gebroken. Het was zo vreselijk om haar zo verdrietig te moeten zien. En ondanks dat ze zich niet groot hield, wist ik zeker dat zij zich op dit moment precies het zelfde voelde als voorheen. Misschien nog wel erger.
Ik hoorde hoe Amy iets tegen Robert zei, en niet veel later voelde ik twee armen zich vanachter om mij heen slaan. De greep om mijn middel was zwak, dus ik wist meteen dat het Amy moest zijn. 'Alsjeblieft, laat het rusten Finn. Ik kan dit er ook niet bij hebben.' vroeg ze mij smekend.
Ik beet hard op mijn onderlip terwijl het bloed in mij steeds meer begon te koken. 'Nee, ik laat het dit keer niet rusten!' Mijn stem was harder dan verwacht en blijkbaar liet het Amy schrikken want ik voelde hoe ze geschrokken in elkaar kroop.
Ik haalde even diep adem voor ik mij omdraaide en mijn armen beschermend over haar heen sloeg. 'Ik weet hoe jij je voelde twee jaar geleden, dus ik weet zeker dat het ditmaal erger is.'
'Maar Finn, het is niet Campbell zijn schuld.' probeerde ze mij uit te leggen. 'Je kiest immers niet op wie je verliefd wordt.' Haar stem klonk verdrietig.
'Nee, dat kies je inderdaad niet. Maar hij had op zijn minst het iets subtieler kunnen brengen dan het je zo laten weten.' Ik draaide mij richting de twee jongens.
'Finn, alsjeblieft.' smeekte ze. 'Ik ben blij voor ze.'
'Blij? Blij?!' Oke, nu begon ik echt boos te worden. Ik draaide mij om naar Campbell en ik zweerde dat als Amy mij nu niet had beet gepakt, ik zijn gezicht echt verbouwd had. Hoe kon hij überhaupt mijn vriend zijn? Geen echte vriend van mij zou Amy zo bedriegen. Het was gewoon hartverscheurend om te zien hoe het onmogelijk was voor Amy iemand te haten, ondanks dat die persoon haar had bedrogen. Zelfs Aiden haatte ze niet, ondanks dat ze dat soms wel beweerde, ik wist dat het niet zo was. Amy kon nooit iemand haten. Dat was Amy gewoon niet.
'Je verdient het niet om door haar nog verdedigt te worden. Ze zou je moeten haten, maar dat kan ze niet. Sterker nog, ze zal nog steeds van je houden. Hoe vaak je haar ook pijn zal doen.' Ik spuugde de woorden naar hem uit. Het kon mij niet schelen in wat voor situatie hij nu zat. Dat hij zich slecht voelde betekende niet dat hij anderen om zich heen daarin kon mij treken.
'Finn, alsjeblieft.' smeekte Amy mij. Ze pakte mijn handen vast en draaide mij om zodat ik haar nu aankeek. Ik merkte hoe haar benen begonnen te trillen en ze in zakte, maar ik kon haar nog net op tijd overeind houden. 'Ik smeek het je. Laat hem alsjeblieft nu gewoon met rust. Hem herstellen.'
Ik staarde diep in haar blauwe ogen. Ik zag dat ze meende wat ze zei. Ze wilde echt dat ik hem met rust liet, dus dat zou ik ook doen. Voor nu dan. 'Goed dan.' mompelde ik. 'Maar als ik hier nog één seconden langer blijf dan ruk ik dadelijk echt zijn kop van zijn romp af.' gromde Finn.
'Bedankt.' fluisterde Amy waarnaar ze mijn handen los liet en op eigen kracht naar Campbell wilde lopen, maar ik greep haar vast en tilde haar zonder pardon op.
'Maar je blijft uit zijn buurt.' beval ik haar waarnaar ik Amy op haar eigen bed plaatste. Ze zuchtte diep en draaide toen overdreven met haar ogen.
'Ik beloof niks.' Ik glimlachte zwakjes naar haar en streek toen even over haar haren, waarnaar ik richting de uitgang van de ziekenzaal liep, en Robert nog even een vriendschappelijke klap op zijn schouder gaf, als teken dat ik niet boos op hem was.
Amy Lynn Winchester || Klassenoudste || Zesde jaars || Ziekenzaal
'Oh, Campbell, het spijt me zo!' verontschuldigde ik mijzelf direct toen Finn de zaal had verlaten. Ik liet mijzelf weer uit het bed glijden en strompelde Campbell zijn kant op, Finn zijn bevel negerend. 'Hij is gewoon even boos, maar dat zal hij heus niet blijven.' probeerde ik hem op te vrolijken.
Ik ging naast Campbell op bed zitten en pakte ven zijn hand vast waar ik bemoedigend in kneep. 'Hij is gewoon geschokt. Soms denk ik zelfs dat wanneer iemand mij bedriegt, het Finn meer pijn doet dan ik.'
Ik keek even naar Robert die al die tijd enkel met grote ogen had toe gekeken, en wenkte hem toen naar het bed. 'Ik snap Finn zijn woedde, maar vat het alsjeblieft niet persoonlijk op. Hij is denk ik gewoon eerder boos op zich zelf dan op jou.' Ik dacht even na over hoe ik dat moest gaan uitleggen. 'Finn is soms zo beschermend over iemand waar hij veel van houd, dat wanneer die persoon in zijn ogen gepijnigd wordt, hij vaak denkt dat dat zijn schuld is, omdat hij het niet had weten te voorkomen.'
Ik streelde over de rug van Campbell zijn hand met mijn vingers terwijl ik mijn blik even in de van Scorpius haakte. 'En bedankt dat je het voor Campbell hebt opgenomen.' glimlachte ik warm naar Scorpius. Ik was altijd al dol geweest op de blonde jongen. Ondanks dat hij een Malfoy was, had hij een hart van goud.
Ik liet Campbell zijn hand weer los, bang dat Scorpius het misschien niet leuk vond, en schoof toen een klein stukje van hem af zodat hij ruimte had. 'Campbell, ik zal je nooit haten.' Ik glimlachte waterig naar de jongen. Dat was één ding waar Finn gelijk in had gehad. Hoe vaak iemand mij ook pijn mocht doen, ik zou die persoon nooit kunnen haten.
Plots werd het licht aangedaan en kwam Austin de ziekenzaal binnen gestrompeld. Hij leek even te schrikken toen hij ons zag. 'Oh sorry, ik ga alweer weg.'
'Austin!' riep ik geschokt uit toen ik zijn gehavende gezicht zag. 'Wat er met jou gebeurt?' Ik liet mij voor de zoveelste keer deze avond van het bed afglijden en wankel zijn kant op. Ik nam zijn gezicht tussen mijn beide handen en onderzocht hem.
'Wat hebben ze met je gedaan?' Meelevend staarde ik in zijn ogen terwijl ik met mijn hand langs zijn gezicht streek. 'Kom ga maar op mijn bed liggen, ik haal Madame Plijster wel.' Ik duwde Austin zachtjes naar mijn bed toe en beval hem plaats te nemen. Ik draaide mij vervolgens om en wankelde richting Madame Plijster haar kantoor. Helaas begonnen mijn benen voor de zoveelste keer hevig te protesteren en zakte ik halverwege in.
'Ugh, mijn benen zuigen in het zijn van fatsoenlijke benen.' mompelde ik gefrustreerd terwijl ik een poging waagde om op te staan.
AANGEPAST!
[ bericht aangepast op 2 maart 2014 - 21:59 ]
"We accept the love we think we deserve."