• Speeltopic 1




    Is this our world?
    I look in the mirror
    And I try to see myself
    My head full of terror
    I try to forget the fires I started
    I try to be nearer
    To where you are
    I look in the mirror
    And I try to understand
    And piece it together
    Wash the blood from both my hands
    I can't see the ending
    There are people who know my every secret
    I'm tired of pretending
    You're in my heart
    In my heart

    Deze wereld waar we nu in leven ,bestaat alleen maar uit ongeluk en gevaar. Jonge kinderen, worden al opgevoed met vuile woorden en mensen vinden het normaal om wapens op zak te hebben. Nee hier was de aarde niet voor gemaakt. God schonk enkele jongeren met een gave in de hoop dat hun iets voor de aardbol konden doen, maar wisten de kinderen eigenlijk, dat ze bijzonder waren? Hadden ze door dat ze anders waren dan de rest? Dat iedereen om hun heen eigenlijk een leugen was? Want wie zijn we nou echt?



    Een prof, die zelf begaafd was besloot deze wonderkinderen op te zoeken en hun een nieuwe thuis te geven, want hun leventje bestond ook alleen maar uit ongeluk.In ruil moesten ze kleine testjes voor hem doen, zodat hij er onderzoek kan over doen. Er was wel een keerzijde van de medaille. De jongeren wisten echter niet wat hun geluk zou worden. De jongeren kennen elkaar enkel van zien en weten echter ook niet van elkaar wat er zal gebeuren. De jongeren worden goed opgevangen en hebben de luxe die ze nooit tevoren gehad hebben. Ontbijt op bed, een lekker donsdeken en hun eigen kamer. Als ze elkaar leren kennen lijkt alles ook goed en wel te gaan tot ze toch beginnen na te denken waarom ze hier zijn. Misschien weet de ene al van zijn gave en de ander weet niet wat zich overkomt. Wat als ze verliefd worden op elkaar of op een normale sterveling? Zulle ze effectief de wereld beteren, of word het alleen maar een puinhoop? Het antwoord ligt nu eenmaal in hun handen, maar er zijn andere mensen op de loer die ook wel die macht kunnen gebruiken.


    10 Jongeren worden uitgekozen door de super geleerde prof, die zelf ook mutant is. Hij weet namelijk wie de mutanten zijn over de hele aardbol. De jongeren hebben elk een andere kracht, dit kan van alles zijn, van elementen besturen tot vliegen.Hier heb je zelf de keuze in. De jongeren hebben ook nooit een goed leven gekend en het is dus hun eigen keuze wat ze er nog mee willen doen.

    Mutanten 1 Vrouwelijke + mannelijke rol vrij
    (5 jongens, 5 meisjes)


    -Savannah Oliv Carter || Elektriciteit sturen || Raccoon
    -Allison Riley McAllister || Bloedsturen || After
    -Astrid Kimberly Emerson || Supersnel || Celebration
    -Emileigh Klaire Cherboury|| Genezer || Smother
    -Hazel Isis Mitchell || illusies || Wilted



    -Ethan Russel Spielman || Telepathie || Raccoon
    -Aval Niméro White || Supersterk || H00k
    -Jack Tyler Wynter || Ijs sturen || NCIS
    -NCIS


    Vijanden
    (de jongeren kunnen later hier ook naartoe gaan als ze dat willen) (min2)
    -Lydia Dorothea Godess || Telekinesie || Raccoon
    -Nicandro Jonathan Sadler || Copycat || Walt


    Mensen
    (oneindig, houd deze wel gelijk)
    -Finley Martin Smiths || Bootin





    Rollenstory
    Rollentopic
    Praattopic 1

    Regels

    #1 Heb plezier ^^ , het heeft geen nut om met tegenzin te Rpg'en
    #2 Denk goed na voordat je meedoet, ik wil niet dat je na een dag/week stopt
    #3 Je moet minstens 200 woorden schrijven, dit is makkelijk haalbaar
    #4 Wees origineel (bv; geen 3 wezen, bijna vermoord, etc)
    #5 Bestuur de andere personages niet, dit vind niemand fijn. (mag wel als dit effectief gevraagd is aan je medespeler)
    #6 Probeer minstens 2 keer per week te posten
    #7 Naamverandering doorgeven + gelieve ook te melden als je een tijdje niet kunt posten of niet meer mee wilt doen
    #8 Alleen ik en Bootin maken de topics
    #9 Geen ruzie alleen IC
    #10 Dingen worden besproken in het rollen of praattopic
    #11 Vragen mogen altijd gevraagd worden
    #12 Sluit niemand uit!
    #13 Maximum 2 personages per persoon
    #14 +16 mag, maar hou dit netjes en zet dit misschien onder een spoiler

    * Als je meerdere keren de regels overtreed stuur ik je een waarschuwing, doe je het daarna weer dan vlieg je uit de rpg


    Begin: Het is een normale dag , het zonnetje schijnt mooi en er steekt een koele bries op hier in de herfstige stad. De jongeren logeren in een hotelletje. Ze hebben de luxe die ze nog nooit gekend hebben en voelen zich er fijn bij. De jongeren krijgen de kans om elkaar te leren kennen. De ene heeft al eens kennis gemaakt de ander hield zich nog wat afstandelijk. Sommigen hebben misschien zin om de stad te verkennen, want sommigen komen van ver af.
    De mensen leven hun normale leven , doen hun werk of relaxen gewoon lekker thuis. Misschien gaan ze ook eens opstap in de stad en komen ze andere mensen tegen, de keuze ligt aan hun. En voor de vijanden, zij hebben een eigen huisje waar ze leven, er is niet al te veel luxe, maar het huis is zeker leefbaar.

    [ bericht aangepast op 12 jan 2014 - 12:57 ]


    I caught a golden trout! But the real treusure? Friendship - ACNH

    (Mijn topics. Ik zal vanavond proberen te reageren)


    Ich liebe dich 27.12.23

    • Nicandro Jonathan Sadler
    Copycat

          "Eh – Pardon?"
          "Zeg me alstublieft dat u van krentenmuffins houdt en er zojuist één besteld heeft."
    Alhoewel ik vrijwel gedurende geen enkel moment door een situatie of een persoon tot verrassing gebracht kan worden – knipper ik een aantal keer met mijn ogen, voordat ik mijn blik van mijn koffie afwend en hem op de rood – harige serveerster richt welke in mijn "hoek" van de koffie – tent was verschenen. Het enige product dat ik binnen de muren van deze koffie – tent bestelde, was een zwarte koffie ; zowel Ruby als een aantal andere serveerster wisten dat daar vrijwel nooit of te nimmer een bestelling bij kwam kijken.
    "Ik vind krentenmuffins verschrikkelijk," begin ik dan langzaam, terwijl ik mijn hoofd wat kantel als hulpmiddel om een betere blik op de serveerster te kunnen werpen. "Maar – mocht het je leven redden –", ik werp kort een blik op de vurige Ruby, die ons met haar scherpe blik perfect in de gaten lijkt te houden, "– mag je hem op mijn tafel neer zetten."
          Mijn ogen haken zich voor een kort moment vast in de ogen van de rood – harige serveerster, waardoor ik vrijwel direct een lichte frons in mijn wenkbrauwen voel komen. Het vaste en simpele gegeven dat dit meisje "een van ons" is – oftewel een "meer – begaafde" – was zojuist in mijn gedachten gegraveerd.
    Binnen enkele keren was mijn frons verwisseld voor een grote glimlach – haar gave had ik nog nooit bij een ander persoon gezien, waardoor hij me fascineerde en ik hem op mijn "lijst" kon toevoegen. Sommige personen spaarden postzegels, andere dure wijnen – ik spaarde verschillende gaven die ik op had gevangen bij andere personen, waarbij ik een onderscheid maakte tussen de gaven die ik zelf kon gebruiken en de gaven die ik me nog nooit eigen had kunnen maken.
          "Misschien kunnen we ruilen? Jouw krentenmuffin tegen ..."
    Voorzichtig haal ik mijn visitekaartje uit mijn binnenzak en schuif hem over de lage salontafel naar de serveerster – welke "Em" op haar naamkaartje had staan, wat hoogstwaarschijnlijk een afkorting zal zijn. Mijn visitiekaartje was geheel simpel ontworpen – "Sadler Enterprises – Gifted workers", omringd met een zilveren rand en mijn telefoonnummer in de onderste hoek.
    Alhoewel het voor de meeste "meer – begaafden" heel snel duidelijk was dat ik personen zoals zij door had, door het woordje "Gifted" leek het nog niet altijd bij iedereen door te dringen ; soms wisten personen geeneens dat ze een gave hadden.
    Glimlachend leun ik achterover in de bank en neem een nieuwe slok van mijn koffie, terwijl ik het meisje onderzoekend aan blijf kijken in afwachting van haar reactie.


    •

    Ethan Russel Spielman || Telepathie Outfit

    In kleermakerszit zat ik op mijn bed naar buiten te staren. Ik miste mijn thuis wel, maar langs de andere kant zat ik vol met nieuwsgierigheid om dit alles te verkennen. De zon straalde en ik zag de bomen buiten zachtjes heen en weer wiegen met de wind die lang de bladeren suisde. Ik kroop van mijn bed af en schoot in mijn schoenen. Laat ik de boel maar eens gaan verkennen te beginnen bij dit hotel waar ik nu al een aantal dagen verbleef. Slenterend liep ik door de gangen van het hotel hier waren vooral kamers te vinden maar de gang was zo goed als dood. Pff, veel had ik hier niet aan. In Texas was alles zoveel levendiger, aangenamer en...Warmer.Ik wreef even over mijn armen die kippenvel kregen door een plotselinge koude die mijn lichaam trof. Een frons ontstond op mijn voorhoofd en niet veel daarna hoorde ik voetstappen naderen, waardoor ik me omdraai en in het gezicht keek van een jongen die ietsje jonger leek dan mij. Alhoewel, ik wist het niet echt, hij was groter dan mij en ik heef toe dat ik er veel jonger uitzie dan ik werkelijk ben, dus kon dat ook het geval zijn bij hem. "Hey." begroette ik hem en even was ik geïrriteerd door mijn duidelijk Texaanse accent. Maar ah, zo was ik nu eenmaal. De jongen die voor me stond had donkere haren die warrig op zijn hoofd zaten en zijn ogen leken net zo donker. "Ik ben Ethan aangenaam." stelde ik me dan voor aan de nog onbekende jongen en stak mijn hand naar hem uit. Het verbaasde me best dat hij zo'n koude uitstraling had, want ik kreeg het er ook meteen koud van.


    I caught a golden trout! But the real treusure? Friendship - ACNH

    Emileigh Klaire Cherboury
    • Genezer.

    ''Ik vind krentenmuffins verschrikkelijk.'' De moed zinkt me in de schoenen als zijn woorden tot me doordringen en ik het plateau langzaam terug trek. Het heeft geen zin om hem te dwingen: Ruby lijkt gesteld op deze jongeman. Ze zal me waarschijnlijk een klap met haar roze notitieblokje geven zodra ik terug in de keuken ben.
    ''Maar – mocht het je leven redden – mag je hem op mijn tafel neer zetten.'' Het kost me moeite om een opgelucht kreetje binnen te houden, en dus krullen mijn mondhoeken omhoog tot een mager glimlachje als ik het plateau naast zijn zwarte koffie schuif. De muffin ziet er even verlept uit als dat ik me nog altijd voel.
    Het moment echter, dat de man opkijkt en mijn blik te pakken krijgt, voel ik mijn ademhaling verstarren. Ongemakkelijk sla ik mijn blik neer, waarna ik mijn best doe om wat rode lokken naar achter te strijken. Ik zal er waarschijnlijk maar aan moeten toegeven dat mijn haar nooit zo perfect zal blijven zitten als dat het bij Ruby doet.
    ''Misschien kunnen we ruilen? Jouw krentenmuffin tegen ..." Ik frons als hij een glad kaartje uit zijn binnenzak haalt en deze op een zakelijke manier naar me toe schuift. Nieuwsgierigheid borrelt in me op, als mijn vingers het koele karton vinden en mijn ogen vluchtig over de letters glijden. Vrijwel direct trekken mijn wenkbrauwen moeilijk naar elkaar toe. 'Gifted'? Er trekt een benauwd gevoel door mijn lichaam als ik het kaartje vluchtig in mijn schort schuif en vervolgens het dienblad oppak.
    ''Bedankt, ik zal de één vijfentwintig voor de muffin betalen.'' Deel ik hem – een tikje onsamenhangend – mede. Weet hij het? Als er iets is dat me in vier jaar van werken wel geleerd is, is dat wel het feit dat mensen tot noch toe alleen maar misbruik hebben gemaakt van mijn gave. Ik vraag me af of hij er ook één heeft, al is die theorie een tikje onzeker. Zo ver ik weet, leven alle begaafden in het zelfde gebouw als dat ik nu mijn 'thuis' moet noemen. Maar natuurlijk moeten er ook meerderen zijn – dat kan niet alles. Er trekt een onrustig gevoel door mijn maag als ik me omdraai en me terug naar de keuken begeef, waar ik – zoals verwacht – opgewacht wordt door een veel te bemoeizuchtige Ruby.
    ''Wat gaf hij aan je?'' De heldere blik in haar ogen doet haast pijn als ik met trillende vingers het dienblad in de vaatwasser schuif.
    Ik probeer zo nonchalant mogelijk te doen, en haal mijn schouders wat op voor ik opnieuw voor haar vlucht door een overvol dienblad te nemen en opnieuw de koffietent in te lopen. De hoge glazen gevuld met fristi en één enorme bak koffie kunnen niet anders dan voor het gezinnetje vooraan in de tent zijn. De twee meisjes – die me niet ouder dan vijf en zeven lijken – kijken met smachtende ogen naar hun drankjes als ik deze met een geforceerde glimlach voor hen op de tafel plaats. Ik moet medelijden hebben met de moeder, die vermoeid over haar dampende mok leunt.
    ''Ik wil een slokje, mama.'' Klaagt de oudste, waarbij ze haar fristi demonstratief opzij schuift. Het roze goedje ziet er zoet en ijskoud uit.
    ''Nee, nee. Het is veel te heet.'' Mompelt de vrouw hoofdschuddend, terwijl ze de menukaart voor zich uit houdt. Er staat niet veel op. Wellicht wat deserts, allerlei soorten koffie – warm en koud – en natuurlijk een aantal broodjes.
    ''Ma–'' Het meisje – Annie – laat een kort kreetje horen als de koffiemok, welke zij in korte tijd heeft weten vast te grijpen, mede door zijn zwaarte is omgevallen over haar blote armpjes.
    Zowel haar zusje, als de moeder kijken geschrokken toe als ik het instinct van mijn gave naar boven voel komen. Dat gebeurt de laatste tijd vaker, in dit soort situaties.
    Dwingend trek ik het meisje overeind, waarna ik haar richting de WC's stuur. Een plek waar ik me rustig kan concentreren, én geen argwaan opwek. Het meisje staart met betraande oogjes voor zich uit als ik haar op de wastafel zet en mijn ietwat klamme vingers over haar brandende armpjes verspreid.
    ''Oké, Annie – is het niet?'' Ik probeer te glimlachen als ze beteuterd knikt. ''Ik wil dat je – je ogen dicht doet en hardop tot tien telt. Denk je dat je dat lukt?'' Als het meisje vastberaden knikt en begint te tellen, voel ik de energie uit mijn vingertoppen trekken en de koelte over haar wonden glijden. Omdat het een tijdje geleden is, duurt het wat langer en kost het me meer inspanning, maar ik stop als de eerdere brandwonden vage, rode plekken lijken. Dat is iets realistischer dan helemaal geen wonden – al zal ze hier geen last meer van hebben, over een tijdje.
    ''Tien!'' Annie kijkt met trotse oogjes naar de wond, en springt kirrend van de wastafel af – vluchtig rennend richting haar moeder. Ik knipper enkele keren met mijn ogen, waarna ik voorzichtig tegen de muur blijf leunen.


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    Jack Tyler Wynter || Ijssturen

    Mijn gedachten waren ergens ander, ik merkte pas dat er een jongens was toen hij zich omdraaide. Op het eerste gezicht leuk hij niet zoveel ouder dan me, maar ik ben altijd al slecht geweest in leeftijden schatten. Dus het had gekund dat hij misschien een paar jaar ouder dan me was. Toch was hij wel wat kleiner dan me. Zijn blauwe ogen staken fel af tegen zijn donkerblonde haren.
    "Hey." begroette de jongen me met een duidelijk accent. Ik kwam er even niet op welk accent het was, maar toen drong het tot me door. Een Texaanse. Jaren geleden had ik een vriend met een Texaanse accent. "Ik ben Ethan aangenaam." stelde hij zich toen voor aan me en stak zijn hand naar me uit. Ik nam zijn hand aan terwijl ik probeerde niet zoveel kou uit te stralen. Wonder boven wonder was zijn hand niet in ijs omhuld toen ik zijn hand losliet. Het lukte volgens mij me redelijk goed om niet zoveel kou meer uit te stralen. Als ik in een hele goede dag was lukte het me om helemaal geen kou te verspreiden. Mijn huid was dan nog wel koud, maar dat was die bijna altijd.
    "Hé," zei ik toen tegen de jongen. "Ik ben Jack. Insgelijks." Even was ik stil en keek ik naar mijn handen. Bijna had ik weer een ijsbal gemaakt, maar ik weerhield mezelf daarvan. Toen keek ik de jongen weer aan.
    "Zo, waarom ben jij in dit hotel?" Vroeg ik. Hij zag er aardig uit, maar dat zien er wel meerderen. Dat betekende niet gelijk dat hij ook te vertrouwen was.


    It's not that I don't love our little talks, it's just... I don't love them. ~ Loki

    Finley Martin Smiths || Mens
    Ik schoot in een joggingsbroek en een hemdje die ik onverzorgd in me broek propte en verliet vervolgens mijn slaapkamer om in de badkamer mijn haar te fixen. Ik nam een handje vol met gel waarbij ik een kuif maakte en vervolgens mijn cap pakte. Ik was misschien al een half uurtje wakker en kwam nu pas met het idee me klaar te maken voor vandaag, ik had mezelf voorgenomen wat eten te gaan halen en daarna wat nieuwe kleren te halen - aangezien ik wat geld binnen had gekregen. Ik stak vluchtig een sigaret op en trok de deur open en belandde op de straat. Het was erg druk - al zeg ik het zelf. Een vrouw liep tegen me op en ik keek haar aanvallend aan terwijl haar hakken tikte op de grond en gewoon verder praatte tegen haar mobiel. Ik zuchtte en rende het zebrapad over terwijl ik op zij keek voor een tentje waar ik kon eten en al snel vond ik er eentje op de hoek van een straat. De sigaret gooide ik uit voor de deur en een belletje rinkelde wanneer ik een voet in de winkel zet. ''Goedendag,'' hoorde ik en een vrouw met een vriendelijk gezicht bekijkt me kritisch. Ik kijk even rond en pak vervolgens een croissantje die ik op de balie leg. ''Is dit het?'' Vraagt ze terwijl ik langzaam knik, ik had geen honger. Ik pakte het croissantje aan en liep de winkel weer uit en neem een hap van het knapperige broodje. Ik zag het hotel boven de winkels uit steken en herinner me het verhaal van wat mijn beste vriend tegen me had verteld dat er rare dingen waren gebeurd in de buurt van deze stad en dat het in de omgeving van het hotel plaatsvond. Ik had overdreven met mijn ogen gerold en gezegd dat het roddels waren maar hoe kon ik dat nou weten? Ik was er niet eens bij. Ik haalde mijn schouders op en bleef kort staren en zakte tegen de muur omlaag en zat nu letterlijk op de straat terwijl ik mensen bekeek die langskwamen.


    Everything is illuminated by the light of our past.

    • Nicandro Jonathan Sadler
    Copycat

          "Bedankt, ik zal de één vijfentwintig voor de muffin betalen."
    Alhoewel ik de rood – harige jongedame, welke genoegen schijnt te nemen met de afkorting 'Em' het allerliefst naast mij had uitgenodigd op de bank, voor een individuele pauze en eveneens een individueel gesprek over haar interessante gave – verdwijnt ze na deze woorden richting de keuken, waar eveneens een gepikeerde Ruby in is verdwenen. De gezichtsuitdrukking van de jongedame bij het zien van mijn visitekaartje was zowel verbaasd als enigzins angstig geweest – alsof ze niet precies thuis kon brengen wat ik precies wist of wat ik precies wilde.
    Na slechts enkele seconden een blik op de krentenmuffin geworpen te hebben, neem ik kalm het plateau van tafel om het uit te steken naar de chique uitziende zakenman met zijn jonge, luidruchtige zoon aan de tafel welke het dichtst bij mijn hoek staat. De bolle handen van de jongen hebben de krentenmuffin weggegraaid voordat ik hem goed en wel kon overhandigen – waarna ik me opnieuw achteruit laat zakken in de bank. Mijn gedachten zwerven langzaam weer richting mijn zoektocht – de zoektocht naar de 'Professor', totdat deze opnieuw gestoord worden door een hoge, pijnlijke gil ; zonder enige twijfel afkomstig van een van de kleine meisjes welke dicht in de buurt van de ingang zaten. Alhoewel ik me geen enkele seconde geroepen voel om overeind te komen, fronsen mijn wenkbrauwen licht wanneer ik de serveerster genaamd 'Em' met een klein meisje aan haar arm richting de toiletten zie lopen, om daar vervolgens uit mijn zicht te verdwijnen.
          "Geen zorgen, Ruby – De jaren van EHBO zullen hun werk doen."
    Binnen enkele seconden was ik naast de toonbank verschenen, waar Ruby aanstalten had gemaakt om met een verbandtrommel richting de toiletten te verdwijnen om daar haar college te gaan helpen. Met slechts een enkele, lichtelijk dwingende blik maak ik haar duidelijk dat het zo zal gaan – waarna ze de verbandtrommel enigzins trillend naar me uitsteekt en ietwat verward naar beneden kijkt.
    Voordat ik goed en wel mijn hand tegen de deur van de dames toiletten had gelegd, komt het vrolijke gezicht van het meisje naar buiten – met slechts licht rode plekken op haar armen ; alsof het ongeluk enkele weken geleden was gebeurd. Rustig stap ik vervolgens naar binnen, om daar de rood – harige serveerster aan te treffen, leunend tegen de koel betegelde muur. Alhoewel ze zojuist had voorkomen dat het kleine meisje naar het ziekenhuis gebracht moest worden, zag ze er vermoeider uit dan het moment dat ze me een krentenmuffin aan bood – waardoor ik opnieuw geïnteresseerd mijn wenkbrauwen samen liet komen in een lichte frons.
          "Sta me toe –" zeg ik dan zachtjes, terwijl ik mijn vingertoppen tegen haar hand aan leg en me concentreer op haar gave. Langzaam maar zeker voel ik een gedeelte van mijn eigen energie en doorzettingsvermogen voor de zoektocht afnemen ; welke via mijn vingertoppen richting de serveerster lijkt te glijden en daar zijn plekje vindt.
    "Fascinerend," fluister ik dan – terwijl er een lichte glimlach rondom mijn mondhoeken komt te liggen en ik naar mijn eigen vingertoppen kijk.


    •

    Stefano Leo Gold || Schild

    Slaperig opende ik mijn ogen en ik kneep meteen mijn ogen weer dicht door de zonnestralen die door de gordijnen heen piepte. Ik kreunde meteen en ik draaide me om, zodat de zon niet meer in mijn ogen kon schijnen. Ik zuchtte en ik keek door mijn kamer heen. Even wist ik niet meer waar ik was, maar al gauw wist ik het weer. Een paar dagen geleden kwam er een hele rare man naar mij toe en gaf hij zijn kaartje. Op dat moment had ik wat moeilijkheden om een nieuwe appartement te zoeken. Mijn huisbaas had weer zoals gewoonlijk buien en pakte meer geld, dan is toegestaan. Maar toen kwam die vent bij me langs en had dus een hotel voor me, vol met luxe. Heel eerlijk, ik wist niet eens waarom ik hier deed en die man had het ook niet vertelt. Maakt niet uit, als ik maar een dak boven mijn hoofd heb. Kreunend stond ik maar op en haalde een hand door mijn warrige haar. Ik moest wel zeggen dat het wel luxe was, waar ik zeker aan kon wennen. Ik stond op en ging al snel de douche in. Ik waste me grondig en droogde me daarna af. Ik pakte wat slordig mijn kleding en kleedde me om. Ik deed even mijn haren goed en pakte mijn tas, waar alles in zat. Ik zou wel even de hotel onderzoeken wat het allemaal heeft. Ik liep de deur uit en onderzocht de hotel. Ik zag dat hij een zwembad had en een restaurant. Meteen knorde mijn maag bij het zien van eten en knikte ik goedkeurend. Ik liep naar de buffet en keek wat erop lag. Ik pakte wat broodjes en ging ergens zitten en at mijn broodjes rustig op. Misschien zou ik even de stad ingaan, kijken wat voor winkels ze allemaal hebben.

    [ bericht aangepast op 27 dec 2013 - 15:13 ]


    One Who Travels A Higher Path.

    Ethan Russel Spielman || Telepathie Outfit

    "Hé," begroette de jongen me terug en nam mijn hand aan om die vervolgens te schudden. Ondanks dat ik nogsteeds koud had verminderde dit plots. "Ik ben Jack. Insgelijks." stelde de jongen ,genaamd Jack zich voor en ik glimlachte licht naar hem. Ik beet echter kort op mijn lip toen hij even naar zijn hand keek. Ik was rechtshandig en helaas voor mij was dat ook de kant waar mijn arm nu plaatsgemaakt had voor een prothese. Het kon best wel vreemd aanvoelen, zo'n nepding, maar ik was het al zo gewend geworden dat ik gewoon verder deed met mijn leventje. Ik stak mijn hand in mijn broekzak en keek Jack vriendelijk aan. "Zo, waarom ben jij in dit hotel?" vroeg hij me plots en mijn blik vormde zich om tot mijn bedenkelijke blik. Als ik er zo over nadacht, had ik werkelijk geen flauw idee waarom ik hier was dus haalde ik soepel mijn schouders op. "Ik heb werkelijk geen idee, volgens mij voor een onderzoek ofzo?" zei ik meer vragend dan bevestigend. "En jij?" vroeg ik hem dan lichtelijk nieuwsgierig. Het zou best kunnen dat hij hier voor dezelfde reden was, of misschien was hij een toerist, maar ik kon het niet echt van hem zeggen. "Ik was net het hotel een beetje aan het verkennen, wie weet zijn er hier wel leuke dingen te doen." zei ik met een glimlachje. "Zin om mee te gaan?" vroeg ik Jack dan. Hij leek me wel een aardig iemand, hij had ook iets bijzonders, maar ik had geen idee wat.


    I caught a golden trout! But the real treusure? Friendship - ACNH

    Emileigh Klaire Cherboury
    • Genezer.

    ''Sta me toe.'' Mijn ogen worden groter als ik de deur van het toilet open zie gaan, waarna deze zorgvuldig gesloten wordt door de jongeman die eerder mijn reputatie bij Ruby gered heeft. Mijn hart schiet naar mijn gehemelte als zijn koude vingertoppen mijn hand raken. Er diepe frons trekt samen boven mijn ogen. Wat is hij van plan? Er draait een vreemd gevoel door mijn maag omlaag als ik zijn energie door mijn aderen voel snellen; ik herken het, omdat het precies is zoals mijn gave werkt. Met ingehouden adem en ogen zo groot als schoteltjes gaap ik de man in kwestie aan. Dit kan niet; dit is gewoonweg niet echt. Ik weiger te accepteren dat hij precies diezelfde gave heeft als die ik bezit. Dat is praktisch gezien.. onmogelijk.
    "Fascinerend.'' Mijn ingehouden adem komt raspend over mijn lippen als ik zijn conclusie aanhoor, waarna ik mijn hand ietwat hardhandig terug trek. Het feit dat hij naar zijn vingers kijkt alsof er zojuist magie heeft plaatsgevonden, maakt me op een aparte manier misselijk. Er is echter geen twijfel mogelijk dat hij hetzelfde effect gecreëerd heeft als dat ik weet te bereiken.
    ''Hoe deed je dat?'' Het komt vinniger over mijn lippen dan ik in de eerste instantie verwacht heb, maar ik ben niet van plan het terug te nemen. Ik vernauw mijn ogen iets terwijl ik een stap achteruit zet. Hij woont niet in het hotel; dat weet ik zeker. Daarnaast kan hij ook niet heel veel ouder dan ikzelf zijn.
    Ik ben in de war, maar vooral op mijn hoede. Ik ken maar heel weinig begaafde mensen; de meesten daarvan hebben ook nog eens een heel kleine gave. Ik voel me niet op mijn gemak bij mijn eigen soort. Het voelt op een vreemde manier.. onveilig, omdat ik weet hoeveel schade sommigen aan kunnen richten.
    Zonder mijn blik van de man te halen, zet ik nog een pas naar achter. Hoewel ik mezelf nadrukkelijk kan helen als hij kwaad in de zin heeft; ik heb geen verdedigende gave en genezen is alles waarvan ik zeker weet dat het me zal lukken.


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    • Nicandro Jonathan Sadler
    Copycat

          "Hoe deed je dat?"
    Alhoewel de woorden van de rood – harige serveerster in mijn gedachten door dringen, blijft mijn blik gericht op mijn vingertoppen – welke zojuist de gave van de jongedame over hadden genomen en een vreemd, onbekende gevoel in mijn lichaam had gegeven. Nooit of te nimmer was ik een persoon tegen gekomen met haar gave, waardoor hij me fascineerde en ik mezelf af vroeg wat ze er allemaal mee kon – zojuist had ik slechts een fractie van haar gave over kunnen zetten naar mijn eigen lichaam, maar ik had gevoeld dat er meer achter stak ; dat er meerdere mogelijkheden waren.
    Wanneer ik mijn hand traag naar beneden laat zakken, merk ik op dat de serveerster enkele passen naar achteren heeft gezet – waardoor mijn wenkbrauwen zich opnieuw samen trekken in een lichte frons. Ik vergat altijd wat mijn gave voor uitwerking had op andere personen, wanneer ze in de gaten kregen dat ik precies hetzelfde als hun kon.
          "Mijn naam is Nicandro, Nicandro Sadler. Ik ben, begaafd – evenals jij. Ik heb de gave om andere gaven, van andere personen te 'kopiëren' en ze voor een korte tijd eigen te maken."
    Mijn mondhoeken krullen zich omhoog in een charmante glimlach, waarna ik mijn hand in de zak van mijn jasje laat glijden en haar voor een kort moment onderzoekend aan kijk. Ze wist overduidelijk van haar gave af, maar toch leek ze – angstig, alsof ze hem nog niet helemaal onder controle had of dat ze er niet graag voor uit wilde komen.
    "Je bent heel speciaal – Em," zeg ik dan zacht ; met een korte blik op haar naamkaartje.


    •

    Jack Tyler Wynter

    Voor mijn vraag had hij me vriendelijk aangekeken. Na mijn vraag trok hij echter een bedenkelijk gezicht waarna hij soepel zijn schouders ophaalde.
    "Ik heb werkelijk geen idee, volgens mij voor een onderzoek ofzo?" zei Ethan meer vragend dan bevestigend. "En jij?" Vroeg de jongen me toen en ik zag een licht nieuwsgierige blik in zijn ogen liggen. Ik nam hem even in me op. Er lag iets anders over hem heen. Toen begon er een belletje te ringelen. Zelfde reden. Hij had een gave. Even glimlachte ik half. Ik keek ikweer naar mijn handen en zacht liet ik het sneeuwen op mijn hand. Toen keek ik hem met een halve glimlach aan. "Zelfde reden." Zei ik tegen de jongen voor me.
    "Ik was net het hotel een beetje aan het verkennen, wie weet zijn er hier wel leuke dingen te doen." zei Ethan met een glimlachje. "Zin om mee te gaan?" vroeg hij me toen. Ik keek hem even nadenkend maar knikte toen. "Graag." Ik liet het stoppen met sneeuwen op mijn hand en vroeg me af wat voor gave hij zou hebben. Want dat was iets wat ik zeker wist. Dat hij een gave had. Toen bedacht ik me dat ik nog niet ontbeten had.
    "Heb jij al ontbeten?" Vroeg ik Ethan toen. Het is niet alsof ik hele erge trek had, maar ik kende mezelf.


    It's not that I don't love our little talks, it's just... I don't love them. ~ Loki

    Ethan Russel Spielman || Telepathie Outfit

    "Zelfde reden." zei hij me en toen deed hij iets bijzonders, iets dat ik werkelijk nog nooit in mijn hele leven had gezien. Mijn blauwe ogen stonden gericht op zijn handen waar zich kleine sneeuwvlokjes begonnen te vormen en zo vrolijk weer naar beneden dwarrelden. Jack kreeg een spontane glimlach op zijn gezicht, vast door het zien van de kinderlijke fonkeling in mijn ogen. "Dit is niet te geloven." zei ik bijna fluisterend. De sneeuwvlokjes verdwenen weer zo gauw ze gekomen waren en de nieuwsgierigheid laaide in me op. Hoe deed hij dat, als hij hier voor dezelfde reden was, kon ik dan ook iets? Of had ik het mis begrepen? Op mijn vraag of Jack mee wilde gaan keek hij me even nadenkend aan en knikte hij, waarna zijn lippen een "Graag." antwoordden. "Heb jij al ontbeten?" vroeg hij me dan en ik schudde mijn hoofd. "Nog niet, maar momenteel heb ik nog geen trek." antwoordde ik vriendelijk. "Jij?' vroeg ik hem terug.Ik kon mijn nieuwsgierigheid niet laten en besloot maar gewoon de brandende vragen aan hem te stellen." Hoe doe je dat? Ik bedoel het laten sneeuwen op je hand?" vroeg ik hem dan nieuwsgierig. Ik wilde zoveel meer vragen, maar mijn hoofd begon pijn te doen en ik probeerde maar aan 1 ding te denken, en dat was niets, gewoon mijn hoofd leegmaken leek makkelijker dan het in werkelijkheid was. 'Verdorie' dacht ik en ik liet even kort een hand door mijn haren gaan om dan even onopmerkelijk over mijn hoofd te wrijven. Ik haatte die migraine aanvallen.


    I caught a golden trout! But the real treusure? Friendship - ACNH

    Emileigh Klaire Cherboury
    • Genezer.

    ''Mijn naam is Nicandro, Nicandro Sadler. Ik ben, begaafd – evenals jij. Ik heb de gave om andere gaven, van andere personen te 'kopiëren' en ze voor een korte tijd eigen te maken.'' Hij weet het. Mijn eerdere gedachtegang wordt bevestigd, en vrijwel direct staan al mijn zintuigen op scherp. Het feit dat zijn gave zo.. uitgebreid is, stelt me allerminst niet gerust. Het duurt even, voor ik er van overtuigd ben dat hij geen aanstalten maakt om iets uit te halen – en pas dan ontspan ik langzaam.
    ''Je bent heel speciaal – Em.'' Het feit dat hij mijn naamkaartje heeft gelezen, en dit dus niet op magischer wijze in zijn hoofd is ontstaan – maakt me nog iets kalmer.
    ''Niet specialer dan de rest van ons.'' Verbeter ik hem terughoudend. Aan de ene kant wil ik hier zo snel mogelijk weg. Ik kan Ruby zeggen dat het toch niets is geworden met serveren, en zij zal blij toe zijn dat ze één last minder op haar schouders heeft.
    Maar aan de andere kant is daar die nieuwsgierigheid jegens deze jongeman. Hij komt over als iemand die alle betreffende antwoorden heeft en dat maakt hem meteen gevaarlijk. Helaas heb ik altijd een zwak gehad voor mysterie, en kan ik het niet helpen ook nu weer verknocht te zijn aan deze nieuwe wending.
    ''Emileigh. Emileigh Cherboury.'' Prevel ik uiteindelijk zachtjes, na een korte stilte. In de enorme spiegelwand die de damestoiletten siert, kan ik glimpen van mezelf en de jongeman – Nicandro – opvangen. Zo hoef ik hem niet telkens in zijn glasheldere irissen te staren om te weten wat hij aan het doen is. Een hele opluchting, als je het mij vraagt.
    ''Ik ben dus een genezer, zoals de symptomen mij noemen.'' In de jaren waarin de ontwikkeling van mijn gave vooruit gingen, heb ik meer dan gezond was research gedaan. Zo ben ik flink wat gaven tegengekomen, waaronder de mijne. Ik wist niet wat het betekende, maar ik leer. Gaandeweg heb ik aardig wat over mijn gave en zijn nadelen geleerd. Misschien is het, omdat ik voor de mensen heb gekozen dat ik geen behoefte heb aan de extra kracht. Maar dan nog, hij kan handig zijn. En op die momenten aarzel ik niet hem te gebruiken. Dat ligt waarschijnlijk in het instinct van mijn gave – die zo diep is geworteld in mijn geest dat ik er vrijwel nooit aan ontkom.
    Ik moet omhoogkijken, als ik Nicandro daadwerkelijk wil aankijken. Maar uiteindelijk heb ik het lef verzameld om hem aan te kijken zonder mijn blik neer te slaan.
    ''Emileigh! Waar ben je!?'' De hoge klank waarmee Ruby sneert laat me kort ineen krimpen, al vinden ze het lange postuur van de jongedame al veel te vluchtig in de deuropening van het toilet.
    ''Wat doe je hier in hemelsnaam met meneer Sadler?'' Ze probeert zowel verontschuldigend tegen de één, als ontzet tegen de ander te klinken. Het ziet er werkelijk waar angstaanjagend uit.
    ''Niets, niets. Ik zal –'' Ruby legt me het zwijgen op met haar indringende blik, waarna ze me een kinderlijke duw in mijn rug geeft in de richting van de keuken. De manier waarop ze op me neer kijkt laat me er bijna voor zorgen dat ik mijn tong naar haar uitsteek – al weet ik dat trekje te verhinderen door op mijn onderlip te bijten en braaf richting de keuken af te druipen.

    [ bericht aangepast op 27 dec 2013 - 19:16 ]


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    (Even quick; Wie voor mijne en waar? ^^)


    Ich liebe dich 27.12.23