Abigail was verbaasd toen er een chatvenster verscheen op haar scherm en Scorpius’ naam er stond. Ze spraken elkaar af en toe nog wel eens, maar inmiddels was het al een tijd geleden en het laatste wat ze van hem vernomen had, was dat hij een paar maanden naar Syrië was geweest.
Ik moet je wat laten zien, las ze met gefronste wenkbrauwen.
Haar hart begon iets sneller te kloppen, al kon ze zich niet voorstellen wat dat zou moeten zijn. Ze hadden nog wel eens met elkaar afgesproken toen Raphael net uit het ziekenhuis was en hij was altijd erg begaan met haar welzijn geweest, maar het contact was daarna verwaterd, hoewel Scorpius nog vaak door haar hoofd spookte. Iets had haar echter vaak weerhouden om contact met hem op te nemen en naarmate de tijd verstreek, durfde ze niet meer. Daarom voelde ze zich ook een beetje nerveus dat hij een bericht stuurde, dat ook nog eens zo vreemd was.
Op foto?
Nee, in RL
Ze vlocht haar handen in elkaar. Wat kon dat in vredesnaam zijn?
Waar? En wat? :p
In Den Haag
Meer kreeg ze er niet uit. Hij wilde niet vertellen waar het mee te maken had en Abigail had er een onbestemd gevoel bij, maar toch was ze te nieuwsgierig om het te negeren en een dag later stapte ze op de trein naar ’s Gravenhage.
Hij wachtte haar bij het perron op en toen ze elkaar zagen, wisten ze beiden niet goed wat ze moesten doen of zeggen. Abigail merkte sterk dat ze nog steeds gevoelens voor hem had, maar geloofde niet dat het iemand goed zou doen als ze hem dat zou vertellen. Bovendien was ze nu al een paar maanden gelukkig met Jochem en dat wilde ze niet zomaar vergooien door een absurde ontmoeting als deze.
Scorpius was niet erg spraakzaam terwijl ze het station verlieten. Hij nam haar mee naar een afgelegen steegje en Abigail wist dat sommigen van haar vrienden haar voor gek verklaarden dat ze Scorpius vrijwillig naar een donker steegje volgde, gezien hij niet het meest betrouwbare mens op aarde was. Ondanks dat hij een handlanger voor Luke was geweest en hij er voor gezorgd had dat Marit maandenlang van de aardbodem was verdwenen, geloofde ze niet dat hij haar kwaad zou doen. Hij was een bron van steun geweest op Stoneys begrafenis en daar zou ze hem eeuwig dankbaar voor zijn. Abigail durfde niet te beweren dat hij veranderd was de afgelopen twee jaar, want daarvoor was hun contact te min gehad, maar ze hoopte dat het hem gelukt was om op een eerlijke manier aan geld te komen.
Hij haalde een sleutel uit een zak en ging een verzakte deur binnen, waar hij het licht aanknipte. Abigail knipperde met haar ogen en keek om zich heen, niet goed wetend in wat voor pand ze zich bevond. De verlichting was een beetje vreemd en ze kreeg er hoofdpijn van. Ze liep achter Scorpius aan een andere deur door, waar een groot object verscholen was onder een zwart doek.
Ze hadden nog geen woord gewisseld toen Scorpius het doek eraf trok en ze een vreemde, groenkleurige capsule zag, met doorzichtige knoppen en vreemde radertjes.
‘Wat is dit nou weer voor een futuristisch ding?’ vroeg ze verbijsterd maar nieuwsgierig.
Hij draaide zich om en ze staarde en moment in zijn blauwe ogen.
‘Het is een tijdmachine.’
Abigails ogen werden groot van verbijstering en ze zocht steun tegen de muur, terwijl ze zich afvroeg of hij zich had volgespoten met een of andere troep.
‘Wat –‘
‘Je kunt ermee terug de tijd in.’
Hij keek haar veelbetekenend aan.
Ze werd een beetje licht in het hoofd. Meende hij dat nou? Moest ze dat echt geloven?
Hij leek in te zien dat hij haar niet met woorden kon overtuigen en sloot zijn vingers om haar pols. Met een korte ruk trok hij haar de capsule in en deed hij de deur dicht.
Hij toetste een aantal knoppen in en het jaar 1992 verscheen op het scherm. Een zoemend geluid vulde hun oren en toen verscheen er een wirwar aan kleuren, die zo divers waren dat Abigail ze niet kon beschrijven.
Ze wist niet hoeveel tijd er verstreken was toen het geluid en de kleurenbrij afnam en ze met een plof op de grond vielen, midden in het bos.
‘Geloof je me nu?’
Abigail zweeg. Ze wist niet of ze nu in een andere tijd terecht waren gekomen, maar als ze alleen naar een andere plaats getransporteerd waren, was dat ook al een bovennatuurlijke ervaring.
‘Hoe komen we terug?’
‘Ik heb fijn minuten ingesteld.’
Abigail knikte en keek hem peinzend aan. ‘Wat wil je dat ik ermee doe?’
‘Wat wil je er zelf mee doen?’
Ze had er zo snel geen antwoord op, maar Scorpius had er al over nagedacht.
‘Je kunt alleen terug naar een periode voordat je werd geboren. Ik wilde teruggaan naar België en mijn fouten herstellen, maar dat is onmogelijk.’
Hij keek haar aan.
‘Eens heb je iets losgelaten over het leed van jullie families. Misschien kunnen jullie de toekomst veranderen.’
Abigail overdacht zijn woorden en had nog niets teruggezegd toen een bol van kleuren om hen heen verscheen en ze weer teruggingen naar het heden.
‘Voor deze vijf minuten zal hij al een maand moeten opladen. Je kunt hem gebruiken als je wilt,’ liet Scorpius haar weten nadat ze uit waren gestapt.
Abigail keek hem niet begrijpend aan. ‘Waarom doe je dit?’
‘Ik heb dingen veroorzaakt die levens hebben geruïneerd. Ik heb iets goed te maken en dit is mijn kans.’
‘Hoe kom je eraan?’
Scorpius keek een andere kant uit. ‘Dat doet er niet toe.’
Tijdens haar terugreis naar huis kon ze het nog steeds niet bevatten, maar ze besefte wel dat het een unieke kans was om dingen recht te zetten. Als hun ouders Ashlee niet zouden ontmoeten, zou iedereen zoveel gelukkiger zijn…
Ze nam zich voor de komende maand zoveel mogelijk informatie over de vakanties van haar ouders te winnen. Misschien kon ze echt een verschil maken. Ze vermoedde niet dat al haar vrienden het direct zouden geloven, maar sommigen wilden misschien wel de kans wagen.
Zodra ze thuis was begon ze een e-mailtje te tikken: de enige manier waarop ze iedereen zo snel mogelijk kon bereiken. Het was een absurde brief, maar hopelijk vonden ze haar betrouwbaar genoeg het een kans te geven…
[ bericht aangepast op 24 nov 2013 - 17:01 ]
Every villain is a hero in his own mind.