Amelia Eden Singer - Lerares Geschiedenis van de Duistere Zijden
Het is al donker buiten als ik eindelijk mijn huis verlaat. Het is niet veel, een appartementje, maar ik gebruik hem dan ook enkel in de vakanties. Het liefst hang ik niet rond op school als ik zo lang vrij heb. Ik hou ervan, daar niet van, maar ik hou toch ook wel een beetje van een sociaal leven buiten de mensen die ik op mijn werk zie. Ik haast me snel verder, mijn betoverde hutkoffer zweeft achter me aan. Voor geen miljoen dat ik die zelf ga dragen zeg. Ik weet dat de Viavia zoals altijd al klaar staat, ik moet hem enkel op het juiste moment zien te bereiken omdat ik anders vreselijk te laat ga komen. Als ik hem zie liggen, kijk ik snel op mijn horloge. Net op tijd! Ik strek mijn hand uit en raak het vertrapte blikje aan, tegelijk als ik mijn hutkoffer beetgrijp.
Aan het gevoel lijk ik wel nooit te wennen. Ik sluit mijn ogen als ik het gevoel heb dat een haak zich achter mijn navel vast grijpt en ik door ruimte en tijd getakeld word. Ik word snel misselijk als ik mijn ogen open houd. Ik open ze pas weer als ik vaste grond onder mijn voeten voel en zeker weet dat ik op mijn bestemming aangekomen ben. Met een opgeluchte zucht zie ik het kasteel voor me en glimlach ik. Mijn tweede thuis, ik heb zin in het nieuwe schooljaar. Het gebouw is elke keer weer enorm indrukwekkend. Met diezelfde glimlach loop ik naar binnen toe om mijn koffer weg te brengen in mijn kamer. Ik fatsoeneer mijn blonde haar nog even, doe een beetje rode lippenstift op mijn lippen die ik zorgvuldig over elkaar heen wrijf en trek mijn 'reisoutfit' uit om hem te wisselen voor een donker, getailleerd jasje, een strakke zwarte broek met kniehoge laarzen. Mijn toverstok steek ik weg in het jasje.
Als ik weer beneden kom, bots ik bijna tegen Skylar op omdat ik niet zo heel goed oplet. Ik knik beleefd naar hem, maar maak geen excuses. "Goedenavond, Winter," begroet ik mijn collega beleefd. "Ook onderweg naar het bos?" vraag ik hem, waarna we samen op weg gaan erheen. Het is donker buiten, maar we vinden uiteraard moeiteloos onze weg op een duister wezen. Straks zullen die de leerlingen naar het kasteel brengen. Ik spring behendig van het wezen af als we er aankomen. "Fijne vakantie gehad?" vraag ik aan hem. Ik vis de stok uit mijn jas en begin daarmee het vuil onder mijn nagels vandaan te peuteren terwijl ik me afvraag hoe dit schooljaar zal worden.
Mikhail Alyosha Volkov - Codaradi 7de jaars
"Mam, ik ben al achttien hoor," mompel ik terwijl ik mijn overly attached moeder van me afduw, maar met liefde. Toch trek ik een vies gezicht als ze een kleffe zoen op mijn wang duwt. "Dat weet ik, maar het is je laatste jaar," zegt ze sentimenteel erop. "Volgend jaar ben je afgestudeerd en je bent klassenoudste... Je vader en ik zijn zo trots op je!" Mijn vader staat er een beetje stijfjes bij, maar dat is niet vreemd voor hem. Toch grimas ik naar mijn moeder, waarna ik mijn gezicht snel weer in de plooi trek. "Ja, ik weet het." antwoord ik er een tikkeltje verveeld op. "Maar ik moet echt gaan, een Viavia wacht niet." is mijn snelle gedag, waarna ik hem aanraak. Het duurt echter enkele tellen voordat ik ook daadwerkelijk naar de volgende plek gebracht word, het bekende betoverde stadje waar ik al zo vaak geweest ben. Voordat ik ga zie ik mijn vader trots naar me knikken.
Hoewel ik niks nodig heb, loop ik toch ergens binnen om wat snoep te kopen. Ik haal een grote zak smekkies in alle smaken en wat van slobbers beste bubblegum. Niet dat ik van plan ben om bellen ermee te blazen, ik vind het leuk om iets te kauwen te hebben. Ik stop een stukje in mijn mond en begin op mijn gemak naar het bos te lopen om te verzamelen. Volgens mij ben ik door mijn trage tempo, ik noem het liever gewoon relaxt, wat aan de late kant, maar dat maakt mij niet zoveel uit. Mijn bagage zweept op hetzelfde tempo mee, hij beweegt zelfs iets mee op de slome stappen die ik zet. Al voordat ik aankom heb ik toch een spoor achter gelaten van blauwpaarse bubbels.
Als ik er aankom zie ik dat er al leerlingen zijn, evenals leraren. Toch zie ik niemand die mij veel kan interesseren en laat ik mijn hutkoffer op de grond zakken, ietwat afgezonderd van de rest. Het laatste restje hard geworden kauwgom spuug ik uit op de grond terwijl ik wacht tot de rest van de leuke mensen aankomt. Heel veel vrienden heb ik echter nooit gemaakt, maar mijn ogen zoeken altijd naar de interessante meisjes, hoewel ze af en toe op een jongen blijven hangen en ik mezelf binnensmonds vervloek.
[ bericht aangepast op 22 nov 2013 - 21:45 ]
Your make-up is terrible