• Cover met dank aan Aragog


    WASHINGTON 23 September 2020.
    De wereld bevolking word te groot hebben de onderzoekers verkondigd, de brandstof en voedselbronnen raken uitgeput en met het drinkbare water staat het ook niet best. Amerika heeft besloten om de wereld bevolking met 1/3e uit te gaan roeien en doet dit op een agressieve manier. Hun troepen volgen hen tot over de hele wereld en stortte zich op de dicht bevolkte landen.
    De lichamen van de afgeslachte mensen worden gebruikt om een fossiele brandstof en voedingsbodems voor de boeren van te maken.
    Massa moord is aan de orde van de dag en niemand lijkt veilig te zijn tenzij je genoeg geld en aanzien hebt. De normale burger word uit hun huizen gesleept en in koele bloede vermoord, slecht een groepje mensen weet te ontsnappen en beginnen aan hun trek door europa. Ze hopen veiligheid te vinden, maar de weg is lang en zwaar. Verschillende landen hebben zich bij Amerika gevoegd wat hun weg alleen maar moeilijker maakt.

    gebaseert op dit artikel

    Rollen:

    Mannen:
    - Nanook Quayle - Cas - Pagina 1,1
    - Douglas Martell - Dooddoenervo - Pagina 1,4
    - Myka Franco Boyd. - Osaki - Pagina 1,3
    - Misha Adams - Tonto - Pagina 1,6
    - Ash DeMunn - Bequeath - Pagina 1,6
    - Jack holtzheimer Guinness - Pagina 1,7

    Vrouwen:
    - Christine winter [beroeps millitair] - Guinness - Pagina 1,1
    - Aerin Nara Yi - Olicity - Pagina 1,5
    - Valerie Savarin (Val) - Chekhov - Pagina 1,3
    - Luna Georgia Blake - VladiFerr - Pagina 1,5
    - Elise Bree - sandordinja - Pagina 1,4
    - Aurea Montericica - LadyJilly - Pagina 1,6

    Regels

    - Minimaal 1x per week reageren per personage.
    - Minimaal 300 woorden per post per personage.
    - Geen perfecte karakters.
    - Houd mannen en vrouwen gelijk, anders zal ik een stop op de vrouwen moeten zetten.
    - Geen ruzie maken, heb respect voor elkaar en geef feedback op een respectvolle manier.
    - Reservaties blijven 48 uur staan
    - Alleen Guinness maakt de topics aan, bij afwezigheid wijs ik de vervanger aan.
    - Denk goed na voor je mee doet, geen eendagsvliegen!
    - Hier alleen rollen, de rest in het praat topic (deze word aangemaakt zodra er wat deelnemers zijn).
    - 16+ en schelden is toegestaan, maar houd het fatsoenlijk.
    - Maximaal 2 personages per persoon (en dan een man en een vrouw, niet 2 van 1 geslacht.
    - Bespeel alleen je eigen karakter.
    - Moord is toegestaan maar alleen met toestemming van de eigenaar.



    Praattopic: Nr. 1-Nr. 2
    Rollentopic: Nr.1
    Speeltopic: Nr. 1




    Het begin van de RPG:
    Het begin van de RPG zal zijn in het schwarzwald in Duitsland. Omdat dit woud behoorlijk dicht bebost is, is de overlevings kans veel groter. Natuurlijk kunnen ze vanaf dit punt verder trekken.

    [ bericht aangepast op 8 dec 2013 - 22:36 ]


    Never forget what you are. The rest of the world will not. Wear it like armor and it can never be used to hurt you.

    Christine winter

    Een klikkend geluid kaatst tegen de bomen wanneer ik het magazijn van mijn wapen terug plaats. Een korte zucht rolde over mijn lippen terwijl ik voor mij uit kijk, ik was al een dag van het pad afgeweken. Hoewel ik wist dat ik eerder overlevende zou vinden op het moment dat ik een pad volgde, besefte ik mij ook dat de millitairen mij makkelijker konden vinden. Druppels vielen van de bladeren op mijn hoofd, het had lange tijd geregend en het laatste water viel nu van de bomen. Het was hier mooi, dat moest ik toegeven. Maar het was vooral heel erg eenzaam, de geluiden om mij heen zouden mij tot waanzin kunnen drijven als ik niet mijn kalmte had bewaard. Overleven ging mij prima af, tenminste zolang mijn rantsoenen het vol zouden houden. Jagen was nooit mijn sterkste punt en heb het nauwelijks kunnen leren. Het leger zorgt goed voor zijn millitairen, maar nu zorgde niemand voor mij. Niemand behalve zij zelf. Ik trok de veldfles van mijn riem en nam een aantal slokken.
    Ik was blij dat de regen was gestopt, ik kon nu horen of ik gevolgd zou worden. Ik sloot mijn ogen even en luisterde naar de natuur. Een aantal dagen geleden had ik door een stad moeten trekken. De geur van buskruid en het geluid van schoten en paniek hingen nog in mijn hoofd en ik was bang dat, dit nog wel een tijdje zo zou blijven.
    Toen ik mijn ogen opende spotte ik wat in de verte, ik schuilde achter een boom en keek behoedzaam naar wat ik zag. Echter ontnam de groene bladeren van een struik mijn zicht, een ding wist ik wel zeker... wat ik zag hoorde niet thuis in deze omgeving. Ik laadde mijn geweer door, -Eerst kijken, dan schieten.- Bedacht ik mij. Het kon een vijand zijn, maar ook een overlevende en ik zou er niet mee kunnen leven als ik de verkeerde het leven ontnam.


    Never forget what you are. The rest of the world will not. Wear it like armor and it can never be used to hurt you.

    [Mijn topics]


    Your make-up is terrible

    (Mijn topics. Na het eten ga ik wat schrijven)


    Ich liebe dich 27.12.23

    Mijn topics


    [i]Help always come when people fight for right - Tonto [/i]

    Aurea Montericica

    Het gekraak van een takje deed mij opschrikken. Behoedzaam liep ik verder. Ik liep al de hele dag door en was gewend geraakt aan het ritme van de natuur. En ik merkte het meteen toen deze doorbroken werd.
    Heel vroeg deze ochtend was ik gewekt door geschreeuw en gekrijs. Ik had met mijn tentje op een camping vlakbij het zwarte woud gezeten, had me veilig gewaand. Ik had nooit verwacht dat Amerika ook Europa zou binnenvallen om van burgers af te komen. Maar ze flikten het toch.
    Ik was gedesoriënteerd mijn tent uit gestapt en had toen als bevroren staan toekijken naar wat er om me heen gebeurde. Het ritmische geluid van het machinegeweer kon ik me nu zelfs nog voor de geest halen. Mijn besluiteloosheid was bijna mijn dood geweest, tot ik zag hoe een klein meisje van vijf door haar hoofd werd geschoten. Meteen was ik de tent weer in gerend om mijn rugzakje te pakken en ik was daarna meteen het bos in gegaan. Hoewel ik het een dag eerder nog angstaanjagend had gevonden, leek het nu een soort rust uit te stralen.
    Ik klom meteen een boom in en keek vanaf daar naar beneden. Ik zocht een mes, maar kon er geen geven. Ik vervloekte hardop mijn slordigheid, om daarna meteen een hand voor mijn mond te slaan. Super, wie of wat het dan ook was geweest, hij had mij opgemerkt. Ik drukte me zover mogelijk naar achter en hield mijn adem in. Ik voelde mijn hart kloppen in mijn keel en besefte dat ik doodsbang was. En zo zat ik voor een kleine vijf minuten.
    Uiteindelijk besloot ik dat als het een van de moordenaars van vanochtend was, hij me al lang vermoord had. Grote kans dat het nog een overlevende was. Ook al bleef ik het liefste alleen, ik moest toegeven dat het veiliger was bij een groep te zijn. Dus ik waagde het erop.
    ‘Hallo?’ vroeg ik, met mijn stem de ijzige stilte doorbrekend.

    [ bericht aangepast op 4 nov 2013 - 18:16 ]


    Never run faster than your guardian angel can fly

    Misha Adams

    Ik trok wel vaker door Europa, ondanks dat ik in Amerika was opgegroeid. Ik hield van Backpacking en dat deed ik dus wel vaker. Het laatste wat ik dus verwachtte is dat een hoop militairen zomaar het vuur op de mensen openden. Ik kon weg komen gelukkig, maar net. Ik zorgde dat ik het bos in kwam, en diep. Hier ben ik in mijn element, hier zal niemand mij vinden tenzij ik dat wil. Nu zit ik ook hoog in een boom. Ik heb wel wat mensen gezien, maar die laat ik hun gang maar gaan, ook geen zin om me er mee te bemoeien. Eerst moet ik mijn arm verbinden. Ik ben geschampt door iets. Het kan een mes of een kogel geweest zijn. Het is maar een schamp wond gelukkig. In mijn rug zak vind ik mijn verband doos. Ik druk een gaasje op de wond en verbind het dan verder met een rolletje verband die ik vast zet met een pleister. Ik pak alles weer in en in mijn zak. Heb ik eens even mazzel dat ik sowieso altijd een paar jagersmessen en een pistool bij me heb. Geen idee hoe ik het door de douane krijg iedere keer, maar het lukt.
    Langzaam maar vooral stilletjes klim ik de boom uit naar beneden. Mijn oren zijn gespitst en mijn ogen bespeuren elke beweging van alles wat er om me heen gebeurt. Ik pak een mes uit de houder om mijn enkel en Ik loop langzaam, op me gemak door. Plotseling kijk ik naar een bosje en zie een jonge vrouw zitten. Ze is niet erg goed zichtbaar. Maar ook niet goed verstopt. Ik kan een lichte glimlach niet onderdrukken. Ik kijk nog steeds naar het meisje. "Je bent niet erg goed verstopt" zeg ik, luid genoeg zodat ze me kan horen. Ik glimlach en loop dan rustig door, het meisje achter me latend en goed om me heen kijkend en goed luisterend. Hopelijk vind ik een lekker dier om te eten.


    [i]Help always come when people fight for right - Tonto [/i]

    [Mijn topics]


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    MT, ik kan pas woensdag posten helaas.]


    We will not be quiet, Stonewall was a riot!

    Dale Mick Michelson "Mickey"

    Ik duw mezelf vanaf de grond omhoog. Ik kijk kijk wat om me heen. Hoelang heb ik hier wel niet gelegen, ik herinner me nog dat ik knock-out ging van een of andere klap tegen mijn hoofd. Mijn oog valt op een redelijk grote tak die naast mij op de grond ligt. Dan kijk ik omhoog en zie een boom die duidelijk een van zijn takken mist. Oh fijn, knock-out geslagen door een damn boom! Ik grom een keer en kijk dan om mij heen. Schwarzwald, dat is waar ik was natuurlijk. Gevlucht voor die klote amerikanen. Echt, als ik die leiden van hun in mijn handen krijg, ik vermoord die persoon persoonlijk met mijn eigen, blote handen!
    Ik veeg het modder, waar ik recht in beland was blijkbaar, van mijn gezicht af en voel aan mijn binnenzak van het jack dat ik aanheb. Gelukkig zit mijn pistool er nog in. Ik zou nu, op dit moment, moeilijk kunnen overleven zonder dat ding. Het was van noodzaak om dat bij mij te hebben. Straks dan kom ik ergens een van de vijanden tegen en dan moet ik wel bewapend zijn. Hoewel, als er tien man met geweren om mij heen staan heb ik niet zoveel kans met mijn kleine pistool die maar zes kogels bevat. Ik wrijf even door mijn ogen en begin langzaam door het bos te lopen. Mijn kop bonkt als een gek, wat niet zo raar is ook. Zo een tak op je hoofd krijgen is ook niet niets. But I survived. Daar gaat het om. Anders lag ik daar nu misschien weg te rotten of zo. Zouden die Amerikanen niet erg vinden. Ik heb gezien wat ze doen met de mensen, vreselijk. Ik heb er genoeg afgeslacht zien worden. Op mijn weg naar Schwarzwald heb ik genoeg mensen gezien die er niet meer waren. Sommige al half vergaan wat vreselijke beelden gaf. Maar ik moet er niet aan denken. Ik moet mij focussen op wat er nu nog over is en ik moet overlevende vinden. Als ik daar zin in heb. Natuurlijk heb ik daar wel zin in, maar ik ga liever alleen op pad. Ik ben niet zo goed in samenwerken.
    "Iemand levende!?" roep ik droogjes door het woud heen. Het zal hoogstwaarschijnlijk zijn dat ik antwoordt krijg. Toch? Misschien ben ik hier wel de enige overlevende. Wel lekker rustig. 'Nee, Mickey, zo mag je niet denken!' bijt ik mezelf toe en schud mijn hoofd even. 'Een beetje gezelschap zou wel leuk zijn.' Ik wrijf even over de bult die zich op mijn hoofd heeft gevormd en zucht even. Fijn, loop ik met een buil op mijn kop rond ook. Kan het nog beter!?


    Ich liebe dich 27.12.23

    Nanook Quayle

    Mijn voeten verplaats ik in een steady tempo, niet te snel en niet te langzaam, hoewel ik wel geruisloos ben, zo ver het mogelijk is in een bos. Op dit tempo kom ik goed vooruit, maar raak ik niet al te snel uitgeput. Enkel weet ik helemaal niet waar ik nu naar op weg ben. Wat doe ik als ik straks in het middelpunt van het enorme bos sta, tussen de eeuwenoude bomen? Ik weet niet waar ik naartoe moet, de steden zijn te onveilig en nu ben ik enkel constant op reis, door blijven gaan Nan. Meer weer ik nog niet. Waarschijnlijk vlucht ik gewoon voor mijn schuldgevoel en de herinneringen. Alsof ik in leven moet blijven voor mijn vader die het niet kon. Ik weet hoe belachelijk het klinkt.
    Opeens besluit ik dat het genoeg is en hurk ik neer. De grond ziet er schoon uit, spoorloos. Ik hoor niks, de bladeren boven mijn hoofd zorgen voor enkel het typisch ritsende geluid samen met de andere natuurgeluiden van vogels en insecten. Daarbij zorgt het er ook voor dat ik de lucht amper kan zien en het hier redelijk donker is, maar niet zo donker dat ik niet meer kan zien waar ik loop. Terwijl ik neerhurk, haal ik de zware rugtas van mijn schouders af en rits ik hem open om er iets te eten uit te halen. Het is voornamelijk al ingeslagen proviand of dingen die ik zelf bij elkaar gesprokkeld heb. Uit de natuur en gewoon uit een verlaten winkel. De steden mijd ik al even, waardoor dat bijna op is.
    Als ik vind dat ik lang genoeg gerust heb en wat water gedronken heb kom ik weer overeind. Mijn hand glijd onbewust over het kleine jachtmes dat verborgen hangt aan de versleten zwart leren riem die mijn bleke spijkerbroek met een scheur bij mijn knie omhoog houd. Ik draag eronder een simpel, maar vuil geworden shirt die er daardoor een beetje donker uitziet met een vest van donkerrood geruit plaid. Deze ontneemt het jachtmes groot en deels aan het zicht, hoewel hij niet dicht geknoopt zit. Het jachtmes aanraken heeft altijd iets kalmerends voor me, ook onbewust. Zodra ik dit gedaan heb, mijn tas weer dicht geritst en over mijn schouder gegooid heb ga ik weer op weg.
    Opnieuw ga ik verder in mijn tempo, maar al snel houd ik halt. Ik zie sporen, enkele sporen. Ze zijn licht en ik trek mijn wenkbrauw omhoog, omdat ze duidelijk menselijk zijn. Ik heb niks gehoord en ben helemaal niemand tegengekomen. Ze achtervolgen me ook niet. Hierdoor besluit ik de sporen achterna te gaan. Al sluipend begeef ik mezelf langs dezelfde weg, tot ik duidelijke geluiden hoor van iemand die zichzelf aan het voortbewegen is op een minder zachte manier dan ik. Mijn mondhoeken trekken iets omhoog als de menselijke gedaante in zicht komt en het duidelijk niet gekleed is als zo'n Amerikaanse militair die nu iedereen aan het afslachten zijn. Ik ben enkel niet van plan om het aan te spreken, daarvoor vind ik het nog te gevaarlijk. Ik blijf diegene volgen, maar raak afgeleid door de menselijke bewegingen en pas niet op waar ik loop, waardoor ik luid een takje door de midden breek en een schuldige blik in mijn ogen krijg.


    Your make-up is terrible

    Valerie -Val- Savarin

    "Oeps." Valerie keek toe hoe het lichaam van de soldaat eerst traag en dan steeds sneller naar beneden tuimelde tot het hij met een misselijkmakende klap de grond raakte. "Recht van de snelste mate, sorry." Met een hardhandige ruk herlaadde ze haar M9 terwijl ze de magnum achteloos achter haar de straat op wierp. "Nutteloos ding." Ooit had ze ervan gedroomd om hier te komen studeren. Maar, Freiburg dat ooit één van de mooiste studentensteden was geweest, was nu gevuld met rottende lijken en bloed. Grijnzend gaf Valerie het lichaam van de neergeknalde soldaat een duwtje zodat ze makkelijker kon passeren. Zonder er bij stil te staan hoe gevaarlijk het wel niet was, liet ze zich neervallen op het dichtstbijzijnde bankje, strekte haar vermoeide benen uit en stak een sigaret op. "Fuck, dat doet goed." Een lachje verscheen spontaan op haar gezicht, het was al zo lang geleden dat ze nog eens een sigaret had kunnen opsteken. Pas als ze in de verte het gedreun van zwarte legerlaarzen op de plaveistenen hoorde, stond ze op. Het was tijd om te verdwijnen.

    Zonder nog om te kijken, slingerde ze haar rugzak over haar schouder en zette het op een rennen, recht het woud in. Haar conditie was nog uitstekend en uiteindelijk wou ze ook niet zo bijster diep het woud in trekken. Een kilometer of vijf, zes misschien, dat zou wel ver genoeg zijn. Het leek haar sterk dat de Amerikanen zover zouden gaan in hun missie om ook een volledig woud te gaan uitkammen. Americans though. Uiteindelijk stopte ze al op een kilometer of drie. Ze zag amper nog waar ze heen liep, wat haar al een aantal flinke krassen had opgeleverd. Vloekend bleef ze staan op de eerste de beste open plek die ze tegen kwam. "Perfect..."

    [ bericht aangepast op 4 nov 2013 - 20:47 ]


    Soms ben ik het sterkste wijf ter wereld en soms ben ik een kwartelei.

    Elise Bree

    Het deel van het bos waar ik me nu bevond kende ik als m'n broekzak. Ik had hier vroeger veel tijd doorgebracht met mijn vader, over de paden gelopen, van ze afgeweken, dieren gespot, het was iets dat nog in mijn geheugen gegrift stond als of ik het gister nog meegemaakt had. Van ieder plantje, hoe klein ook kon ik de plek aanwijzen, van ieder insect, ieder zoogdier wist ik op z'n minst de naam. Het maakte dat ik me hier erg veilig voelde. Echter wist ik dat ik door moest stappen, niet stoppen, dat was mijn motto. Ik hield er niet van mijn vertrouwde omgeving te verlaten, maar dit gedeelte van het bos was te dicht bij het gevaar. Te dicht bij de stad. Iedere minuut hoorden ik nieuwe schoten, een ander leven, weer één minder. Het was het geluid dat de laatste paar dagen de rust in de natuur verstoorde, het geluid dat de dieren dieper het bos in deed vluchten, en wat mij genootzaakt maakte door te lopen. Ik kende geen genade, voor niemand op dit moment. Ik was fel, op mijn hoede en liet mijn emoties niet toe. Mijn benen ploegde op een stevig tempo door de natte modder, de pijnscheuten van vermoeidheid wist ik te negeren. Mijn linkerhand was om het handvat van mijn kapmes geklempt en mijn rechterhand bewoog mee in het ritme van mijn pas, echter voorbereid het andere kapmes uit zijn huls te tillen. Ik lette goed op de geluiden om me heen, op voetstappen, voetstappen de niet van dieren waren of van mezelf, maar van een mogelijke vijand, iemand die me achtervolgde om op een onverwacht moment genadig toe te slaan. Ik was gefocust, misschien wel te gefocust. In twee dagen had ik nog geen levend persoon opgemerkt, maar mijn hele lichaam was voorbereid op deze ontmoeting. Voorbereid op het ergste...

    [ bericht aangepast op 4 nov 2013 - 21:44 ]


    'Speak the truth, even if your voice shakes...'

    Myka Franco Boyd.
    “Hallo? Is er een levend wezen dat ik kan afslachten?” Riep ik met een grijns op mijn gezicht. Als iemand mij nu tegenkwam, zou diegene waarschijnlijk denken dat ik meedeed aan die hele onzin van Amerika, maar dit was echter niet zo. Al ging ik mij hier nu niet druk om maken, er was altijd een moment om zoiets uit te leggen dat ik dat niet was.
    “Nee hé! Jullie zijn bang voor de grote, krachtige Myka! Bang voor zijn sais!” Weer grinnikte ik.
    “Dat dacht ik al. Grote, bange baby's.” Mompelde ik eerder tegen mijzelf dan tegen mensen in het algemeen.
          Misschien was ik ook wel een beetje gek geworden, maar ik kon al wel weten dat ik zo zou worden met dat ik naar het weeshuis werd gebracht – al herinnerde ik mij daar niks van. Ze zeiden dat een oude man met een hond dat was, maar ik gaf de schuld aan het weeshuis. Wat een harteloze, ouwe mensen daar. Die ouwe deed alleen maar iets uit zorg voor een baby.
    “In het bos staat een huis. Hertje gluurde door de ruit, daar kwam een haasje aangerend. Klopte op de deur,” begon ik zachtjes een oud kinderlied te zingen.
          In plaats van er telkens aan te denken dat mensen mij graag af zouden willen slachten, omdat dat de normaalste zaak van de wereld ging worden (vooral voor Amerika, die rijke klerelijers), probeerde ik mij te richten op de natuur met dat ik het nummer door zong.
    Ik was blij dat dit een dichtbeboste woud was en je hier moeilijk iemand tegen kon komen, maar ik hield mezelf voor dat ik altijd op mijn hoede moest zijn, want het betekende nog niet dat je er niemand tegen kon komen. En als ik dan iemand tegen kon komen, hoopte ik dat het niet in een slachtbui was. Anders sla ik diegene wel met mijn nunchaku op zijn of haar kop.
          Zachtjes grinnikte ik bij het beeld dat zich voor me kwam, maar hield plots stand voor een huisje. Waarom was dit hier in het midden of nowhere? Konden ze überhaupt de weg wel vinden hier naartoe? Ik was nieuwsgierig wie hier woonden en of er nog mensen waren, maar ergens zei mijn gevoel dat ik door moest lopen.
    “Hertje, hertje help mij toch. Straks schiet mij de jager nog,” zong ik verder, terwijl ik nieuwsgierig door de ramen keek. “Haasje, haasje kom maar hier. En geef mij je pootje.”


    Don't walk. Run, you sheep, run.

    Aurea Montericica

    Op mijn geroep kwam geen antwoord. Ik fronste, ik had toch echt iemand gehoord, of was deze nu al weer verdwenen? Ik liet me uit de boom vallen, maar kwam harder terecht dan ik wilde. Ik vloekte zachtjes, en greep een mes uit mijn rugzak beet. Ik was voorbereid.
    Even dacht ik dat ik me alles verbeeld had, totdat ik een glimp van golvende, lichtbruine haren opving. Ik trok een moeilijk gezicht. Het was een meisje, en absoluut geen Amerikaan aangezien ze geen helm ophad zoals hen. Maar wilde ik wel al mensen ontmoeten?
    Na enige twijfeling besloot ik van wel. Ik was helemaal niet perfect en had dus iemand nodig die een beetje me aan zou vullen. Iemand die orde kon scheppen en geen overhaaste beslissingen nam zoals ik.
    En toch vertrouwde ik het niet helemaal.
    Misschien kwam het doordat ik het in het algemeen niet zo op mensen had, of omdat ik net een slachtpartij had meegemaakt. Ik gok een combinatie van beiden.
    Ik sluip door de bossen heen en probeer achter het meisje uit te komen. Heel stil ga ik te werk om niet opgemerkt te worden. Ik zorg er ook voor dat ik steeds maar glimpen van haar opvang, zodat ik weet dat ze mij ook niet kan zien. Ik merk dat ik spierpijn begin te krijgen van het gehurkt zitten en vervloek mijn slechte conditie. Nog zo'n reden waarvoor ik anderen nodig had.
    Ik kom uiteindelijk achter haar terecht. Ik pak mijn mest stevig vast en aarzel dan even. Wil ik dit wel? Kan ik me niet beter blijven verstoppen?
    Inwendig schud ik mijn hoofd. Ik heb hulp nodig, hoe niet leuk ik het ook vind dat ik dat moet toegeven.
    Ik twijfel nog een enkele seconde en ga dan langzaam overeind staan. Ik sluip van achter naar haar toe totdat ik haar helemaal kan zien. Ik hou het mes in mijn rechterhand stevig vast en heb er nog een in mijn linker. Ik ben voorbereid. Ik schraap even mijn keel en begin dan te praten;
    'Zeg, wat doe jij hier?'


    Never run faster than your guardian angel can fly

    Christine winter

    Precies toen ik langzaam dichterbij wilde komen schrok ik op van een mannelijk stem geluid. . "Je bent niet erg goed verstopt". Ik draaide het wapen met een ruk naar waar het geluid vandaan kwam waardoor mijn enkel onder mij vandaan gleed en ik op mijn achterwerk belandde. Ondanks dat ik viel lukte het mij het zware geweer te blijven richten op de man die mij achteloos voorbij liep.
    Hij was geen vijand, althans hij hoorde niet bij de legers die ons zo hard probeerde uit te roeien. Zonder moeite krabbel ik overeind en houd mijn wapen stijf gericht op de man. "Blijf staan..." siste ik boos. Hij was de eerste levende mens die ik zag in dagen en hij wilde zomaar haar voorbij lopen. Dat en hij had net mijn positie verraden.
    Ik keek even naar de plek waar ze zo net nog iets in het vizier had en kwam tot de ontdekking dat het gevlucht was. Wat het ook was het was vast geen millitair dan hadden we nu wel in een vuurgevecht gelegen. Ik bijt onbewust op mijn lip om na te denken over wat ik nu zal doen. Toen ik mijn blik terug draaide naar de man laat ik mijn wapen zakken, dreigen had toch geen nut vond ik. Ik zou hem ook niet neerknallen voor zo'n stomme reden.
    "Er zijn dus toch overlevende die slim genoeg zijn om het woud in te schieten" zeg ik een stuk kalmer. Ik zet mijn benen iets uitelkaar, alsof ik in de tweedeplaats rust sta. Dat had ik mijzelf geleerd, als ik mij opgefokt voel en toch mijn verstand wil gebruiken zette ik mijzelf op rust. "Wie ben je?" vroeg ik nu echt met herstelde kalmte. "Kom je van een kamp, of ben je ook een eenling?" vroeg ik door.


    Never forget what you are. The rest of the world will not. Wear it like armor and it can never be used to hurt you.