De meeste mensen verwachten dat de toekomst eruit ziet als een wereld vol met high-tech apparatuur: robots die alles regelen, de beste mobieltjes en computers, vliegende auto's. Klinkt ook best logisch natuurlijk, maar helaas. Het is een tijd geworden waarin elektriciteit het amper doet en je van geluk mag spreken als je warm water tot je beschikking hebt. Bovendien zijn de bossen, die normaal netjes bijgehouden worden, aan hun lot overgelaten en groeien dwars door steden heen, waardoor ook wilde dieren, die zich wél ontwikkeld hebben, door de straten van de steden lopen, zo ook in het Londen van het jaar 2349, waar Austin Meyer zijn leven doorbrengt samen met zijn ouders. Het is moeilijk: school bestaat al niet meer en vrienden worden gaat niet makkelijk als je niemand kan vertrouwen. Dit geldt ook voor Charlotte Bradford, die probeert te overleven in het Britse Newcastle. Maar wanneer de twee elkaar brieven beginnen te schrijven, wat per toeval begint, lijkt er een vriendschap op te bloeien: of ze nou betrouwbaar zouden zijn of niet, dat maakte niets uit, want ze leefden kilometers van elkaar vandaan. En wanneer vriendschap overvloeit in liefde, hebben ze beide een verlangen: elkaar ontmoeten. Maar dat is gevaarlijk, gevaarlijker dan je je ooit zou kunnen voorstellen.
Austin Meyer +
Charlotte Bradford