ik leg het even uit ik zeg een zin en dan moet jij een zin daarna maken.
voorbeeld:
ik: mieke zat in de bus
jij: oppeens stopte de bus.
andere: er stond een man op de weg.
simpel toch
plz doe wel een zin wat ergens op slaat niet dat iemand bijvoorbeeld zecht ik liep op straat en dat jij oppeens zegt de eenhoorn haten tv progammas ofzo
have fun
x
[ topic verplaatst door een moderator ]