• Het verhaal
    Het is het jaar 2410. In de honderden jaren die zijn verstreken, is er een hoop gebeurd; een zonnestorm heeft de aarde geraakt waardoor alle elektronica wegviel, dus ook al het kunstmatige licht. Mensen raakten in paniek toen dit probleem een paar weken op gang was en plunderden supermarkten, braken in bij de buren en beroofden willekeurige mensen op straat. Buiten was je niet meer veilig; kinderen raakten op die manier vaak hun ouders kwijt en langzaam werd de wereld een verschrikkelijke plek. De zwakken stierven, de sterke mensen bleven leven en tot op de dag van vandaag geldt dat nog steeds, al is de omgeving flink veranderd.

    De omgeving
    De elektriciteit is uiteraard nog steeds weg en door het gebrek aan de juiste technologie en het feit dat de wraak- en moordlustige kanten van mensen omhoog zijn gekomen, groeien er op elke plek planten en bomen. Huizen en gebouwen zijn in slechte staat en zelfs de bekende kunstwerken, zoals the Statue of Liberty en de Eiffeltoren zijn naar de vlakte wegens gebrek aan onderhoud en vernieling.
    Er liggen hier en daar nog wrakken van vliegtuigen, boten, treinen en auto's - de dieren zijn al wat aan het muteren. Ze zijn gewelddadiger en moordlustiger, net zoals de mens.

    Voorbeelden:





    En nu?
    Nu is de wereldpopulatie flink gedaald en doet iedereen zijn best om te overleven. Hoe? Door de planten en bomen die er groeien, door de dieren, die je met geluk nog ziet rondlopen – of door de mensen die er gespecialiseerd in zijn en bijvoorbeeld door middel van tarwe brood kunnen maken. De medicijnen zijn geheel natuurlijk en hier zijn de ‘doktoren’ voor.
    Deze RPG speelt zich af in de afgelegen straten van New York: de helft van het gebied is de stad, waarvan de gebouwen op instorten staan – en sommigen al ingestort zíjn – en de andere helft bestaat uit een bos, dat zich de jaren heen over straten heen is gegroeid. Er zijn twee ‘kampen’ – twee groepen mensen, die allebei hard strijden voor hun leven. Ze hoeven overigens niks van elkaar te weten. Hun prioriteit is om voor de groep te zorgen en, als het moet, er voor zorgen dat de andere groep niet in de weg loopt. Moord en verwonding is iets wat dagelijks gebeurt en waar niemand meer van opkijkt. Kledij bestaat uit dierenvellen of oude kledingstukken die nog in gebouwen zijn gevonden. Men leeft in een zelfgebouwd kamp of een verlaten, maar staand huis en sommigen trekken zelfs rond; ze hebben dan geen vaste woonplaats.
    Elke groep heeft een leider en hij/zij zorgt er voor dat de groep een goed onderdak heeft en op de hoogte is van de zieken, zodat de desbetreffende persoon kan worden geholpen door een dokter. Ook stuurt hij/zij mensen weg om eten of drinken te halen - de standaard dingen die een leider hoort te doen, dus.

    Algemene verhaallijn
    De spanning tussen de twee groepen loopt aardig op naarmate ze elkaar vaker tegen komen, omdat het zoekgebied naar voedsel steeds kleiner wordt. Hou er dus rekening mee dat je niet na één post direct bevriend/verliefd bent: in het begin kan je elkaar niet uitstaan.
    De voedselvoorraad begint te krimpen en de twee groepen staan voor een dilemma: samenwerken? Bedriegen? Het is aan jou.
    Er zijn, uiteraard, natuurlijk ook mensen die er liever alleen op uit gaan en voor zichzelf zorgen.

    Regels
    Ik ben redelijk streng als het om de regels gaat, met uitzondering van het aantal woorden per post. Natuurlijk mag je daar iets van afwijken, maar als het te vaak gebeurt, moet ik er toch wel wat van zeggen. :]

    - Ik maak een praattopic aan, geen OOC in het speeltopic dus.
    - Ik verwacht een minimum van 275 woorden per post.
    - géén Mary-Sue’s! Niemand is perfect en niemand kan én goed jagen, én een ‘dokter’ zijn, én goed voedsel bereiden. Hou hier dus rekening mee, ik hou dit goed in de gaten.
    - Spreek geen dingen van te voren af, zoals relaties. De groepen haten elkaar in het begin, dus het is onmogelijk dat je ineens sympathie voelt.
    - 16+ is toegestaan.
    - Deze RPG hoeft overigens niet in een sneltreinvaart te gaan. Iedereen gaat weer naar school/werk, hou dus rekening met elkaar.
    - Niemand buitensluiten! Geef iedereen een kans en spreek niet de hele RPG met één personage.
    - Maximaal twee personages per persoon: allebei een andere groep.

    Per groep verwacht ik een balans tussen de geslachten, dus ongeveer drie mannen en drie vrouwen; bij de eenzame mensen 2 mannen en 2 vrouwen. Het kan een beetje afwijken, natuurlijk, maar sowieso is een groot aantal vrouwen niet héél realistisch. Hou hier rekening mee.

    Rollen
    Groep 1 - VOL
    - Leider: Luca Silas Faucher - Hatsumomo - nog niet af - pagina 6
    - Samantha "Sam" Carter - Ubiquitous - pagina 1
    - Bryn Harvelle - Teixeira - nog niet af - pagina 4
    - Aimeé Noël Cosette - VladiFerr - pagina 3
    - Mike David Daniels - Roww - pagina 6
    - Rhynn Episota Fernando Ashby - Bequeath - pagina 7

    Groep 2 - VOL
    - Leider: Gabriël Hestia Messias - Infano - pagina 4
    - Faye Alaina Pryde - Beaton - pagina 3
    - Lily Jennifer Devoné - Roww - pagina 6
    - Finn Elena Neveu - Quatorze - pagina 9
    - Gereserveerd door Irvine - pagina 3
    - Arthur Matt McMillan - Sinistra - pagina 8


    Geen lid van een groep - VOL
    - Scarlett Vayne - Cult - pagina 1
    - Naerise Harrison - Ellison - nog niet af - pagina 8
    - Alexa Graves - Merrow - pagina 7
    - Nanook Quayle - Hatsumomo - pagina 4
    - Caiden Jett Becket - VladiFerr - pagina 5
    - Roger Aidan Elric - Delone - pagina 7

    Praattopic
    Rollentopic

    BEGIN:
    Het is een frisse herfstdag, vijf uur. De avond breekt langzaam aan en er is verder niks op te merken, behalve het feit dat het steeds lastiger wordt om voedsel en warmte te vinden. De voedselvoorraad van beide groepen begint langzaamaan te krimpen.
    'S avonds is het wat gevaarlijker om buiten het kamp te zijn door de gevaarlijke dieren die rondlopen, waarvan de meesten gemuteerd zijn. Beiden groepen bevinden zich vlakbij het bos, maar zitten minimaal een kilometer of twee van elkaar vandaan.

    [ bericht aangepast op 23 sep 2013 - 20:45 ]


    "When all of your wishes are granted, many of your dreams will be destroyed.''

    Roger Aidan Elric

    Het is duidelijk dat ik zeker niet de enige ben die rammelt van de honger. 'Breek me de bek niet open, ik rammel!' zegt Sam ook. Trouwens, terwijl ik bezig was met het konijn begon mijn maag al aardig te knorren, wetend dat het eten eraan zat te komen.
    'Achja, ik kan niet altijd overal in uitblinken hè, dat zou sneu zijn voor de rest,' zegt Sam na mijn opmerking over haar vuurmaak kunsten. Ik laat een sarcastische zucht horen. Ze is echt geen opschepster hoor, nee echt niet. Ze neemt het konijn van me over en prikt het aan een stok, waarna ze het boven het vuur hangt. Hopelijk is het snel gaar, want ja, ook ik rammel.
    'Ik denk trouwens dat ik vannacht maar hier blijf slapen, het wordt namelijk nog te laat om terug te gaan,' zegt ze en ik mompel iets van dat ik het goed vind. Tegen de tijd dat we klaar zijn met eten, zal het al wel donker zijn en je loopt liever niet in je eentje in dit donkere bos rond. Beter dat je dan al een schuilplaats hebt gevonden. 'We kunnen om de beurt de wacht houden.. Krijgen we eens goede nachtrust.' Dat is inderdaad wel een goed idee, zo in mijn eentje slaap ik nooit al te best. Het is gewoon dat je gereed moet zijn om gevaar het hoofd te bieden, ook al is het in de midden van de nacht. Dus als je heel diep slaapt, zal je als je pech hebt, de volgende morgen niet halen. Mijn overlevingsinstinct in groot genoeg om te zorgen dat ik 's nachts niet al te diep slaap.
    'Goed idee, ik denk dat ik een stuk rustiger slaap met de wetenschap dat ik veilig ben. Ten minste, ik neem aan dat je me niet zomaar in de steek laat of nog erger.' Ik eindig met een glimlach en bedoelde het als een grapje, maar eigenlijk ben ik er niet erg gerust mee. Al lijkt Sam me nou niet het type om me in mijn slaap te vermoorden. Ze zou er ook niet bijzonder veel aan hebben. Zoveel interessante bezittingen heb ik nou ook weer niet. Oké, misschien zijn mijn bontjas en pijl en boog interessant.
    Na even wachten is het vlees gaar en Sam verdeelt het in twee stukken. Al gaat zoiets natuurlijk niet zo makkelijk, dus ze scheurt het gewoon in twee stukken. Het valt me op dat ze mij het grotere stuk gaf. Ik vraag me af waar ik dat aan te danken had, maar ik neem het stuk dankbaar van haar aan. Het vlees ruikt heerlijk en ik kan niet wachten tot ik aan kon vallen. 'Bon appetit,' zegt ze nog, voordat ze haar tanden in het vlees zette. Gauw volg ik haar voorbeeld en samen zitten we in stilte ons stuk vlees te veroberen. Het vlees was gewoon weg verrukkelijk en ik genoot er met volle teugen van. Tijdens het eten bestudeerde ik haar wat en ik zag dat ze weinig om manieren gaf. Het vleessap liep over haar kin, maar ik stoorde me er niet aan. Wie weet hoe lang ze niet iets fatsoenlijks gegeten had. Dan kan je haar zoiets niet kwalijk nemen.
    'Mijn hemel, dat was heerlijk,' zegt ze als haar stuk vlees op is en ze likt haar vingers af. 'je staat bij me in het krijt, Romeo.' Weer zucht ik diep, dit keer niet sarcastisch. Het lijkt me een idee om haar nog te leren dat ik Roger heet, niet Romeo. 'Ik heet gewoon Roger hoor!' roep ik haar na, als ze naar de rivier loopt. Dan neem ik ook maar de tijd om mijn vingers nog af te likken en ik veeg ze daarna maar af aan mijn shirt. Het zit toch al onder de vele vlekken, dus een paar vetvlekken kunnen er nog wel bij.
    Als Sam weer terug is, komt ze naast me in het gras zitten. 'Ik vraag me af of ze me missen in het kamp,' zegt ze dan, waarna ze zich al gauw op haar rug in het gras laat vallen. 'Hmm-mm, ik kan zo wel eeuwig blijven liggen.'
    Ik glimlach weer, ze lijkt zich er verder niet echt zorgen om te maken. 'Achja, dat merk je wel als je weer terugkomt. Weet je trouwens meteen hoe je groep over je denkt. Maar ga maar slapen, ik neem de eerste wacht wel. Over een paar uur maak ik je wakker voor jouw beurt.' Ik geef haar een klopje op haar schouder en sta dan op om mijn boog te pakken. Liever heb ik die binnen handbereik voor het geval we aangevallen worden of zoiets. Ik ga bij het nasmeulende vuur zitten en werp nog een blik op Sam. Dan kijk ik naar de hemel, die ondertussen oranje gekleurd is. Het is nog niet zo heel laat, maar overleven in de wildernis kost toch wel veel van je energie. Nu moet ik de komende paar uur nog wakker zien te blijven. Dan kan ik ook van mijn welverdiende nachtrust genieten.

    Mijn topics.


    Don't walk. Run, you sheep, run.


    Vinnie.
    Op het moment dat hij zijn nieuwe, maar niet schone kleding aantrok, hoorde hij een zacht gegrom – als een wild dier dat zijn aanval voorbereidde op zijn prooi. Hij keek waaks over zijn schouder en versmalde nauwlettend zijn ogen tot spleten om goed te zien of er iets zich in het groen zou verstoppen. Zijn hand greep de speer vaster, hij had een groot stuk hout zo scherp gesneden dat het een speer werd, en draaide waakzaam een rondje voor de zekerheid.
          Hij hoorde het gehijg van het dier wel, maar hij kon het nog niet goed zien tot hij een stap deed richting de uitgang van het treinstation. Hij zag het donkere gedaante waakzaam wachten in een treinwagon dat zich schuin naast de uitgang bevond, het was helemaal overgenomen van het groen. Als hij de gele ogen niet had zien zweven dan was hij als een domme idioot doorgelopen naar de uitgang – en dan was hij er geweest.
    Dus hij begon snel een plan te verzinnen, zodat hij daar aan het gemuteerde beest kon ontkomen. Het enigste wat hij kon zien was een uitgang aan de overkant, maar dan moest hij de spoorrails opspringen en weer klimmen en aangezien dat beest veel sneller was – had hij nog een plan nodig. Zijn klamme hand omringde nog steeds de gemaakte speer. Shit, dacht hij. Rustig naar achter lopen en het beest in de gaten houden, dacht hij, terwijl hij een zachte stap naar achteren maakte.
          Ik ga d'r aan.
          Nee, geen angst, zei mijn vader altijd. Angst mag je niet overheersen.

    Het beest had geen enkele spier bewogen, met een geluk voor Vinnie, maar hij voelde de rand al van de spoorrails. Nu moest hij wel springen en snel naar de overkant toe.
    Zo kalm en rustig als hij kon keek hij half over zijn schouder, met uit zijn ooghoeken het monster nog in de gaten, en zag dat hij de deur meteen dicht moest smijten als hij eenmaal bij de uitgang was.
    Hij had graag het gevecht met het beest aangegaan, als hij niet zo moe was. Al voor enkele dagen had hij amper kunnen slapen en nu net hij bezig was met aankleden werd hij weer gestoord.
    Hij had er geen zin meer in om nog verder erover na te denken, hij moest nu actie ondernemen voordat dat beest het deed. Hij nam een flinke hap met moed en draaide zich rustig om, waarna hij op het spoor sprong.
          Het beest gromde nu weer en Vinnie hoorde hem bewegen.
    Hij rende naar de overkant, waarna hij zichzelf weer optrok. Nu begon het gemuteerde beest te rennen en Vinnie kon eruit opmaken dat het net op een gemuteerde hyena leek, verder kon hij er geen aandacht aan besteden; want het kwam steeds dichterbij.
    “Kut beesten ook,” mompelde hij zuchtend en schudde zijn hoofd.
    Snel ging hij staan, rende naar de uitgang en vlak voor het beest een sprong naar zijn hoofd kon maken – sloot hij de deur, waar het beest tegen aan knalde. Het beest begon te jammeren en begon tegen de muur te springen en zijn klauwen de deur te bewerken, omdat hij het bloed van Vinnie rook – maar de deur zat nu potdicht, omdat Vinnie een piano ervoor had geschoven.
          “Zoals ik al zei, kut beesten.”
    En hij begon zich te begeven richting een ander stukje bos, terwijl hij het gescheurde shirtje aandeed, in de hoop wat slaap te kunnen krijgen.

    [ bericht aangepast op 7 dec 2013 - 22:28 ]


    Don't walk. Run, you sheep, run.

    Samantha "Sam" Carter ~ Lid Groep 1.
    "Achja, dat merk je wel als je weer terugkomt. Weet je trouwens meteen hoe je groep over je denkt," antwoordde Roger toen ze zich hardop afvroeg of de rest haar zou missen. "Dat is waar, ik hoop in ieder geval dat ze slim genoeg zijn om geen zoekactie te houden. Dat is gevaarlijk nu en zou tevens erg dom zijn.." merkte ze op. Anderen zouden het misschien waarderen en ontzettend lief vinden als de groep hun ging zoeken, maar Sam zou het een dom besluit vinden van Caiden. Hij was de leider en het was zijn taak de groep veilig te stellen, niet om ze in het holst van de nacht op pad te sturen om een verdwenen groepslid te vinden. Al beschouwde ze zich nou niet echt als een goed lid van de groep. Natuurlijk droeg ze wel eens haar steentje bij, maar ze had zich vooral aangesloten vanwege de gezelligheid. Op het moment vond ze het dan ook niet zo erg om weg te zijn, want ze had Roger om haar gezelschap te houden. "Maar ga maar slapen, ik neem de eerste wacht wel. Over een paar uur maak ik je wakker voor jouw beurt," zei hij juist op dat moment en Sam kwam met haar bovenlichaam weer overeind, steunend op haar onderarmen. "Dus jij neemt de eerste wacht? Prima, maar weet dat als je me vermoordt ik in al je dromen kom spoken, zodat je nooit meer aan je slaap toekomt," vertelde ze hem quasi-serieus en knipoogde toen naar hem om er vervolgens met een plagerig, mierzoet stemmetje aan toe te voegen: "Trusten schat."
    Oude gewoontes versleten moeilijk en toen Sam weer in het vochtige, toch aangenaam zachte gras ging liggen, hield ze dan ook haar mes in haar hand geklemd. In het begin lag ze nog alert, luisterde naar alles om haar heen, op zoek naar enig tegen van gevaar dat dreigde. Ze vond het altijd een prettig idee dat ze zichzelf kon beschermen wanneer het er op aan zou komen en haar ouders hadden haar daar ook altijd voor klaar gestoomd. Echter was de situatie nu anders, ze was niet alleen en was bereid de gok te nemen en legde haar veiligheid in Rogers handen toen ze zichzelf toestond in slaap te vallen.

    Het was haar tweede wacht en Sam zat in kleermakerszit in het gras terwijl ze met geweld een aantal grassprieten uit de grond trok, puur uit verveling. Over het algemeen was ze vannacht tijdens haar wacht erg alert geweest, maar dat nam niet weg dat er momenten waren geweest waarop ze dacht dat ze om zou vallen van de verveling. Ze praatte graag en elke keer werd dat haar weer eens goed duidelijk gemaakt wanneer ze dus niemand had om mee te praten. Zelfs de vogels hadden zich stil gehouden. Gelukkig begon de zon al op te komen en ze verwachtte dan ook geen direct gevaar meer van de wezens die rondspookten in het bos. Daarnaast zorgde ze zon ook voor een beetje warmte en eerlijk was eerlijk, elk beetje was warmte op dagen zoals deze.
    Samantha wierp een blik over haar schouder om te zien of haar gezelschap nog lag te slapen of niet, helaas was dit eerste het geval en even overwoog ze om hem te laten schrikken. Gewoon omdat het grappig was en omdat ze dan iemand zou hebben om weer mee te praten, maar ze verwierp dit idee gauw weer en in plaats daarvan besloot ze een koud bad te nemen. Stijf van de kou stond ze op om vervolgens enkel tot de conclusie te komen dat er een ijzige wind stond en dat het water vast ijskoud moest zijn. "Je moet er gewoon in één keer in springen," zei de mannelijke stem, maar het meisje bleef twijfelachtig staan. "Maar het is vast ijskoud.." mompelde ze ongelukkig voor zich uit, waarop haar vader een bulderende lach liet horen. "Natuurlijk is het koud!" riep hij uit en sloeg als vriendelijk gebaar zijn kleine meid op haar rug, "dat is de bedoeling. Er is geen betere manier om wakker te worden dan een duik in het frisse water, neem dat maar van mij aan!"
    Er speelde een glimlach rond haar lippen bij de herinnering die haar gedachten binnen gepopt was, toch had haar vader haar nooit volledig kunnen overtuigen. Altijd had ze staan twijfelen en nu ook weer moest ze eerst moed verzamelen voordat ze naar het water toeliep. Vluchtig trok ze haar kleding uit en gooide deze nonchalant op een hoop in het vochtige gras. Ze zuchtte een keer diep en stelde vervolgens haar kwetsbare huid bloot aan het koude water. Een snelle duik onder water zorgde ervoor dat haar lichaam snel gewend was en niet veel later zat ze in het water aan de kant. Het was niet ontzettend diep, nu ze zat kwam het water bijna tot aan haar schouders en ze vond het prima zo. Soms zakte ze even wat dieper weg, ze was namelijk inmiddels zo gewend aan de kou van het water dat het aanvoelde als een aangename verrassing in vergelijking met de koude wind die er overheen raasde. Ze zat nog niet lang toen ze een liedje begon te neuriën dat haar vader haar had geleerd toen ze nog erg jong was. Haar vader was altijd al haar grote voorbeeld geweest, natuurlijk had ze ook van haar moeder gehouden, maar ze was altijd te lief geweest voor anderen. Ze kwam niet genoeg zelf voor haar op waardoor ze keer op keer gekwetst werd en dat had Sam altijd kwaad gemaakt.
    Een zacht geritsel zorgde ervoor dat ze direct rechtop zat, alert en klaar om zichzelf te verdedigen. Voorzichtig liet ze haar hand richting het mes dat aan de kant lag glijden terwijl ze haar aandacht op de bomen en het struikgewas voor zich hield. Er was daar iemand. Eerder had ze ook al iets gehoord, maar ze had het weggedaan als de wind of een klein dier. Deze keer had ze ook daadwerkelijk een gedaante gezien en helaas wist ze uit ervaring dat niet alle mensen goedwillig waren. Met het mes inmiddels in haar handen stond ze op en liep naar het midden van het water. Het geluid was van de overkant gekomen en ze was niet van plan zich te laten verrassen. "Wie is daar?" Haar stem klonk hard en plotseling in vergelijking met de eerdere stilte die er had geheerst, maar hij klonk ook zeker, precies zoals ze zich voelde op het moment. Sam was iemand die altijd wel stevig in haar schoenen stond, zelfs nu iemand haar op een vrij kwetsbaar moment aantrof veranderde dit niet. Soms ging ze wel eens de fout in doordat zij zichzelf overschatte, maar ze was deze keer niet alleen en daar was ze zich maar al te goed bewust van. "Hé Romeo, wakker worden, we hebben visite!" riep ze over haar schouder, alvorens haar blik weer op het struikgewas te richten. Dit was waanzin, misschien was er wel niemand en stond ze in het niets te schreeuwen, om dit ongemakkelijke gevoel te verdringen besloot ze er een droge opmerking in te gooien: "Misschien moet je ook eens een duik nemen, ik kon je al vanaf een kilometer afstand ruiken."

    - Ach wat een humor heeft ze toch. Enjoy (:


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.


    Vinnie.
    Al moe dat hij was, probeerde hij toch goed op te letten waar hij liep. Hij had helemaal niet kunnen slapen en had het echt gehad met de wereld.
    Hij geloofde niet dat alles nog goed ging komen en men vanzelf de orde weer terug ging brengen, want dat zou verdomde veel moeite, zweet, tranen en bloed kosten – en tegenwoordig hielden de mensen zich gemakkelijker lui dan iets te doen. Hij zou het graag doen, daar niet van, maar het was al zo ver gegaan dat het moeilijker zou gaan.
    Hij zag eindelijk een goede slaapplek, maar was nog op zijn hoede. Een paar uurtjes was hij licht in slaap gevallen, zodat hij goed kon horen of er iets aankwam; mens of dier.
    Op het moment dat hij wakker wordt overvalt hem een enorme honger. “Vreten,” mompelt hij in zichzelf, terwijl hij chagrijnig om zich heen kijkt. Als het eten nou eens naar mij liep, in plaats van dat ik er naar moest zoeken, dacht hij, terwijl hij moeizaam op stond.
    Hij zag wat struiken bewegen en besloot erop af te gaan, maar tot zijn ongenoegen kwam hij erachter dat het een vrouw was en geen eten. Hij had eigenlijk wel zin in een hupsend konijntje, die hij aan zijn speer kon rijgen en boven het vuur kon hangen, maar die vrouw had het verpest.
    'Wie is daar?'
    Hij had kort honend gesnoven toen hij die vraag hoorde. Misschien was het toch een bang konijntje, maar dan in mensvorm. Hij had nonchalant zijn speer op zijn schouder gelegd, dat hem een laconieke, kalme doodkalme uitstraling gaf. Hij wilde er antwoord op geven, maar hij was de naakte vrouw niet verplicht om antwoord te geven.
    'Hé Romeo, wakker worden, we hebben visite!' Had ze over haar schouder geroepen, net op het moment dat hij de struiken uitliep, zodat zij hem nu wel kon zien.
    Nu besloot hij wel zijn mond open te trekken. Hij was niet zo van de woorden, maar als hij iets zei was het meestal niets goed of humeurig.
    “Heb je net een neukbeurt gehad? Was het zo saai dat 'ie in slaap was gevallen? Ik zou mezelf graag aanbieden hoe een echte man het doet, maar er is niet veel te zien aan je.”
    Ze had ondertussen een droge opmerking gemaakt, waar hij meer een nurks gezicht aan overhield dan hij eerst had, maar hoezeer hij ook een einzelganger was – hij was blij dat hij mensen tegenkwam.
    “Probeerde je nu net een grapje te maken?” Hij keek chagrijnig.
    “Ga verder badderen, stinkdier.”

    [ bericht aangepast op 12 dec 2013 - 23:33 ]


    Don't walk. Run, you sheep, run.

          Finn Elena Neveu – Lid Groep 2
    De schok is van haar gezicht af te lezen. Stiekem vind ik haar gezichtsuitdrukking best grappig, maar lachen doe ik niet, al is het maar omdat het kwetsend zou overkomen. 'Nee, absoluut niet, Finn. Jij blijft hier,' Fayes stem klinkt gebiedend. 'Als die mannen me aanvallen, schud ik ze af en kom ik terug. Je gaat niet mee,' zegt ze zo snel dat de woorden een tikkeltje onduidelijk over haar lippen rollen. De boodschap is echter overduidelijk en als een steek in mijn buik. Het lijkt wel alsof ze me voor geen haar vertrouwt en me daardoor probeert af te scheppen. Al weet ik dondersgoed dat dat niet het geval is. Volgens mij is Faye even bezorgt om mij dan ik om haar. Anders zou ze me toch laten meegaan, niet?
    De schaduw die over onze voeten glijdt doet me schrikken. Het is Arthur. Het kleine stuk brood dat hij ons in de handen duwt in miserabel, maar het is beter dan niets. Dat is wat ik zou denken op een avond waarvan ik niet door Gabriel op het matje geroepen was en als Faye me niet op zo een manier behandeld had. Ze bedoelt het wel goed, denk ik. Wachten tot Arthur weggaat lijkt een eeuwigheid te duren, omdat hij ons aanraadt jet eerst wat te roosteren en daarop wil Faye hem bedanken. Heel even lijkt het zelfs alsof er een serieus gesprek zal ontstaan. Op dat moment bedank ik wie dan ook voor het feit dat Arthur meestal geen woord zegt. Als hij dan uiteindelijk toch weggaat, Faye roept hem nog een bedankje na, draai ik het stuk brood om en om en om in mijn handen. Vervolgens doe ik iets wat ik nog nooit heb gedaan en waar ik verschrikkelijk veel spijt van zal krijgen. Nadat ik de brok in mijn keel heb weggeslikt, gooi ik het halve stuk brood aan Fayes voeten en zeg dat ik geen honger heb. Die leugen is echter zo groot dat ik denk dat mijn ogen uit mijn hoofd zullen vallen. Daarom wacht ik niet eens op een antwoord en slenter naar de slaapplek, een beetje verder van het vuur af en zonder het gezelschap van mensen die me toch niet hoeven. Ik sla mijn boek open en zink, zachtjes huilend de tranen die ik niet kan tegenhouden, weg in het verhaal.


    Le Beau n’est que la promesse du bonheur | Will you dance, dear Emma? | page 28

    Rhynn Ashby – Lid groep 1
    Er was maar een woord wat mijn oren duidelijk bereikte ‘Kiddo,’ als er iets was waar ik wel een enorme hekel aan had, dan was het dat woord. Dat wist hij maar al te goed, helaas voor mij vond hij het leuk om me er mee te pesten. Misschien was ik vier jaar jonger dan hij was, maar als het op lengte aan kwam viel het reuze mee. Ik nam het altijd met een korreltje zout, ergens was het lang zo erg nog niet. Althans, niet zo erg als dood zijn.
    ‘Je moet jezelf bezig houden is het niet?’ bromde ik zachtjes. Hele dagen niets doen was niet bepaald mijn ding. Altijd moest ik ergens mee bezig zijn, van stilzitten werd ik gek.
    ‘Daar gaan we weer,’ kwam er droog over mijn lippen. ‘Ik snap werkelijk waar niet dat je nog altijd genoegen haalt uit die flauwe grappen,’ was mijn weerwoord er op. Natuurlijk vond ik het niet erg, hij deed maar. Hij wist heus wel dat ik humor kon waarderen.
    ‘Ik plaag je maar’ hoorde ik hem zachtjes gniffelen. Mijn wenkbrauwen rezen opnieuw de hoogte in voor ik begon te lachen. ‘En jij denkt dat ik dat niet weet?”
    Langzaam knikte ik. ‘Het zou fijn zijn als er weer eens wat voedsel is, een groot lichaam heeft veel energie nodig,’ Ondertussen kon ik wel watertanden bij het idee van een goed stuk vlees. Mijn droom werd echter verstoord door zijn woorden over Sam. Het maakte dat ik diep zuchtte. ‘Ze kan prima voor zichzelf zorgen neem ik aan, ze blijft wel vaker langer weg. Mijn advies is dat je er niet al te veel over in zit. Als ze straks nog niet terug gekomen is, kunnen we haar altijd nog gaan zoeken,’
    Iedereen had zijn taak binnen deze groep, zoveel was zeker. Maar het was je eigen verantwoordelijkheid of het je lukt om terug te keren of niet. Als je alleen ging, was het toch je eigen risico? Ik waarschuwde men. Alleen als het echt moest zou je er op uit moeten gaan.
    ‘Mmpfh,’ Verward keek ik Caiden aan. ‘Wel verrek, ik weet het niet meer,’ Krabbend op de achterkant van mijn hoofd probeerde ik me voor de geest te halen waarom ik hier überhaupt heen was gelopen. Ik had altijd een reden, anders stond ik hier niet. Maar wat was deze nog maar..


    The woods are lovely, dark and deep. But I have promises to keep, and miles to go before I sleep.

    Roger Aidan Elric - Geen lid van een groep

    'Dus jij neemt de eerste wacht? Prima, maar weet dat als je me vermoordt ik in al je dromen kom spoken, zodat je nooit meer aan je slaap toekomt,' vertelt ze me nog voordat ze gaat slapen. 'Trusten schat,' voegt ze er met een mierzoet stemmetje aan toe en ik rol met mijn ogen. Apart gezelschap, dat is ze zeker, maarja, wie blijft er nou nog normaal in deze tijden? Het doet wat met je als je moet vechten voor je bestaan, als je altijd op je hoede moet zijn voor mogelijk gevaar. En dan heeft zij nog dat ze in een groep leeft. Hoe zouden anderen mij eigenlijk zien? Zouden zij mij wat gestoord vinden doordat ik alleen leef, iets wat ook de nodige dingen op een mens achterlaat. Die vraag en andere vragen houden mij bezig, terwijl ik de wacht houdt. Het wordt steeds donkerder en kouder en ik schuif steeds dichter naar het vuurtje wat nog brand, maar niet zo hevig meer als eerst. De houtvoorraad is bijna op, maar ik heb geen zin om het bos in te lopen om hout te zoeken. Ook omdat ik Sam niet alleen wil laten, stel dat er toch iets of iemand ons ziet te begluren en mijn uitstapje als een kans ziet om ons aan te vallen? Nee, ik heb toch liever niet mijn dood op haar geweten. En ondanks dat haar dreigement niet serieus bedoelt was, waag ik het er toch liever niet op. Wie weet dat mensen toch terugkomen als geest na de dood om dan degene die verantwoordelijk is voor hun dood lastig te gaan vallen? Nee, dank je, liever niet.

    'Hé Romeo, wakker worden, we hebben visite!'
    Verdwaasd word ik wakker en wrijf gauw de slaap uit mijn ogen voor ik overeind schiet. Al gauw was ik tot de conclusie gekomen dat het Sam was die me had geroepen, alhoewel, wie anders kon het zijn? Al helemaal vanwege het feit dat ik Romeo genoemd werdt. Enkel zij noemt me zo.
    Dan zie ik haar in het water van de rivier staan. Verdomme, is ze nou helemaal naakt? Het zou toch niet... Over het algemeen vind ik het niet zo prettig als er een naakte vrouw in mijn omgeving is, maar mijn ogen worden dan altijd naar haar lichaam getrokken. Het is dat Sam nu half in het water staat met haar rug naar me toe, maar dat zal niet de hele tijd zo blijven. Dit gaat interessant worden straks.
    'Misschien moet je ook eens een duik nemen, ik kon je al vanaf een kilometer afstand ruiken.' Ik zucht om haar opmerking, als hetegene in de bosjes een mens is en het niet zo goed met ons voor heeft, dan kan die opmerking ons onze kop kosten
    Dan verschijnt er opeens een man aan de overkant van de rivier en direct grijp ik mijn boog en leg er een pijl op aan. Ik span de pees lichtjes terwijl ik richting de rivier oever loop. De man heeft een speer op zijn schouder liggen, dus ik ben meteen nog meer op mijn hoede. Onbekende mannen met wapens zijn gevaarlijk en moet je zeker niet onderschatten.
    'Heb je net een neukbeurt gehad? Was het zo saai dat 'ie in slaap was gevallen? Ik zou mezelf graag aanbieden hoe een echte man het doet, maar er is niet veel te zien aan je,' hoor ik hem dan zeggen, waarschijnlijk omdat Sam naakt in de rivier staat. Direct span ik mijn boog helemaal en richt de pijl op hem.
    'Probeerde je nu net een grapje te maken? Ga verder badderen, stinkdier,' zegt hij dan op Sam haar opmerking.
    'Nog één woord dat mij niet aanstaat en ik schiet je neer,' zeg ik dreigend en ondertussen heb ik de waterkant bereikt. Ik heb niet echt zin in natte voeten, dus blijf ik daar maar staan. Nauwlettend houd ik de man in de gaten, zorgend dat ik in kan grijpen of iets vor het geval hij iets uithaalt.
    'Sam, misschien is het een idee om uit het water te komen,' zeg ik dan wat zachter, hopend dat alleen zij me hoort, maar ik ben bang dat de onbekende man het ook heeft gehoord. Hopelijk gaat ze geen domme dingen uithalen.

    Ik zit me steeds af te vragen wat ze eigenlijk allemaal dragen :') Lijkt me niet dat ze nog fatsoenlijke BH's en onderbroeken hebben, maar laatst zag ik iets op TV van een of andere Afrikaanse stam oid en die hadden ook gewoon stoffen onderbroeken en een soort topjes als BH, haha.

    Samantha "Sam" Carter ~ Lid Groep 1.
    Het duurde niet land voordat er een man tevoorschijn kwam en ondanks de speer die hij bij zich droeg, voelde ze zich niet bedreigd door de vreemdeling. Hij zag er niet gevaarlijk uit, hooguit geïrriteerd. Wel was ze nieuwsgierig naar de vreemdeling, zoals ze altijd had met nieuwe mensen die ze tegenkwam, maar toen hij zijn mond opentrok om haar te beledigingen had ze al gauw genoeg van hem. "Gelukkig hebben mijn ouders me niet op de wereld gezet om jou te vermaken, hmm?" merkte ze op terwijl haar greep rond het mes onbewust verstrakte.. "Probeerde je nu net een grapje te maken? Ga verder badderen, stinkdier."
    Wat was die humorloze kerel zijn probleem? vroeg ze zich af terwijl ze naar het stuk chagrijn dat voor haar stond keek. "Ben je soms met je verkeerde been uit bed gestapt?" beet ze hem toe, "En vertel me niet wat ik moet doen, dat bepaal ik altijd nog zelf wel." Plots realiseerde ze zich dat Roger inmiddels er ook bij was komen staan en in elke andere situatie had ze moeten lachen om zijn woorden, want ergens vond ze het wel schattig dat hij voor haar opkwam, maar de vreemdeling had haar humeur flink verpest. "'Sam, misschien is het een idee om uit het water te komen," hoorde ze Roger zeggen en ze keek kort over haar schouder. "Wat? Zie ik er soms uit alsof ik Mucho Macho hier ga bespringen?" Ze snoof een keer minachtend voordat ze verder ging: "Geen zorgen, dat zal niet gebeuren," voegde ze eraan toe terwijl ze richting de waterkant bij Roger liep. "Je kunt je boog wel laten zakken, blaffende honden bijten niet." Toen ze het water uitstapte verraste de plotseling kou haar en een nostalgisch gevoel overviel haar. Vroeger had haar vader haar altijd opgewacht met een grote warme deken, maar daar was nu geen sprake van en gauw schoot ze haar kleding aan. "Mannen.." mompelde ze terwijl ze haar shirt over haar hoofd trok en haar broek daarna ophees. Haar mes stak ze terug in haar broekrand, bij gebrek aan een betere plek. Het voordeel was dat ze hem zo kon pakken wanneer het nodig zou zijn, maar het ijzer was koud tegen haar been en bij sommige bewegingen kon ze het puntje in haar huid voelen prikken.
    Met een zachte plof ging ze in het gras zitten en pakte haar schoenen erbij. "Denken alleen maar aan seks en vreten.." Ze was net bezig met haar tweede schoen aantrekken toen ze plotseling bevroor. Eten.. Haar blik gleed kort van Roger naar de vreemdeling, voordat ze haar handeling afmaakte. In de tijd dat ze haar tweede schoen ook aan had en opstand had zich een plannetje in haar hoofd ontvouwd. Die twee konden nog wel eens van pas komen, maar ze had geen enkel idee hoe ze het tweetal mee zou krijgen. Misschien dat Roger toch wel mee zou gaan, maar over Mucho Macho's deelname twijfelde ze sterk. Toch, het was en bleef een man en welke man sloeg nou een lekkere maaltijd over? "Dus.." begon ze en klopte het zand van haar broek, "over eten gesproken, ik weet precies waar dat voor het oprapen ligt." Even zweeg ze om de woorden bij het tweetal binnen te laten dringen en ze maakte gebruik van het moment om haar natte haren in een slordige knot op haar hoofd vast te maken. "Ik weet niet wat jullie gaan doen, maar ik ga mijn biefstuk halen" Haar irritatie en woede tegenover de vreemdeling waren zo gauw als ze gekomen waren ook weer verdwenen. Ze kon flink boos worden, maar vaak waaide het ook zo weer over. Nonchalant steek ze haar handen in haar zakken toen ze de volgende woorden sprak: "Dus.. Gaat er iemand mee? Of kan ik al dat lekkers voor mijzelf houden, hmm?"


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    | Ik wil me graag uitschrijven voor deze RPG. |


    (Mijn topics :3 )


    I caught a golden trout! But the real treusure? Friendship - ACNH

    Ik ga me uitschrijven bij deze rpg..
    Ik wil niet eens proberen iets te posten want dan schaam ik me dood..
    Ik schrijf lang niet zulke lange posts als jullie doen O.O
    Das gewoon onmogelijk voor mij.. Sorry :c


    Little do you know

    Vinnie.
    Een gast kwam niet veel later opdagen toen hij werd geroepen. Hij was toch zeker geen hondje van haar of kon ze het gewoon niet zelf af? Bij deze gedachte had hij kort, honend gesnoven en toen met een chagrijnig gezicht opgekeken. Alsof dit al niet genoeg was, zag hij ook nog andere mensen die hem op zijn zenuwen werkten – nog meer dan normaal.
    'Gelukkig hebben mijn ouders me niet op de wereld gezet om jou te vermaken, hmm?'
    “Gelukkig niet, nee. Dat zou 's moeten gebeuren, ze hadden er meteen een stop op moeten zetten.” Had hij laconiek teruggekaatst. Het maakte hem toch niets uit wat de mensen hier van hem vonden, of wat ze al van hem vonden toen alles het nog deed, hij vertrouwde niemand en hij leefde alleen voor zichzelf. Hij had immers toch niemand noch iets nodig.
    'Ben je soms met je verkeerde been uit bed gestapt?' Had ze gezegd en vervolgens bracht ze iets op dat hij haar niet moest vertellen wat ze moest doen of zo. Hij werd er slaperig van en tikte zenuwachtig op zijn speer, die op zijn schouder leunde, om ervoor te zorgen dat hij nog enigszins wakker bleef.
    Hij merkte dat de gozer die er aan was gekomen; naar de vrouw keek toen hij haar opmerkte. Hierdoor kreeg hij de gedachte dat de gozer nog nooit een naakte vrouw had gezien of echt net gebonkt hadden in dat tentje van ze.
    Als schrik had de gozer naar zijn boog gegrepen, zodra hij hem zag en richting de rivieroever liep. Hij rolde zijn ogen. Leuk dat ik als bedreiging word gezien, maar hij is echt totaal geen bedreiging voor me, dacht hij terwijl hij zijn ogen ten hemel sloeg.
    'Nog één woord dat mij niet aanstaat en ik schiet je neer,' had de gozer op een toon gezegd wat hem bekend voorkwam, maar niet als aanvallend opvatte.
    “Kalm aan, krijger.” Hij liet een zucht. Leerden men het dan ook nooit? “Niet denken dat je het van mij kan winnen.” Oh, wacht 's even. En toen begon hij opeens blij te kijken.
    Kan hij toch ergens zijn agressie op kwijtraken en ergens blij van worden.
    “Als je een echte man bent, vecht je zonder wapen. Ik kan het zo ook natuurlijk doen op een afstandje.” Had hij op een honende, uitdagende manier gezegd, terwijl hij toekeek hoe de man naar de vrouw iets had toegefluisterd. Het maakte hem niet uit wat hij tegen haar had gezegd, want hij mocht ze toch niet. Hij mocht niemand.
    Al hoorde hij de vrouw wel iets zeggen van een 'Mucho Macho' of zo. Hij rolde zijn ogen. Of wat dat ook zou mogen betekenen of bedoelen.
    Ze liep naar de waterkant, toen ze dit had gezegd. 'Je kunt je boog wel laten zakken, blaffende honden bijten niet.' En stapte het water uit, waarmee hij meteen wegkeek. Hij schaamde zich niet, voelde zich niet verplicht weg te kijken en had genoeg vrouwenlichamen gezien, maar ze was totaal niet zijn type – om het maar netjes te 'denken'.
    “Dan ben je niet de goede honden tegengekomen,” kaatste hij tergend terug. “En ik daagde hem net uit, stinkdier.” Vervolgde hij.
    Ze mompelde iets en begon zichzelf aan te kleden, van wat hij uit zijn ooghoeken kon zien. 'Mannen. Denken alleen maar aan seks en vreten..'
    Hij leunde tegen een boom aan. “Mooie borsten hoor,” had hij expres schunnig gezegd.
    'Dus..' begon ze opeens, terwijl ze het zand van haar broek klopte. 'over eten gesproken, ik weet precies waar dat voor het oprapen ligt.' Fijn voor je, dacht hij.
    Ze wachtte even en vervolgde toen.
    'Ik weet niet wat jullie gaan doen, maar ik mijn biefstuk halen.' En stak haar handen in haar zakken. 'Dus.. Gaat er iemand mee? Of kan ik al dat lekkers voor mijzelf houden, hmm?'
    Hij had haar wel door en begon met een zelfgenoegzame grijns zich van de boom af te duwen. “Ooh, je hebt mijn hulp nodig hé, stinkdier.”

    [ bericht aangepast op 25 dec 2013 - 0:40 ]


    Don't walk. Run, you sheep, run.

    Alice Navea || Bijna lid groep 1

    Tevreden stak ik mijn trillerige handen in het kleine beekje met koud stromend water. De koelde die om mijn vingers gleed deed me lichtjes glimlachen. Mijn smalle handen vormden zich tot een kommetje en ik probeerde het stromende water op de scheppen en daarna er gulzig van te drinken. Ondanks het vreemde smaakje van dit water, genoot ik er enorm van. Enkele druppeltjes gleden van mijn lippen naar beneden tot over mijn kin en drupten dan op mijn lichaam. Ik besloot wat water in mijn gezicht te spetteren, zodat ik me weer wat opgepept zou voelen en het meeste vuil van mijn gezicht kon krijgen, wat uitermate hielp. Tevreden stond ik op. En nu weer het noorden op. Ik klopte nog vlug het vuil van mijn broek af, wat eigenlijk hopeloos was, aangezien het vuil er gewoon ingedrongen was, maar ah ik was er tevreden mee. Mijn blauwe kijkers liet ik even de omgeving scannen, aan de stand van de zon te zien moest ik naar links om dan zo verder richting het noorden te vertrekken. Ik snoof even diep de boslucht in en vertrok dan weer met goede moed. Ergens hoopte ik iets eetbaars te vinden, het maakte me zelfs niet meer uit wat. Ik had misschien wel een klein tasje met spullen in ,zoals mijn mes, maar ik hoopte deze zo goed te kunnen vullen met bruikbare spullen. Mijn voeten liepen voorwaarts en mijn blik bekeek de bossige omgeving, zoekend naar hulp of eten. Af en toe zag ik wel een eekhoorn verschijnen, maar die beestjes waren veel te snel voor me en ik zou er met geen mogelijkheid eentje kunnen vangen. Ah ik ging wel hulp vinden of tenminste dat hoopte ik. Nog ietje langer alleen en ik zou me echt beginnen begeven in een depressie volgensmij. Ik miste alles en iedereen. Ik beet even op mijn onderlip. Niet aan denken Alice, nog even en dit alles is gedaan.


    I caught a golden trout! But the real treusure? Friendship - ACNH

    Aimeé Noël Cosette. Lid groep 1.

    Zonder dat ik het doorhad was het alweer licht. Vermoeid krabbelde ik overeind en staarde het kamp rond. Ik zag Caiden met iemand van het kamp, maar Sam zag ik nergens. Ergens werd ik ongerust. Als iemand de hele avond weg was kon dat nooit veel goeds beloven. Of ze leefde nog of ze was dood. Ik greep mijn pijl en boog en controleerde of het mes dat evenlang was als mijn onderarm in zijn schede zat. De pijpentas gooide ik over mijn schouder en toen liep ik snel naar de ingang en uitgang van het kamp. Je kwam al snel het bos in wat fijn was. Even ademde ik in. De geur van aarde vulde mijn neus en dat zorgde er vooral voor dat ik wakkerder werd. Ik besloot door te lopen naar de rivier. De bedding was daar zacht en als ze daar langs was gelopen dan kon ik haar afdrukken beter zien. Vlug zette ik de stap er in en was op een gegeven moment haast aan het rennen. Niet veel later kwam ik aan bij de rivier. En daar was wel iemand, maar dat was niet Sam. Er stond een vrouw met zwarte krullen en een nat gezicht. Onmiddellijk greep ik een pijl en legde die aan. Spande de boog en concentreerde me op haar gezicht.
    'Wie ben jij en geef me een goede reden om deze pijl niet direct door je hoofd te schieten' siste ik. Het meisje had blauwe ogen die apart kleurde bij haar haar, maar het kon me noet schelen hoe ze eruit zag. Een verkeerde beweging en de pijl zat vast in dat knappe gezichtje. Ondertussen speurde ik de omgeving af. Ze kon wegrennen als ze wou, maar de pijl zou haar eerder bereiken dan zij het woud zou bereiken.
    'Komt er nog wat van!?' Snauwde ik. 'Of is je tong afgesneden?'


    "Rebellion's are build on hope"