• Het verhaal
    Het is het jaar 2410. In de honderden jaren die zijn verstreken, is er een hoop gebeurd; een zonnestorm heeft de aarde geraakt waardoor alle elektronica wegviel, dus ook al het kunstmatige licht. Mensen raakten in paniek toen dit probleem een paar weken op gang was en plunderden supermarkten, braken in bij de buren en beroofden willekeurige mensen op straat. Buiten was je niet meer veilig; kinderen raakten op die manier vaak hun ouders kwijt en langzaam werd de wereld een verschrikkelijke plek. De zwakken stierven, de sterke mensen bleven leven en tot op de dag van vandaag geldt dat nog steeds, al is de omgeving flink veranderd.

    De omgeving
    De elektriciteit is uiteraard nog steeds weg en door het gebrek aan de juiste technologie en het feit dat de wraak- en moordlustige kanten van mensen omhoog zijn gekomen, groeien er op elke plek planten en bomen. Huizen en gebouwen zijn in slechte staat en zelfs de bekende kunstwerken, zoals the Statue of Liberty en de Eiffeltoren zijn naar de vlakte wegens gebrek aan onderhoud en vernieling.
    Er liggen hier en daar nog wrakken van vliegtuigen, boten, treinen en auto's - de dieren zijn al wat aan het muteren. Ze zijn gewelddadiger en moordlustiger, net zoals de mens.

    Voorbeelden:





    En nu?
    Nu is de wereldpopulatie flink gedaald en doet iedereen zijn best om te overleven. Hoe? Door de planten en bomen die er groeien, door de dieren, die je met geluk nog ziet rondlopen – of door de mensen die er gespecialiseerd in zijn en bijvoorbeeld door middel van tarwe brood kunnen maken. De medicijnen zijn geheel natuurlijk en hier zijn de ‘doktoren’ voor.
    Deze RPG speelt zich af in de afgelegen straten van New York: de helft van het gebied is de stad, waarvan de gebouwen op instorten staan – en sommigen al ingestort zíjn – en de andere helft bestaat uit een bos, dat zich de jaren heen over straten heen is gegroeid. Er zijn twee ‘kampen’ – twee groepen mensen, die allebei hard strijden voor hun leven. Ze hoeven overigens niks van elkaar te weten. Hun prioriteit is om voor de groep te zorgen en, als het moet, er voor zorgen dat de andere groep niet in de weg loopt. Moord en verwonding is iets wat dagelijks gebeurt en waar niemand meer van opkijkt. Kledij bestaat uit dierenvellen of oude kledingstukken die nog in gebouwen zijn gevonden. Men leeft in een zelfgebouwd kamp of een verlaten, maar staand huis en sommigen trekken zelfs rond; ze hebben dan geen vaste woonplaats.
    Elke groep heeft een leider en hij/zij zorgt er voor dat de groep een goed onderdak heeft en op de hoogte is van de zieken, zodat de desbetreffende persoon kan worden geholpen door een dokter. Ook stuurt hij/zij mensen weg om eten of drinken te halen - de standaard dingen die een leider hoort te doen, dus.

    Algemene verhaallijn
    De spanning tussen de twee groepen loopt aardig op naarmate ze elkaar vaker tegen komen, omdat het zoekgebied naar voedsel steeds kleiner wordt. Hou er dus rekening mee dat je niet na één post direct bevriend/verliefd bent: in het begin kan je elkaar niet uitstaan.
    De voedselvoorraad begint te krimpen en de twee groepen staan voor een dilemma: samenwerken? Bedriegen? Het is aan jou.
    Er zijn, uiteraard, natuurlijk ook mensen die er liever alleen op uit gaan en voor zichzelf zorgen.

    Regels
    Ik ben redelijk streng als het om de regels gaat, met uitzondering van het aantal woorden per post. Natuurlijk mag je daar iets van afwijken, maar als het te vaak gebeurt, moet ik er toch wel wat van zeggen. :]

    - Ik maak een praattopic aan, geen OOC in het speeltopic dus.
    - Ik verwacht een minimum van 275 woorden per post.
    - géén Mary-Sue’s! Niemand is perfect en niemand kan én goed jagen, én een ‘dokter’ zijn, én goed voedsel bereiden. Hou hier dus rekening mee, ik hou dit goed in de gaten.
    - Spreek geen dingen van te voren af, zoals relaties. De groepen haten elkaar in het begin, dus het is onmogelijk dat je ineens sympathie voelt.
    - 16+ is toegestaan.
    - Deze RPG hoeft overigens niet in een sneltreinvaart te gaan. Iedereen gaat weer naar school/werk, hou dus rekening met elkaar.
    - Niemand buitensluiten! Geef iedereen een kans en spreek niet de hele RPG met één personage.
    - Maximaal twee personages per persoon: allebei een andere groep.

    Per groep verwacht ik een balans tussen de geslachten, dus ongeveer drie mannen en drie vrouwen; bij de eenzame mensen 2 mannen en 2 vrouwen. Het kan een beetje afwijken, natuurlijk, maar sowieso is een groot aantal vrouwen niet héél realistisch. Hou hier rekening mee.

    Rollen
    Groep 1 - VOL
    - Leider: Luca Silas Faucher - Hatsumomo - nog niet af - pagina 6
    - Samantha "Sam" Carter - Ubiquitous - pagina 1
    - Bryn Harvelle - Teixeira - nog niet af - pagina 4
    - Aimeé Noël Cosette - VladiFerr - pagina 3
    - Mike David Daniels - Roww - pagina 6
    - Rhynn Episota Fernando Ashby - Bequeath - pagina 7

    Groep 2 - VOL
    - Leider: Gabriël Hestia Messias - Infano - pagina 4
    - Faye Alaina Pryde - Beaton - pagina 3
    - Lily Jennifer Devoné - Roww - pagina 6
    - Finn Elena Neveu - Quatorze - pagina 9
    - Gereserveerd door Irvine - pagina 3
    - Arthur Matt McMillan - Sinistra - pagina 8


    Geen lid van een groep - VOL
    - Scarlett Vayne - Cult - pagina 1
    - Naerise Harrison - Ellison - nog niet af - pagina 8
    - Alexa Graves - Merrow - pagina 7
    - Nanook Quayle - Hatsumomo - pagina 4
    - Caiden Jett Becket - VladiFerr - pagina 5
    - Roger Aidan Elric - Delone - pagina 7

    Praattopic
    Rollentopic

    BEGIN:
    Het is een frisse herfstdag, vijf uur. De avond breekt langzaam aan en er is verder niks op te merken, behalve het feit dat het steeds lastiger wordt om voedsel en warmte te vinden. De voedselvoorraad van beide groepen begint langzaamaan te krimpen.
    'S avonds is het wat gevaarlijker om buiten het kamp te zijn door de gevaarlijke dieren die rondlopen, waarvan de meesten gemuteerd zijn. Beiden groepen bevinden zich vlakbij het bos, maar zitten minimaal een kilometer of twee van elkaar vandaan.

    [ bericht aangepast op 23 sep 2013 - 20:45 ]


    "When all of your wishes are granted, many of your dreams will be destroyed.''

    [Mijn topics]


    I'm Ellie's & Mitshy's little secret. Rawr.

    [MT]


    "Rebellion's are build on hope"

    [Mijn topics]


    “If you can smile when things go wrong, you have someone in mind to blame.”

    {Mijn topics}

    [Mijn Topics]

    [ bericht aangepast op 22 sep 2013 - 21:10 ]


    "It's funnier in Enochian." ~ Castiel

    mine topiics :D


    Little do you know

    M.T.


    •

    Irvine schreef:
    [Mijn topics]


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Aimeé Noël Cosette - Vrouw groep 1.

    Het was koud en grimmig in het bos. De pijlen in de koker ketste zachtjes op het leer met iedere voetstap die ik zette. Een kleine ritseling en mijn lichaam verstijf. Er steekt een windje op vanuit mijn rug. Mijn haren waaien langs mijn gezicht en zorgen ervoor dat mijn gezichtsveld wat minder word.
    Ik staar voor me uit en durf geen enkele kik te geven. Niet veel later hoor ik iets wegrennen. Het hert dat ik nu al voor een halve dag aan het volgen was had me geroken en de benen genomen. Ik mompel zacht een paar vloekwoorden en sla met mijn vuist tegen de bast aan van een boom. Gelijk vond ik dat een slecht idee. Mijn knokkels kleurde rood en ik mompelde zachtjes van de pijn.
    Ik loop snel verder om de pijn eraf te lopen. Niet veel later vind ik opnieuw de sporen.
    Het was een niet al te groot hert. Waarschijnlijk pas een jaar. Iets wat fijn was, dan kon ik het tenminste dragen. Uiteindelijk kom ik aan bij een klein riviertje. Het gras was met modder bedekt en kleurde donkerbruin aan de rivierbedding. Niet veel veder op stond het hert. Mijn mond viel haast open toen ik zag dat het hert nog niet was gemuteerd. De meeste dieren waren dat al wel namelijk.
    Ik let er nu goed op dat ik uit de wind sta en laat mijn rechterhand dan voorzichtig naar mijn pijlen glijden. De donkere veren komen al snel tevoorschijn. Ik leg de pijl aan en klik de nok vast aan de pees. Ik kom langzaam overeind en trek de pees naar mijn kaak toe. Als mijn duim tot aan mijn kiezen komt, anker ik en los ik de pijl. Een seconde later klinkt er een gil dat onmogelijk van een mens kon zijn. Ik slik even als ik het hert stuiptrekkend op de grond zie. De snuit ligt nog in het water en zorgt ervoor dat het moeilijk is om te ademen. De grote zwarten ogen kijken verschrikt rond, maar focussen zich dan op mij. Ik loop voorzichtig naar het hert toe. Ik let niet op de ogen, op het gehijg of op de stuiptrekkende poten. Ik kijk naar de rode vloeistof die uit de wond komt. Het sijpelt langs de bruine vacht en verdwijnt in de rivier. Ik leg mijn vingers erop en er gaat een huivering door me heen. Ik kijk gehypnotiseerd naar het bloed dat als kleine druppeltjes van mijn vingers glijd. Een koude rilling schiet door mijn ruggengraat en ik ben weer uit mijn hypnose. Het hert is al dood. Ik zucht zacht en strijk met mijn andere hand over de hals van het dode dier. Dan, met een snelle beweging, trek ik de pijl eruit. Ik pak een blaadje van de grond en veeg de punt ermee af. Vervolgens doe ik de pijl voorzichtig terug in de koker. Ik trek het hert mee naar de kant en gooi het daarna over mijn schouder. Gelukkig lag deze rivier vlak bij het kamp en hoefde ik niet lang te lopen. Ik zette stevig de pas erin en probeerde goed adem te halen. Ook probeerde ik het bloed te vergeten dat nu zat vastgekleefd aan mijn hand. Dan komt het kamp eindelijk in zicht. Het kampvuur brand en ik ben er in een mum van tijd. Ik gooi het hert naast me neer en plof op de harde grond.
    Ik was moe en verslagen, maar het eten was toch geleverd.
    'Eten!' schreeuw ik door het kamp. Dan grijp ik mijn mes en begin ik het dier te villen. Zoveel mogelijk proberend het bloed te vergeten.

    [ bericht aangepast op 23 sep 2013 - 13:23 ]


    "Rebellion's are build on hope"

    [Mijn topics]


    26 - 02 - '16

    Samantha "Sam" Carter ~ Lid Groep 1.
    Herfst. Waarschijnlijk was het mijn lievelingsseizoen geweest, mocht ik in een wereld leven waarbij de levensomstandigheden iets beter waren. Want werkelijk, ons water en eten raakte op en het was niet makkelijk daar aan te komen. De hele dag was ik druk bezig geweest met van alles, 's ochtends had ik wat vallen uitgezet door het gebied en ik had ook geprobeerd te jagen, helaas had ik niks weten te vangen. Die verdomde beesten waren slim of hadden een zesde zintuig waarmee ze gevaar al van kilometers afstand konden ruiken.
    Ik slaakte een zucht en voelde aan het lemmet van het mes dat ik scherp had proberen te slijpen, althans, proberen, het was me weliswaar gelukt. Perfect, als ik alleen een lekker stuk vlees had om te bewerken met dit mes.. "Eten," schreeuwde Aimée en ik trok een wenkbrauw op toen ik mijn hoofd draaide. Een hert? Waar had die tut een hert vandaan gehaald, terwijl ik de hele dag niks meer was tegengekomen? Ik had niet veel op met Aimée en daardoor kon ik het nog minder uitstaan dat zij wel iets gevangen had, iets gróóts zelfs, en ik niks. Gauw wierp ik een blik op de stand van de zon, het zou nog even duren voordat het donker, en dus gevaarlijk, werd. Waarschijnlijk zou ik net genoeg tijd hebben om mijn vallen te controleren, sowieso wilde ik niet dat de mensen uit het andere kamp ze eerst vonden. Het was ons voedsel en het zou niet de eerste keer zijn dat ze het uit míjn vallen graaiden. Helaas had ik nog altijd niks kunnen bedenken tegen dit probleem en het bleef tevens één van de veiligste en betere manieren van jagen. Iets heel groots zou je er niet mee vangen, maar in ieder eten was welkom en aan te veel eten had je helaas ook niks. Het was nog niet koud genoeg om het lang te kunnen bewaren, wat we in de winter wel konden en móésten.
    Ik duwde mijzelf omhoog zodat ik weer met mijn afgetrapte, versleten combat boots op de grond stond. "Hé Lucas, ik ga even langs de vallen. Als ik niet terugkom, stuur je wel een reddingsbrigade langs hè?" grapte ik en knipoogde er bij. Het was mijn eigen risico en daar was ik me zeker bewust van, sowieso zouden ze nooit met een aantal mensen er op uit gaan om één persoon te zoeken. Althans, als het aan mij lag, want dat zou een uiterst domme zet zijn waarvan het risico ook veel te hoog was. Dit hield mij echter niet tegen en zonder nog verder tijd te verdoen begon ik te lopen en liet het kamp achter. De kans dat ik iemand van het andere kamp tegen zou komen achtte ik klein, maar het was zeker niet onmogelijk. Eigenlijk had ik geen idee wat ik zou doen als ik iemand van het andere kamp tegen gekomen was, dit was ook al erg lang geleden. Waarschijnlijk zou ik de mensen niet eens meer herkennen en dat was frustrerend en ik overwoog dan ook binnenkort weer een bezoek te brengen aan hun kamp. Het was belangrijk om te weten wie er lid van waren en wie niet, wat ze daar uitspookten en dergelijke. Een koude rilling langs mijn benen maakte me weer bewust van mijn omgeving. "Het wordt tijd voor een nieuwe broek.." mompelde ik. Het ding was versleten en zat vol gaten en scheuren, niet dat het me veel uitmaakte hoe ik er uit zag, we hadden simpelweg de luxe niet eens ons daar over druk te maken, maar comfortabel was anders. Nu het kouder werd kon ik wel iets warmers gebruiken, dus hopelijk dat iemand dat voor me in elkaar zou kunnen zetten en anders zou ik zelf wat moeten proberen. Al wist ik nu al dat dat plan gedoemd was te mislukken, kleding in elkaar naaien en dergelijke was nou niet mijn ding.


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

          • Gabriël Hestia Messias
    – Leider, Groep 2

          "Gabriël, je moet wat bedenken om ze in leven te houden."
    Mijn zachte, fluisterende stem bevat voor een gedeelte enkele motivatie – een aanblik van de schamele voorraad voedsel in het kamp had er zojuist voor gezorgd dat ik mezelf moed in had lopen spreken, waardoor ik mezelf op een millimeter na als "gestoord" kon bestempelen. Echter, door mezelf concreet toe te spreken werd ik herinnerd aan mijn groepsgenoten – er zat niets anders op dan een nieuwe strategie te bedenken voor het zoeken van eten, water en kleding ; de winter kwam genadeloos dichterbij, zonder dat ik daar eerder bij stil had gestaan.
    Alhoewel, we waren al enkele weken bezig met het verzamelen van voedsel – er ging alleen te veel weer op doordat er meer energie werd verbruikt. De aankomende winter zou er daarnaast een gaan worden die we niet vaak hadden meegemaakt ; kil, koud en bestraffend. Ik was degene die mijn groepsgenoten moest klaarmaken voor de "strijd" tegen Moeder Natuur – Ik was degene waar de ogen op gerichten zullen worden wanneer we de fout in gaan en grote verliezen zullen lijden.
          Hoofdschuddend laat ik het dierenvel terug over de voorraad voedsel zakken – zodat de aanblik van het dreigende onheil me niet langer kan bespotten en mijn hersenen direct op volle toeren beginnen te draaien, zoekend naar een oplossing voor de aankomende problemen. Alhoewel het er allemaal verschrikkelijk uit zag, wist ik dat ik een ijzersterke groep rondom me had verzameld – waar ik het geluk van had de leider te zijn.
    Iedereen in mijn groep had zo zijn eigen talenten, waar ik binnen een mum van tijd achter was gekomen om ze zo effectief mogelijk in te zetten. Binnenkort zou het tijd worden mijn groepsgenoten te vertellen dat we het de aankomende tijd zwaar zullen krijgen, maar dat ik hoe dan ook vertrouwen in ze blijf houden – niemand kan er beter vechten voor hun leven.
    Hierbij zou echter de vraag zijn of ze zo kalm en serieus zullen blijven als normaal gesproken – dat was ik namelijk van ze gewend ; ze stelden geen vragen bij mijn keuzes en probeerden altijd alles zo goed mogelijk uit te voeren, wetend dat het hoe dan ook zou moeten gebeuren. Echter, we hadden nog nooit zo'n barre tijd moeten doorstaan als de tijd die er op dit moment aan zat te komen.
          Zachtjes in mezelf mompelend – waarbij ik verschillende ideeën de revue laat passeren – laat ik mezelf neerzakken op een van de boomstammen rondom het kampvuur, dat door grote inspanning nog steeds aan is en een aangename warmte verspreid. De jassen van mijn groepsgenoten heb ik rondom het vuur op de grond gelegd ; wanneer ze terug zouden komen, zouden deze jassen de warmte vliegensvlug kunnen verspreiden.
    In mezelf gekeerd begin ik mijn voorraad kruiden en planten te ordenen, hopend dat ik genoeg medicijnen zou hebben om de kwalen in de winter tegen te gaan en mijn groepsgenoten zo veel mogelijk te beschermen.

    [ bericht aangepast op 23 sep 2013 - 19:53 ]


    •

    Faye Alaina Pryde • Lid groep 2
    Een beetje afgelegen van het kamp - zo'n tiental meter verderop - zat ik op de grond, met mijn rug tegen een boom aan. Mijn notitieboekje had ik in mijn handen geklemd en het was me opgevallen dat het ding bijna uit elkaar viel én bijna vol zat, wat me zorgen baarde. De meesten zouden wel denken: 'wat maakt het uit? Het is toch maar een boekje?' Ja, dat was het ook. Maar het 'boekje' was het enige waar ik mijn gevoelens in kon opschrijven en op die manier sterker in mijn schoenen stond in de buitenwereld, wat van belang was om te overleven. Ik had zo mijn eigen manieren om mezelf op de been te houden, en het boekje was dus mijn enige steun - en daar had ik genoeg aan.
    Ik zuchtte even, gooide het stukje waardeloze houtkool weg en klapte mijn boekje dicht. Mijn oog viel op het kamp, dat er nog redelijk knus uit zag vanuit de verte. Het vuurtje was net aangezet aangezien het begon te schemeren en ik meende een bezorgde blik van Gabriël zijn gezicht af te lezen toen hij naar de voedselvoorraad keek. Begrijpelijk, want daar was bijna niks meer van over.
    Ik beet zacht in mijn onderlip en trok mijn knieën op. Ik heb de afgelopen dagen flink geoefend in het jagen, maar was amper een beest tegen gekomen. De meesten komen te voorschijn in de nacht, maar dat zijn dan ook gelijk de gevaarlijkste.
    Na een tiental minuutjes stond ik maar op. Gabriël was alleen en bezig met weet ik veel wat. Ik zonderde me liever af - dat wisten de meesten uit de groep ook wel, maar het werd langzaamaan donker dus besloot ik Gabriël mijn hulp maar aan te bieden. Ik sjokte zijn kant op en pakte dankbaar mijn jas op, dat nu lekker warm was door het kampvuurtje.
    ''Kan ik je ergens mee helpen?'' vroeg ik zacht. Ik ging in kleermakerszit zitten en keek hem vragend aan, terwijl ik langzaam opwarmde in de warme gloed van het vuur. Ik had soms gewoon het vreemde gevoel dat ik niet van belang was, hier, dat ik te weinig deed voor de anderen. Het mocht dan misschien niet waar zijn, maar het voelde vervelend. Ik probeerde dus ook zo vaak mogelijk degene te helpen die hulp nodig hadden, al was ik liever op mezelf - het was fijn om te weten dat ik niet alleen was.
    Ik wreef even in mijn handen om wat warmte te creëren en keek rond. Het kamp zag er wat leegjes uit; waarschijnlijk waren de meesten eten aan het zoeken of ergens uit mijn zichtveld. Ik streek even vluchtig een plukje haar achter mijn oor, dat ondertussen voor mijn gezicht was gaan hangen.

    [ bericht aangepast op 23 sep 2013 - 20:10 ]


    "When all of your wishes are granted, many of your dreams will be destroyed.''

    Alexa Graves II 23 II Zonderling II Aan de rand van het bos, kamp opslaand
    Opnieuw was er een vruchteloze dag gepasseerd. Een zucht was dan ook hoorbaar, doordat de avond langzaam zijn intrede deed. Alexa liet haar blik naar de horizon glijden, voorbij de half ingestorte en afgebrokkelde gebouwen, daar waar slechts een minimaal streepje lucht aftekende tegen het grauwe grijs en bakstenen die overwoekerd werden door het teveel aan groen. Een grimmige trek had zich rond haar lippen gelegd, terwijl ze het hengsel van haar schoudertas steviger in haar hand nam. De nacht liet nog wel even op zich wachten, maar dat betekende niet dat ze nog vele uren had voordat het donker werd.
          Het werd dan ook langzamerhand tijd om een kamp op te slaan. Haar blik gleed uit automatisme naar het klokwerk rond haar pols, een simpel prul uit vergane tijden dat ze met enkele schroefjes, radartjes en moertjes terug werkende had gekregen. Ondanks dat ze wist dat de platte batterij niet eeuwig mee zou gaan, vond ze het horloge – zoals ze dat in vroegere tijden ook wel noemden - handig genoeg om bij zich te hebben. Daarbij was ze ervan overtuigd dat ze heus nog wel van die energie-opslag gevalletjes her en der in de stad zou vinden. Het waren van die dingen waar veel mensen weinig waarde aan hechtten, en dus zouden laten liggen tijdens hun zoektocht naar bruikbaar overlevingsmateriaal. Zij vond het echter verdraaid handige dingetjes, aangezien het ervoor zorgde dat meer apparaatjes van vroeger konden werken – met enige aanpassingen aangezien de tijd zijn sporen op daadwerkelijk alles in de wereld had achtergelaten.
          Alexa had nog altijd geen idee van wie ze dat technisch inzicht had verkregen, want haar beider ouders waren nooit technisch aangelegd geweest, maar haar vader stimuleerde haar wel altijd om er iets mee te doen en zo had ze toch al verschillende ‘uitvindingen’ gedaan die zeker hun nut hebben gehad. Het ene al dan meer dan het andere, maar dat maakte geen verschil. Het was altijd een uitdaging opzicht om iets werkende te krijgen, en daar hield ze nu eenmaal van. Zo had ze ook het idee verkregen om zich ooit te wagen aan een motor- of autowrak, al zou dat zeker niet voor direct zijn. En al helemaal niet nu de winter in zijn opmars was. Er waren immers andere, belangrijkere prioriteiten.


    “If you can smile when things go wrong, you have someone in mind to blame.”

          • Gabriël Hestia Messias
    – Leider, Groep 2

          "Kan ik je ergens mee helpen?"
    Grotendeels door mijn concentratie, had ik Faye geen enkel moment verwacht of zelfs maar horen aankomen. In mijn gedachten vervloek ik mezelf voor een kort moment, om vervolgens het gegeven op te slaan dat ik me niet te veel moet laten leiden door mijn planten en medicijnen, wanneer ik de enige persoon in het kamp ben – besluipen en overvallen zou hierdoor te gemakkelijk worden voor de andere personen die zochten naar manieren om te overleven – en ik was nog steeds niet van plan om vanuit het niets op te gaan geven en te sterven.
    Inmiddels is Faye in kleermakerszit op de grond gaan zitten, hoogstwaarschijnlijk omdat ze op die plek meer warmte op zou kunnen vangen van het haardvuur – of juist omdat Faye meer een persoon was die graag op zichzelf zit en ze niet te dicht bij mij in de buurt wil komen.
          "Faye," glimlach ik licht, waarna ik mijn medicijnen snel maar voorzichtig terug leg in een zeldzame, waterdichte kist. Met een snelle, simpele blik heb ik gezien dat ze geen eten of drinken heeft kunnen vinden – wat voor geen enkel moment woede of irritatie bij me oproept ; ik wist als geen ander hoe moeilijk het was om in deze tijden iets te vinden, ik respecteerde haar al ontzettend door haar inzet.
    "Bedankt voor je aanbod, maar ik was slechts wat dingen aan het controleren – kijken wat we nog missen," verduidelijk ik dan met een simpele klik naar de waterdichte kist, die inmiddels achter de boomstam was verdwenen. "Hoe was je dag, vandaag? Heb je nog wat ontdekt, of wat het zoals anders?" vraag ik dan voorzichtig, met een rustige ondertoon in mijn stem.
    Ik wilde Faye absoluut geen gevoel geven alsof ze 'waardeloos' of 'onbruikbaar' was voor onze groep – niets was namelijk minder waar. In mijn ogen was ieder individu van grote noodzaak voor onze groep, inclusief Faye.
          Bij het zien van haar bleke vingers – die zich proberen te verwarmen door haar handen tegen elkaar te schuiven – buig ik me opnieuw opzij naar mijn vertrouwde kist met medicijnen. Binnen de kortste keren heb ik een zeer krachtig, maar zeldzaam kruid opgevist en laat het even heen en weer dwarrelen tussen mijn vingertoppen, in het gezichtsveld van Faye.
    "Kauw hier maar op, voor drie minuten – het laat je bloed sneller stromen waardoor je eerder warm zal worden," glimlach ik dan bezorgd, terwijl ik wat voorover buig om haar het medicijn aan te geven.


    •