• Dorgate is een piratenhaven, iedereen die wegrent voor iets uit zijn verleden of gewoonweg niet wil deugen kan hier terecht. De stad heeft geen autoriteit en moord, diefstal en verraad zijn er de orde van de dag.
    Op een dag komt een groot schip genaamd De Vrijbuiter aan in de haven met het nieuws dat de autoriteiten van plan zijn om Dorgate van de kaart te vegen. Terwijl Dorgate zich langzaam klaarmaakt voor de strijd gaat ook het gewone leven zijn eigen gang.


    Regels:
    • Er is een minimum van 250 woorden, ik controleer regelmatig.
    • Het praattopic is voor OOC
    • 16+ is toegestaan.
    • Bij twee of drie personages, minstens één boven de 21
    • De bemanningsleden moeten minstens 21 zijn
    • Bespeel alleen je eigen personage en heb respect voor anderen.
    • Personages mogen vermoord worden mits toestemming van de anderen.
    • Naamsveranderingen en afwezigheden altijd doorgeven.
    • Let op spelling en interpunctie.
    • Geen Mary Sue’s
    • Reserveringen blijven 24 uur staan.
    • Denk goed na voor je meedoet, geen ééndagsvliegen.
    • Max. 3 Personages per persoon.
    • Alleen ik maak de topics.
    • Om het overzichtelijk te houden kan je maar bemanning van 2 schepen spelen: De Vrijbuiter en De Dolfijn


    Rollen:

    Bewoners Dorgate:

    Mannen:
    Alexander Raven Grey - 25 - Smid - 1,3 - xJigglyPuff
    James Armando Bradley - 21 - Jager & Slager - 1,4 - xJigglyPuff
    Charles Owen Mitchell - 29 - Zoon eigenaar Taverne - 1,8 - Dajly

    Vrouwen:
    Meredith Emma Johnson. - 20 - Huurmoordenares/kruidenier - 1,12 - VladiFerr
    Aci Nadya Asy'ari - Kruidenier - 25 - 1,2 - Morticia
    Maeve Johanna Gloria Cannon - 19 - In de Wijnstokerij - 1,1 - Mohn

    Bemanning De Vrijbuiter

    Mannen: (Max 5.)
    Timothy -Tim- Bennett - 27 - Scheepskok - 1,2 - Tonto

    Vrouwen: (Max. 5)
    Reservatie - Fortunatis
    Hadyn Aidan - 23 - Dekzwabber - 1,1 - KiliOfDurin
    Roselle Phoebe Romana - 23 - Tweede Stuurvrouw - 1,3 - Anthos

    Bemanning De Dolfijn

    Mannen: (Max. 4)
    Steve Morgan - 33 - Kapitein - 1,6 - KiliOfDurin

    Vrouwen: (Max. 4 )
    Julia Jones - 21 - Dekzwabber - 1,2 - KiliOfDurin
    Pip Lilibeth Kingston - 24 - Stuurman - 1,3 - Dajly

    Dorgate
    Dorgate ligt op een klein eiland slechts enkele kilometers bij de kust van Cornwall vandaan. Het dorp bestaat uit een boulevard van ongeveer een kilometer met daarachter nog enkele rijen huisjes. Het stinkt er naar vis, geschaald bier en mensen die bijna nooit een bad nemen. Aan de haven zitten voornamelijk tavernes en herbergen. Naast de boulevard is een zandstrand van een paar honderd meter breed waar kleine zeilscheepjes liggen en achter Dorgate ligt een klein, rotsachtig gebergte.


    Rollentopic
    Praattopic[/Praattopic

    [ bericht aangepast op 4 okt 2013 - 22:21 ]


    You can’t hammer tin into iron, no matter how hard you beat it, but that doesn’t mean tin is useless. -Jon Snow

    Thomas Richard Grave
    Ik reageerde amper toen een kleine jongen mijn beurs los sneed. Er zat niet erg veel geld in en die jongen had het zonder enige twijfel harder nodig dan ik. Ik kwam al jaren in Dorgate en had in die tijd geleerd dat je niet teveel geld in je beurs moest doen want je raakte het geheid kwijt. De jongen botste tegen een vrouw aan. Ze hield hem even tegen en ik vermoedde dat ze hem aan het bedreigen was - dit was Dorgate, meestal waren mensen elkaar aan het bedreigen.
    'Ik geloof dat dit van jou is?' vroeg ze toen ze dichterbij was gekomen.
    Ik grijnsde terwijl ik de bundel van haar aannam. 'Inderdaad, al had die jongen het gestolen waardoor jij nu de dief van de dief bent en dit officieel niet meer van mij is.'
    Ze leek enigszins verward toen ik de beurs van haar overnam. 'Ik snap niet waarom ze die beurzen altijd moeten vernietigen, nu moet ik weer een nieuwe kopen.'
    Ik haalde het geld uit de beurs en liet het in de zak van mijn versleten hes glijden. Gelukkig zat er nog geen gat in deze zak want anders was ik mijn geld voorgoed kwijt geweest, en dan bedoel ik ook het geld dat in mijn schoen in een aparte beurs zit waar niemand het ooit zal vinden. 'Aangezien jij mijn geld gered hebt,' zei ik tegen de vrouw. 'Lijkt het me wel zo eerlijk dat ik je op een drank trakteer.'


    You can’t hammer tin into iron, no matter how hard you beat it, but that doesn’t mean tin is useless. -Jon Snow

    Leane Alderick

    De man begon te grijnzen terwijl hij de beurs aan nam, Inderdaad, al had die jongen het gestolen waardoor jij nu de dief van de dief bent en dit officieel niet meer van mij is.'. De verwarring verscheen in haar ogen en even maakte ze aanstalte hier fel op in te gaan. Op het laatste moment veranderde ze van gedachte en keek hem met een lichte grijns aan, "goh misschien zou het mijn kapitein trots maken, misschien vervul ik ooit nog eens de naam piraat" grapte ze.
    'Ik snap niet waarom ze die beurzen altijd moeten vernietigen, nu moet ik weer een nieuwe kopen.' zei hij terwijl het geld uit zijn beurs haalde en het in zijn hes liet glijden.
    "Tja... denk je dat die jongens de tijd hebben om rustig je riem los te halen?" vroeg ze op geamuseerde toon. "Menig man zou de jongen al een trap verkopen als hij al in de buurt zou komen". Ze kamde een hand door haar warrige haren en keek naar waar de jongen was verdwenen. "Let op mijn woorden, die jongen zit over een paar jaar op een schip... tenminste als hij het zolang uit zal houden" een grimas gleed over haar gezicht.
    'Aangezien jij mijn geld gered hebt,' zei ik tegen de vrouw. 'Lijkt het me wel zo eerlijk dat ik je op een drank trakteer.' zijn zware stem haalde haar weer uit haar gedachte en liet haar glimlachen. Ze had dan wel al het een en ander gedronken maar de had haar tax in de verre verte nog niet gehaald.
    "Dat lijkt me heerlijk" lachte. Ergens zou ze eerst haar dingetjes moeten regelen, maar dat deed eigenlijk niemand op het schip. Nee eerst plezier maken de rest kwam nog wel.
    Ze liepen samen een kroeg in, deze was rommeliger dan de kroeg van Charlie maar in de hoek zat een man duidelijk met een slok op te spelen op zijn gitaar. Het geheel maakte dat deze kroeg toch een natuurlijke gezelligheid bevatte. Maar schijn kon ook bedriegen wist ze, in alle piratensteden was het bijna traditie om bij het minste aanstoot op de vuist te gaan.
    Toen ze eenmaal aan de bar zaten keek ze de man aan, nu ze zijn houding had mogen observeren leek hij niet half zo gevaarlijk meer. "Mag ik je om je naam vragen?" vroeg ze iets bescheiden en stak haar hand uit. "Leane Alderick" gooide zeer achteraan.


    Never forget what you are. The rest of the world will not. Wear it like armor and it can never be used to hurt you.

    [MT]


    "Rebellion's are build on hope"

    Meredith Emma Johnson - Dorpeling.

    Ik balanceerde op de houten balken van mijn huis. De bruine broek en bruine tuniek sloten stevig aan. Ik ging op mijn hurken zitten en keek toen met grote ogen naar de zeilen van een schip dat in de haven lag.
    'Wauw' kwam er fluisterend over mijn lippen. Het leek me heerlijk om op een schip te werken. Ik zuchtte diep en liet mijn ogen glijden over de besmeurde straten. Hoe schoon zou de zee zijn vergeleken met dit? De vraag speelde op, maar ik vergat het al snel. Ik stond weer op en liep met snelle pasjes naar het midden punt van het dak. Ik sprong naar beneden, greep me vast aan de balustrade van de buren. Ik zette me af en greep toen de balustrade van mijn eigen huis. Ik klom gelijk naar binnen en sloot de gordijnen. Ik kleedde me snel om. Een simpele beige jurk viel nu tot aan mijn enkels. Daaronder droeg ik nog steeds mijn laarzen, maar die zag je moeilijk. Ik greep een rieten mand en liep naar buiten.
    'Morgen Meredith' hoorde ik een paar mensen zeggen toen ik naar de haven liep. Ik moest nog even langs bij mijn moeder. Iets wat me kwelde, maar goed.
    Toen ik naar binnen liep meende ik me Liv te zien, maar ik wist het niet zeker. Ik keek omhoog naar de kamers die daar waren. Ik zag dat mijn moeders kamer net open ging. Ze kwam er haast dronken uit met een man. Hij keek zo verlekkerd naar haar dat ik verschrikkelijk kwaad werd. Ook al was ze prostituee, ik liet niet iedere man mijn moeder aflebberen. Kwaad stormde ik de trap op. De man wou net zijn lippen op die van mijn moeder drukken, toen zijn ogen op mij vielen. Er kwam een raar geluid uit zijn keel. Met grote ogen liep hij op me af en legde hij plots een hand bij mijn been. Ik slaakte een kreet van verontwaardiging. Met de vlakke hand sloeg ik hem op de grond.
    'Blijf met je ranzige poten van me af!' schreeuwde ik. Mijn moeder moest grinniken.
    'MAM!' riep ik. Nu sloeg mijn moeder mij.
    'Ik ben je moeder niet lelijk wicht' snauwde ze. Met tranen in mijn ogen keek ik haar aan. Ze was dronken. Ernstig dronken, maar dat nam het gevoel nog niet weg. Ik sprong op en stormde de trappen weer af. Ik rende de haven in en stond pas stil bij het water. Ik ging zitten en sloot mijn ogen. Ik trok ondertussen mijn laarzen uit en liet mijn voeten in het water bungelen. Mijn tranen droogde op op mijn wangen. Voorzichtig opende ik mijn ogen weer. Die man zou ervoor boeten dat hij me zo slecht had behandeld. Dat zweerde ik. Ik word pas echt rustig als ik het schip zie. Met grote ogen staar ik ernaar.
    En opnieuw is er een "Wauw" uit mijn mond te horen.


    "Rebellion's are build on hope"

    Roselle Phoebe Romana

    Met een klein glimlachje op mijn gezicht knik ik als Timothy het 'geen probleem' vind dat ik met hem mee ga naar de markt. En als hij ineens vriendelijk tegen de dwerg die tegen hem op botste begint te praten trek ik mijn wenkbrauwen al helemaal op, verbaasd dit keer. "Zo hé, Tim. Ben je ziek? Ik wist niet dat je kon glimlachen, en daarbij, Frans?" Het laatste is gedoeld op zijn 'Madame moiselle'. "Nou, die koorts moet wel erg hoog zijn."
    "Je kan me Kingston noemen," zegt het blondje. "Ik weet niet of ik het zo'n groot genoegen vind, maar wie ben jij?"
    Ik lach om haar, nee, niet omdat ik háár grappig vind. Maar omdat ze zo 'stoer' doet. Ook Tim moet hier om lachen, met een andere reden weliswaar. Dat vertellen zijn daarop volgende woorden wel.
    "Je doet net alsof ik een vies oud mannetje bent die allemaal meisjes mee lokt. Maak je maar geen zorgen, Ik ben dan wel een piraat die al de vijfentwintig gepasseerd is, maar ik heb nog nooit meisjes mee gelokt, en ben dat niet van plan ook."
    De volgende woorden zijn erg waar, ook ik ben ooit in de val van de mannen hier gelopen. Om eerlijk gezegd zit ik er nog steeds vast. Maar hoe kom je anders aan je eten? Het is dat ik nu op de Vrijbuiter zit.
    Dan komen er woorden om van te walgen. En spontaan krijg ik braakneigingen. Woorden dat hij het met vuil bedekte blondje het meest mooie meisje wat hij ooit heeft gezien, bijvoorbeeld. Dat er een 'No offence Roselle' bij komt wuif ik weg.


    Reality's overrated.

    James Armando Bradley
    De vrouw keek op en bestudeerde me grondig. Ik werd er nogal geïrriteerd van. Ik hield er niet van als mensen in mijn buurt waren en me bekeken alsof ik gekeurd moest worden. Ik versterkte de greep om mijn boog en moest de moeite doen om haar niet af te snauwen. Ik voelde hoe het, nog, warme bloed van het dode hert voor een deel mijn broek nat maakten, en het andere deel hoorde ik langzaam op de grond druppen. 'Ah, de natuur een handje helpen?' de vrouw keek lichtelijk verafschuwd naar het dode hert, terwijl ik langzamerhand nog geïrriteerder raakte dan dat ik al was. Ik begon te lopen naar de achterkant van de slagerij, die overigens naast mijn hutje was. 'Zijn levenskracht is hem afgenomen door een jager, wat een bruut leven.' Ik moest alle moeite doen om me niet om te draaien en haar recht in haar gezicht uit te schelden. Ze wist niks van mijn leven af, laat staan dat ze zich er mee moest bemoeien. Als ze iets over mij wou zeggen, deed ze maar uit mijn buurt.
    'Ik ben niet diegene die bedacht heeft dat wij mensen moeten werken voor ons geld.' Snauwde ik terwijl ik haar recht in haar ogen aankeek. 'En ik heb hier voor gekozen. Ik heb er nog elke dag spijt van.' Mijn blik scheurde ik los, terwijl ik een deur opende en het hert op de tafel die in de kleine kamer stond neerlegde. Toen ik me omdraaide, stond de vrouw er nog steeds, al maakte ze aanstalten om weg te gaan.
    'En de volgende keer pluk je maar bij iemand anders bloementjes.' Mijn stem was laag en kil. Ergens hoopte ik dat ik haar daarmee weg zou krijgen. We zouden wel zien wat het lot met me van plan was.