Volledige naam: Thomas Betoto Bjelland
Leeftijd: 18 jaar. Geboren op de 23e van oktober in een dorp vlakbij Bergen, Noorwegen.
Jaar: 3e jaars
Afdeling: Wilgenwoud is Thomas’ groep al is het hem nog steeds niet duidelijk wat hij daar doet. Als kind is hij er ooit naar toegelopen, maar hij gelooft nog steeds niet dat hij dat zelf heeft gedaan. Stiekem denkt Thomas dat hij richting Wilgenwoud is geduwd, maar bewijzen kan natuurlijk nooit. Tot de dag van vandaag heeft hij ontzettend voor spijt van zijn keuze en Thomas gaat dan ook niet veel om met zijn mede groepsgenoten.
Innerlijk: Zowel qua innerlijk als uiterlijk is Thomas een aparte jongen. Hij is een echte flierefluiter. Thomas maakt zich niet zo heel snel zorgen om dingen. Wat voor iemand anders heel belangrijk kan zijn, staat bij hem vaak niet eens op het lijstje van belangrijke dingen. Hij heeft maar weinig nodig om een gelukkig leven te leiden. Thomas leeft volgens zijn 5 waarden lijst. Een simpele en duidelijk lijst, wat voor hem een goed leven betekend. Thomas houdt zich trouw aan zijn lijst en breekt deze alleen in dringende en uiterste noodzaak. Dingen buiten de lijst op zijn niet echt van belang voor Thomas en daar geeft hij dan ook maar weinig aandacht aan.
Punt één op zijn lijst is: ‘Blijf je voorouders en familie altijd trouw’. Dit is eigenlijk een ongeschreven regel in Thomas’ familie en Thomas voor zichzelf op plek een heeft gezet. Familie is echt het aller, allerbelangrijkste voor hem. Niets of niemand komt tussen hen en Thomas. Nooit zal hij dan ook een grof of beledigend woord zeggen over zijn familie en al helemaal niet over zijn voorouders. Vanuit Thomas’ opvoeding – en dan vooral het deel van zijn moeder – heeft hij meegekregen om je voorouders altijd te eren en te respecteren. Elke avond bid en praat hij dan ook tot hen. Thomas heeft geen religie die hem hier toe zet, maar het brengt hem wel rust. Hij gelooft er heilig in dat zijn voorouders verder leven in de harten van het nageslacht en in de lucht rond hen. Toeval bestaat dan ook niet voor hem. Toeval is een teken, een goede of een slechte. Het is een verandering die hij moet volgen. Toeval probeert hij dan ook nooit te ontwijken. Thomas laat het toeval altijd tot hem komen, dit is ook de reden dat hij zich geen zorgen maakt om de dingen rond zich heen. Hij weet dat het zo zou moeten lopen en dat zijn voorouders het leven zo voor hem hebben gemaakt.
Het tweede punt op Thomas’ levenslijst is: ‘Nooit jezelf kwijtraken en wees eerlijk’. Thomas hecht veel waarde aan mensen waarvan hij zeker weet dat ze zichzelf zijn en blijven, no matter what. Hij kan niet tegen toneelstukjes en wilt altijd het echte persoon van iemand zien. Thomas zal zichzelf dan ook nooit anders voor doen dan dat hij is en dit komt samen met punt drie op de lijst: ‘Wees nooit beschaamt over wat je doet of hoe je bent’. Dit punt heeft Thomas toegevoegd nadat hij erachter kwam dat het in het blanke Noorwegen niet helemaal normaal is om een Afrikaanse roots te hebben, zeker niet op het platteland waar Thomas woonde. Inmiddels is het absoluut geen stuggle meer voor hem, maar dat was het in zijn kindertijd absoluut wel. Hij was beschaamd over zijn kleur en wilde net als de andere kindjes wit zijn. Het was zelfs eens zo erg dat zijn ouders hem als vijfjarig kindje in de berging vonden waar hij zichzelf helemaal wit had geverfd met grondverf. Vanaf dat moment hebben zijn ouders veel gesprekken met hem gevoerd over zijn achtergrond en langzaamaan is Thomas het gaan waarderen. Hij zou nu absoluut de blanke kleur niet meer willen en hij is trots op zijn donkere velletje.
‘Steek alleen moeite in de mensen waarvan je houdt, maar laat de rest nooit helemaal varen,’ zo luidt Thomas’ vierde punt. In zijn leven heeft hij geleerd om de mensen die je hebben teleurgesteld of erger niet helemaal uit het oog te verliezen. Thomas is niet iemand van de tweede of zelfs derde kansen. Je hebt één kans bij die jongen, want in die ene kans stopt hij al zijn moeite. Het duurt dan ook lang voordat je hem hebt teleurgesteld dus die tweede kans verdien je dan niet helemaal. Toch heeft hij gemerkt dat mensen veranderen. De ideeën, opvattingen en meningen van een persoon kunnen veranderen en daarom laat hij mensen, waar hij ooit zoveel tijd en moeite in heeft gestoken, nooit helemaal weggaan uit zijn hart. Makkelijk zal je er in weer in worden opgenomen, oh nee, daar moet je veel moeite voor doen want vergevingsgezind is hij niet, maar als je het lukt heb je aan Thomas de beste vriend ooit.
Het allerlaatste punt is het punt wat je eigenlijk dagelijks terugvindt in Thomas’ leven en het klinkt simpel, maar het is soms moeilijk te volbrengen. ‘Doe uitsluitend dingen die je leuk vindt, of waar je zin in hebt,’ zijn de laatste woorden van zijn lijst. Thomas doet dan ook bijna nooit dingen waar hij tegenop kijkt of die hem niet interesseren. Nee, Thomas leven staat in het teken van een feest. Hij vindt het belangrijk dat je jouw leven goed ‘viert’ en het zo mooi mogelijk maakt. Thomas kan zich dan ook mateloos frustreren aan mensen die zeuren, niets doen of lui zijn. Op die manier wordt het leven namelijk nooit hoe mooi het kan zijn.
Thomas is – als hij zich volledig aan zijn lijst houdt – niet de aller moeilijkste om mee samen te leven. Hij geeft mensen altijd een kans en veroordeeld niet omdat hij zelf weet hoe moeilijk het is om anders te zijn in een maatschappij. Als je Thomas kwetst, staat hij vaak niet in voor de gevolgen. Hij zal nooit zijn hand heffen, maar de woorden zullen duidelijk vloeien. Schelden doet Thomas niet, maar hij zal iemand wel duidelijk zeggen wat hij van hem of haar vindt. In dat opzicht is Thomas ook erg koppig: de kans heb je verspeeld.
Leergierig is Thomas allerminst. Nee, school is niet voor de jongen weggelegd. Hij trekt liever zijn eigen pad, dan dat hij over de geasfalteerde paden loopt.
Uiterlijk:
Sacha M’Baye
Thomas is een bijzondere combinatie. Zijn moeder – Keniaanse van origine – en zijn vader – Noors – hebben een flink aantal kinderen voortgebracht, waaronder Thomas. Door zijn roots is hij niet zoals zijn moeder diep en diep donker, maar zijn vader heeft de kleur iets witter, iets vlakker gemaakt. Verder is er aan Thomas niet te zien dat hij een Noorse vader heeft. De vorm van zijn hoofd, zijn brede neus, zijn grotere lippen, alles wijst op een Afrikaanse achtergrond en familie. Thomas heeft altijd zijn haren gemillimeterd, zou hij dit niet doen dan zou hij een flinke kop met diepe, zware, donkere krulletjes krijgen. Aangezien hij daar niet op zit te wachten, scheert hij zijn hoofd meerdere keren per week om het haar in het gareel te houden. Ook neemt hij dan meteen zijn baardje mee. Veel zal je Thomas niet kunnen betrappen op een 1 à 2 dagen baardje.
Thomas heeft, net als de hele Afrikaanse bevolking, diep bruine/bijna zwarte ogen en een brede kleine neus. Net naast de linkerkant van zijn neus heeft hij een litteken veroorzaakt doordat hij als kind ooit uit de boom is gevallen. Veel weet Thomas er niet meer en hij ergert zich dan ook aan het dingetje dat zijn gezicht ‘verpest.’ Soms, in de vakanties, doet hij een poging om met de make-up van zijn zussen het plekje te camoufleren, maar echt een expert is hij er nog niet in.
Thomas vindt zichzelf een echte ‘Noorse stadsneger’ en hij zal dan ook de eerste Afrikaan zijn die echt helemaal dol is op sneeuw, ondanks dat hij een bloedhekel heeft aan de kou. Dat is ook de reden dat Thomas altijd dikke vesten en grote sweaters draagt. In een T-shirt of een overhemd zal je hem nooit tegenkomen, veel te koud, net als korte of driekwartbroeken.
Familie en geschiedenis: Thomas komt uit een immens groot gezin. Tweeëntwintig jaar geleden ontmoette zijn vader, Bjorn, zijn moeder, Chane. Chane kwam op haar zestiende samen met haar oudere zus naar Noorwegen om werk en educatie te zoeken, aangezien ze beide niet het magiërs-DNA hadden geërfd. Chane is afkomstig uit de Uchawi stam, een deel van de Samburu stam in het noorden van Kenia. Magiërs die daar met magiërs kinderen krijgen geven het DNA door. Echter een magiër die met een dreuzel een kind krijgt geeft het niet door en dat is de reden dat Chane geen magiër is. Bjorn, Thomas’ vader, komt ook uit een magiërgezin maar heeft de krachten net als Chane niet meegekregen. Toen Bjorn en Chane zwanger raakte was het ook geen verrassing dat het kindje een magiër was.
Chane was zeventien toen ze voor het eerst zwanger raakte van Thomas’ oudste broer: Knut Chaga. Alle kinderen in het gezin hebben een Noorse en een Swahili naam. Die tweede naam wordt voornamelijk in huiselijke kring gebruikt, maar voor de buitenstaanders is de Noorse naam een must. Al willen Thomas’ vrienden nog wel een grappig doen en hem Betoto noemen. Na Knut (21) kwam al snel een meisje genaamd Anne Bititi. Het kinderaantal in huize Bjelland liep al snel op en op dit moment is moeder Chane (38 jaar) zwanger van haar elfde kind. Na Anne (19) kwam Thomas. Hij is dus een van de oudere in het gezin. Tussen Thomas en het kindje erna zit een niet al te groot gat want Marit Zaina is net zeventien geworden. Na Marit volgen de net niet pubers Liv Habiba en Arne Pandu van respectievelijk veertien en dertien. Tussen de allerkleinste zit dan wel weer een gat. Lena Jahi is tien jaar oud, dan komt Mats Omari van zes, Kai Oman van drie en de jongste telg Camilla Dafina van net één jaar oud. Door het vele aantal kinderen is er altijd leven in huize Bjelland, iets waar Thomas helemaal gek op is.
De beste band heeft Thomas met zijn zusje Marit en zijn broer Knut. Anna en hij liggen elkaar wat minder lekker en de rest is nog te jong voor Thomas om echt mee te binden. Toch betekent zijn familie alles voor hem en gaat hij voor hen door het vuur, als dat zou moeten.
Thomas is één keer bij de Uchawi stam, waar zijn familie woont, geweest. Veel geld heeft de familie Bjelland niet om er met zijn twaalven - en in de toekomst dertienen - heel te gaan. Toch heeft Thomas zich voorgenomen om later terug te gaan naar de stam.
Doordat zijn ouders beide gaan magiër zijn, is Thomas opgevoed met het idee dat dreuzels niet onderdoen tot de magiër. Thomas had dan ook helemaal geen interesse als kind in zijn krachten of die van de mensen om hem heen. Hij heeft zich altijd erg verbonden gevoelt met de dreuzels en wilde daarom als kleuter ook perse naar een dreuzelschool. Tot zijn zestiende - waarna de leerplicht in Noorwegen eindigt - heeft hij dus ook met dreuzels op school gezeten. Buiten dat hij dus magiër is, heeft hij ook veel verstand van dreuzelvakken - ondanks dat school hem vrij weinig boeit -. Als klein kindje wilde Thomas er altijd bij horen, maar twee dingen weerhielden hem daarvan: zijn huidskleur en zijn krachten. Beiden heeft hij kunnen accepteren, de eerste iets moeilijker dan de tweede, maar erg lang duurde het niet. Thomas heeft nu nog veel niet-magier vrienden en is in de tijd dat hij van school af is veel bij hen. Zij denken dat Thomas' ouders hem op een interne school in Amerika hebben gestuurd, want tot zijn grote spijt - en de enige keer dat hij liegt - mag hij niet aan zijn vrienden vertellen waar hij echt is. Dat valt voor hem zwaar want de meeste jongens kent hij al sinds zijn vierde jaar toen hij in Bergen ging handballen bij de kabouter. De jongens zijn samen opgegroeid en hebben dezelfde fases allemaal met elkaar doorgemaakt, dat is het gene wat hen zo hecht maakt. Na al die tijd handbalt Thomas nog steeds, maar tot zijn grote spijt heeft hij officieel moeten stoppen op zijn zestiende toen hij naar Groenland ging. De jongens in Bergen spelen nog steeds en het gebeurd niet zelden dat Thomas toch even komt kijken als daar mogelijk voor is.
Extra: Thomas heeft twee passies waarvoor hij leeft. De eerder genoemde sport handbal is daar een van. Hij is helemaal gek van deze dreuzelsport en speelt het nog fanatiek in de vakantie. Doordat hij zo gek is op handbal, waar je veel en ver moet kunnen gooien, is hij ook redelijk succesvol in de magiersport tuinkabouter-slingeren, al heeft hij daar een stuk minder plezier in.
Zijn tweede passie is eten. Het kopen, bereiden en opeten van het voedsel vindt hij alle even geweldig. Er zijn dan ook maar weinig dingen die Thomas niet lust, maar bloemkool is daar een van. Sterker nog: Thomas heeft het helemaal niet zo op kool. Opmerkelijk detail aangezien zijn voorouders bijna leefde van koolsoep en gekookte kool. Hij zal dan ook nooit - uit respect voor de voorouderen - kool weigeren of erover zeuren. Thomas kookt het liefste Afrikaans. Met bonen, rijst en verschillende soorten vlees en groente maakt hij de mooiste kunstwerkjes van het noordelijk halfrond.
[ bericht aangepast op 23 sep 2013 - 19:57 ]
"The only way of finding a solution is to fight back, to move, to run, and to control that pressure."