Devon Dorcha
"Shapeshifter of weet ik veel wat het is. In ieder geval, het is datzelfde rotbeest als die rat en wilt niet zijn gewone gedaante laten zien."
Ik laat mijn blik even naar de kat glijden en frons mijn wenkbrauwen. Verdorie, ik had nog wel zo gehoopt dat we nu van die muis af waren. Hopelijk vindt het ding dat kattenlichaam leuker dan het stukje pels waarin het daarnet rondliep.
Ondertussen heeft het ding zich naast Claed genesteld en ik moet me in houden het niet naar de andere kant van de kamer te gooien. Helaas zou ik daarvoor boeten zodra Claed wakker is, dus maar beter niet.
"Als hij nog niet slaapt, weet ik wel een trucje. Je kent mijn moeder, dus misschien dat jij de gevolgen weet ervan."
Ik kijk naar Dhelia die rechtover me gaan zitten is en schud zachtjes mijn hoofd. Ik hou een zachte glimlach op mijn gezicht. Als ze veel magie op hem zou gebruiken, zou het een beetje een gelijkaardig effect hebben als dat ik hem veel zou aanraken. Hij zou in de ban raken van haar, haar magie willen tot het ze beiden uitput.
Het duurt niet lang voor Claed begint te woelen en ik herinner me nog dat dat een teken is dat hij begint wakker te worden. Ik kijk hem voorzichtig aan en glimlach zachtjes wanneer hij mompelend zijn ogen opent.
"Devon... kun je dat nog eens doen?"
Ik grinnik even en schud opnieuw mijn hoofd. Als ik het te vaak doe kan ik schade aan zijn hersenen veroorzaken, hij zou geheugenverlies kunnen krijgen of er heel lang over doen om wakker te worden en dat zijn twee dingen die ik hem niet wil aan doen.
"Dhelia, ik denk dat het beter is dat jij hem terug in slaap doet. Dan slaapt hij langer, maar het is aan jou de keus."
Voor ik kan antwoorden staat er plots een enorme zwarte panter in de kamer en net wanneer ik in de verdediging wil schieten, bemoeit Daniël zich ermee. Er verschijnt een kleine grijns op mijn gezicht. Doordat ik in het Duistere Hof geboren ben, kan ik een gevecht en een beetje geweld op zijn tijd wel appreciëren. Meer nog, ik heb het af en toe nodig.
Ik grinnik om Daniëls woorden, en om eerlijk te zijn zou ik het hem graag in de praktijk zien doen. Ik heb er geen geheim van gemaakt wat ik ben, net als Dhelia, Daniël en Claed. Waarom doet Poes er dan zo moeilijk over. Om Daniëls woorden kracht bij te zetten, buig ik me over Claed's hoofd heen en doe mijn schoen uit. Vervolgens gooi ik het ding met een hoge snelheid en kracht naar het hoofd van Poes. Ik onderdruk de neiging om enthousiast te klappen als het ook nog eens raak is.
"Ja, Poes. Kalmeer een beetje. We zitten allemaal in hetzelfde schuitje hier en had jij nou gewoon je menselijke gedaante laten zien dan was er niemand geweest die je een rat had genoemd en dan had ik je al helemaal niet bedreigd. Hoogstwaarschijnlijk. Als je toch van plan bent aan te vallen, dan heb je zo meteen vier magische wezens op je dak dus ik zou je aanraden het rustig aan te doen," zeg ik niet onvriendelijk.
Ik haal mijn schouders even op en wil mijn sigaretten pakken tot ik besef dat die in de laars die ik net naar Poes gegooid heb zaten. Ik zucht even en richt mijn aandacht weer op Claed.
"Probeer gewoon zelf wat te slapen, of rusten als slapen niet lukt. Je weet dat ik goed stil kan zitten, ik ga nergens heen als het je gerust stelt."
Ik hou mijn ogen op hem gericht omdat ik me schaam. Ik heb het niet makkelijk zo open te zijn in mijn affectie voor hem. Helemaal niet omdat Daniël, en volgens mij Dhelia ook, weet dat er iets aan de hand is. Ik schraap mijn keel even en probeer ze te negeren.
"En als je een knuffelbeer nodig hebt, dan komt Poes wel even naast je liggen," grinnik ik, in de hoop het ding wat te kalmeren en de sfeer wat luchtiger te krijgen.
Ik weet hoe hun emoties zouden smaken mocht ik nog in het Duister Hof zitten nu, zoet als suikerspin met een vleugje zout als zeewater voor woede. Een lichte karamelsmaak van verwarring en een bittere vleug van gekrenkt ego. Soms mis ik het wel, smaken hoe mensen zich voelen. Nu moet ik soms gissen, en het kan een hele hoop vervelende situaties vermijden als je het zeker weet.
I've no idea of the future, but I can see the past quite well. And the present, if the weather's clear.