Pas toen de deur achter Harry weer in het slot gevallen was, ontsnapte de eerste traan uit m’n ooghoek. Ik had me net lang genoeg kunnen inhouden, ook al was ik daar verschrikkelijk slecht in, en al zeker als Harry erbij was. Normaal was hij de persoon bij wie ik ging uithuilen, maar nu huilde ik om hem. En dan nog niet eens om de kwestie met Zayn, nee, om m’n eigen gevoelens voor de krullenbol. Waarom kon ik met El niet perfect gelukkig zijn? Eigenlijk was de vraag overbodig, want ik wist het antwoord zelf al: ik hield van Harry. Niet gewoon als vrienden, zelfs niet als beste vrienden, maar wel zoals ik van El hield. Het was maar een klein stukje ten opzichte van hoeveel ik van haar hield, maar het was te veel. Het leek alsof ik iets mistte in m’n leven, en dat was hij.
Daarnet had hij letterlijk gezegd dat hij niets voor mij voelde. Nu niet, nooit niet. Ja, als vrienden maar meer ook niet. Het had op het puntje van m’n tong gelegen: ik hou van je Harry, meer dan Zayn ooit zal doen. Maar ik kon aan m’n beste vriend toch niet zomaar de liefde verklaren? En al zeker niet wanneer hij zelf op een andere jongen verliefd was, die tevens één van je eigen vrienden was. Want één ding wist ik zeker: als ik het had gedaan, zou er iets veranderd zijn aan de vriendschap met hen. Misschien zou ik er zelfs voor gezorgd hebben dat ze nooit gelukkig konden zijn, omwille van mij. Omdat ik met m’n stomme kop zo nodig gevoelens moest hebben voor m’n beste vriend en dat dan ook nog eens gaan zeggen.
Ik hoopte maar dat m’n gezicht niets verraden had van de teleurstelling en de opgekropte gevoelens, toen hij zei dat wat hij een Zayn, en hij en ik hadden, niet hetzelfde was. Het had pijn gedaan, maar misschien was het beter zo. Als Harry maar geen pijn had, dan was alles goed. Misschien moest ik het maar gewoon vergeten en m’n beste vriend steunen en helpen, ook al zou ik er zelf onder lijden. Harry verliezen door hem al m’n gevoelens te vertellen wilde ik niet. En El wilde ik ook niet kwijt, want ik hield van haar, zielsveel, wat er ook zou gebeuren.
Ik veegde mijn tranen ruw weg en stond op. Ik moest weg van hier, weg van Harry. Of toch voor even. Nadat ik m’n jas van de kapstok geplukt had en ‘m had aangetrokken, liep ik naar de keuken en naam daar een blad papier. Ik ben even naar m’n zusjes. Ben terug nog voor je me kan missen. Ik hou van je. <3 De sierlijke, zwarte letters glansden op het witte papier en glimlachend legde ik het voor me neer op de tafel. Ze zou het onmiddellijk vinden en weten dat ze zich niet ongerust hoefde te maken. Misschien zou ze het zelfs jammer vinden dat ik haar niet mee nam, maar ik had nu wat tijd nodig met m’n zusjes alleen. Ik had ze al een hele tijd niet meer gezien, waar ik me enorm schuldig over voelde. Dan hadden ze een grote broer, maar was ie er nooit. Ik besloot wat vaker naar hen toe te gaan, en met die gedachte stapte ik het appartement uit.
How lucky I am to have something that makes saying goodbye so hard.