Een vector is een grootheid die ook richting bezit. Dwz dingen als verplaatsing, snelheid, versnelling en kracht.
Om even als voorbeeld te nemen dat a en b krachten zijn, moet je dus de richting tekenen hoe er kracht ergens wordt uitgeoefend. Gezien dat er getallen gegeven zijn, moet je ze dus op schaal tekenen. Bv, a 2cm en b 0,3cm. Natuurlijk ook niet de richting vergeten.
Bij de tweede. Je moet ze samen in 1 pijl tekenen. Dit is gemakkelijk als ze op 1 lijn liggen. Als ze dezelfde kant op wijzen, kun je ze bij elkaar optellen, dus 2,3. Als ze tegengesteld liggen, van elkaar aftrekken. Ze werken tegen elkaar, dus wordt het dan 1,7. Liggen ze in een bepaalde hoek op elkaar *pakt natuurkundeboek erbij*, moet je de parallellogram-methode toepassen.
*ik ben nog bezig, dus even een moment geduld*
Don't fashion me into a maiden that needs saving from a dragon. I am the dragon, and I will eat you whole.