• {Rollentopic RPG Utopia
    Informatie Dossier over de RPG

    Er was eens een welvarend land, het land Utopia.

    Utopia is een eiland dat ondanks zijn grote niet te vinden is op de normale kaarten, het ligt ergens verscholen in de Atlantische Oceaan met een speciale beschermde stof om het eiland heen wat het verhult voor de buitenwereld.

    Op het eiland zijn er een aantal nationaliteiten;

    Donkers, Luchters, waterzeeërs, Lichters, Midders, (later meer informatie hierover)



    De inwoners van Utopia zijn hele normale mensen, maar toch was er iets dat anders was dan bij ons.

    De mensen van dat land beschikten ieder over een magisch wezen aan hun zij.

    Deze wezens waren ook wel Democles.

    Democles zien er uit als normale dieren, denk hierbij aan een normale huiskat, hond, paard, vogel etc. hoewel er her en der een uitzondering plaatsvond, in de vorm van een griffioen, eenhoorn,elfje, Hippogrief, of een draakje etc.



    Een Democle is tevens onafscheidelijk verbonden met zijn mens, maar niet te min hebben ze een geheel eigen denkvermogen en bewegingsruimte.

    Hoe een mens aan een Democle komt? Sommige van de mannen van de bevolking zeiden dat je hem moet verdienen, maar dat klopt niet want ieder mens, goed of slecht, heeft er eentje vanaf zijn geboorte meegekregen, hoewel de mannen daar niet bijzijn natuurlijk uit respect voor hun vrouw.

    Sommige mensen zagen hun Democle als hun geweten en luisterden naar wat ze zeiden.

    Anderen gingen discussies aan met hun Democle als ze ergens over in zaten.



    De Democle zorgden ook op hun eigen manier voor het land, door hun magie werden de oogsten groter, bevatte het eten meer voedingsstoffen, was het water helderder, en waren de mensen minder snel ziek en leefden ze langer.



    Maar aan elke gelukkige periode komt natuurlijk een eind….



    In 1425, toen een aantal Europese landen(Spanje, Frankrijk, Engeland, Nederland, Duitsland) erachter kwamen van de Democles besloten ze het land aan te vallen.

    De aanval kwam niet geheel als een verassing want onder de Democles waren er een paar die dit al hadden zien aankomen.

    Het werd een bloederige strijd, vele mensen en hun Democles stierven onder de zwaarden van hun tegenstanders.

    Vele mensen en hun Democles besloten om onder te duiken, het eiland bood genoeg geheime schuilplekken verspreid over het hele eiland, maar velen boden weerstand, wie zal er winnen?



    En daar is waar deze RPG zich afspeelt….



    In het heetst van de strijd...

    Regels :

    • Geen oneliners
    • 16+ is toegestaan, evenals vloeken (Maar hou het zelfs dan nog wel netjes ;])
    • OOC aangeven met [] {} Of met een andere kleur.
    • Max. 2 personages per speler
    • Verwond/ vermoord niet andermans personage zonder met die te overleggen.
    • Graag de naam van de Personage waarop het stukje slaat erboven, zodat het makkelijk te zien is vanuit welk personage het geschreven word.
    * Er is geen elektriciteit in Utopia, dus kom niet aanzetten met mobieltjes en dergelijken ;]
    * Gedachtes van de Democle in je personage diens hoofd met Schuingedrukt weergeven.

    Rollen :

    Lichters
    Ayelana Avan ~ Nachos
    Joe Cat Michell ~ xheart

    Luchters
    Thomas Louis Davis ~ Roxas
    Claire Jasmina Rovenia den Ludicle ~ WizardnightM
    David Whitfield ~ RainbowShine

    Waterzeeërs
    Niara Livai Trefonia ~ Sunbaked
    Jordan Justin Goods ~ xheart

    Midders
    Ferron Pierce ~ Zayngasm
    Nehynana Allysee di Capdruil ~ DreamerN
    Dimitri Ortega-Theäme ~ DreamerN
    Marieal Mia Ivyran ~ Sunbaked

    Donkers
    Ayden Rhine ~ Roxas
    Aaralyn Yahn ~ Soldiery
    Riza Waddle ~ General
    Inleiding

    Het was een prachtige lente ochtend in het jaar 1425, het volk werd net een beetje wakker.
    De bakker was al druk bezig in zijn keuken en stookte de oven alvast hoog op terwijl buiten zijn vrouw de was ophing terwijl ze stond te praten met de vrouw van de groenteboer die ook bezig was haar was op te hangen.
    Niets wees erop dat vandaag de dag was waarop alles zou veranderen.
    De Waterzeeërs op zee waren natuurlijk de eersten die de schepen in de verte aan zagen komen, maar ze hadden niet in de gaten dat het lieden waren met kwaadaardige bedoelingen dus lieten ze hun passeren.
    De Europezen trokken via het Oosten Utopia binnen.
    De eerste steden die met de europezen te maken kregen waren Eöri en Ailon.
    De Wolkenbergen bleven gespaard omdat de Europezen zich niet aan de hoge bergtoppen wouden wagen.
    Gelukkig raakten al veel jonge mannelijke Europezen de weg kwijt, toen ze oog in oog kwamen te staan met een groot aantal Lichters dames, die bijeen waren gekomen om een feestdag voor de godin Irini te vieren.
    De mannen werden zo overrompeld door de schoonheid van die dames, dat ze met knikkende knieën terugrenden naar hun boten en terugvaarden naar hun land.
    Maar toch bleef er nog een groot aantal mannen over hoewel die verrast waren over de aantallen van het volk, en ook over het feit dat de vrouwen net zo bedreven als de mannen meevochten voor hun land.

    Er ontstond paniek toen ook Oakbon, Nurn en Tellmariën in strijd raakten met de Europezen.
    Ailon viel al snel in het bezit van de Europezen, Eöri bleef echter van de Utopianen.
    Tussen Ailon en Oakbon begon er een front te ontstaan, de Koninklijke eenheden werden in volle trots ingezet.
    Naast de Koninklijke landmacht vochten de inwoners zelf ook dapper mee, ieder op zijn of haar eigen manier.
    Dit verhaal gaat over een aantal Utopianen, wier ieder op hun eigen manier de oorlog meemaakte en de tijden daarna….

    Achttien jonge Utopianen, verschillend in Nationaliteit,verschillend in levensstijl.
    Komen zij de oorlog door? Vechten ze mee? Of duiken ze onder….

    Veel lees en schrijf plezier !! ^^

    [ bericht aangepast op 9 okt 2012 - 23:44 ]


    Credendo Vides

    Claire had geen keus. Zo gebeurde het dat ze de volgende morgen klaar stond om te vertrekken. Ze omhelsde haar vader stevig. Hij keek haar aan.
    'Soms vergeet ik toch hoe groot je al wordt,' glimlachte hij.
    'Zorg goed voor uzelf vader. Er wordt tenslotte gefluisterd over een oorlog,' zei Claire, terwijl ze haar vader ernstig aankeek. Hover gaf haar daarop een geruststellende knipoog. Claire rende naar Riolvilus en omhelsde hem ook. Hij knipperde verward met zijn ogen, en wist even niets uit te brengen. 'Waarom zou Klorië willen dat je op reis zou gaan?' vroeg hij. 'Wist ik het maar,' zei Claire. Ze keek naar Dower die naast haar ging staan en een knikje naar het uitgestrekte landschap voor hen maakte. 'Moge de goden met jullie zijn,' zei Claire. 'Hetzelfde voor jou,' mompelde haar vader. Claire glimlachte en draaide zich vervolgens om.
    Waar nu heen? vroeg Dower, terwijl Claire met een hol gevoel de berg afdaalde.
    'Naar Oakbon.'


    ''Laughter is timeless. Imagination has no age. And dreams are forever'' - Walt Disney

    Aaralyn Yahn
    Zonder twijfel ren ik keihard door Dunglemar. Ik moet dit aan Dae vertellen. 'Dae, Dae! Waar zit je?' Stuur ik, maar ik krijg geen antwoord. 'Dae!' Roep ik nu hardop, maar Dae is nergens te vinden. 'Fuck, Dae, kom op.' Ik huil nu, maar schreeuwen kan ik niet meer, ik ben kapot. Tranen rollen over mijn wangen en er is geen stoppen aan. Hijgend laat ik me op de met stenen bezaaide grond vallen. Ik negeer de pijn die ik voel als ik met mijn been op een scherpe steen val, en doe mijn ogen dicht. Even later word ik gedwongen mijn ogen weer open te doen door een geluid dat ik rechts achter me hoor. Precies op de plek waar het geluid vandaan komt staat een boom. Langzaam sluipt ik er naartoe, en ik grijp met mijn linkerhand, omdat ik links ben, naar de kleine dolk die aan mijn riem bungelt. Ik ben een getrainde jager, dus ik weet precies wat ik moet doen. 'Ik krijg je wel.' Fluister ik zachtjes. Dan word het geluid harder. Ik merk nu dat het niet uit de boom komt, maar van achter de boom. Ik kan niet goed horen wat voor geluid het is vanaf zo'n afstand, dus ik besluit dichterbij te gaan kijken. Ik schrik me dood als ik zie wat er is.

    [Kan ze nu zeg maar al de Europeanen zien in hun bergen? Of moet dat nog even wachten? (: ]

    {De Europeanen zijn met hun legers aan het zuidoosten van het land en enkelen dwalen met kleinere groepjes door het land heen, dus je kan in de buurt van Dunglemar wel wat tegenkomen, maar geen hele legers, die oorlogslinie word getrokken vanaf Oakbon en dan verder naar het oosten.}

    Nehynana

    door het felle licht dat in mijn oog scheen werd ik wakker en rekte me uit, waardoor ik als bijna vanzelf tegen de zachte vacht van Eurydice aanstreek.
    Lekker geslapen?
    ik knikte. ,,heerlijk."
    vanuit één van de tenten klonk een kreun. ,,Eric, ik heb vannacht zo raar gedroomd." hoorde ik Willem vanuit zijn tent zeggen wat tot een slaperig geluid leidde uit één van de andere tenten.
    Al snel verschenen allebei de hoofden buiten het doek. ,,ik had gedroomd dat we samen met een jongen en een meisje en pratende dieren op reis waren en met een geest hadden gepraat en..." toen kreeg hij mij in het oog.
    ik glimlachte om wat hij net gezegd had, Europeanen waren dus echt niets gewend. ,,goedemorgen." zei ik, opgewekt door mijn nachtrust en door deze situatie stond ik op en begon wat eten uit de rug tassen van Eurydice te halen en gooide daarna direct wat eten naar de twee Europeanen toe. ,,tast toe, we hebben voor vandaag weer een lange reis voor de boeg."
    gretig namen ze het eten aan alsof ze dagen niet gegeten hadden.
    Mijn voeten brachten me naar Baldor, die in zijn dikke bontmantel gewikkeld lag met Ezo zijn wasbeer dicht tegen zich aan.
    ,,Wakker worden." fluisterde ik zoet bij zijn oor. ,,anders mis je het ontbijt." gelukkig week ik net op tijd achteruit anders was Baldor met zijn hoofd tegen het mijne aangebotst. ,,je weet dat ik mijn ontbijt nooit oversla." murmelde hij terwijl hij het brood van me aannam en er een flinke hap uit nam terwijl hij me aankeek met een blik die ik de laatste tijd wel vaker bij hem zag en eentje waarvan ik niet zeker wist hoe ik daarop moest reageren.


    Credendo Vides

    [ Oke, dan laat ik haar nu een groepje Europeanen zien ^^ ]

    | Aaralyn Yahn | In de omgeving rond Dunglemar |
    Een groep rijk geklede mannen staat in een kring om een dier heen. Vanaf hier kan ik niet goed zien wat voor dier het is, maar wat ik wel weet is dat het dier pijn heeft. Het jankt en piept om de tien seconden. Langzaam beweeg ik me voort, ik moet op de een of andere manier te weten te komen wie die mannen zijn, en wat er met dat dier aan de hand is. 'Aarlyn! Aaralyn, alsjeblieft, help me!' Ik weet dat het Dae is, maar ik heb geen idee waar het vandaan komt. Dan zie ik Dae bewegen achter een rots in de bergen. 'Wat is er aan de hand?' Vraag ik wanhopig, maar toch een beetje opgelucht dat het niet Dae is die in het midden van de kring mannen zit. 'Die mannen zijn gek geworden! Ze hebben Fala gepakt!' Dae klinkt wanhopig. Vaag herinner ik me dat Fala Dae´s vriendinnetje is, maar mijn reflexen werken niet meer helemaal goed. Het nieuws van mijn vader en de wanhoop heeft me gesloopt. Wat moet ik doen Dae?' Ik probeer stoer te klinken, maar ze kan weten dat er meer aan de hand is. 'Ik weet het niet, maar redt Fala, Alsjeblieft.' Ze probeert dichterbij me te komen, maar het lukt niet. Er is te weinig beschutting, en als ze nu door het open veld zou gaan zou ze zeker worden gezien. 'Blijf daar, ik bedenk een oplossing.' Ik laat mezelf op de grond zakken, en ik denk diep na.

    [Ik ga morgen op vakantie, 4 augustus ben ik weer terug. X]

    Na een tijd gelopen te hebben, klom Claire op de rug van Dower. Hij spreidde zijn vleugels, en steeg op met haar op zijn rug. Claire voelde zich niet helemaal goed over haar reis, maar tegelijkertijd was ze nieuwsgierig wat er te zien was, achter de grenzen van haar rijk. Ze had nog nooit verder gekeken dan de bergen, en naarmate het landschap onder haar veranderde, hoe opgewondener ze werd. Ze daalde in de buurt van het plaatsje Oakbon, en liep het laatste stuk naar de plaats zelf. Het was nog vroeg in de ochtend en er liepen nog maar een paar mensen rond die in kleine winkeltjes of huizen verdwenen. De ochtendzon scheen op het pleintje waar ze liepen en weerkaatste tegen de ramen van de slaperige huizen. Claire's maag gaf echter het eerste probleem aan en ze kocht wat te eten bij een etenskraampje, terwijl Dower tevreden was met een weggegooide worst. Nadat we het ontbijt achter onze kiezen hadden, liepen we verder, met het oog op een potentiële slaapplaats.
    'Ik kan er toch echt niet meer tegen.'
    'Waartegen?'
    'Die mensen die hier niet horen.'
    De laatste uitspraak was op fluisterende toon, maar Claire ving hem wel op. Het kwam vanachter een muurtje aan het einde van een smal straatje waar ze net inliepen vandaan, en Claire drukte zich tegen de muur, terwijl ze naar de woorden van de twee mannen luisterde. Ze zag dat de ene een wolf als Democle had; De ander had een marter.
    'Europeanen?' fluisterde de ander terug.
    'Vertel me nou niet dat je ook niet gek van ze wordt. Hun kamp vlakbij bouwen en ons vervolgens meer dan eens lastig vallen.'
    'Tja, we zouden eigenlijk terug moeten slaan. Maar hoe en met wie moet je dat bewerkstelligen. Ik hou zelf tenslotte ook niet echt van regelrechte oorlog.'
    'Misschien is dat het al. Twee straten van mijn huis vandaan was een vrouw haar Democle verloren. Het was een muis. Gewoon platgetrapt door zo'n bruut met een snor. Hij had tenminste een snor.'
    'Afschuwelijk!'
    'Misschien,' zei de man langzaam. 'Misschien is die hele oorlog wel waar, Tyler.'
    Claire slikte, terwijl ze van de muur wegschuifelde. Ze keek naar Dower, die haar met een schuin hoofd aankeek.
    'Wat denk jij?' hoorde ze zijn stem in haar hoofd.
    'Ik denk dat we ons nu maar op een slaapplaats moeten concentreren,' zei Claire, waarna ze het smalle straatje uitliepen.


    ''Laughter is timeless. Imagination has no age. And dreams are forever'' - Walt Disney

    Nehynana


    Het ontbijt was al snel naar binnen gewerkt en de zadeltassen van Eurydice waren ingepakt.
    Momenteel liepen we al een aantal uur door het Bernanbos heen, met mijn natuurlijk richtingsgevoel die uitermate scherp was en een kaart voor als het mis ging op zak lagen we nog goed op schema in een kleine omweg richting Oakbon.
    ,,Hoelang nog?” Paolo had zich een goede klager en ongeduldige gebleken en hij vroeg dit nu bijna om het half uur.
    ,,geen idee.” Bekende ik hem schaterlachend, om de één of andere manier deed hij me denken aan een klein kind dat ik eens had ontmoet in een lichtersstad, die zo graag iets wou op een markt dat hij er bijna bij had gestamd met zijn voeten en zijn wangen verontwaardigd had opgeblazen met opgekropte lucht.
    Paolo leek ook wel een beetje op een lichter, met zijn zongebruinde huid.
    Erik en Willem leken daar en tegen duidelijk echte midders en ik vroeg me af of alle Europeanen er zo uitzagen.
    Voor me hoorde ik wat geritsel en ik bleef stokstijf stilstaan.
    Eurydice, kan jij iets waarnemen? Maar mijn Democle schudde al met haar hoofd.
    Het enige wat ik weet is dat het een wild dier is. Ze snoof even. Duidelijk geen Democle.
    Mijn mondhoeken krulden zich om, zou hier één van de Europeanen zich hechten aan een dier en zo de ultieme band vergaren van Democleschap ?


    Credendo Vides

    [xEques -> Styx]


    It finally happened - I'm slightly mad! ~ Queen

    Nehynana

    Toch op mijn hoede sloop ik op het bosje af waaruit het geluid zich voort deed en mijn hand gleed naar het gevest van mijn zwaard waar die op de pommel liet rusten in het geval het toch helemaal verkeerd ging.
    Ik was dan ook aangenaam opgelucht toen er een edelhert de bosjes uit kwam dartelen en midden in ons groepje stil bleef staan.
    ,,wat een magnifiek wezen." hoorde ik Erik wonderbaarlijk mompelen waarbij de mannelijk hert zijn kant op keek waardoor het aanzicht op zijn uitgebreide gewei goed zichtbaar en nog imposanter werkte.
    Het snoof even de lucht om zich heen op, alsof hij wou peilen of we wel deugden en deed daarna een paar stappen richting de Engelsman toe.
    ,,niet bewegen Erik." fluisterde ik hem toe. ,,laat hem gewoon even aan je snuffelen."
    De jongeman knikte en bleef stokstijf stilstaan terwijl het Edelhert om hen heen drentelde.
    Uiteindelijk bleef hij voor hem stilstaan en keek Erik diep in de ogen.
    Ik zag hoe er een schok door het lichaam van de jongen heen gaan en diens ogen versperden zich.
    ,,ik... ik... hoe?"
    Het Edelhert schudde even met zijn kop. ,,je hebt een warm hart."
    Grijnzend liep ik op Erik af. ,,het is je gelukt, je hebt een verbond gesloten met deze Edelhert, dit is je Democle."
    Het mannetjes hert boog even zijn hoofd. ,,en ik word graag Loron genoemd."
    Blijkbaar zei het Edelhert nog iets telepatisch tegen Erik want hij keek wild en vervreemd om zich heen en ik lachte hardop terwijl ik hem op zijn schouder klopte. ,,daar wen je nog wel aan, je bent nu officieel een inwoner van Utopia."


    Credendo Vides

    Riza Waddle, in de bakkerij van Dunglemar
    Ik leg het laatste brood in het rek waarin hij hoort en steek mijn hoofd om de hoek. De bakker stond nog ijverig in de keuken en ik wist niet hoe hij het vol hield aangezien mijn ogen elk moment dicht konden vallen.
    'Mijn dienst zit erop voor vanavond.' Zeg ik en hij knikt zonder zich om te draaien. Ik voel ineens een gewicht op mijn schouder landen.
    'Je bent nog nooit zo moe geweest, ga slapen.' Mompelt Xerox en ik knik. De laatste tijd was ik meer gaan werken en minder gaan slapen. Misschien om mijn gedachten af te leiden van de naderende Europeanen.


    yeehh

    {Welkom ^^ Ik zal je nog even in het overzicht zetten.}

    Nehynana

    ,,Oké, wat gaan we nu doen ?" Het was Willem die zei zodra hij zijn ogen van het Loron af had weten te krijgen.
    ,,Laten we gewoon verder gaan en kijken wat het ons verder allemaal brengt."
    Toch enig sinds teleurgesteld liepen de andere twee Europeanen door, af en toe jaloerse blikken werpend op Erik en Loron, die zij aan zij doorliepen en duidelijk in een mentaal gesprek waren.
    ,,Wacht maar, jullie krijgen ook wel een Democle." ik kwam tussen de twee Europeanen inlopen om ze goede moed in te spreken.
    Hou je er gewoon maar even buiten, ze redden zich heus wel.
    Eurydice kwam voor me lopen en keek even achterom en schudde met haar hoofd.
    Ik keek zelf ook even achterom, daar liep Baldor nukkig met Ezo op zijn schouder, terwijl hij tegen steentjes aantrapte die hij op zijn pad tegenkwam.
    Ik hield even stil waardoor ik naast hem kwam te lopen. ,,wat scheelt er?"
    Hij keek me even aan en zuchtte. ,,Ik dacht dat het een reis zou worden met alleen ons.." mompelde hij en ik begreep wat hij bedoelde, op dat gebied was ik eigenlijk wel blij met de Europeanen, zodat ik niet geconfronteerd werd met de gevoelens van Baldor.
    ,,het lot heeft bepaald dat we deze drie tegen zouden komen." wierp ik zachtjes tegen. ,,en je weet dat je niet moet spotten met de god Pittu."
    Hij mompelde nog wat, iets dat voor mij onverstaanbaar was, maar Ezo maakte even een geamuseerde snuif.
    Zo liepen we zwijgend nog een stuk verder, wachtend tot het volgende wilde, of minder wilde dier op zou duiken om zich te koppelen aan de Italiaan of aan de Nederlander.


    Credendo Vides

    Ik spring er wel weer even in ^^
    Ik ga ook gewoon proberen om van die gigantische stukken te schrijven (:

    {Yeay ^^ Breng weer wat leven in de RPG :]
    Ik kom binnenkort ook weer met een stuk Nehynana, met Dimitri wacht ik nog weer even. }


    Credendo Vides

    Claire liep samen met Dower een herberg binnen. Aan het einde van de kamer brandde een knetterend vuur en er stonden verschillende zeegroen gekleurde tafeltjes waar mensen zittend op witte stoelen zaten te praten en te lachen. Een trap naar boven leek naar de slaapvertrekken te leidden.
    'Heeft u nog een kamer vrij?' vroeg Claire aan de man achter de bar. Hij was net een bierglas aan het schoonmaken en keek haar brommend aan. De man legde het glas neer en haalde de sigaret uit zijn mond die hij aan een vrouw naast hem gaf. Ze legde hem lachend tegen haar lippen. Dower bewoog wat onrustig heen en weer en leek prikkelbaar. Claire legde waarschuwend een hand op zijn ingeslagen vleugels.
    'We hebben nog twee kamers vrij, dus u bent net op tijd. Hij haalde een machine naar zich toe, waarna hij begon te typen.
    'Éénpersoonskamer, Democle inbegrepen. Hoeveel nachten?'
    Claire keek een moment naar Dower.
    'Twee,' antwoordde ze. Heel lang zou ze hier ook niet blijven.
    'Goed, hier heeft u uw sleutel miss.'
    Claire pakte de sleutel aan en ging daarna met een drankje aan een tafeltje zitten.


    ''Laughter is timeless. Imagination has no age. And dreams are forever'' - Walt Disney

    Niara Livai Trefonia

    Ik vulde de kleine leren waterzak met het koele water van de rivier. Toen de zak helemaal gevuld was kon ik weer verder. Ik trok door het rotsachtige landschap en volgde de rivier. Mijn oren waren gespitst en dat waren mijn ogen ook. De twee kleine schildpadjes zaten op mijn schouder. Hoe ver is het nog? vroeg Fyuun, de grijze schildpad die geen gave had. Het was tevens de kleinste van de twee. "Naar wat Fyuun?" vroeg ik geamuseerd terwijl ik op een grote, puntige rots balanceerde. Waar wilt u dan naar toe, Niara? vroeg Liean, de witte schildpad met de gave om mij te waarschuwen als er gevaar is door haar schild rood op te laten lichten. "Weet ik nog niet, ergens waar avontuur is." zeg ik kalm. Het geluid van paardenhoeven liet me opschrikken en Liean's schild lichtte rood op. Ik sloeg mijn reistas open en de twee democles sprongen erin. Ik hield mijn boog in de aanslag en bleef moedig op de rots staan. Het waren vier, grote sterke dreigende mannen. Ze allevier grote zwaarden. Ik had nog nooit een europeaan gezien en betwijfelde of deze mannen het waren. Ze leken niet op mensen van hier, maar hun kleding verraadde veel. Ik hield mijn boog gespannen en wachtte tot ze dichterbij kwamen. Een van de vier mannen glimlachte naar me. Ik stond zo ongeveer 2 meter hoger dan hun dus ik kon ze makkelijk aanvallen. "Laat die boog maar vallen schat." zei de man die even naar me had glimlacht. Een zacht gegrinnik kwam uit mijn mond, dapper als ik was hield ik de boog nog steeds strak in mijn hand. "Jullie vechten met zwaarden en tegen die tijd dat jullie mij bereikt kunnen hebben liggen jullie allemaal al dood op de grond." zei ik moedig en kalm. Er was geen greintje angst te bespeuren in mijn houding. De mannen lachten schamper. "Wat willen jullie?" vroeg ik wat harder. Er kwam geen antwoord en ik werd boos. Mijn woede dreef me tot het uiterste en de pijl vloog al weg. Hij raakte de vierde man.

    [Ik kom zo weer even wat schrijven :) Terug van vakantie, dus moet lukken toch? Eerst even douchen^^]


    It's never gonna happen, Guys.