• {Rollentopic RPG Utopia
    Informatie Dossier over de RPG

    Er was eens een welvarend land, het land Utopia.

    Utopia is een eiland dat ondanks zijn grote niet te vinden is op de normale kaarten, het ligt ergens verscholen in de Atlantische Oceaan met een speciale beschermde stof om het eiland heen wat het verhult voor de buitenwereld.

    Op het eiland zijn er een aantal nationaliteiten;

    Donkers, Luchters, waterzeeërs, Lichters, Midders, (later meer informatie hierover)



    De inwoners van Utopia zijn hele normale mensen, maar toch was er iets dat anders was dan bij ons.

    De mensen van dat land beschikten ieder over een magisch wezen aan hun zij.

    Deze wezens waren ook wel Democles.

    Democles zien er uit als normale dieren, denk hierbij aan een normale huiskat, hond, paard, vogel etc. hoewel er her en der een uitzondering plaatsvond, in de vorm van een griffioen, eenhoorn,elfje, Hippogrief, of een draakje etc.



    Een Democle is tevens onafscheidelijk verbonden met zijn mens, maar niet te min hebben ze een geheel eigen denkvermogen en bewegingsruimte.

    Hoe een mens aan een Democle komt? Sommige van de mannen van de bevolking zeiden dat je hem moet verdienen, maar dat klopt niet want ieder mens, goed of slecht, heeft er eentje vanaf zijn geboorte meegekregen, hoewel de mannen daar niet bijzijn natuurlijk uit respect voor hun vrouw.

    Sommige mensen zagen hun Democle als hun geweten en luisterden naar wat ze zeiden.

    Anderen gingen discussies aan met hun Democle als ze ergens over in zaten.



    De Democle zorgden ook op hun eigen manier voor het land, door hun magie werden de oogsten groter, bevatte het eten meer voedingsstoffen, was het water helderder, en waren de mensen minder snel ziek en leefden ze langer.



    Maar aan elke gelukkige periode komt natuurlijk een eind….



    In 1425, toen een aantal Europese landen(Spanje, Frankrijk, Engeland, Nederland, Duitsland) erachter kwamen van de Democles besloten ze het land aan te vallen.

    De aanval kwam niet geheel als een verassing want onder de Democles waren er een paar die dit al hadden zien aankomen.

    Het werd een bloederige strijd, vele mensen en hun Democles stierven onder de zwaarden van hun tegenstanders.

    Vele mensen en hun Democles besloten om onder te duiken, het eiland bood genoeg geheime schuilplekken verspreid over het hele eiland, maar velen boden weerstand, wie zal er winnen?



    En daar is waar deze RPG zich afspeelt….



    In het heetst van de strijd...

    Regels :

    • Geen oneliners
    • 16+ is toegestaan, evenals vloeken (Maar hou het zelfs dan nog wel netjes ;])
    • OOC aangeven met [] {} Of met een andere kleur.
    • Max. 2 personages per speler
    • Verwond/ vermoord niet andermans personage zonder met die te overleggen.
    • Graag de naam van de Personage waarop het stukje slaat erboven, zodat het makkelijk te zien is vanuit welk personage het geschreven word.
    * Er is geen elektriciteit in Utopia, dus kom niet aanzetten met mobieltjes en dergelijken ;]
    * Gedachtes van de Democle in je personage diens hoofd met Schuingedrukt weergeven.

    Rollen :

    Lichters
    Ayelana Avan ~ Nachos
    Joe Cat Michell ~ xheart

    Luchters
    Thomas Louis Davis ~ Roxas
    Claire Jasmina Rovenia den Ludicle ~ WizardnightM
    David Whitfield ~ RainbowShine

    Waterzeeërs
    Niara Livai Trefonia ~ Sunbaked
    Jordan Justin Goods ~ xheart

    Midders
    Ferron Pierce ~ Zayngasm
    Nehynana Allysee di Capdruil ~ DreamerN
    Dimitri Ortega-Theäme ~ DreamerN
    Marieal Mia Ivyran ~ Sunbaked

    Donkers
    Ayden Rhine ~ Roxas
    Aaralyn Yahn ~ Soldiery
    Riza Waddle ~ General
    Inleiding

    Het was een prachtige lente ochtend in het jaar 1425, het volk werd net een beetje wakker.
    De bakker was al druk bezig in zijn keuken en stookte de oven alvast hoog op terwijl buiten zijn vrouw de was ophing terwijl ze stond te praten met de vrouw van de groenteboer die ook bezig was haar was op te hangen.
    Niets wees erop dat vandaag de dag was waarop alles zou veranderen.
    De Waterzeeërs op zee waren natuurlijk de eersten die de schepen in de verte aan zagen komen, maar ze hadden niet in de gaten dat het lieden waren met kwaadaardige bedoelingen dus lieten ze hun passeren.
    De Europezen trokken via het Oosten Utopia binnen.
    De eerste steden die met de europezen te maken kregen waren Eöri en Ailon.
    De Wolkenbergen bleven gespaard omdat de Europezen zich niet aan de hoge bergtoppen wouden wagen.
    Gelukkig raakten al veel jonge mannelijke Europezen de weg kwijt, toen ze oog in oog kwamen te staan met een groot aantal Lichters dames, die bijeen waren gekomen om een feestdag voor de godin Irini te vieren.
    De mannen werden zo overrompeld door de schoonheid van die dames, dat ze met knikkende knieën terugrenden naar hun boten en terugvaarden naar hun land.
    Maar toch bleef er nog een groot aantal mannen over hoewel die verrast waren over de aantallen van het volk, en ook over het feit dat de vrouwen net zo bedreven als de mannen meevochten voor hun land.

    Er ontstond paniek toen ook Oakbon, Nurn en Tellmariën in strijd raakten met de Europezen.
    Ailon viel al snel in het bezit van de Europezen, Eöri bleef echter van de Utopianen.
    Tussen Ailon en Oakbon begon er een front te ontstaan, de Koninklijke eenheden werden in volle trots ingezet.
    Naast de Koninklijke landmacht vochten de inwoners zelf ook dapper mee, ieder op zijn of haar eigen manier.
    Dit verhaal gaat over een aantal Utopianen, wier ieder op hun eigen manier de oorlog meemaakte en de tijden daarna….

    Achttien jonge Utopianen, verschillend in Nationaliteit,verschillend in levensstijl.
    Komen zij de oorlog door? Vechten ze mee? Of duiken ze onder….

    Veel lees en schrijf plezier !! ^^

    [ bericht aangepast op 9 okt 2012 - 23:44 ]


    Credendo Vides

    [waar zit je personage dan? xD en je andere personage wie is dat? xD]


    [i]Help always come when people fight for right - Tonto [/i]

    ik heb er één in Dunglemar.. Op het westen van het eiland. (Ayden)
    En één in Illynu, die onderweg gaat nr de hoofdstad vd luchters:) (Thomas)


    It's never gonna happen, Guys.

    [Aah oke, die van mij zit nu in Eöri maar die gaat net op reis en had eigenlijk nog geen bestemming haha :P ergens waar jongens zijn die ze kan verleiden met der knipperogen xD]


    [i]Help always come when people fight for right - Tonto [/i]

    {Mijn personages zijn allebei onderweg naar Oakbon, Maar de één maakt een omweg via de graf der Wijzen... Wat ze daarna gaan doen is nog niet duidelijk, maar misschien ook weer terug naar Meygrymph..}

    Vanya

    ,,wat is zij nu aan het doen?”vroeg Paolo waarna Baldor hem tot stilte maande.
    ,,ze is de geesten van de wijzen aan het aanroepen.” Fluisterde hij en even zag hij een huivering door de Europezen gaan die elkaar twijfelachtige blikken wisselden.
    Nee, dat klinkt normaal, hou in vervolg de lugubere zinnen voor je en formuleer ze normaler Opperde Ezo sarcastisch in zijn hoofd.
    Baldor rolde met zijn ogen.
    De afgelopen dagen was Ezo steeds kribbiger geworden.
    Verwacht je nu dat ik...
    verder kwam hij niet in zijn zin, want tussen de paarse lichtgevende stenen die in een boog naar elkaar toe kwamen begon er een blauw pulserend bolletje te groeien.
    Een oude mannenstem weerklonk opeens in ieder hun hoofd alsof hij vlak voor hun stond.
    Welkom reizigers, mijn naam is Epitheus Comparte, waarmee kan ik u van dienst zijn?
    Baldor zakte door zijn benen heen bij het horen van de naam van de geest.
    Ook Ik maakte eerbiedig een buiging en gebaarde de Europezen dit ook te doen.
    ,,Machtige heer Comparte, ik bedank u voor uw komst, we hebben uw raad nodig.” Fluisterde ik bijna, aangedaan door de krachtige, machtige en geliefde geest die ik opgeroepen had.
    Epitheus Comparte was een aantal jaren geleden de rechterhand van de koning geweest en onder zijn advies was het land succesvoller geweest dan wanneer dan ook, daarnaast was hij ook nog eens een volleerde magiër, iets wat alom gerespecteerd werd in Utopia.
    Welkom Nehynana Allyssee di Caphdruil en ik groet u ook Baldor Tuldr
    Er waaide een briesje tussen het groepje door, waardoor de europezen nog weer zenuwachtig om zich heen keken.
    Ik weet waarvoor jullie gekomen zijn en ik zal jullie vertellen over de mogelijkheid om een Democle te krijgen.

    Dimitri

    De volgende ochtend was Ik alweer vroeg opgestaan.
    Samen met Ilya op mijn schouder slenterde ik over de markt van Woyn heen.
    Dit is echt heel anders dan de markten in Geiäly zei Ilya.
    Ik knikte om de gedachte van mijn Democle, daar had ze zeker gelijk in.
    Vanwaar de markten van Geiäly geordend en netjes waren, was het hier in Woyn een drukste van jewelste.
    Koopmannen en vrouwen stonden door elkaar heen te schreeuwen om hun producten te verkopen en de stallingen zijn groot en uitbundig versierd om ook maar de aandacht te trekken van de bezoekers en potentiële kopers.
    Ze hebben hier ook veel meer dan in Geiäly zei Ilya weer in mijn hoofd om ook maar over het kabaal heen te kunnen komen met haar zachte stem.
    Ook dat was waar, ik had hier al artikelen gezien die ik nergens anders had gezien.
    De verschillende nationaliteiten hadden hier zich verenigd en boden elk hun persoonlijke culturele artikelen aan.
    Zo had hij bij een Luchter man een soort van vliegmachine gezien, waarmee je voor korte tijd in de lucht kon blijven, wat nogal onwaarschijnlijk zou klinken voor een nuchtere man als mijn vader.
    Bij een stalling van een smid had ik een prachtig harnas gezien, die gesmeed was door donkers.
    Dat mijn vader niet besloten heeft om in Woyn te gaan wonen verbaasd me nu eerlijk gezegd wel een beetje zond ik naar Ilya toe.
    Je vader is een belangrijk man voor de koning, dan moet hij ook in de buurt blijven
    De familie Ortega woonde aan de grootste laan van Geiäly, wat tevens de laan was die rechtstreeks uitkomt op het koninklijk paleis, waar mijn vader dan ook bijna iedere dag kwam.


    Credendo Vides

    Marieal Mia Ivyran

    "Maar vader.." mompelde ik beduusd tegen de man die voor mij stond. Hij had zijn dure gewaad aan, en zag er statig uit. Het maakte me erg klein, vergeleken met hem. "Spreek me niet tegen Marieal." zei hij nog strenger dan tevoren. Ik wendde mijn hoofd af en keek strak voor me uit. "U kunt me niet binnen het kasteel houden." zei ik met een trillende stem. Ik wist zijn antwoord hierop al wel. "Ik kan alles, Marieal." zei hij, nu kwaad van woede. "Je bent een schande voor dit rijk, als het volk eens wist hoe ongehoorzaam jij bent.." mompelde hij en verliet de kamer.
    Nu was ik alleen, in de troonzaal. Mijn democle kwam aangerend en klimt via mijn arm op mijn schouder.
    Druppels tranen verlaten mijn ogen en glijden van mijn wangen naar mijn kin, om vervolgens te vallen en uiteentespatten op mijn jurk.

    Ferron Pierce
    Vera liep rustig tussen de bomen door. Tevreden nam ik de omgeving in me op, het bos was mijn tweede thuis. Ineens komen er tussen de bomen twee gestaltes op me afredden. Vader? Nidoro? Veritatem knikt en ik knijp mijn ogen tot spleetjes. Ja, ik herken duidelijk het silhouet van mijn brede vader en zijn nog bredere beren-democle. Als mijn vader en Nidoro mij en Vera bereikt hebben, staan de zweetdruppels op zijn voorhoofd. 'Zoon... Het is oorlog. Ze zijn nu in ons land,' valt hij met de deur in huis. Mijn adem stokt in mijn keel. Hier waren we dus al die tijd zo bang voor... Jala, de vossendemocle van mijn moeder, kon af en toe glimpen opvangen uit de toekomst. Deze visioenen waren echter vaag en onbetrouwbaar, dus nadat er een jaar verstreken was was ik eindelijk tot rust gekomen. 'Wat...' fluister ik dan maar, en ik voel dat Vera even gespannen is als ikzelf. 'Hoe lang al? Waarom weet ik dit niet?' Het is al een tijdje aan de gang, klinkt Vera's stem fluisterend in mijn gedachten. Boos glijd ik van haar rug af. 'Waarom vertelde je het niet?' roep ik kwaad. 'Waarom vertelde jij het niet, pap?' wend ik me dan woedend tot mijn vader. Nidoro slaat ons zwijgend gade. 'O-omdat... We zijn bang. Geen van de kinderen in Ombria weet het... Niemand verwachtte... Ze veroveren steeds meer steden. We waren bang. Jullie kinderen moeten weg. Ombria ligt ver weg vanaf de steden waar de Europeanen zijn, maar je moet nog verder weg. Naar Worth, misschien wel weg uit Utopia...' Mijn vader slaat zijn ogen neer. Woedend knijp ik zo hard in de houten steel van mijn bijl dat mijn knokkels wit kleuren. 'Nee! Ik zal blijven en vechten. Je weet dat ik geen lafaard ben vader, en dat zal ik ook nooit worden.' De grote, sterke man waar ik mijn vader ooit voor aan zag, die geen angst kende en nergens voor terugdeinsde, is bang en gebroken. En dat maakt mij eigenlijk ook bang, maar ik laat het niet merken. 'Ik duld geen tegenspraak. Je gaat, of je nou wilt of niet.' Tranen branden achter mijn ogen. 'Ik ga niet naar Worth, ik blijf hier. Met jullie, en Vera en Nidoro en Jala. En opa en oma en Lesley en Mary en Pierre,' som ik op, nog steeds buiten zinnen. Hoe kan ik iedereen nou weer achterlaten? Het is een hele warboel in mijn hoofd. Verdomme! Beschuldigend kijk ik naar Vera, die net als Nidoro al die tijd niks gezegd had. Altijd was ik eerlijk tegen haar geweest, ze was verdomme de Democle die kon merken of iemand de waarheid sprak of niet, en het me altijd betaald zette als ik loog! En nu deed ze het zelf. Voorgelogen voelde ik me, verraden. Ik ging NU naar de oorlog toe. 'Welke plaatsen hebben ze veroverd?' vraag ik met een trilling in mijn stem aan Veritatem. Oakbon, Nurn en Tellmariën, Ailon en Eöri voor zover ik heb gehoord van Jala. Ook Jala heeft me voorgelogen? Wie nog meer, ook Nidoro? Als mijn priemende blik in de ogen van de beer staren, kijkt hij snel weg. Vera weet dat ik me bedrogen voel en teleurgesteld in haar ben. Als ik naar Nurn of Oakbon of Ailon of waar dan ook ga straks, weet ik dat ze niet met me meewilt. En ookal kan ik niet zonder haar, ik moet dit gewoon uitzoeken en ik moet vechten en alles op een rijtje zetten. Mijn vader, die al die tijd beschamend naar de grond had gekeken, hief zijn hoofd op. 'Maak je klaar voor de reis naar Worth. Je vertrekt samen met Vera en Pierre en Histo, morgenochtend vroeg.' Het feit dat ik weet dat ik daar toch niet heenga stelt me gerust, dus ik knik en probeer er zielig uit te zien. Ik weet wel beter, vanbinnen vlam ik en ben ik ambitieuzer dan ooit tevoren. Meehelpen aan de oorlog was mijn doel vanaf nu. Ook al kon ik alleen met bijlen omgaan, zwaarden zouden vast ook geen probleem zijn. Ik wilde vrede, en daarvoor strijden. Opnieuw spring ik op Veritatem's rug en beveel haar kortaf naar huis te rijden. Normaal zou ze me hebben verteld dat ik wat beleefder moest doen, maar ze bleef stil. Mijn vader en Nidoro achterlatend rijden we weer naar huis.


    I can't define who I am.

    Katleen Athalia Lenomi

    Met Puss aan mijn zijde loop ik verder. Op weg naar ik weet het niet. Ik ben gewoon weggegaan. Rose zal nu ook wel ergens zijn. Ik hoor geritsel achter me. 'Shit, Puss. Rennen!' Ik ren me te pleures.


    It finally happened - I'm slightly mad! ~ Queen

    Dimitri

    Vanaf mijn rechterkant hoorde ik het gehinnik van paarden en vanuit mijn ooghoeken zag ik al snel waar het vandaan kwam en snel beende ik erheen met Ilya zoals gewoonlijk op mijn schouder.
    ,,waardige koopman, kunt u mij uw beste paard wijzen.” Riep ik bijna uitbundig, net zoals mijn vader altijd deed wanneer hij een koop af wou sluiten.
    De koopman keek me een beetje beduusd aan, blijkbaar werd hij niet vaak zo benaderd.
    ,,wel, het beste paard is mijn Democle, dus die zou ik u niet kunnen schenken, maar ik heb een paar andere prachtexemplaren.”
    Ik liet mijn ogen over de overige paarden glijden.
    Hun vachten waren uiterst goed verzorgt en je kon zo zien dat ze goed verzorgt werden.
    ,,ik geef je 8 pyriet munten voor dit paard.” ik klopte een zwarte hengst op diens hals.
    De koopman leek even te aarzelen.
    ,, 10 pyriet.” De koopman stak zijn hand uit.
    Nu begon ik met iets dat mijn vader me al van jongs af aan had bijgebracht, het afdingen.
    ,,1 Robijn en 1 Pyriet, voor het zadel, tassen en hoofdstel erbij.”
    Weer leek de koopman te twijfel, maar uiteindelijk nam hij mijn hand aan.
    Hij overhandigde me de teugels terwijl hij de rest op het paard vast gespte en indeed.
    Dat ging soepel zei Ilya in mijn hoofd, die nog steeds moeite had om over al het kabaal heen te komen.
    Het ging inderdaad sneller dan dat ik gedacht had Biechtte ik op richting Ilya die voor haar gemak al op de rug van het paard was gaan zitten.
    ,,nog even wat verdere proviand inslaan en dan kunnen we vertrekken.”


    Credendo Vides

    [ Wie is er misschien dicht bij mijn personages in de buurt?
    Marieal is in het koningklijk kasteel, en Niara bij de rivier de Quilte. ]

    {Mijn personags bevinden zich momenteel bij Nurn en bij Graf der wijzen, wat ik daarna ga doen is nog niet zeker...}


    Credendo Vides

    [ Misschien kan jou personage bij Nurn Marieal meeten. Anders laat ik haar wel weglopen en naar je toe komen, of jij komt naar haar toe? ]

    [Is er niemand in de buurt van Ombria? Volgens mij ben ik als enige daar haha. :o]


    I can't define who I am.

    Zayngasm schreef:
    [Is er niemand in de buurt van Ombria? Volgens mij ben ik als enige daar haha. :o]


    [ Kom naar de hoofdstad, Marieal is in het kasteel ding :3 ]

    [Ik zal nu even beginnen met mijn personage c:]

    In het rijk van de Luchters, in de stad Meygrymph zat Claire den Ludicle haar zwaard te slijpen. Hij was lang met een messcherpe punt en was prachtig versierd met een gouden rand om het lemmet. Hij was anders dan de andere zwaarden: gevaarlijk, dodelijker. Hij leek zijn slachtoffer aan te voelen en als hij aanviel, gaf het zwaard niet zomaar op. Het luisterde enkel naar haar. Ieder ander die het zwaard probeerde te hanteren, zou erdoor vermoord worden. Alsof het een soort band met haar had. Claire streelde de snavel van Dower. Met hem had ze toch de sterkste band. Hij volgde haar overal waar ze kwam. Ze glimlachte toen plotseling Riolvilus uit een hoek tevoorschijn sprong met zijn zwaard op haar gericht.
    'Vandaag,' zei hij op een langzame toon. 'Heb ik een geluksdag.'
    'Dus jij wou je geluk testen door mij te verslaan,' grijnsde Claire.
    'Ja jij, grote dochter van de Welhy!'
    Hij stormde op haar af en haalde uit met zijn zwaard, die Claire snel ontweek. Ze plantte haar voet naar voren en zwaaide met haar zwaard in zijn richting, waardoor hij even achteruit deinsde, maar daarna weer met zijn zwaard op de hare begon in te hakken.
    'Kom op, kan je me niet verslaan?'
    'Wie heeft gezegd dat ik dat wil?' grijnsde Claire. 'Maar goed...'
    Ze maakte een snelle draai en ontweek een harde zwiep van Riolvilus' zwaard. Met een snelle beweging sloeg ze zijn zwaard uit zijn handen en richtte de punt op zijn borst.
    'Kijk uit, straks heeft dat zwaard een eigen wil...' zei Riolvilus.
    'Alleen als ik dat wil,' glimlachte Claire en hielp hem omhoog. 'Volgende keer meer geluk,' knipoogde ze. Ze keek om toen er plotseling een boodschapper op haar af kwam gelopen. Hij schraapte kort zijn keel en Claire knikte hem toe.
    'Claire Den Ludicle, uw vader verwacht u zo snel mogelijk in zijn paleis.'
    'Ik moet gaan,' zei Claire direct tegen Riolvilus.
    'Tot straks dan,' zei die en Claire volgde de boodschapper naar het paleis van de Welhy. Haar vaders paleis lag bijna op het hoogste punt van het rijk van de Luchters. Het stond bovenop een berg en was van blauw kristal vermengd met wit marmer. Nadat Claire het stuk berg naar haar vaders paleis had beklommen keek ze even naar de voorgevel, waarop drie bergen te zien waren. Claire werd naar binnen geleid, totdat ze in een kamer kwam waar haar vader op een stoel zat. Hij glimlachte toen hij haar zag, maar zijn ogen stonden triest of bezorgd. Op de een of andere manier kon Claire het niet plaatsen.
    'Vader, wat is er?' vroeg ze. Haar vader, Hover, keek haar aan.
    'Wist je dat je erg veel op je moeder lijkt?' vroeg hij. Claire beet op haar lip. De dood van haar moeder was als een zwarte duivel die hun leven in was geslopen. Ze was gedood door de Europeanen. Het was een Spanjaard met een speer, had ze gehoord. Ze had geen idee waar Spanje precies lag. Er waren natuurlijk veel meer landen dan alleen Utopia, maar veel wist ze er nog niet van. Zouden de Spanjaarden bijvoorbeeld ook Luchters hebben?
    'Ally had zo'n sterke wilskracht,' vervolgde Hover. 'Ze was vol leven.'
    'Dat weet ik vader,' zei Claire zacht.
    'Heb jij dromen, Claire? Dromen van verlangen, maar ook vreemde dromen, raadselachtige dromen?'
    Claire zweeg.
    'Ik had vannacht zo'n vreemde droom. Maar deze droom was niet van mij. Hij behoorde jou toe.'
    Claire keek hem verbaasd aan, maar luisterde aandachtig.
    'Ik was in de tempel van Wintiä. Ik was alleen en staarde in het donker terwijl ik bedacht wat ik morgen aan zou trekken. Plotseling was er een fel licht en als gehypnotiseerd stond ik op. Voor me stond Klorië, de godin van de vrede. Ze sprak tot mij. 'Hover,' zei ze. 'Je dochter is wijs genoeg voor haar leven. Laat haar los, laat haar reizen. In de buitenwereld zal ze zichzelf leren kennen.''
    Claire keek haar vader geschrokken aan.
    'Het was meer dan een droom, Claire. Je moet gaan. Misschien naar het rijk van de Midders.'
    'Maar waarom?' zei Claire terwijl ze overeind schoot.
    'Klorië zegt het,' zei haar vader. 'Dan zal het ook zo gebeuren.'

    Als versteend liep Claire even later het paleis uit, waar Dower haar op stond te wachten. Hij tikte met zijn snavel tegen haar wang, waarna Claire zijn veren streelde. Haar ogen staarde glazig naar voren, naar de uitgestrekte wereld die achter deze bergen lag. Claire voelde angst, maar ook nieuwsgierigheid drong tot haar binnen, net zoals de harde bergwind die door haar blonde haren streek. Dower keek haar nieuwsgierig aan.
    'Wat wilde je vader?' klonk het in haar hoofd. Claire glimlachte.
    'We gaan op reis, Dower. We gaan morgen op reis.'

    [ bericht aangepast op 30 juni 2012 - 12:41 ]


    ''Laughter is timeless. Imagination has no age. And dreams are forever'' - Walt Disney