Waar de meeste crewleden het vaste land onder hun voeten kussen zodra ze het schip verruilen voor de port van Tortuga, blijven de ogen van de quartermaster van de Fearless Fire op de horizon achter het kalme water gericht. Bones weet dat ze de mankracht nodig hebben—weet dat deze tussenstop een onvermijdelijke was omdat hij er bij heeft gestaan terwijl ze man na man een zeegraf gaven. Het werven van nieuw bloed is een weinig intensief klusje: zodra hij de havenmeester influistert dat zijn beruchte schip op zoek is naar deckhands verspreid het nieuws zich als een tropische bosbrand over het eiland. Bones kiest ze bij tijd echter ook nog wel eens zelf uit. Broekies die het goed doen als een extra paar ogen en oren aan boord, of hongerig op zoek zijn naar een doel in hun miezerige levens. En voor iemand die er nooit lang of graag is, verwelkomt het goddeloze Tortuga hem met open armen. De zilte zeegeur vermengt zich tussen de bijeen geraapte opzetting van de havenstad met die stank van ongedierte en ander gespuis, en herinnert hem er vrijwel instant aan waarom hij zijn hut op het schip prefereert boven een verblijf in de herberg of één van de hoerenhuizen. De drukte is overweldigend, zelfs op dit tijdstip, en maakt dat Bones zijn favoriete etablissement in een rechte lijn binnenstapt. Hij kent de eigenaar en diens dochter, welke hem vanachter de bar lonkend opwacht. Zonder enige twijfel geïnformeerd over hun recente aanmering. Zodra hij zich op een kruk voor haar heeft laten neerzakken, steekt de jongedame van wal, al schenkend tetterend over het reilen en zeilen van Tortuga sinds de laatste keer dat het eiland achter zich liet. Bones luistert met een half oor, nippend van de geïmporteerde rum, tot hij een blonde jongen aan een tafel verderop ziet zitten. ‘Hoe oud was Sam?’ vraagt hij haar terloops wanneer ze zijn glas halverwege opnieuw volschenkt. De interesse naar haar jongere broertje laat de diepgroene ogen van Helena wantrouwig samenknijpen. ‘Oh nee, niets daarvan,’ begint ze, een wijsvinger al zwaaiend naar hem opgehouden. Bones leunt achterover voor ze hem ermee kan prikken, één van zijn gehavende handen onschuldig ophoudend. ‘Sam gaat absoluut niet mee aan boord van dat rattenhol.’ ‘Rattenhol?’ Hij dwingt zijn wenkbrauwen quasi—verrast de hoogte in, de act aangeslagen genoeg om haar met haar ogen te zien rollen. ‘De laatste keer dat je over de Fearless Fire sprak was je een stuk liever.’ Het was het proberen waard. ‘Geen denken aan.’ Helena beantwoord zijn grijns niet. ‘Ik waarschuw je, Bones.’ Misschien is het de moederlijke autoriteit in haar jonge stem, maar hij geeft haar geen weerwoord als ze zich uit de voeten maakt met een vol dienblad. Hij had haar waarschijnlijk om iets te eten moeten vragen, beseft hij zich met het rommelen van zijn maag en een schuine blik op de rum. |
|
[ bericht aangepast op 28 juli 2021 - 21:42 ]
Feel the fire, but do not succumb to it.