Lilith Beëlza - Demon.
Ik leek wakker te worden uit een hele lange droom en voelde iets plakkerigs aan mijn wang. Mijn ogen opende ik nog niet omdat ik geen zin had om de rotzooi te zien die zich door het huis had verspreid. Mijn wimpers plakten aan elkaar en ik rolde mezelf zodanig om dat ik met mijn gezicht in iets nats terecht kwam: mijn door rum-cola doordrenkte kussen. Het gaf een onaangename geur af dus stond ik toch maar op. Ik rekte me uit, trok de gordijnen open en trok de koude douche open, waar ik met kleren en al onder ging staan. Ik had tijdenlang het hete hellevuur onder mijn voeten gehad, nu zou ik ze laten zien dat ik van de kou zou genieten. De harde douchestraal hamerde als een aambeeld op mijn hoofd en ik voelde een kakkerlak over mijn linkervoet kruipen. Ik pakte het beestje op en wreef het water uit mijn inmiddels met uitgelopen mascara besmeurde ogen en keek ernaar. 'Jaja, jij hebt het wel overleefd, 2012...' zei ik zachtjes en probeerde een pootje uit zijn lichaampje te trekken. 'Ach fuck it, jullie gaan nooit kapot.' zei ik en voelde mijn hand enorm heet worden. Mijn nagels groeiden met een alarmerende snelheid en al snel was de kakkerlak gestopt met spartelen en lag hij vermorzeld in mijn hand, als een hoopje niets. Als ik me niet zo menselijk had gevoeld, had ik de drab opgelikt en het over me uitgesmeerd, maar "men moest zich aanpassen aan de situatie". Ik verbaasde mezelf erover dat ik dat deed en greep naar mijn sigaretten. Pas twee seconden daarna besefte ik dat ze nog in mijn zak zaten en verkleumd waren, en dat ik niet kon roken onder stromend koud water. Ik veegde de kakkerlag af aan mijn broek en stapte onder de douche vandaan, om de koude klets aan kleren die om mijn lichaam hing als een allesverhullende mantel in de was te gooien en vervolgens een met motorolie besmeurde spijkerbroek aan te trekken, met daarop een zwarte mannenhoodie. Ik wreef hardhandig over mijn haar en keek mezelf aan in de spiegel.
'Goodmorning handsome,' zei ik zachtjes en wreef de uitgelopen mascara weg, om een egale ondergrond te hebben voor de dikke lijn eyeliner die ik aan wilde brengen. Eenmaal klaar liep ik naar beneden en stak ik een sigaret op, keek naar de rotzooi en bedacht me dat ik eens op zou moeten ruimen.
'Opruimen? Ikke?' zei ik en lachte, terwijl ik zó'n lange haal van mijn sigaret nam dat hij voor de helft "afgestorven" was. 'Never.' voegde ik eraan toe en klom het raam uit, de straat op. Overal lagen brokstukken van wat ooit oude huizen waren en her en der waaiden - kurkdroge - kledingstukken aan een oude waslijn, als geesten van een ver en gelukkig verleden. 'Och die sentimentele tijden... En maar zeiken dat 2012 zo'n kutjaar was... Het was geweldig.' zei ik tegen mezelf en herinnerde me mijn glorieuze ontsnapping uit de hel. Ik grinnikte en nam een slok wodka, bij wijze van drinkontbijt. Ik liep langs een aantal krotten en al snel zag ik een paar "MENS-wezens" zitten, zoals ik ze noemde. MENS was mijn afkorting voor Mijmerend En Nutteloos Specimen. Een specimen, een VOORBEELD. Buh.
'Moooooorning peeps!' zei ik opgelaten en ontblootte mijn puntige tanden, die ik even makkelijk weer liet slinken tot normaal formaat. 'Valt er hier nog wat te zuipen?'
[Ik hoop dat het duidelijk is dat dit geen autobiografie is, haha.]
Bananen zijn lekker, toch? Zet dit ook in je signature als je ook van bananaaaas houdt!