Hoofdstuk 33
Het nieuwe pad leidde naar twee gigantische deuren waar een stenen wachter met een zwijnenkop voor geposteerd was. Hij had zijn gespierde armen over elkaar geslagen en keek hen om de beurt vorsend aan.
‘Dat jullie zo ver gekomen zijn, betekent dat jullie een vrije geest hebben en buiten de gebaande paden durven te denken, waarbij jullie gebruik hebben gemaakt van jullie creativiteit.’
Cody kauwde op zijn lip. Wat een vreemde begroeting. ‘Dat eh, klopt meneer,’ antwoordde hij ietwat onhandig. ‘We hopen met de pixies te mogen spreken.’
‘Alleen door een bewogen woord zal ik de poort voor jullie openen.’
Een bewogen woord? Hij zocht oogcontact met Orion. ‘Zou dat een raadsel zijn?’
Orions gezichtsuitdrukking maakte duidelijk dat hij het niet wist.
‘Tot nu toe hebben vormen van creativiteit centraal gestaan,’ zei Astoria. ‘Schilderkunst. Muziek. Ik vermoed dat vertelkunst de volgende discipline is.’ Ze zwiepte een keer met haar pluimige staart. ‘En dat we hem een verhaal moeten vertellen. Iets wat hem raakt.’
‘Een verhaal,’ herhaalde Cody. Hij had genoeg boeken gelezen en kon best één daarvan in een verkorte versie aan de wachter vertellen. Het probleem was alleen dat hij niet echt een verteller was, hij zou vast beginnen te stotteren. Orion, daarentegen… Hij gaf zijn vriend een elleboogstootje. ‘Jij bent een goede verteller.’
‘Oeh, ja!’ Spekkie sprong uit Nova’s armen en gaf een kopje tegen zijn been. ‘De kampvuurverhalen! Zo griezelig spannend.’
Orion grinnikte om die woorden. ‘Ik denk niet dat ik deze stoere wachter de stuipen op het lijf kan jagen met verhalen over mummies en op vleermuizen strijdende graslanders.’
Cody ging in gedachten de sprookjes na waar hij door zijn tante mee was grootgebracht. Verhalen die iedereen kende – de wachter misschien ook wel. Het moest iets nieuws zijn. Iets waarvan het verloop niet te voorspellen viel.
‘Ik ken een mooi verhaal,’ zei Astoria. Haar staart krulde kort langs Orions enkel. ‘Jouw verhaal. De jongen die verbannen werd doordat hij zijn kat probeerde te genezen en jaren later helpt om verdwenen herinneringen naar zijn geboorteplaats terug te brengen.’
Het was de eerste keer dat Cody zijn vriend opgelaten een hand door zijn donkere haren zag halen. ‘Dat is vast niet wat er verwacht wordt. Vast een geanimeerde vertelling van een klassieker, of…’
‘Ik denk juist dat dat een verhaal is dat ze zoeken,’ zei Cody. ‘Onbekend. Puur. Iets wat recht uit je hart komt.’
‘Goed dan. Als jij dat gelooft.’
Cody glimlachte bevestigend.
Orion keek om naar de anderen. Niemand protesteerde. Sterker nog, zijn zusje knikte ferm en de katten spinden tevreden. Hij haalde een fles water uit zijn tas en nam een paar slokken. Nadat hij die weer had opgeborgen, keerde hij zich naar de wachter.
En hij begon te vertellen. Niet bij het ziek worden van Spekkie – toen nog Sammy – en de daaropvolgende verbanning, maar bij zijn eigen geboorte. De warme ontvangst, de liefde van zijn gezin – en de manier waarop zijn hele wereld bevroor toen zijn broertje geboren werd en al zo vlug stierf. Hoe zijn vader alle tekenen aan de lucht begon te herinterpreteren en Orion de schuld gaf van alles, waardoor hij hem steeds meer beperkingen oplegde.
Het deed Cody wat, om Orion te horen vertellen over hoe opgesloten en beperkt hij zich had gevoeld, terwijl hij juist zo’n vrije geest was. Na iedere schooldag moest hij gelijk naar huis en werd hij aan een kruisverhoor onderworpen, zodat zijn vader kon nagaan of hij een misstap had begaan die hen allemaal zou verdoemen.
Hoe ruzie na ruzie uitbrak, toen Orion ouder werd en er schoon genoeg van kreeg, hoe hij van een jongen die zich aan alle regeltjes vastklampte iemand werd die tegen iedere regel aan schopte. Hij vertelde over de mysterieuze jongen op wie hij verliefd werd en die hij nooit écht durfde te benaderen uit angst dat zijn vader gelijk had en dat hij ongeluk zou veroorzaken.
Eenzaamheid had zijn leven gekleurd totdat hij een kitten meebracht die hem al weken door het dorp achtervolgde. Echte vrienden durfde hij niet te maken, maar het kleine dier had er zelf voor gekozen en Orion wilde hem niet afwijzen.
Het dier werd het centrum van Orions bestaan en zodra het ziek werd en weigerde te eten, stortte zijn wereld in. Hoewel hij steeds meer begon te vermoeden dat Sammy’s ziekte zijn schuld was, ging hij tot het uiterste om hem beter te maken en paste hij verboden magie toe.
Hij werd verbannen, dwaalde door de wildernis, vond het kamp van de andere bannelingen. Had daar constant ruzie met Luther, totdat een van de uitbarstingen tot een felle zoen leidde en ze met andere ogen naar elkaar gingen kijken.
Toen deed Locke zijn intrede en kreeg het verhaal weer een veel donkerdere tint. Cody hield het gezicht van de wachter in de gaten, dat stoïcijns naar voren bleef kijken alsof het een onbeweeglijk standbeeld was.
Orion liet zich er niet door ontmoedigen en vertelde verder: hoe hij de andere katten vond en hij hun een stem gaf. Hoe ze uiteindelijk weggingen uit het Mensdal en een nieuwe plek vonden om te wonen.
Uiteindelijk dook ook Cody op in het verhaal en vatte Orion de gebeurtenissen van de afgelopen weken samen, tot het moment dat ze hier stonden.
‘En dat is de reden dat we hier zijn,’ besloot hij zijn verhaal. ‘Hoe het afloopt… Daar hebt u zelf de hand in.’
Een diepe stilte volgde op die woorden. Met een bonkend hart wachtte Cody af. Toen draaide de bewaker zich zonder iets te zeggen om, zette zijn handen tegen de deuren en duwde ze open.
Daarachter lag een zaal met marmeren tegels. Aan het einde ervan bevonden zich vier treden die naar een nieuwe deur leidden.
‘Treed binnen in het voorportaal. Maar wees gewaarschuwd: zij die duister in hun hart dragen, zullen hier worden gelouterd.’
Hij stapte opzij om hen door te laten.
Cody zag zijn vriend vanuit zijn ooghoeken verstijven. Hij legde een hand tegen zijn rug. ‘Ik geloof niet in de woorden van je vader. In jou leeft chaos noch duisternis.’
Orion haalde diep adem. Zijn blik was op de onheilspellende kamer gericht.
‘Kom,’ moedigde Cody hem aan. ‘Er zal ons niets gebeuren.’
Aan Orions andere zijde sloeg ook Nova een arm om zijn middel. ‘Cody heeft gelijk, broer. Als hier iets zal wegbranden, dan is het de smet die vader op je geworpen heeft. Dan ben je eindelijk van zijn vloek bevrijd.’
Cody hoorde Orion slikken. Hij wisselde langs hem heen een blik met Nova, die zich iets terugtrok zodat Cody hem kon omhelzen. Hij drukte Orion stevig tegen zich aan. ‘We zijn er bijna. Achter die deur liggen onze antwoorden.’
Orion haalde diep adem. ‘Goed dan.’ Hij streek door Cody’s haar, langs zijn kaak en kuste hem voor hij zijn voorhoofd tegen het zijne liet rusten. ‘We zijn er bijna.’
Even bleven ze in de omhelzing staan, daarna keerden ze zich naar de doorgang en betraden de marmeren zaal. De anderen volgden.
Het was er stil en er hing een rokerige lucht, wat het woord louteren een veel letterlijkere betekenis gaf.
Het tikken van Thomas’ stok klonk verrassend aarzelend, aangezien hij normaal zo’n vastberaden pas had. Cody keek om. De kat draaide zijn hoofd van links naar rechts en hield zijn staf zo stevig vast dat het bijna leek alsof hij hem in tweeën wilde breken.
Toen de deuren weer met een ruw geknars gesloten werden, trok er een schok door hem heen.
‘Thomas is wel heel zenuwachtig,’ fluisterde Cody.
‘Ik… oh nee.’ Opeens werd Orion lijkbleek.
‘Wat is er?’
Voor Orion kon reageren schoven er stenen opzij. Er schoot vuur uit vandaan, dat zich razendsnel over de grond verspreidde zonder dat de tegels erdoor gingen branden.
Nova slaakte een gil en sprong naar achteren toen het vuur om haar heen krulde en haar leek te onderzoeken als een snuffelend dier. Zonder dat ze erdoor aangeraakt werd, week het vuur terug en snelde verder.
Cody hield zijn adem in toen het vuur om hem heen tolde. Een hete gloed rolde langs zijn huid en onder zijn kleding door. Hoewel hij geneigd was om naar achteren te stappen, bleef hij staan, ervan overtuigd dat hij niets te verbergen had.
Dat gold niet voor Orion. Zodra het vuur zich naar hem uitstrekte, begon het te sissen en vatten zijn broekspijpen vlam. Cody wist niet wie harder schreeuwde: Orion of hij zelf. Hij graaide naar zijn toverstok om een waterstraal te creëren, maar Astoria was hem voor. De witte kat sperde haar kaken open en vuurde een blinkende straal af. Het vuur raakte gevangen in het ijs, hoewel andere vlammen al toesnelden.
Orion probeerde naar achteren te stappen, wat niet lukte doordat zijn broekspijp vastgevroren was aan het ijsblok. Zijn blik schoot in paniek heen en weer. ‘Thomas?’
Het trof Cody, dat hij zich meer zorgen om de kat leek te maken dan om zichzelf. Thomas hing in de lucht, Nezumi had hem opgetild.
De vlammen die net nog niet hoger dan zijn knie waren geweest, groeiden nu in lengte en namen de vorm aan van de wachter die hen net had binnengelaten – zij het een stuk groter en gemaakt van vuur in plaats van steen. Hij stond in het midden en hield een brandende speer in zijn hand.
Astoria rende erop af en spoog een ijsmuur die de ruimte in tweeën deelde. Het ijs verspreidde zich ook over de vloer, zodat het hen volledig insloot en ze beschermd waren tegen het vuur.
Cody haalde zijn zakmes uit zijn tas en begon Orions broekspijp los te snijden. Nu hij zich van het tafereel afwendde, hoopte hij zijn wild bonkende hart iets te kunnen bedaren.
Het lukte niet.
‘Wat is er aan de hand?’ vroeg Cody zodra hij weer overeind stond.
‘Thomas heeft…’ Hij slaakte een diepe zucht. ‘We hebben iets gedaan waar de pixies kwaad om zijn.’
In stilte vroeg Cody met zijn blik om opheldering.
Het was een andere stem die zwaar door de ruimte heen dreunde, afkomstig van de vuurreus. ‘Geef ons terug wat aan ons toebehoort.’
Orion kamde met zijn vingers door zijn haren, duidelijk nerveus. Er glommen tranen in zijn ogen.
‘Orion? Wat is er? Wat hebben jullie gedaan?’ Hij legde een hand tegen zijn bovenarm en keek hem indringend aan.
Orion sloeg zijn blik neer. ‘Ik heb Thomas een magische kern gegeven, toen hij niet op dezelfde manier magie bleek te kunnen bedrijven als ik. We hebben alle boeken doorgespit en kwamen er zo achter dat iedere pixie een bron van magie is. Dus… ik heb een pixie in zijn borst geplaatst.’
‘Een levende?’ vroeg Cody met overslaande stem. Hij stapte naar achteren en liet zijn hand van Orions schouder glijden. Kon zijn vriend echt tot zo’n gruweldaad in staat zijn?
Hij herinnerde zich Thomas’ schroom toen Cody vroeg naar de bron van zijn magie en dat hij de waarheid niet had willen onthullen.
‘Ze was stervende, aangevallen door een wild beest. Ze gaf toestemming.’ Hij keek vluchtig naar de vuurreus, voor hij zijn blik weer neersloeg. ‘Ik… ergens betwijfelde ik of ze nog wel in staat was om zelf keuzes te maken. Misschien hadden ze haar hier wel kunnen helen. Maar ze gaf haar toestemming en ik drukte alle twijfels de kop in: dit was precies waar Thomas en ik naar op zoek waren en Thomas zou een hoop goeds kunnen doen. Dat – dat was altijd onze insteek.’
Cody wist niet wat hij moest zeggen. Wat hij moest voelen. Als ze echt haar toestemming had gegeven, viel het Orion moeilijk aan te rekenen. Toch had Thomas al laten doorschemeren dat ze wisten dat ze niet goed bezig waren. Ze hadden hun geweten bewust genegeerd. Wat zou dit betekenen voor hun missie? Werd hun de toegang nu ontzegd? Of erger nog: zouden de vlammen Orion straks verzwelgen?
‘Geef ons terug wat ons toebehoort,’ zei het vuurmonster opnieuw.
Cody beet op zijn lip terwijl de woorden inzonken. ‘Hij wil dat je de kern weer uit Thomas verwijdert,’ zei hij zacht.
‘Ik weet niet… ik kan dat hier niet ter plekke doen. Ik weet niet meer precies hoe we dat gedaan hebben, het was zo’n ingewikkeld proces.’
Het ijs begon te smelten, plassen vormden zich op de vloer. ‘Ik denk niet dat je een keuze hebt. Straks bevrijdt het vuur de pixie zelf. Dat overleeft Thomas vast niet.’
Nova kwam naast hen staan. Ze legde haar hand op de schouder van haar broer. ‘Zo’n magische kern aanbrengen en magisch aansluiten op de rest van het lichaam – zonder dat die hem verstoot – is vast moeilijker dan hem verwijderen. Ik kan kijken of ik de kern voel en hem operatief weghalen?’
Orion keek omhoog, naar Thomas, die nog steeds door Nezumi in de lucht werd gehouden. ‘Het is niet mijn keuze.’
Cody dacht niet dat er een keuze wás, al sprak hij dat niet hardop uit. Hij begreep dat het een ingrijpend besluit was. De gedachte dat hij nooit meer magie zou kunnen bedrijven benauwde hem, maar voor Thomas… Voor Thomas was het zijn lust en zijn leven.
De kat was echter te ver weg om hen te horen en dus richtte Orion zich tot de vuurreus. ‘We willen aan het verzoek voldoen. Geef je ons ruimte om je wens uit te voeren, zonder ons aan te vallen?’
De wachter neeg zijn hoofd. ‘Dat zal ik doen.’
De vlammen doofden en trokken zich terug naar de overzijde, waar ze als een lichtgevende lijn voor de traptreden bleven liggen.
De ijsmuur stond nog steeds overeind. Met zijn toverstaf kraste Orion smelt volledig in het oppervlak, waarna de plassen water steeds groter werden en er uiteindelijk alleen nog koude prut lag.
Ze stapten eroverheen. Het ijs rondom de twee katten in de lucht was ook verdwenen, waardoor Nezumi Thomas op de grond kon zetten.
Orion knielde bij hem neer en liet zijn hand over de mantel van Thomas gaan. ‘Weet je zeker dat je dit wilt? Ik weet niet…’ Hij keek naar zijn zus. ‘Niet dat ik haar kunde in twijfel wil trekken, maar ze heeft nog nooit zoiets gedaan. Misschien – misschien gaat er wel iets fout. Of voel je je daarna nooit meer jezelf.’
Met een trieste glans in zijn ogen keek Thomas naar zijn mensenvriend op. ‘Wat is het alternatief, Orion? Dat we ons langs het vuur vechten? Dan zullen de pixies de herinneringen nooit aan Cody teruggeven. Dit is een laatste test. Een test die we niet halen, als we hen niet teruggeven wat hen toebehoort. Het is een ruil die me schappelijk lijkt: mijn magische kern – die nooit echt van mij was – tegen alle herinneringen uit Holtgaard.’
Cody beet op zijn lip. Was dat waar dit alles om draaide? Hadden de pixies voorzien dat hij hulp zou zoeken bij Orion, dat er een moment zou komen waarop hij hier in deze zaal zou staan, samen met Thomas? Met de kat die de overblijfselen van een pixie in zich droeg?
Orion slaakte een zucht. ‘Goed. Mag ik je op zijn minst in slaap brengen?’
Thomas trok zijn mondhoeken op, waardoor hij er nog menselijker uitzag dan normaal. ‘Dat zou ik graag zelf doen, nu ik dat nog kan. Het lijkt me een mooi einde van mijn tovenaarsbestaan.’
Cody kreeg een brok in zijn keel. Wat als Orions angst bewaarheid werd en hij helemaal niet meer wakker werd? Wat als hij niet alleen zijn magie verloor, maar ook zijn intelligentie? Hoe dan ook moesten ze nu afscheid nemen van de Thomas die ze kenden.
Orion leek dat ook in te zien, want hij trok de kat in een stevige knuffel. De andere katten kwamen ook dichterbij, ze wreven hun kop langs de zijne en Nezumi sloeg haar vleugels om hem heen.
‘Bedankt voor alles wat je voor me hebt gedaan,’ zei Cody toen hij als laatste de kat een knuffel gaf. Zonder Thomas’ hulp had hij nog steeds niet het huis uit gekund uit angst voor Locke. ‘En wat je nu doet,’ voegde hij eraan toe, want Thomas had ook voor zichzelf kunnen kiezen.
Hij was Cody niets verschuldigd.
Maar de pixies wel.
Thomas rechtte zijn schouders. Met beide poten hield hij de houten staf vast terwijl hij het kristal op de bovenkant op zijn gezicht gericht hield. Hij sprak een spreuk uit die Cody als een willekeurig samenraapsel van klinkers in de oren klonk. Een lichtblauwe gloed kwam uit de steen vandaan en omhulde Thomas als een mist.
Hij zakte door zijn knieën.
Orion ving hem op en legde hem voorzichtig op de grond. Hij streek langs zijn kop, voor hij ruimte maakte voor zijn zus. Nova was niet onvoorbereid uit Holtgaard vertrokken en had een etui met instrumenten bij zich. Samen met een leren tasje legde ze die naast zich neer. Ze liet haar vingers over Thomas’ borst en buik gaan, duwde en porde. ‘Hier voel ik iets warms.’
Cody deed een stap naar achteren en wendde zijn gezicht af. Hij voelde niet de geringste behoefte om te zien hoe ze Thomas zou opensnijden. In plaats daarvan keek hij naar de marmeren tegels die niet alleen de grond, maar ook de muren en zelfs het plafond bedekten. Het wekte de illusie dat de kamer ieder moment kon omrollen en beneden dan boven zou zijn.
Hij schudde de gekke gedachte uit zijn hoofd en wierp ongewild toch een blik op Nova. Ze hield een scalpel in haar hand en bracht die naar Thomas’ borst.
Vlug keek hij weer voor zich. Hij heeft een pixie in zijn borst. Cody kon er met zijn verstand niet bij. Thomas had de beschikking gehad tot veel magie, en complexe magie – veel meer dan Orion en hij. De gedachte dat deze vorm van macht algemeen bekend zou worden, liet een rilling langs zijn rug gaan. Hij zag figuren als Luther al op zoek gaan naar pixies om die in hun borstkas te planten.
Cody was een voorstander van kennis delen, maar hij zag nu ook in dat dat veel kwaad kon doen in de handen van de verkeerde personen. Een lastig dilemma.
Hij bleef erover peinzen terwijl hij deed alsof er achter hem geen operatie plaatsvond. Hij werd altijd licht in zijn hoofd bij het zien van bloed en het laatste wat hij wilde, was flauwvallen.
Er drukte iets tegen zijn wreef. Toen hij omlaag keek, zag hij dat Spekkie er een kopstoot tegenaan gaf. Cody tilde hem op en begroef zijn gezicht even in de warme, rode vacht.
‘Wat vind je nu van dit uitje?’ vroeg hij, dankbaar voor de afleiding.’
‘Leuk. Uitjes zijn altijd leuk.’
Cody glimlachte flauwtjes. Bij Spekkie had hij altijd het gevoel dat hij een gesprek met een kleuter voerde – en soms was dat precies waar hij behoefte aan had. Even terug naar eenvoud, die op zijn tijd een zegen kon zijn.
‘Was je niet bang voor het vuur?’
‘Nee. Vuur maakt het warm.’
Cody aaide zijn rug, al begon zijn arm meteen te zeuren en hield hij het dier weer met beide armen vast. Spekkie begreep vast niet wat de anderen aan het doen waren.
Ze praatten nog even verder, over simpele dingen, tot hij een hand op zijn schouder voelde. Hoewel het zijn zus was die de operatie had uitgevoerd, zag Orion er afgepeigerd uit.
‘Het is voorbij.’
Schaamte verhitte Cody’s wangen. ‘Sorry,’ mompelde hij. ‘Ik kan niet goed tegen bloed.’
‘Geeft niets.’
‘Is – is het goed gegaan?’
‘We hebben de magische kern weggehaald.’ Hij opende zijn hand en liet een gouden stolsel zien, dat eruitzag als willekeurig samengeklonterd goud dat net in Orions handpalm paste. Cody herkende nog de lijntjes van de vleugels.
Er ging een pulserende kracht vanuit; de haartjes op zijn armen gingen rechtop staan en de lucht leek statisch geladen.
‘En hoe gaat het met Thomas?’
‘Ik weet het niet. Nova heeft de wond weer geheeld, al zegt ze dat het laagje magie maar dun is en dat hij de komende tijd rustig aan moet doen.’ Hij keek over zijn schouder naar de kat, die nog steeds roerloos op de grond lag. ‘Zoals het er nu naar uitziet, zal hij voorlopig niets anders doen. Ik ken de spreuk niet die hij over zichzelf heeft uitgesproken, dus ik weet ook niet hoe ik die moet verbreken.’ Zijn schouders zakten naar beneden. ‘Misschien blijft hij nu wel voor altijd in slaap. Ik… ik had dat moeten voorzien.’
‘Hij wilde dit zo, Orion,’ zei Cody. ‘Daar moet hij bewust voor hebben gekozen.’ Hij zond hem een bemoedigende glimlach. ‘Misschien wilde hij je alvast een nieuwe uitdaging geven, voor als alles voorbij is. Hij moet geloofd hebben dat je een oplossing zou weten.’ Hij verstevigde met zijn ene arm zijn greep om Spekkie en reikte met zijn andere hand naar die van Orion. ‘Je hebt een hele bibliotheek tot je beschikking. Je zult een oplossing vinden – en natuurlijk ga ik je helpen.’ Hij verstrengelde hun vingers. ‘Zoals je ook mij geholpen hebt.’
Orions gezicht ontspande een beetje. Hij sloeg een arm om Cody’s middel en gaf hem een kus op zijn wang. ‘Dank je,’ zei hij zacht. Daarna vervolgde hij met iets meer kracht in zijn stem: ‘We hebben gedaan wat je ons vroeg, Vuurwachter. Wil je terugnemen wat van jullie is en Cody alsjeblieft toegang tot het hart geven? Ik begrijp het als mijn hart ook te bezoedeld is. Dan zal ik hier blijven wachten.’
Het vuur dat voor de treden naar de deur gesluimerd had, wakkerde aan en bouwde zich weer op tot de vlammende gestalte. Hij liep naar hen toe, al waren zijn voetstappen niet hoorbaar. Vlak voor hen stak hij zijn vurige hand uit.
Cody voelde de hitte zijn huid schroeien, toch onderdrukte hij de drang om achteruit te stappen.
Orion reikte naar voren en legde de magische kern in de hand. De vlammende vingers sloten zich eromheen.
‘Jullie hebben toestemming om het hart te betreden,’ zei de wachter. Daarna explodeerde zijn gestalte in duizenden sintels die in een oogwenk verdwenen.
Alleen zij bevonden zich nog in de ruimte.
Er zijn nog geen reacties.