Hoofdstuk 19.2

‘Ja…’ Hoewel de woorden bij haar binnen kwamen, was het moeilijk om ze tot zich door te laten dringen. Ze wilde nu gewoon weten wat er met Olivier aan de hand was. Ze kende hem niet als iemand die in de paniek schoot. Hij kon juist altijd alles aan. Daar waren hun ouders juist altijd zo trots op - dat Olivier altijd alles deed en alles kon.
Maar blijkbaar was hem dat juist te veel geworden.
‘Hij woont in dat grijzige gebouw daar,’ zei Floor toen ze de straat inreden waar ze moest zijn.
Ze remde af toen ze bij de ingang kwam en begon haar fiets vast te zetten. Lukan bleef staan, al leunend op zijn fiets. ‘Wil je dat ik meega?’
Floor schudde haar hoofd. ‘Nee - nee, ik moet dit alleen doen.’ Ze aarzelde even, zette toen een stap naar hem toe en sloeg haar armen om hem heen. Hoewel ze beide een dikke winterjas aan hadden, zorgde zijn nabijheid er toch voor dat er een warmte door haar lichaam verspreidde. ‘Bedankt,’ zei ze zachtjes, en toen liet ze hem los.
Ze hoorde hem ‘Graag gedaan’ mompelen, maar draaide zich niet meer om. In plaats daarvan drukte ze op de deurbel van Olivier’s huisnummer.
Ze wachtte een paar tellen - en toen nog een paar - maar er werd niet opengedaan. Ze drukte nog een keer, maar er gebeurde hetzelfde.
‘Is hij niet thuis?’ vroeg Lukan achter haar.
Ze haalde haar schouders op. ‘Dat ga ik nu ontdekken,’ zei ze. Ze pakte haar sleutelbos en stak de sleutel die ze nog nooit eerder gebruikt had in het slot. Ze wist niet of Olivier op haar aanwezigheid zat te wachten, maar ze had vragen - en ze wilde ook de antwoorden horen.
In de lift draaide haar hoofd weer op volle toeren. Er gingen allerlei scenario’s in rond die haar angst aanjoegen en die ze probeerde weer van zich af te zetten. Ze hoopte echt dat hij thuis was.
Ze drukte tevergeefs op zijn deurbel, maar hij deed niet open. Ze had het wel verwacht, maar het beangstigde haar toch. Ze was blij dat ze zijn reservesleutel had. Haar handen trilden toen ze deze in het slot draaide. Het duurde even voor ze de deur open had en met bonzend hart liep ze naar binnen.
Lysanne had niet overdreven toen ze had gezegd dat het een zooitje was in Olivier’s studio. Overal op de grond en op tafel lag wel wat. De rolgordijnen waren beneden, waardoor het gedimd verlicht was. Maar er vielen twee dingen het meeste op. Ten eerste: haar broer was niet thuis. En ten tweede: zijn laptop lag half open in de hoek van de kamer op de grond.
Ze liep er, zigzaggend langs de proppen papier, vieze kleding en lege voedselverpakkingen, naartoe. De zenuwen gierden door haar lijf toen ze door haar knieën zakte. Haar vingers gleden over de wit gestucte muur, waar een hapje uit miste. In de grijze behuizing van de laptop zelf bevond zich een barst in de hoek.
Had Olivier de laptop gegóóid?
Hoewel ze zich een enorme indringer voelde, opende ze toch de laptop om te kijken of hij het nog deed. Het scherm was zwart. Toen ze op het aan/uit-knopje drukte, gebeurde er niets. Misschien was de accu leeg - maar het leek erop dat er niet alleen aan de buitenkant beschadigingen waren.
Ze hield de knop wat langer ingedrukt, toen nog een keer, en toen begon er een lampje te knipperen. Heel snel daarna ging ook het scherm aan - maar het enige wat Floor zag, was een afwisseling van zwarte en gekleurde strepen. Het ding was kaduuk.
Floor slikte. Wat moest ze doen? Was dit gebeurd voor of nadat hij bij hen thuis was geweest? En waar was hij?
Ze pakte haar mobiel uit haar jaszak en belde haar broer nog een keer. Hij ging over - en toen hoorde ze ineens een ringtone uit de badkamer komen.
‘Olivier?’ Haar stem klonk schor. ‘Olivier, ben je daar?’
Ze hoorde niet direct iets en liep behoedzaam naar de enige andere deur in de studio. Er kwam geen licht onder de deur vandaan. Had hij zijn mobiel thuis laten liggen en was hij toen vertrokken?
En toen hoorde ze het. Geschuifel. Zwaar geadem.
‘Olivier, ben je in de badkamer?’ Ze klopte op de deur. ‘Kan ik binnenkomen?’ Hij zei niets, en wederom gingen er allerlei scenario’s door haar hoofd - de één gruwelijker dan de ander. ‘Olivier, ik kom binnen…’ Na haar waarschuwing duwde ze de deurkruk naar beneden.
De deur was niet op slot. Er brandde geen licht in de ruimte, dus kostte het Floor enkele seconden om voldoende aan het donker te wennen om hem te zien zitten.
Olivier zat in de hoek, naast de wc, op de grond. Hij had zijn knieën opgetrokken en had zijn armen eromheen geslagen. Hij ademde gejaagd en hield zijn gezicht naar beneden gericht, waardoor ze zijn emotie er niet vanaf kon lezen.
Maar zijn hele lichaamshouding zei genoeg.
Reageer (3)
Ugh, nu heb ik nog medelijden met Olivier ook :'D
1 maand geledenOeh! Ik ben óók zó benieuwd naar het volgende hoofdstuk! Je weet de spanning wel goed op te bouwen en vast te houden!
1 maand geledenDankjewel <3
1 maand geledenOmgggg ik ben zo klaar voor het volgende hoofdstuk. Eindelijk antwoorden!
2 maanden geledenSorry, nog steeds niet haha. Maar het hoofdstuk daarna wel, promised
1 maand geleden