Toen ze terug de woonkamer inliep, waren Lukan en Mattie weer met elkaar in gesprek over boeken. Ze volgde niet precies waar het over ging, maar was hen dankbaar dat ze niet aan haar vroegen wie er belde en ze gewoon vroegen of ze nog een spelletje wilde spelen.
      ‘Ik kan maar beter naar huis gaan,’ zei ze spijtig. Niet omdat ze niet wilde - maar nu haar ouders morgen langs zouden komen, zou haar schema nog een stuk drukker worden dan hij al was. Ze was van plan geweest om morgen haar studie bij te werken, omdat ze dit semester al achterliep door de drukte van het EcoGo-project. Maar nu haar ouders langs zouden komen, wilde ze eigenlijk ook nog even de woonkamer wat opruimen en ze had daarnaast geen idee hoe lang haar ouders zouden blijven. En ze had vanavond ook niet kunnen doen voor de markt wat ze had willen doen. Dus kon ze maar beter vroeg opstaan morgen om met al haar voornemens te starten - ze kon haar tijd goed gebruiken.
      Mattie deed nog één poging om haar over te halen om te blijven, maar toen ze weer weigerde, stond hij op haar om ter afscheid te omhelzen.
      Terwijl ze haar armen om haar vriend heen sloeg, vroeg ze zich af hoe ze nu afscheid moest nemen van Lukan. Terwijl alle mogelijke scenario’s door haar hoofd spookten (ook een knuffel? Een hand? Gewoon zwaaien?), hielp Lukan haar door zijn keel te schrapen en aan te kondigen dat hij ook maar beter kon gaan.
      Daardoor stonden ze niet veel later samen beneden voor de deur van het appartementencomplex, terwijl ze ongemakkelijk hun fietsen van slot haalden.
      ‘We moeten dezelfde kant op,’ kondigde Lukan aan.
      ‘Oh, woon je een beetje bij ons in de buurt?’ hield ook Floor het gesprek gaande, ook al voelde het erg geforceerd.
      ‘Een stukje verder naar het zuiden,’ zei Lukan. ‘Ik fiets nagenoeg langs jouw huis als ik vanaf hier ga.’ Terwijl hij het zei, hield hij haar blik even vast. Hoewel de blauwe kleur in het donker niet te onderscheiden was, was de intensiteit van zijn blik dat wel.
      Floor slikte moeizaam, en haar hartslag raasde in haar keel. Ze wist niet wat zijn blik betekende, maar het deed haar iets om te weten dat hij regelmatig langs fietste. Betekende het dat zij elkaar zomaar tegen konden komen? Dat was nog niet gebeurd, maar het vooruitzicht alleen al liet het zweet haar uitslaan.
      Hou hier nou eens mee op, Floor!
      Ze concentreerde zich weer op haar fiets, waar ze het kettingslot losmaakte en om haar zadel heen draaide. Ze deed vervolgens haar handschoenen aan. Daarna stapte ze op en fietsten ze samen de straat van Mattie uit - Lukan aan de buitenkant, Floor aan de binnenkant.
      De stilte die tussen hen in hing was ondraaglijk. Dat was nog niet eerder gebeurd - meestal wist Lukan met zijn charme die stilte wel te doorbreken, maar hij leek zich nu net zo ongemakkelijk te voelen als zij.
      ‘Wel fijn dat het droog is,’ zei Floor, die het eerste wat in haar opkwam zei - en zichzelf toen wel voor haar kop wilde slaan. Het weer. Ze begon over het weer. Als er íets was wat duidelijk maakte je de stilte wilde doorbreken, was het wel over het wéér praten.
      Lukan leek dat ook te denken - hij moest een klein beetje lachen, en zei: ‘Het is een beetje ongemakkelijk, hè?’
      Ondanks de frisse wind, kreeg Floor het warm. ‘Hoe kom je erbij?’ zei ze, terwijl ze verbaasdheid probeerde te veinzen. ‘Ik praat gráág over het weer.’
      ‘Oké.’ Hij lachte nu uitgebreider. ‘Wat vind je van de weersvoorspelling van de komende week?’
      ‘Die vind ik - vast heel interessant als ik ernaar had gekeken.’ Haar wangen begonnen te gloeien. ‘Oké, je hebt me. Ik wilde de stilte doorbreken.’
Hij grinnikte. ‘Dat had ik door. Je kwam tenminste ergens op. Mijn hoofd was blanco.’
      ‘Ja, stilvallen is erger,’ gaf Floor, die het fijn vond dat ze ergens over spraken - maar zich tegelijk ook bewust was van de absurditeit van dit gesprek. ‘Dat ken ik ook.’
      ‘Oh ja?’ In haar ooghoeken zag ze dat hij opzij naar haar keek - en juist daarom hield ze haar blik op de weg gericht. Ze wist zeker dat ze weer zou stilvallen als ze in zijn ogen zou kijken. ‘Wanneer heb je dat dan?’
      ‘Elke keer als ik met Benno moet praten,’ antwoordde ze, terwijl er een rilling over haar rug trok.
      Hij schudde zijn hoofd. ‘Dat is oké. Hij verdient het niet om jouw mening te horen,’ zei hij. ‘Tenzij je ‘m op z’n donder geeft.’
      ‘Ja, deed ik dat maar,’ verzuchtte Floor.
      ‘Eigenlijk zou je leidinggevende hem op z’n donder moeten geven,’ vond Lukan. ‘Die zit tenminste in een hiërarchische positie.’
      ‘Dat heeft ze één keer gedaan en toen heeft hij dat op mij afgereageerd. Daar begin ik niet weer aan.’ Omdat ze de sfeer niet wilde vergallen, slaakte ze een zachte zucht en forceerde toen een glimlach. ‘Ik heb jou nog nooit zien stilvallen.’
      ‘Dat is meestal ook niet mijn ding,’ gaf Lukan toe.
      ‘Maar daarnet wel.’ Haar hart begon weer sneller te bonzen.
      ‘Blijkbaar haal je dat in mij naar boven.’
      ‘Wat, dat je geen idee hebt waar je het over moet hebben?’ Hoewel ze lachte, voelde ze ook een kleine steek.
      ‘Nee, dat mijn hoofd gewoon blanco blijft door jou.’
      ‘Oh - oh.’ Ze wist niet wat ze daarop moest reageren. Hij had haar toch afgewezen? Maar was hij dan weer aan het flirten, nu? Of was dit juist een belediging? Wat moest ze met deze opmerking?
      Toen ze het waagde om opzij te kijken, lachte hij niet, maar keek hij naar de stuur van zijn fiets. Het was dus niet als grapje bedoeld.
      De stilte die volgde, was nog onbehaaglijker dan die ervoor. Maar nu kon ze niet weer over het weer beginnen - dus zei ze het eerste wat in haar opkwam, het enige wat eerlijk was: ‘Dat had ik ook bij jou.’
      Ook al voelde ze zijn ogen branden, nu was zíj degene die recht voor zich uit keek. Haar handen waren klam in haar handschoenen en haar wangen waren rood, en dat kwam niet alleen door de frisse kou van de wind.
‘Bij het feestje van Matthias?’ vulde Lukan zelf in. Zijn stem was licht schor.
Floor knikte, maar omdat hij dat waarschijnlijk niet kon zien in het donker, rijdend op een fiets, mompelde ze een zachte ‘ja’.
      Floor had nog nooit zo nerveus op een fiets gezeten - zelfs toen ze moest leren fietsen, hadden haar ouders haar wel verteld, was ze altijd heel rustig en stilletjes geweest en had ze het gewoon gedaan. Hun woorden knetterden tussen hen in, als een soort vuurwerk dat direct zou eindigen als één van de twee iets zei - en dus zeiden ze beide niets.
      Floor wist niet hoeveel tijd er verstreek toen ze kort opzij keek, haar hoofd maar enkele centimeters draaide, in de hoop dat het onopvallend was. Net op dat moment keek Lukan ook naar haar, en ze zag iets wat leek op een kleine glimlach rond zijn mond, ook al stond de rest van zijn gezicht serieus.
      Ze keken elkaar aan zolang het verkeer dat toeliet, en richtten zich toen weer op de weg - en het vuurwerk eindigde.

Reageer (3)

  • Batesian

    I love this chapter, thanks.

    4 maanden geleden
    • Caverna

      Jullie bedankt <3

      4 maanden geleden
  • Frodo

    Ohhh wat is dit een goed geschreven hoofdstuk! I love it (:

    4 maanden geleden
    • Caverna

      Aaahh zo lief dat je dat zegt 🥰 En leuk dat je weer bij bent hihi!

      4 maanden geleden
  • AMuppetOfAWoman

    Oh, dit hoofdstuk is weer zó leuk en zó goed geschreven!:3 Ik ben héél blij en trots dat je er gewoon aan verder schrijft!

    5 maanden geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen