Hoofdstuk 021.
Tauriel sperde haar ogen wijd open toen ze Haldir zag. Voor een moment was ze volledig verstijfd. Haar ogen zochten naar een weg hiervandaan, maar de brug voor haar was smal en als ze zich omdraaide dan zou ze ook niet aan hem ontsnappen.
Zijn mond zakte open. Een vloed van schuldgevoelens stortte tegen haar aan. Wankelend deed ze een stap naar achteren. Haar lippen werden droog. Verbeeldde ze het zich of brandden de tranen in haar ogen? Was het medelijden? Schuld? Of had ze hem gemist? Ze had al decennialang niet meer aan hem gedacht en nu stond hij hier opeens voor haar.
Hij herstelde zich echter sneller dan zij de vraag “wat doe je hier” kon stellen.
‘Aimee heeft me gestuurd, Tauriel.’
Een vreemd gevoel, dat prettig noch onprettig was, gleed door haar heen toen ze hem haar nieuwe naam hoorde uitspreken. Hij was de enige in heel het Demsterwold die wist dat ze niet echt zo heette.
‘Aimee?’ hakkelde ze zodra de letters van haar vriendins naam haar hoofd binnenrolden.
Och, wat was het ironisch. Aimee had haar net zo onaangekondigd verlaten als zij zelf bij Haldir had gedaan. Het was een uitweg die haar opluchting had geboden, maar pas door Aimees vertrek had ze begrepen wat Haldir had doorstaan. Al zag ze dat nu pas in, nu ze in zijn waterige ogen keek die een zee van ongeloof weerspiegelden.
‘Ja. Wilt u met me meekomen?’
Tauriel wist niet wat ze moest antwoorden. Nee, ze wilde het niet. Haldir was een afgesloten hoofdstuk geweest en ze wilde dat niet opnieuw openen. Maar zijn ogen hadden iets dwingend, zoals ze altijd hadden gehad, en ze was hem iets verschuldigd. Bovendien sprak hij over Aimee…
‘Is ze in orde?’ fluisterde ze, naar hem toe stappend.
Haldir keek haar kort aan. Ze had het gevoel dat hij te veel bezig was met het ordenen van zijn eigen gevoelens om aan die van een ander te kunnen denken.
Hij knikte slechts kort en draaide zich toen om. Aarzelend volgde Aimee hem. Bij iedere stap die ze zette groeide haar nervositeit. Hij zou antwoorden willen en Aimee wist dat ze in zijn ogen onbevredigend zouden zijn.
In stilte wandelden over het pad. Haldir had zijn gezicht van haar afgekeerd. Een zucht brandde in haar keel, maar Tauriel durfde hem niet los te laten.
De stilte werd ondragelijk en ze had het gevoel dat haar hart zou barsten als dat nog lang aanhield. ‘Waar ken je Aimee van?’
Haldir antwoordde niet direct, maar keerde uiteindelijk wel zijn gezicht naar haar toe. De woorden die hij fluisterde klonken als het gebulder van onweer. ‘Ik dacht dat je dood was, Sanorea.’
Tauriel kon zijn blik niet langer verdragen. Ze wist niet wat ze moest zeggen. Een lange tijd was ze gelukkig met hem geweest, maar op een gegeven moment hadden zijn omhelzingen haar benauwd en zag ze er steeds meer tegenop om hem te zien. Ze wist dat ze zijn hart brak toen ze in het holst van de nacht vertrok, zonder dat ze hem ook maar enigszins had voorbereid. Hij had alles voor haar willen opgeven, en zijn liefde voor haar verblindde hem, zodat hij niet zag dat ze eigenlijk afstand wilde en zich eigenlijk helemaal niet meer zo prettig in zijn nabijheid voelde. Dus ze was er als een haas vandoor gegaan, ervan overtuigd dat ze hem in de wouden van het Demsterwold wel kon ontlopen.
En dat was gelukt… tot vandaag.
‘Ik dacht dat ik hier gelukkiger kon worden.’
‘En, is dat gelukt?’
Zijn stem klonk koud, ijskoud. Er ging een rilling door haar heen.
‘Voor een tijdje.’
‘Mooi,’ reageerde hij kortaf. ‘Want dit elfenparadijsje zal na vandaag niet meer bestaan.’
Reageer (3)
Tammtaamm bere goed
6 jaar geledenWoooh, haha, da's een leuke twist c:
8 jaar geledenDit maakt Tauriel wel een stuk interessanter ^^
TAMTAMTAMTAAAAAAAM
8 jaar geleden