Piepend zwaaide het traliehek open. De blondharige jongeman die Thorin “Bilbo” had genoemd, knikte haar toe, gevolgd door een schielijke blik over zijn schouder. Zijn nerveuze gezichtsuitdrukking verried dat elven uitschakelen geen alledaagse bezigheid voor hem was.
Voor even vergat hij zijn ongemak toen Thorin naar hem toe stapte. De twee sloten elkaar in een lange omhelzing, waardoor Leahs wenkbrauwen verbaasd de lucht in schoten. Ze had niet gedacht dat Thorin tot zo’n innig gebaar in staat was.
‘Thorin,’ sprak Bilbo vol ontzag. Hij keek op naar het gouden masker. Leah vroeg zich af of hij nog iets van zijn oude vriend zou herkennen, of dat hij slechts door hen af te luisteren wist wat de naam van de dwerg was.
‘Ik – ik had vernomen dat je dood was.’
De dwerg antwoordde niet en na een korte aarzeling wendde Bilbo zich tot Háman en haar. Hij stak zijn hand uit. ‘Ik ben dus Bilbo, Bilbo Balings. Een hobbit, uit de Gouw.’
Leah had het gevoel dat ze zou moeten weten wat een hobbit was, maar haar geheugen liet haar in de steek. ‘Leah,’ stelde ze zich daarom maar voor. ‘Ik kom uit Meerstad.’
Háman noemde eveneens zijn naam en nam de kleine hobbit belangstellend op. ‘Ik wist niet dat ze echt bestonden.’
Bilbo keek hem verontwaardigd aan, maar Thorin legde hen met een indringende grom het zwijgen op.
‘Hoe komen we hier weg? Hoe heb je die bewakers uitgeschakeld?’
De hobbit wipte van zijn ene op zijn andere voet, zijn handen in elkaar gevouwen. Het zag eruit alsof hij moest plassen en Leah werd er nerveus van.
‘Ik eh, ik heb eens gezien hoe de elfen een slaapdrankje maakten. Je weet wel, toen ze jou in slaap brachten. ‘
Leah keek Thorin nieuwsgierig aan, maar een antwoord werd haar natuurlijk niet gegund.
‘Dan zullen we nog wel even van de wereld zijn.’
Bilbo knikte haastig, zijn ogen nog steeds op Thorins masker gericht. Zou hij nog iets van Thorins vroegere stemgeluid herkennen? Erg op zijn gemak leek de hobbit zich niet te voelen.
‘Weet je nog hoe je de vorige keer ontsnapt bent?’
‘Half.’
Leah aarzelde. Konden ze op Thorins zicht vertrouwen? Hij was blind aan een oog en ze wist niet of hij volledig zag met zijn andere oog. Ze durfde zijn leiding echter niet in twijfel te treken, zeker niet toen er een oude vriend was komen opdagen.
‘Breng ons er dan maar heen,’ drong Háman aan.
Het groepje zette zich in beweging en haastte zich door de ruimte. Het was er zo donker dat Leah het gevoel had dat ze ten minste tien gangen voorbijliep die misschien wel naar buiten leidden. Als zij ze al niet zag, zou Thorin dat dan wel doen?
‘Hoe ben jij hier eigenlijk gekomen?’ vroeg Háman.
Hij was niet de enige die brandde van nieuwsgierigheid, maar het leek Leah beter als ze niet hardop spraken. Misschien waren er nog andere wachten in de buurt.
‘Via de trap,’ antwoordde Bilbo fluisterend. ‘Ik ben een hobbit. Zo stil als een inbreker.’
Leah kon niet geloven dat dat alles was. Hij moest een speciale gave hebben, zoals hij zo plotseling was verschenen.
‘Laten we hierin gaan,’ opperde Háman. ‘Anders zijn we zo vol in zicht.’
Het was duidelijk dat hij net zo weinig vertrouwen in de dwerg had als zij. Thorin protesteerde niet, alsof hij zichzelf ook al was tegengekomen.
Zuchtend liepen ze verder. Wat zou er gebeuren als ze nu gepakt werden? Stond hun dan opnieuw een koude kerker te wachten? Of besloot de elfenheer hen voorgoed uit de weg te ruimen?

Reageer (2)

  • GossipGirl21

    Moooii ze

    6 jaar geleden
  • Vega

    Een koude kerker denk ik. Hij heeft niks aan jullie als hij jullie vermoord. En hij heeft jullie nog niet vermoord dus hij moet iets van jullie.

    8 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen