Corpsedelic

Gastenboek (78)

• OnTheLine

  Oh? Nou ja, dat van mij is een soort tweede deel. Voor het eerste deel moet je bij 'de dertiende van mei' van LeaFlammae zijn, is HEEL goed geschreven

  1 decennium geleden
• Mugiwara

  Okee nice
  Ik zit nu op school dus ik kan hem je niet sturen, ik doe het zodra ik thuis ben, okee? (:

  1 decennium geleden
• Cami

  Klinkt goed, zeker dat het voor een goed doel is. Op dit moment heb ik nog geen afgeronde verhalen van 2000 woorden, ik kan even kijken of ik het red voor as donderdag. Ik doe mijn best en hou je op de hoogte!
  Thanks for asking

  1 decennium geleden
• Dinnetje

  Hahah jij juist bedankt!

  1 decennium geleden
• sweetie12

  Ik wil graag helpen met je schrijf-wedstrijd! Mijn naam is S. Scholtissen (ik geef niet mn hele naam) en ik ben 13.
  
  Best friendz 4 evur!
  Hoofdstuk 1: Een nieuwe school, een nieuw begin
  Het is zeven uur, de wekker gaat, gapend drukt Sophie de wekker uit. ‘Mam, ik ben wakker’. Haar moeder ligt nog te slapen. Net goed, want ze heeft altijd iets te vertellen.Vanessa gooit haar pyjama in de was en stapt onder de douche. Wat is dit spannend. Vandaag gaat ze samen met haar beste vriendin Alice naar de middelbare school. Samen gaan ze naar de eerste klas, ohw, door alle stress heeft ze zich met koud water gedouchet. Gelukkig duurt het nog een paar weken tot de herfst.Dus wat maakt het uit. Haastig kleed ze zich aan, poest haar tanden en samen met haar tas dendert ze de trap af. Gauw smeert ze een boterham met jam. Dat is haar favorite ontbijt. Ze pakt haar broodtrommel in en net als ze de tv aanzet komt haar moeder naar beneden. ‘Lekker geslapen schat?’ vraagt ze. ‘Ja hoor,en jij?’. ‘Oh ik wou dat ik wat langer kon blijven liggen’. ‘Maar mam waarom doe je dat dan niet?’. ‘Het huis poetst zichzelf niet liefje’. ‘Ha, dat zou grappig zijn’. Een kwartier later staat Alice op het garagepleintje bij Sophie’s huis. Sophie sleept haar fiets voor zich uit en al kletsend fietsen ze naar school.
  ‘Vind jij het ook zo spannend dat we nu brugklassers zijn’ vraagt Alice zenuwachtig. ‘Ja, ik heb erover gedroomd,maar geen nachtmerries hoor, ik heb koud gedouchet door de stress’. ‘Haha,je hebt geluk dat het nog zomer is’. ‘Dank je Alice voor je serieuze antwoord’. Dan komen ze op school aan. ‘Wat een grote fietsenstalling’. ‘Zeg dat wel, antwoordt Alice, ‘Wel een miljoen keer zo groot als die op de basisschool’. ‘Hier zitten ook veel meer leerlingen op sufferd’ zegt het meisje achter de vriendinnen. Ze heeft halflang blond haar en blauwgroene ogen. ‘Mijn naam is Malyne, zegt ze,‘En hoe heten jullie?’. ‘Mijn naam is Sophie. ‘Ik ben Alice’. ‘En hoe oud zijn jullie, vraagt Malyne nieuwsgierig. ‘We zijn allebei twaalf’, antwoord Alice. ‘Ik ook, zegt Malyne. ‘Hoi Sophie, Hoi Alice, ‘Jullie heb ik lang niet meer gezien’. ‘Wie is die jongen, vraagt Malyne, ‘kennen jullie hem? ‘Dat is Martin’,’we hebben samen met hem op de basisschool gezeten. Martin is ook bij het groepje komen staan. ‘Wie heeft er bij jullie in groep acht gezeten, vraagt hij. ‘Jij’ roepen Alice en Sophie in koor. ‘Sufferd, zegt Malyne lachend. ‘Pff meiden’, mompelt Martin en hij slentert weg.
  ‘Dat was raar, normaal doet Martin nooit zo’, zegt Sophie ‘Hij verandert, vond Alice. ‘Dat is logisch toch?, zegt Malyne. ‘Nou ik weet niet of ik dit leuk vind’, zegt Vanessa. ‘Stel je niet aan je bent een brugmug’, ‘kom op we hebben zo les, we gaan vast naar binnen’. ‘Ja’, zegt Alice, ‘met Martin komt het wel goed’.
  Hoofdstuk 2: Lucianna
  ‘Goedemorgen klas’, ‘Mijn naam is meneer Schimmen, ‘ik ben jullie docent Engels. ‘Heeey Ylona, fluistert Lucianna, ‘Schimmen…’hij is een spook’. Ylona barst in lachen uit. De leraar loopt haar richting uit.’Pas op daar komt het spook zegt Lucianna weer op fluistertoon. Ylona houd het niet meer uit en lacht zich dood. ‘Wat is er zo grappig jongedame? Vraagt de leraar. ‘Het zijn de zenuwen meneer, zegt Lucianna, ‘ze lacht al de hele dag’. Hierdoor gaat Ylona NOG harder lachen.
  ‘Jongedame houd op alsjeblieft’. ‘Ja meneer zegt Ylona beschaamd.‘Wij gaan beginnen met de eerste les maar eerst laat ik jullie zien wat we gaan doen met deze Engels methode’. ‘En omdat ik jullie namen nog niet ken ga ik die eerst even oefenen. Hier vooraan zit Sophie van Bronszen en daarnaast zit Alice Rietwijk.‘Daarachter zit Martin Baasjes en daarnaast Daan Blauwschot.‘Dan krijgen we Ylona Schuttings en Lucianna Winterhorst.‘Daarachter Malyne van Zilvermijnen en Hanna de Wijk. ‘En tot slot daarachter Nina Vincken en Oscar Sneeuws.
  Na het eerste lesuur hebben ze een korte pauze.’Hallo losers,’mag ik me even hartelijk voorstellen? ‘Mijn naam is Lucianna Winterhorst en ik ben het knapste meisje ter wereld, ‘ik ben dertien jaar en ik ben populair’. ‘En je punt is…vraagt Martin die samen met Sophie, Alice en Malyne in een groepje staat. ‘Dat je hier weg moet dit is onze plek antwoord Ylona, Lucianna’s beste vriendin.’Wij gaan niet weg! Zegt Sophie fel, ‘wij blijven’. ‘En we zijn ook geen losers voegt Alice eraan toe, ‘Dus mooven jullie besluit Malyne.
  ‘Tssssss’,Lucianna baant met grote stappen weg, ze voelt zich duidelijk op haar teentjes getrapt. ‘Wat een trut’ zegt Malyne, ‘Ze kent ons niet eens’. ‘Wat heeft die meid vraagt Alice.’Hersens heeft ze in ieder geval niet’zegt Martin. ‘Hahahahaha’. Het groepje kletst en lacht en eet en van Lucianna trekken ze zich niks meer aan.
  Hoofdstuk 3: ’s Middags thuis
  Als Sophie die middag thuiskomt is ze zo enthousiast, ze ratelt maar door over vandaag op school. ‘Mam ik heb het zo leuk gehad op school , ‘En ik heb al drie vrienden en die heten Malyne en Alice en Martin en eh die zijn allemaal twaalf net al ik en er zit ook een pestkop op maar daar trok ik me niks van aan en mam het was zo leuk…..’‘Sophie liefje, ‘probeer rustig te praten, ‘ik heb er niks van begrepen, ‘vertel eens hoe het op school was’. ‘Oh wel cool, zegt Sophie snel. Daarna stapt ze op haar fiets. ‘Waar ga jij heen? Vraagt haar moeder. ‘Naar Malyne we hebben er met z’n allen afgesproken. ‘Je bent om zeven uur thuis ’. ‘Ik maak zalm vandaag’. ‘Lekker mam, ‘Ik moet gaan mam, ‘Doei mam’. En voor dat haar moeder iets terug kan zeggen is ze al uit het zicht verdwenen.
  ‘Dingdong-DingDong’. ‘Hallo, en wie mogen jullie dan wel niet zijn?’ vraagt de moeder van Malyne. ‘Dag mevrouw, ‘Wij zijn de nieuwe vrienden van Malyne, ‘Eh is ze thuis? ‘Ja hoor, ‘Ik ben haar moeder, mijn naam is Diana, ‘en zeg maar ‘jij’ en’jou anders voel ik me zo oud. ‘MALYNE, JE VRIENDEN ZIJN ER!!! ‘IK KOM AL’. ‘Hoi, wat doen jullie hier?’ ‘Was je dat alweer vergeten, Malyne van Zilvermijnen? Vraagt Sophie. ‘Oh,ja,sorry’. ‘Het is goed je hoeft geen sorry te zeggen’. ‘Je bent onze vriendin’. Malyne bloost.
  ‘Willen jullie allemaal thee, vraagt de moeder van Malyne, ‘we hebben ook cola. ‘COLA’ roept het groepje in koor. Glimlachend pakt Diana vier glazen uit het keukenkastje. Malyne neemt ze van haar over en schenkt de cola in. ‘Jullie lusten toch wel cake hoop ik’, zegt Diana glunderend. ‘Net gebakken’ zegt Malyne. Dan komt Malyne’s zus Tamara naar beneden. ‘Heej Brugkleuters wat doen jullie hier’ vraagt ze plagend. Tamara is zestien en zit al in 4 havo. ‘Haha ik weet nog dat ik een brugkabouter was’.
  ‘Tammy’, ‘Laat ons met rust’. ‘Jij kleine plaagmug ik zal je leren’ zegt Tamara en ze schatert van het lachen. Giechelend rennen de zussen elkaar achterna. ‘Kom hier jij kleine duivel’. ‘Tam ik ben al twaalf’. ‘Help de brugmug komt me steken’. ‘Ik zal je steken dat je het maar weet. ‘Hahaha pas op voor de cola’. ‘Muggen drinken geen cola Tammy’.
  Als ze na een half uur rennen uitgeput zijn zegt Diana:’De cake is klaar, ‘En jullie kleine plaaggeesten krijgen niet’. Een voor een krijgen de vrienden een stuk cake. Tammy en Malyne kijken hun moeder met smekende ogen aan, Lachend legt die op ieder bord een stuk cake. ‘Haha dacht je nou echt dat jullie niks kregen?
  Als de kinderen aan hun cake zitten komt Tammy en Malyne’s vader Benny de keuken in, ‘Mevrouw, hoeveel kost zo’n stuk zelfgebakken cake? ‘‘Het kost je een knuffel’ zegt Diana stralend.
  ‘Jakkes zeggen de vrienden in koor. ‘Dat nu net ONZE ouders zo klef moeten doen’, zegt Malyne. ‘Ik ben het helemaal met je eens Malyne zo doe je toch niet terwijl de vrienden van je kinderen erbij zijn?
  ‘Ja jullie hebben makkelijk praten maar mijn ouders zijn wel lekker gescheiden hoor’ zegt Martin. ‘Oh sorry, ‘Oh sorry dat wist ik niet’ zegt Tamara geschrokken. ‘Het geeft niet zegt Martin, en hij pinkt een traantje weg. ‘Het geeft wel Martin het is heel vervelend als je gescheiden ouders hebt, mijn moeder en vader zijn al drie jaar gescheiden’ zegt Alice. ‘Je mag best huilen hoor zegt Malyne, ‘ik huil zo vaak’. ‘Maar als ik huil dan ben ik geen echte man, snuft Martin, nog net kan hij zijn tranen inhouden’. ‘Je ben pas een ECHTE man als je je gevoelens durft te tonen ’zegt Sophie. ‘Wat is er kinderen vraagt Benny die net de keuken in komt lopen,Dan ziet hij de verdrietige Martin, ‘Zit je iets dwars jongen’ ‘Hebben ze je boos gemaakt’?.‘Nee, we hadden het over onze ouders’. ‘En?’. ‘En de mijne zijn gescheiden’. Dan barst Martin in huilen uit. ‘Het is oneerlijk, ‘vorige week waren ze nog bij elkaar’.Dan komt Diana de keuken inlopen. ‘Wat is hier aan de hand’?. ‘Wil je naar huis jongen? ‘Voel je je niet lekker? Malyne’s ouders zijn echt aardig. ‘Zijn ouders zijn,’hoeveel dagen geleden gescheiden? ‘Drie, zegt Martin snikkend. ‘Och, och, arme ziel zegt Diana. ‘Kom we bellen naar huis’. ‘Bij wie woon je nu’? ‘Hij woont bij zijn moeder meneer antwoord Sophie. Martin kan niks zeggen zo hard huilt hij. ‘Nu ben ik geen echte man meer, ‘ik ben een mietje’ zegt hij huilend. Ah, stel je niet aan, ‘je bent WEL een echte man’. ‘En die andere jongens kunnen je hier toch niet zien’. ‘Wat is je telefoonnummer van thuis? Vraagt meneer van Zilvermijnen.
  ‘043, snik, 0980, snik snik, 3456’. Benny toetst het nummer in en Diana zet een kop thee voor Martin. ‘Hier drink op dat doet je goed’. In de woonkamer horen de vrienden twee stemmen.
  ‘Dag mevrouw u spreekt met Benny van Zilvermijnen u zoon is bij ons en hij voelt zich een beetje verdrietig denk ik’, ‘Bent u vanmiddag thuis’.
  ‘Dag meneer, mijn naam is Anne Dionn, ‘is Martin bij jullie thuis? ‘Wat een geweldig nieuws’.‘Helaas heb ik een vergadering’. ‘U zou zijn vader kunnen bellen’. ‘Bedankt mevrouw Dionn’. ‘Ik moet nu gaan ik heb nog maar 2 minuten pauze’. ‘Ok hartelijk dank mevrouw, ‘en tot ziens’. ‘Dank voor het bellen, ‘Doei’. Dan hangt meneer van Zilvermijnen de telefoon weer in zijn standaard. ‘Wat zij ze’ vraagt Martin met betraande ogen. Zijn theeglas is al halfleeg. ‘Ze heeft een vergadering, ‘We zouden je vader bellen’.
  Hoofdstuk 4: Meneer Baasjes
  ‘Goedemiddag u spreekt met Baasjes’. ‘Hoi pap’. ‘Martin ben jij het?’. ‘Ja wie anders, ‘de paashaas?’. ‘Wat een leuke verassing’. Benny pakt de telefoon van Martin over, ‘Dag meneer mijn naam is van Zilvermijnen, ik ben de vader van Malyne. ‘U zoon is bij ons en voelt zich een beetje droevig, ‘hij wil hel graag naar huis’. Sophie grijpt de telefoon en roept: ‘Meneer Baasjes dit is Sophie van Bronszen en Martin mag wel bij mij thuis’. Dan neemt Benny de telefoon weer over. ‘Meneer van Zilvermijnen, ‘Ik heb tijd zat’. ‘Mag ik mijn zoon even? ‘Natuurlijk’ antwoordt Benny. Martin drinkt zijn thee leeg en neemt de telefoon over. ‘Pap, ik mis je’ ‘Mag ik naar je toe komen? ‘Natuurlijk Martin dat mag altijd’. Dan barst Martin weer in huilen uit. ‘Ik kom eraan zoon’ wees maar niet bang’, ‘geef me meneer van Zilvermijnen even dan geeft die mij hun adres’. Martin geeft de telefoon aan Benny. ‘Meneer van Zilvermijnen waar woont u? ‘Ons adres is: Pollepel 15, 3538 HF in Den bosch. ‘Ok ik kom eraan’. ‘Het kan wat langer duren want ik woon in Tilburg’. ‘Ok meneer’.‘Ik ben er over een uur’. ‘Tot ziens meneer Baasjes en tot straks’. ‘Ok doei’.
  Hoofdstuk 5: Ruzie
  Lucianna slentert door de straten van Den bosch. Wat verveelt ze zich. ‘Yloon wat moet je dᾲᾲr nou weer mee? ‘Lucianna je weet best waarom’. ‘Nou? ‘Het gaat erom dat het cool is’. ‘Ja wat jij cool vindt, dat vinden Anne en Sophie en Eva en Erica en de rest echt niet mooi hoor’. ‘Lucianna’, ‘IK koop het’. ‘Maar je zet me ermee voor schut’. ‘Nou lekker dan, kan mij toch niks schelen’. ‘Maar, maar ik ben je vriendin’. ‘DAT HEB JE VERKEERD GEZIEN LUCIANNA! ‘IK GING MET JE OM OM POPULAIR TE ZIJN, ‘MAAR JE LAAT ME KEIHARD VALLEN’ ‘DUS NEEM DE BENEN, ‘HAAT ME ALS JE WILT, ZOLANG JE MAAR UIT MIJN LEVEN VERDWIJNT’! Lucianna gelooft haar ogen niet , ze heeft ruzie, met haar eigen vriendin, en ze wil het niet eens! ‘YLONA, WACHT EVEN, het spijt me!
  ‘HAD JE VEEL EERDER MOETEN ZEGGEN’.
  ‘Ylona ik zei toch sorry’. ‘GA TOCH WEG MET JE SORRY!’ snauwt Ylona Lucianna toe. Ze is ‘Ylona ik zei toch sorry’. ‘GA TOCH WEG MET JE SORRY!’ snauwt Ylona Lucianna toe. Ze is kwaad dat is duidelijk. Lucianna probeert hun vriendschap te redden. En even leek het of Ylona haar vergaf…
  ‘Ylona, je bent mijn beste vriendin’. ‘Meen je dat Lucy? ‘Meende je dat allemaal? Maar daarna snauwt ze haar vriendin toe:
  ‘NOU DAT HAD JE OOK WEL EERDER MOGEN ZEGGEN, NA ALLES WAT IK VOOR JE GEDAAN HEB’. ‘Ylona ik zei toch sorry’. ‘Je bent wel een beetje laat’! ‘MET JE STOMME EXCUSES’. ‘Ylona, ik, ik….’
  Lucianna maakt haar zin niet meer af. Huilend rent ze weg, naar het tramstation, en ze neemt de eerste de beste tram naar huis. ‘Waarheen’? vraagt de tramchaffeur. ‘De Denboscherweg nummer 18’. ‘Dan moet je bij halte Geldse weg uitstappen jongedame’.
  ‘Lucianna’? ‘Wat doe jij hier’? ‘Kom je me weer irriteren, vraagt Alice. ‘Nee Alice, ‘ik ben uitgescholden’. ‘Ha, weet je zelf ook eens hoe dat voelt’. ‘Waar is je vriendin’?
  ‘Ik heb ruzie met Ylona’…’Ze zegt dat’…. ‘Dat wat? Vraagt Alice. ‘Ze zegt dat ze zoveel voor mij gedaan heeft en dat ik sorry moet zeggen en dankje en alsjeblieft en nu vind ze me do-ho-hom snikt Lucianna. ‘Tja’, zegt Alice, niks aan te doen’. ‘En nu ben ik niet meer cool huilt Lucianna weer. ‘Weetje, je moet anderen het leven niet zo zuur maken’. ‘Wil je mee naar de stad? ‘Ik trakteer op een glas cola’. ‘Maar daar is Ylona’. ‘Lucianna’, ‘Is Ylona gemener dan jij’? ‘Zie je, snikt Lucianna, ‘je vind me dom’. ‘Dat zeg ik niet’. ‘Ylona is inderdaad veel gemener’. ‘Vroeger heeft ze mij gepest’. ‘Ik werd altijd gepest, ‘en omdat ik niet nog eens gepest wilde worden ging ik zelf pesten’. ‘Je vind me nu vast nog gemener dan eerst’, ‘Maar nu heb ik spij-hij-hijt. ‘Lucianna, ‘Kom mee naar Sophie, ‘We leggen het uit en dan mag je vast een kop thee’. ‘Je hoeft me niet te helpen’. ‘Ik ben een slecht mens’. ‘Ik verdien het niet’. ‘Lucianna, ‘dit is je tweede kans’. ‘Kom mee, ‘je gaat mee’ of je nou wilt of niet’, ‘bij deze halte moeten we eruit’.
  Hoofdstuk 6: Bij Sophie thuis
  Dingdong. ‘Hallo Alice’. Verbaasd kijkt Sophie de andere kant op… ‘En Lucianna’. ‘Waarom neem je dat kreng mee naar mijn huis’? ‘Ze komt haar excuses aanbieden’. ‘Luister lieve Sophie het spijt me vreselijk over alles wat ik heb gezegd, ‘maar mag ik alsjeblieft een kopje thee’? ‘Geef haar een tweede kans Soof, ‘ze heeft net gehuild’. Sophie antwoord verbijsterd: ‘J-ja dat zie ik’, ‘Kom binnen, ‘MAM zet je thee?
  Evenlater zitten ze met z’n drie aan de keukentafel. Sophie’s moeder heeft thee gezet en Zijzelf heeft de koekjes klaar gezet. ‘Wat is er met je? ‘Ben je overgestapt van kwaad naar goed? ‘Ik kreeg ruzie met Ylona, ‘en toen zag ik hoe fout ik was’. ‘En toen was ik, was ik, snikkend nipt ze wat van haar thee. Lucianna kan even niks zeggen. Maar dat vinden de vriendinnen niet erg. Lucianna heeft spijt van haar slechte daden. Elk mens verdient een tweede kans. ‘Eet je mee Lucianna, we eten Nasi met rijst. ‘Alsublieft mevrouw’ zegt Lucianna. ‘Vriendinnen’? Vraagt ze hoopvol aan Sophie en Alice. Die barsten in lachen uit.
  ‘Wat lachen jullie nou? Vraagt Lucianna. ‘Vriendinnen’ zeggen de vrienden als ze uitgelachen zijn.
  Hoofdstuk 7: Elk nadeel heeft zijn voordeel
  De volgende dag op school…….
  ‘Heeey meiden, ‘en Lucianna’. Als Lucianna even naar het toilet gaat vraagt Martin aan Sophie: ‘Wat doet ZIJ nou weer bij ons groepje’. ‘Ze hoort erbij’. ‘Sophie, ‘ze is gemeen.
  ‘Ze is verandert Martin’. ‘Hallo, daar ben ik weer’. ‘Oh,en het spijt me vreselijk Martin’. ‘Van wat’?. ‘Van alles’. ‘Dank je Lucianna’. Dan gaat de bel, ‘Kom op we hebben Wiskunde het vijfde uur! De meiden rennen de school in om hun boeken uit de kluisjes te halen.
  Dan rennen ze door naar lokaal C15 waar ze Wiskunde krijgen van meneer Van den Rozen.
  Als de les bijna voorbij is zegt de leraar: ‘Ik wilde jullie een opdracht meegeven’.
  ‘Oh shit fluistert Martin, ‘het is bijna herfstvakantie en we krijgen NOG huiswerk’.
  ‘Zoek een wiskundige vorm en ga die eens bestuderen.’Kijk hoeveel hoekvlakken hij heeft of teken de uitslag’. ‘En je bent ertoe verplicht hem te maken want je krijgt er een cijfer voor’!
  ‘Een fijne vakantie meneer Van den Rozen roepen de vrienden in koor. En dan lopen ze naar buiten, school is uit! Het is vakantie!
  Hoofdstuk 8:Pesten+Vechten=Pijnlijk
  Martin en Sophie staan op het plein in de buurt van de Denboscherweg. ‘Waar blijven ze nou? Vraagt Vanessa. Ze hadden afgesproken met Malyne en Lucianna, Alice ging op vakantie naar Finland. ‘Daar zijn ze’, ‘Maar wat doen ze daar’, ‘SOPHIE HELP horen ze Malyne schreeuwen. ‘Het is Ylona en ze slaat Lucianna in elkaar.
  ‘Je gaat eraan meid, ‘komen al die jaren op kickboxen toch nog van pas. ‘Ylona we moeten het uitpraten, ‘Sla me niet’. ‘En of ik je zal slaan’. ‘Laat haar los’.’Wat zeg je daar van Zilvermijnen? ‘Of ik HAAR los laat’. Dan stort Ylona zich op Malyne en Lucianna rent huilend weg. ‘Wees niet bang Malyne, ‘Ik ga hulp halen, snikt ze. Sophie en Martin rennen naar Ylona toe en houden haar tegen. Malyne staat tegen de muur gedrukt en huilt zo hard als ze kan. Even later komt Lucianna samen met Sophie’s moeder en Ylona ’s moeder aan gelopen.
  ‘Wat is HIER allemaal gaande? Vraagt Sophie’s moeder. ‘YLONA TOCH kindje wat ben je aan het doen? Vraagt Ylona’s moeder geschrokken als ze ziet dat Ylona Malyne wil gaan slaan. ‘Dit lossen jullie totaal verkeerd op’. ‘Lucianna je hebt er goed over gedacht ons erbij te halen, ‘Sophie liefje laat het kind los’. ‘We gaan hiermee samen naar de mentor’.
  ‘We gaan het uitpraten en niet hier zo zitten knocken’.
  ‘Wat dachten jullie wel niet? Vraagt Ylona’s moeder. Ze zitten bij Sophie thuis. Ylona, Malyne, Martin, Sophie, Lucianna en de twee moeders. ‘Willen jullie allemaal een kop thee’.
  ‘Ik help je wel mam zegt Sophie’. Martin pakt de koektrommel, hij mag deze hele vakantie bij Sophie logeren. ‘Vind u het goed als ik mijn tassen ga uitpakken mevrouw Bronszen?
  ‘Dat is goed Martin, ‘kom je daarna naar beneden’. ‘Ja mevrouw’.
  Hoofdstuk 9: Het slaapfeestje
  ‘Heeft ze dat echt gezegd’ vraagt Martin. Sophie en Martin zitten op Sophie’s kamer en spelen monopoly. ‘Ja Ylona heeft sorry gezegd’. ‘Terwijl Malyne bitch had gezegd’.
  ‘Ja maar dat is ze nog steeds, ‘jij bent’. ‘Oh ok, voordat ik gooi koop ik 3 huizen voor op de grachten’. Evenlater tellen ze het geld…’En de uiteindelijke winnaar is’, zegt Martin, ‘ben jij’.
  ‘Hoera ‘roept Sophie Dan klopt haar moeder aan en steekt vragen haar hoofd om de deur… ‘Martin je vader aan de telefoon ‘Hij wil weten hoe het met je gaat’.
  Tevreden pakt Martin de telefoon van mevrouw Bronszen over en begint aan een Enthousiast ratelgesprek. Vanessa ruimt het spel op en zet het op haar bureau. Dan pakt ze de wii en de wii-remotes uit de la en sluit het aan op de tv. ‘Martin zullen we wii sports spelen? Martin knikt, wijst naar de telefoon en steekt vijf vingers op. ‘Vijf minuten nog fluistert hij.
  ‘Ik begin wel ‘zegt Vanessa en ze neemt nog een hand vol chips.
  Hoofdstuk 10: Terug op school
  ‘Goedemorgen klas’. Sophie, Alice, Malyne, en Martin zitten bij Engels. ‘Hoe was jullie vakantie’. ‘O misschien is het leuk als je het in het Engels vertelt’.
  Evenlater in de pauze…. ‘Heey Alice hoe was Finland vraagt Malyne’. ‘Heel leuk’ zegt Alice, en de drie vriendinnen omhelzen elkaar. ‘Waar is Lucianna? ‘Ziek’. ‘O jammer zegt Alice’.
  ‘Ja jammer’. Dan komt Ylona aanlopen, ze heeft een blauw oog (Malyne had haar geslagen) en kijkt dreigend naar Malyne. ‘Wat doen JULLIE hier sukkels’? ‘We staan alTIJD hier’, zegt Martin, ‘En we ZIJN geen sukkels’. ‘Losers dan’. Dan gaat haar mobieltje. ‘Een moment’ roept ze. ‘Hallo, je spreekt met Ylona’. ‘Maar natuurlijk moeder’, ‘ ik moet hangen de bel gaat zo’, ‘Ik ook van jouw mam, ‘Doei’. ‘Zo dat was mijn moeder’, ‘terug naar jullie’, ‘waar is Luus?
  ‘Ziek’ roept het groepje in koor. ‘Geweldig zijn we tenminste van EÉN LOSER af’.
  Dan loopt Ylona weg afkeurend kijkend naar de vrienden.
  ‘Wat een trut’ zegt Alice. ‘Ze had nog zo beloofd aardig te doen’ zegt Sophie. ‘Hoezo wat is er gebeurd dan? Vraagt Alice. ‘Oh ja Alice dat weet jij nog niet maar Ylona kwam naar ons plein om Lucianna te pakken en Malyne beschermde haar en toen kreeg ze een klap in haar oog’. ‘Pijnlijk’ zegt Alice. ‘Ja wie wilt sollen met mijn vrienden die krijgt met mij te maken’.
  Hoofdstuk 11: ‘Houd je mond’
  ‘Hallo losers’, Ylona begint haar begroeting net als elke ochtend. ‘Goedemorgen trut’.
  ‘HOUD JE KOP TRIEN’. ‘WIL JE NOG EEN BLAUW OOG YLONA? ‘ NEE DAT WIL IK NIET, IK WIL DAT JE GEWOON JE KOP HOUD SUKKEL’.
  ‘Jongens maak nou geen ruzie’, ‘jullie lijken mijn ouders wel, zegt Martin. ‘Ik kan dit niet langer aanzien ik ga de mentor halen’ zegt Lucianna. ‘Wij gaan mee’ roepen Alice en Sophie en de meiden hollen het gebouw binnen.
  ‘WOU JE EEN MEP? ‘NOU IK WIL JOU ER WEL EEN GEVEN’. ‘HEB JE NIET IN DE GATEN DAT JE HALF BLIND BENT DOMME KOE? ‘HEY HOUD OP JOH’. ‘JE ZET ME VOOR SCHUT BIJ AL MIJN VRIENDINNEN, snauwt Ylona. ‘HA, DAT DOET JE WEL GOED HOOR! Schreeuwt Malyne terug.
  ‘Jonge dames wat is er hier aan de hand’? vraagt de mentor. Hij komt net naar buiten rennen samen met Vanessa,Lucianna en Alice. Ylona begint te huilen en snikt: ‘Malyne wilde me slaan’. ‘Malyne heeft ze gelijk?’ vraagt de mentor. ‘Nee ‘, antwoort Malyne, ‘Nee ze liegt’, ‘Ze zit ons de hele tijd te treiteren en daar hebben wij geen zin meer in en ik wilde niet slaan ik wilde haar laten voelen hoe het is als je minder ‘populair’ bent’. ‘Ylona klopt dat’ vraagt de mentor weer. ‘Ja maar het ZIJN sukkels snikt Ylona. ‘Ylona kom mee naar binnen’. ‘Jongens maak nou geen ruzie’, ‘jullie lijken mijn ouders wel, zegt Martin. ‘Ik kan dit niet langer aanzien ik ga de mentor halen’ zegt Lucianna. ‘Wij gaan mee’ roepen Alice en Sophie en de meiden hollen het gebouw binnen.
  ‘WOU JE EEN MEP? ‘NOU IK WIL JOU ER WEL EEN GEVEN’. ‘HEB JE NIET IN DE GATEN DAT JE HALF BLIND BENT DOMME KOE? ‘HEY HOUD OP JOH’. ‘JE ZET ME VOOR SCHUT BIJ AL MIJN VRIENDINNEN, snauwt Ylona. ‘HA, DAT DOET JE WEL GOED HOOR! Schreeuwt Malyne terug.
  ‘Jonge dames wat is er hier aan de hand’? vraagt de mentor. Hij komt net naar buiten rennen samen met Vanessa,Lucianna en Alice. Ylona begint te huilen en snikt: ‘Malyne wilde me slaan’. ‘Malyne heeft ze gelijk?’ vraagt de mentor. ‘Nee ‘, antwoort Malyne, ‘Nee ze liegt’, ‘Ze zit ons de hele tijd te treiteren en daar hebben wij geen zin meer in en ik wilde niet slaan ik wilde haar laten voelen hoe het is als je minder ‘populair’ bent’. ‘Ylona klopt dat’ vraagt de mentor weer. ‘Ja maar het ZIJN sukkels snikt Ylona. ‘Ylona kom mee naar binnen’. ‘Jongens jullie krijgen geen straf, ‘het eerste lesuur is al begonnen. ‘Ik geef jullie allemaal een vrije dag vandaag, ‘maar dan moet je wel huiswerk maken thuis’. ‘Beloofd? ‘Ja meneer’ antwoorden de kinderen in koor, en van Ylona horen ze even niks meer.
  Hoofdstuk 12: Lief Dagboek
  Sophie zit op haar bed, vandaag was haar vrije dag. Ze heeft al haar huiswerk al af en gegeten en nog even tv gekeken en nu is het half 10 en ligt ze in bed. Ze pakt haar dagboek en begint te schrijven: ‘Lief Dagboek’…Vandaag was een rare dag’ Ylona schold ons weer uit en daar kunnen wij niet tegen en toen hebben we de mentor erbij gehaald, Die heeft Ylona apart genomen en ze moest nablijven, ha lekker voor die stomme griet. Ze denkt dat ze populair is maar dat is ze totaal niet! Lucianna is best aardig.Ylona zit nu bij een psygoloog. Ze is een beetje rustiger op school. Wel nog populair.
  We zitten nu al 8 weken op school (Als je de herfstvakantie niet meetelt) en er is zoveel gebeurt… Ik ben blij dat dat voorbij is.
  Dan word er op Sophie ‘s deur geklopt. ‘Alice wat doe jij nou hier? ‘Ik kom bij je logeren’.
  ‘Maar morgen is het weekend voorbij. ‘Morgen is zondag’, ‘Mooven jij’.
  ‘Heej wat heb je daar? Vraagt Alice. ‘Een dagboek! ‘Staan er geheimen in’? ‘Nee ik schrijf over wat er gebeurd is’. ‘Leuk mag ik ook een paar bladzijdes schrijven’? ‘Ja hoor maar maximaal 4 pagina’s’. ‘Oke’.
  Datum: 3 november 2010
  Lieve Sophie, het was laatst echt leuk in Finland…
  We wilden Fins leren praten maar Finnen verstaan ook Engels dus dat hebben we maar niet gedaan, en Finnen zijn echt aardig. Ik had een vakantievriendin die van karakter erg op jou leek, ze heette Cassandra en was net als wij 12, ze komt uit Engeland, uit Wales (geen idee waar dat licht). Ze deed me aan je denken. Ik ben blij dat we msnadressen hebben uitgewisseld. Maar ik miste jou ook ontzettend.
  Ik ben harstikke blij dat wij zulke goede vriendinnen zijn!
  Heel veel kusjes van je allerbeste vriendin Alice.
  Sophie geeft Alice een dikke knuffel. ‘Best Friends Forever!’…’lieve Alice.
  ‘Best Friends Forever’, zegt Alice en ze vallen in slaap.

  1 decennium geleden