Zoals de titel zegt. Wat past erachter?
Bijvoorbeeld:
Persoon 1: Stoel
Persoon 2: Klapstoel
Ruit
Persoon 3: Ruitenwisser
Bal
Persoon 4: Voetbal
Bed
Enz..
Je maakt een woord met het woord boven je en daarna geef je zelf een woord voor diegene onder je..
Spiegel
Stem op de Partij voor Tokio Hotel!