zeg wie het laatst...
In je bed sliep:
Jou zag huilen:
Jij zag huilen:
Bij jou heeft gelogeerd:
Waar jij hebt gelogeerd:
Je mee naar de film bent geweest:
Je mee hebt gewinkeld:
Waar je een drankje mee hegt gedeeld:
Gezegd heeft van je te houden:
Jou opbelde:
Je heeft gesmst:
Met je is gaan zwemmen/schaatsen:
Je knuffelde:
Je zoende:
Je aan het lachen maakte:
Tegen je praat(te) op msn:
Jou een cadeautje gaf:
Wie van je vrienden..
Lacht het gekst:
Kan je het hardst om lachen:
Ken je het langst:
Ga je het meest mee om:
Is het grappigst:
Wie weet alles van je:
Ga je met je problemen naar toe:
Is het allergekst:
Mis je het meest:
Praat het meest:
Met wie kan je het beste praten:
Welke mensen zijn het meeste belangerijk voor je:
Love is the movement <3