'Achtste groepers huilen niet' van Jacques Vriens. Dat boek had ik in groep zeven gelezen, en om 11 uur was ik ermee uit. Ik had niet alleen tranen in me ogen, ik huilde me kapot. Ik huilde écht zo hard en zo hard, ik was niet te troosten. Het meisje in het boek had kanker, waaraan ze doodging. Ik moest er niet aan denken dat dat ook bij mijn juffrouw gebeurde, die zelf ook kanker had. Het leek me vreselijk om die ziekte te hebben, en dat was de eerste keer dat ik me realiseerde hoe kapot kanker je kan maken.
ok