• T H E      W E R E W O L V E S      O F

    𝕸𝔦𝔩𝔩𝔢𝔯𝔰 𝕳𝔬𝔩𝔩𝔬𝔴

    ''Deep in the American countryside, the little town of Millers Hollow has recently been infiltrated by Werewolves. Each night, murders are committed by the Townsfolk, who due to some mysterious phenomenon (possibly the greenhouse effect)
    have become Werewolves. It is nowtime to take control and eliminate this ancient evil, before the town loses its last few inhabitants.''





    T H E

    𝔖𝔱𝔬𝔯𝔶

    Het verhaal is gebaseerd op dat van het gelijknamige spel, Weerwolven van Wakkerdam.
          Na een paar onverklaarbare, mysterieuze moorden in het stadje Millers Hollow zijn de inwoners in rep en roer. Elke nacht gaan de ramen en deuren dicht en worden zo goed mogelijk gebarricadeerd, want elke nacht duiken er nieuwe slachtoffers op die zijn vermoord door wolven. Geen normale wolven, nee, het gaat hier hoogstwaarschijnlijk om weerwolven, zoals de oude mythes van Millers Hollow vertellen. Deze sluipmoordenaars zijn teruggekomen om hun tanden te zetten in de onschuldige inwoners. Het dorpje doet er alles aan om de daders te vinden en de stad te redden, maar dat gaat nog niet zo makkelijk, want hoe vind je daders die zich op de gewone dag tussen de mensen kunnen begeven? Natuurlijk, met het bovennatuurlijke, want weerwolven zijn niet de enige magische wezens in dit dorpje. Ook vind je er verschuild onder de mensen heksen, toekomstvoorspellers en meer. Jagers hebben zich in het dorpje gevestigd om Millers Hollow te beschermen, maar gaat dit lukken? Zullen de dorpelingen overwinnen? Of komen de weerwolven met hun moorden weg?


    In deze RPG volgen we een soort van de verhaallijn van het spel. Iedere nacht wordt er een NPC vermoord en het is aan de dorpelingen om de schuldige aan te wijzen, maar het is geen ''murder mystery'', want we weten al wie de weerwolven zijn. Het is meer dat we de dorpelingen van Millers Hollow volgen in hun paniek en wantrouwen naar elkaar, maar ook kijken we naar de weerwolven die zichzelf in hun dagelijkse leven moeten verbergen. Samen kunnen we heel wat spannende momenten toevoegen, want wat gebeurt er als een weerwolf per ongeluk wordt gepakt door een jager en zijn verwondingen moet verbergen? Wat gebeurt er als een dorpeling per ongeluk getuige is van een aanval een een glimp heeft opgevangen van een mogelijke dader? Maar ook zijn er andere momenten, zoals dorpsfeesten, markten en meer. We gaan relatie opbouwen tussen jagers en prooien en onze karakters zullen heel wat NPC doden vinden, want zo licht als het overdag is, zo donker is de nacht...






    𝕽𝔲𝔩𝔢𝔰

    - Geen perfecte karakters, iedereen heeft negatieve punten.
    - We volgen hier de algemene regels van Quizlet.
    - Er komen in deze RPG mogelijk wat bloederige taferelen aan bod, sinds weerwolven letterlijk moorden gaan plegen, maar we gaan wel 16+ momenten aangeven in het rood met een trigger warning boven onze post.
    - Maximaal 3 karakters en houd wel verhouding tussen mannen en vrouwen in de gaten.
    - Een reservatie blijft 3 dagen staan en vertel het me als je het niet haalt, want dan kan ik je extra tijd geven.
    - Houdt het gezellig en leuk voor iedereen.
    - Tenminste één keer per week posten, want we willen deze RPG actief houden.
    - Minimaal 200 woorden per post, maar mag ook altijd meer!
    - Indien vragen, klachten of afmeldingen, stuur een pb'tje naar calice of Salamanca .



    LET'S WRITE!

    [ bericht aangepast op 22 juni 2022 - 9:59 ]

    ELAINE BURNES
    grip my heart strings, make me adore you
    twentytwo • fortune teller • anthemoutfithair• alley • with tony

    tw: mention of sex

    De compositie bereikte eindelijk een hoogtepunt en te midden daarvan was een melodie die abrupt wegviel, alsof deze nooit bestaan had. Als een piano waarvan midden tijdens een muziekstuk een toets het niet meer deed. Het was enkele nutteloze tellen langer doorgegaan dan Mason Davies geschreeuw, maar al vanaf het moment dat de man richting het plein gesleurd werd, wist Ellie dat hij die dag zijn einde toegemoet zou komen. Er waren met regelmatig momenten waarop Ellie het universum vervloekte voor haar kleine gestalte. Wanneer ze op het aanrecht moest klimmen om bij de bovenste plankt te komen. Wanneer ze haast tegen het stuur aangedrukt moest zitten om bij de pedalen van haar auto te komen. Wanneer er iemand voor haar ging staan met een concert. Op dat moment prees ze zichzelf gelukkig. In het midden van de menigte kon ze niks zien. Enkel voelen, en dat was al genoeg om haar adem weg te nemen. Mason Davies was overleden. Het vuur met zijn verkoolde lichaam brandde nog zachtjes na. De geur van het verbrandde vlees zou nog enkele dagen als een deken over het dorp heen liggen.
          Ze had niet met de menigte mee moeten lopen. Ze had Ezekiel of Basil moeten bellen. Ze had haar vader moeten bellen, dat er iets ging gebeuren. Ze had naar Tony moeten gaan, naar hun afspraak, het kleine lichtpuntje waar ze al enkele dagen naar toeleefde. Maar, de muziek was op zo’n huiveringwekkende manier betoverend geweest dat ze niet anders kon dan het volgen. Al de hele week lag er een bedrukkende sfeer op het kleine dorpje in de middle of nowhere. Vergelijkbaar met het moment in de film, waarop de kijker weet dat er iets ingrijpends op het punt staat om te gebeuren, maar de personages zelf geen enkele weet hebben. Met de dag was het gevoel aangezwollen, zo erg dat ze er diezelfde zaterdagochtend wakker van werd, Ezekiel wakker makend met al haar gewoel. Die gehele week had ze haar vinger er niet op kunnen leggen, wat er ging gebeuren, enkel dát er iets ging gebeuren. Het was gefrustrerend geweest, als een woord dat op het puntje op je tong ligt maar je zelfs niet kunt gissen wat het ook maar daadwerkelijk is, maar nu in de menigte van mensen was ze blij dat ze het niet wist en voor de rest in het donker was gebleven. Aan fortune telling heb je niks, als je de koers van de toekomst niet kunt veranderen. Enkele dorpelingen hadden een rode waas voor hun ogen gekregen en als het vandaag niet Mason Davies was, dan was het volgende week iemand anders geweest. En ondanks dat ze het aan voelde komen, overviel het exacte moment dat Mason Davies zijn laatste, pijnlijke adem uitblies haar. Met haar moeder had ze geweten dat deze zou overlijden, door de wolven, maar het precieze moment wist ze niet. Alleen dat het zou gebeuren, net als met enkele anderen. Niet eerder had ze meegemaakt hoe het was wanneer iemands levenslijn knapte, doorgeknipt door Atropos. Over de jaren heen had ze geleerd hoe ze mensen uit moest zonen en na drie jaar in het altijd drukke Los Angelos, was Miller’s Hollow slechts een slaperig beekje, soms haast té stil. Nu viel alles over haar heen als een gebroken dam. Een lawine die over haar heenviel. De menigte om haar heen hielp niet, de lichamen die tegen haar aan drukte, die het verdrinkende, verstikkende gevoel enkel meer beknevelend maakte. Ellie wist niet hoelang ze er al stond. Het kon enkele minuten zijn, maar even goed enkele uren. Ze moest weg. Weg bij het plein, weg bij de mensen. Maar hoe graag ze ook wilde, haar lichaam wilde niet mee werken. Haar hoofd was nog compleet bevangen door alles om haar heen. Totdat één harmonie luider dan de andere zong en de rest overstemde. Een schaduw viel over haar heen en een grote hand pakte haar hand vast. Ze hoefde niet op te kijken om te weten wie het was. Tony. Ze liet zichzelf verdrinken in zijn lage, donkere cello tonen, waar ze de afgelopen maanden zo gewend aan was geraakt, terwijl hij haar door de menigte heentrok. Waar haar ogen normaal verder naar beneden afdwaalden, om andere delen van hem te bewonderen, bleven ze nu op zijn gezicht gericht. Hij was als een boei waar ze zich aan vast kon klampen. Haar smalle hand pakte die hem steviger, krampachtiger vast, bang om hem kwijt te raken, en het andere gevoel weer terug te krijgen.
          Tony leidde haar naar een verlaten steeg, de andere geluiden nog verder weggevallen naar de achtergrond. Ellie focuste op alles wat Tony was. Zijn armen om haar heen. Zijn scherpe aftershave. Zijn warme adem in haar hals. Zijn handen op haar billen. Ze liet het haar overweldigen, ze had het nodig.
          ”Waarom was je bij hem? Heb je bij hem geslapen?" Zijn scherpe woorden doorbraken de stilte. Het was niet de eerste keer dat hij zo’n vraag stelde. Hoewel ze er een stille nieuwsgierigheid naar had hoe hij het wist, al die keren, had ze er niet naar gevraagd hoe hij het wist. Nog niet. Ze kon het niet helpen dat ze zich lichtelijk gevleid voelde, dat hij jaloers was. Al vanaf haar allereerste ontmoeting met Tony bij de shooting range, was het spelletje, of wat het ook moge zijn, tussen hen in begonnen. Verborgen uit het zicht van anderen, wat haar hart enkel sneller liet kloppen van spanning. Ze genoot er van, op meerdere manieren. Hoe ze hem kon laten voelen, maar ook hoe hij haar liet voelen. Haar maakte het niks uit dat hij ruim negen jaar ouder was. Het maakte alles des te beter. Verboden. Spannend. Een verboden vrucht voor allebei.
          Zijn woorden doelden op Ezekiel. Na zeven maanden van enkel praten met elkaar was Ellie gister aan het einde van de avond bij haar ex in bed beland. Het was als thuiskomen, samen met Eze in zijn bed. Vertrouwd, en niet alsof er drie jaar lang niks tussen hen gebeurd was. Die ene avond had alles in de weggeschopt. Eze had haar aangetrokken als een magneet, zoals hij jaren geleden ook had gedaan. “Bij Ezekiel, bedoel je?” merkte ze op, alsof ze zich van geen enkel kwaad bewust was. Het was niet dat ze daadwerkelijk iets verkeerd gedaan had. Wat ze ook met Tony had, het was geen officiële relatie. Bovendien hield hij zelf een relatie op met Ginny. Haar ondeugende kant wilde zijn woorden terug in zijn gezicht gooien, dat dat met Ezekiel niks was en dat het slechts was om een facade op te houden, zoals hij haar verteld had over Ginny. Een leugen zou het zijn. “Jij was er niet om mee naar huis te gaan,” sprak ze met grote, onschuldige ogen. “En, ik voelde me eenzaam.” Geen leugen. “Met alles wat er gaande is, is het gevaarlijk om alleen te zijn.” Langzaam liet ze haar handen afdwalen van zijn schouders, naar zijn borstkas, naar de bovenkant van zijn broek, nog altijd volledig opgaand in zijn melodie.
          ”Wat heb je gezien?” ging hij verder, de scherpe toon nu vermengd met iets van bezorgdheid. "Je had me meteen moeten bellen." Zijn hand gleed door haar blonde lokken, waarop zijn grip iets verstevigde om zo haar hoofd te kantelen. "De volgende keer kom je meteen naar mij.” Waar zijn stem dwingend was, streelde zijn hand liefdevol haar wang. Zijn hele doen en laten liet haar warm voelen. Zijn bezorgdheid in contrast met zijn wat ruwe handelingen. Vanaf het begin af aan had ze er al geen problemen mee dat Tony soms wat rough kon zijn. Buiten het bed diende ze hem met gemak van repliek, danste ze graag wat rond op zijn grenzen en bezorgde haar wat brutale antwoorden haar een thrill. In bed, onder Tony’s handen, onder zijn lichaam, dat haar al zoveel extases had bezorgd, bleef daar een stuk minder van over. Tony wist wat hij deed, dat kon ze niet ontkennen, en ze leverde zichzelf graag aan hem over. “Ik heb me zoveel zorgen om je gemaakt de afgelopen paar uur… Zeg me alsjeblieft dat je oke bent." Hij liet haar lokken los en sloeg zijn armen opnieuw om haar heen.
          ”Ik heb niks gezien. Het lichaam niet, er stonden mensen voor. Enkel de rookpluimen. Maar…” Wat ze niet had gezien, had ze wel gevoeld, en hoewel ze niks op haar netvliezen gebrand had staan, wist ze nu al dat ze die avond geen slaap zou vatten. Tony wist echter niet wat ze kon. Hoe de kippenvel op haar huid had gestaan en hoe zich tot op het bot koud had gevoeld. Haar hoofd zocht verwoed naar de juiste woorden om het gevoel uit te leggen. “Het is luguber. Angstaanjagend eigenlijk, hoe mensen kunnen zijn. Hoe degene die Mason Davies zichzelf nu prijzen, voor hem op de brandstapel gooien, als een heks uit een middeleeuws sprookje. Een monster worden om een monster te vermoorden…” Ellie schudde haar hoofd. Mensen konden verschrikkelijke dingen doen wanneer ze er heilig van overtuigd waren dat ze hetzelf bij het juiste eind hadden. “Ik wilde je bellen, maar het lukte niet, sorry,” sprak ze naar de waarheid. Het antwoord op de vraag of ze oké was, was simpel maar moeilijker om hardop uit te spreken. “Ik ben…” bang dat ze zodra ze Tony losliet, al het andere weer terug kwam, “niet oké,” besloot ze. “Maar beter nu jij hier bent. Dat je mij van het plein geplukt hebt.” Zonder hem zou ze daar nog steeds als bevroren staan. “Ben jij oké?” vroeg ze vervolgens, ook een zachte bezorgdheid doorklinkend in haar stem.
          Ellie duwde Tony’s armen voorzichtig van zich af, maar lette er zorgvuldig op dat ze wel in aanraking bleef met hem. “Ik heb wel iets voor je aangetrokken vandaag…” Met haar duim duwde ze de band van haar rokje iets naar beneden, waardoor naast een stukje huid, bordeaux gekleurde kant zichtbaar werd. Het setje dat Tony haar vorig weekend had gegeven, als verrassing. “Ik had het aangetrokken voor onze afspraak… Met alles wat er gaande is, is mijn vader denk ik nog wel even druk…” Ze liet de woorden voor enkele tellen in de lucht hangen, de betekenis er achter duidelijk.
          Ze liet haar hand afdwalen naar de zijne en hield deze vast, terwijl ze met haar vrije hand haar telefoon te voorschijn haalde en vluchtig enkele sms’jes verstuurde.
    Ezie
    10.43 – Liggen mijn oorbellen nog bij jou?
    10.45 – Your kissing has improved 😘
    13.58 – Ezie? Ben je oké? Laat even wat weten, ja?

    Papa
    13.58 – Sorry!!
    13.58 – Ik was bij iemand blijven slapen, ben oké. Geen zorgen.
    13.58 – Ben jij oké? Doe je voorzichtig zo?
    13.58 – OH! Was het nog gezellig met Laurel gister?

          ”Ik had je vanochtend nog wel een appje gestuurd,” zei ze, zodra het besef kwam. Na maanden in LA had. het nog altijd niet gewend dat er hier niet op elke plek bereik was, om absoluut horendol van te worden. Ellie liet haar scherm zien aan Tony. Het berichtje, gericht aan daddy 💕 , dat ze hem die ochtend had gestuurd bevatte een nude van haar, waarop de voorkant niet veel zichtbaar was, maar via spiegel op de achtergrond waren haar naakte rug en billen te zien.

    [ bericht aangepast op 2 juni 2022 - 0:40 ]


    To the stars who listen — and the dreams that are answered


    BASILIO VASCO LOUIE

    Villager - With Ezekiel - Outfit ->



    Het ging allemaal zo snel- Mijn moeder had de ontroostbare Jack uitgenodigd om wat te komen eten bij de pizzaria als goed gebaar om de man iets te troosten om de verdwijning van zijn geliefde vrouw. Al wist heel het dorp dat de kans groot was dat de gevonden afgescheurde arm van Millie was geweest. Hoe hadden wij kunnen weten dat Mason er die avond ook zou binnenkomen. Ik kon nog steeds de lookbroodjes in slowmotion door de lucht zien vliegen doen Jack mijn platteau uit mijn handen had getrokken om de man aan te vallen. Zelf Bepe had er een blauw oog aan over gehouden toen hij de twee uit elkaar wilde halen en ook ik had toch een mep of twee mogen vangen toen ik Mason buitten shotte. Het gevecht en de verwijten dat de hele zaak hadden doorgegalmd hadden zich als een bosvuur verspreid over het dorp en eerlijk waar het leek nogsteeds als een onwerkelijke nachtmerrie. “Quei maledetti teppisti! Lupo mannaro cosa stai inventando? * " Brulde papa Louie terwijl hij een zak bevroren erten tegen mijn vaders gezicht aanduwde. Mijn moeder had haar hoofd geschud waarop ze me nog meegaf "Tutto cio che nascondi sotto terra il tempo lo riportera alla luce. All those who are hiding underground will one day be brought to the light." waren haar woorden vooraleer ze de winkel sloot. Die avond was ik naar het feest toegetrokken van Genevieve om even alles van die avond te vergeten, denkende dat de rest van het dorp dit ook zou doen, maar helaas...


    Daar stond ik dan boven één van de vuilnisbakken mijn hele maaginhoud te ledigen, mijn maatje Ezekiel vlakbij me zorgens dat ik niet in het ding ging tuimelen. "GADVERDAMME!" riep ik in een vlaag van emotie- hoe ... hoe onmenselijk waren we geworden? Ik mocht even bidden tot god dat ik bij mijn zusjes op kamer was toen dit gebeurde, maar dan nog. "Hoe konden ze! Is iedereen zijn versta-" ohnee daar ging mijn maag weer. Mijn hele lichaam rilde terwijl ik kermend boven de vuilnisbak ging. "Ik ga nooit meer drinken...." flusiterde ik iets buiten adem terwijl ik wat ruw mijn tranen wegvaagde en een beetje kracht vond om me weer overeind te duwen en naar Zeke te kijken. " Iedereen is gek geworden- ik weet wel dat de -" ik plaatste mijn hand weer even voor mijn mond terugdenkende aan verhalen van de teruggevonden mensen. Mijn al lege maag had moeite met dit alles al hielpen de vele biertjes van gisteren niet. "Ik bedoel- ze maakten eerst ruzie en nu..." mijn hakkelende zinnen werden aaneengebreid een wegwijs proberende te geraken van mijn hersenspinels die op hol sloegen. Ik moest hier weg dacht ik, iedereen is gestoord geworden, dit alles voor een volksverhaaltje. "Straks gaan ze nog mensen als heks beschuldigen!" kwam er wat ongeloofwaardig en triest over mijn lippen. Had dit anders kunnen aflopen als we de twee niet uit de pizzaria hadden gegooid? Was dit mijn schuld ? Mijn gezicht stond al vast lijkbleek, de kans was groot dat ik nog eens ging flauwvallen voor de zoveelste keer vandaag... Gelukig was er Zeke die een middeltje wist om me wat te helpen. Mijn hele lijf trilde en voornamelijk het ongeloof hoe de mensen nu hun normale leven verder gingen omdat het 'kwaad terug in de hell ' was gebrand? Ik haalde een hand door mijn korte haren en stond op toen ik zeker was dat mijn maag zo goed als leeg was. "Zelf de ouwe Mr Higgens stond daar voor het vuur, nog even en iedereen zong kampvuurliedjes!" kwam er nog lichtelijk hysterisch over mijn lippen, waarna ik aan Zekes schouder ging hangen zodat in niet de grond in donderde. Hangover- scarred for life en enorm angstig, nu had ik echt nood aan de steun van mijn beste maatje.


    I caught a golden trout! But the real treusure? Friendship - ACNH

    Castor Amaroux
    29 — wolf (beta) — Cheers & Beers — Laurel
    Een misselijkmakend gevoel plaagde Castor al uren. Sinds hij de eerste vlaag van verbrand vlees rook, wist hij dat het fout was in het slaperige dorp. Zo slaperig leken de bewoners niet. Alsof ze bezeten waren, hadden ze zich massaal naar het dorpsplein begeven en hadden ze toegekeken en gejuicht toen een onschuldige man, Mason Davies, levend op de brandstapel werd gegooid. De middeleeuwse taferelen hadden bij Castor angstige, maar vooral kwade, gevoelens opgeroepen. Zie je wel, had hij heel kort gedacht. Zijn familie, niet Amaroux maar zijn eerste pack had gelijk gehad: mensen zijn verrot. Hij wilde niet toegeven aan die gedachten, maar die eerste paar jaar van zijn leven hadden best wel hun indruk achtergelaten. Een laag gegrom had zijn mond verlaten toen hij in het dorp verschillende mensen, uren na de start van het vuur, 'Dood aan alle wolven' had horen roepen. Het scheelde niet veel of ze waren met fakkels en hooivorken door de straten gelopen. Maar hij was doorgelopen, met zijn blik strak op de grond gericht. Iedereen leek zo euforisch dat ze Castor niet eens opmerkten. Hij had zich eerst in zijn huis opgesloten en had geprobeerd het geschreeuw van de kermende man buiten te sluiten, maar zijn gehoor was te goed. Het was af en toe handig, maar op dit soort momenten vervloekte hij het. Hij balde zijn handen tot vuisten, en holde niet veel later richting de Cheers & Beers.
          Daar zag hij zijn zus, Laurel, staan. Hij zakte neer op een barkruk en ontspande zijn handen een beetje. Zijn kaak stond echter strak en de blik in zijn ogen was maar al te herkenbaar. Lau voelde hetzelfde. Ze waren zo op elkaar ingespeeld dat ze geen woorden hoefden te gebruiken om hun emoties over te brengen. Beiden hadden ze het gegil gehoord. Beiden wisten ze dat dit een van hun eigen roedel had kunnen zijn.
          'Het komt wel goed,' hoorde hij. Castor keek naar zijn zusje. 'Het had er ook een van ons kunnen zijn.' Een brok ontstond in Castors keel en hij wendde zijn blik af. Hij wist dat Laurel het goed bedoelde. De hele roedel was blij dat van hen niemand gewond was geraakt, maar het feit dat een onschuldige man op zo'n manier werd afgemaakt — vermoord was niet eens het juiste woord, hij was als een dier afgeslacht — door de dorpelingen, stemde niemand tevreden. Wat als ze wél een van de wolven te pakken zouden krijgen, al dan niet toevallig? Castor geloofde niet dat de moordlust van de mensen na deze ene keer gestelpt was. 'Ik ga straks langs een van de heksen, eens kijken wat via hen te achterhalen valt. We moeten dit uitzoeken, Cas. De volgende keer is het een van ons en dat kan ik niet laten gebeuren.'
          Nog altijd had Castor geen woord uitgebracht. Die laatste zin had de woede in Cas' lichaam weer toe laten nemen. Hij klemde zijn handen rond de bar en moest de grote wolf in zich tegenhouden te verschijnen. Het liefst veranderde hij nu en rende hij in een rechte lijn naar de bossen. Maar na deze gebeurtenissen wist hij dat hij zich ook daarmee zou moeten inhouden. In de bossen rennen, als de mensen overtuigd waren dat er wolven bestonden en actief op zoek gingen naar ze, was gevaarlijk. Hij wist niet wat voor vreselijke dingen de mensen zouden doen. Na enkele keren diep ademhalen kon hij de bar loslaten zonder bang te zijn dat zijn emoties de overhand zouden nemen. Toen keek hij weer op naar Laurel en hij knikte.
          'We moeten uitzoeken wie Millie Raisin heeft...' Hij kon zijn zin niet eens afmaken. Hij slikte en snoof. 'Wie van ons dat heeft gedurfd. En zorgen dat het nooit, nóóit meer gebeurt.' Zijn stem was zacht en laag, net als die van zijn zus eerder. Ze hadden weinig volume nodig om te kunnen horen wat er werd gezegd. Eén van de voordelen van dat uitstekende gehoor. Castor was lang niet altijd een fan van mensen. Laurel wist dat, zelfs Tony wist dat nu. Maar onschuldige mensen vermoorden? Dat ging hem te ver. Het bracht de roedel in gevaar. En van elke wolf zou de roedel op nummer één moeten staan. Ze waren familie. Een moment was door zijn hoofd geschoten dat het Tony zou kunnen zijn geweest. Zou hij dat doen? Castor schudde de gedachte snel van zich af. Nee, nee, dat zou hij niet doen.
          Hij richtte zijn donkere ogen op Laurel. Even lichtten zijn ogen felblauw op. De wolf in hem wilde maar al te graag vrij zijn. 'Zeg me wat ik kan doen, Lau.'


    look at where you are
    look at where you started



    the fact that you’re alive is a miracle
    just stay alive, that would be enough



    You gave me my life all those years ago, now I give you yours.


    Ezekiel H urley A nderson
    ☽ Not one drop of my self-worth depends on your acceptance of me ☾
    25 – Witch – Outfit – Millie's Milkshakes – With Basilio

    De afgelopen nacht diende als een warm deken tegen de koude buitenlucht, maar naarmate de tijd verstreek brokkelde het steeds meer af. Hoezeer hij er ook aan vast probeerde te klampen, het viel als zand tussen zijn vingers uiteen. Voor een lange tijd was hij opzoek gegaan naar een vergelijkbaar gevoel, eerst bij verdovende middelen, later bij andermans lichaam en vervolgens zelfs een mix van de twee, maar niets vulde het ontbrekende deel op zoals Elaine dat kon. De situatie voelde zo surreëel aan dat hij meermaals wakker was geworden om te controleren of ze wel echt in zijn armen lag. Van jaren geen contact, naar maanden aan oppervlakkig contact, tot een plotselinge nacht waarin ze met hem mee naar huis en bed was gegaan. Alles klikte weer precies zoals voorheen. Het puzzelstukje dat hij was verloren.
          Het maakte niet uit dat het de volgende dag alweer voorbij was, dat hij wakker werd van haar gewoel en dat zijn lichaam aanvoelde alsof het was overreden door een vrachtwagen. Het maakte niet uit want de afgelopen nacht maakte alles weer goed.
          Bijna alles. Want het gewoel in haar slaap betekende vaak meer dan aan het oppervlak leek. Zouden de nachtmerries terug zijn? De dromenvanger die hij haar voor haar vertrek had meegegeven moest inmiddels allang uitgewerkt zijn – als ze het überhaupt nog had. Ter sprake was het echter niet gekomen. Niet tijdens het aankleden, bij het naar huis brengen of bij het afscheid.
          Pas later op de dag zouden de raadsels opgelost worden, toen de markt op zijn drukst was. Normaal gesproken was Ezekiel ook als verkoper te vinden op de markt. Homeopathische middelen noemde hij het, al wist niemand dat de zogenaamde ‘natuurlijke’ middelen onder andere bestonden uit konijnenbloed, spinnenpoten en kikkerslijm. Vandaag was hij echter niet als verkoper aanwezig. Nadat hij Eli thuis had gebracht en iets tegen de kater had genomen, had hij zich teruggetrokken naar de verscholen ruimte achter zijn boekenkast waar de wanden gevuld waren met planken vol ingrediënten, boeken en andere rommel, en het zonlicht enkel in kleine stralen wist binnen te dringen. De flauwe geur van kruiden hing nog in de ruimte. Met een diepe zucht nam hij plaats achter een overvol bureau waar een opengeslagen boek een groot deel van in beslag nam. De volle maan kwam eraan wat in Ezekiel’s ogen enkel geldtekens opleverde. Angst betaalde en hij zou die kans niet voorbij laten schieten. Spells, potions en protection bags, hij was het allemaal langsgegaan opzoek naar hetgeen wat het beste zou werken en verkopen. Helaas sloot het een vaak het ander uit of verraadde het zijn soort, zodoende had hij zich gestort op theezakjes voor de komende volleman. Wie verdacht immers een theezakje van hekserij? Of het werkte bleef maar de vraag. Het mengsel van kruiden, stenen en een beschermingsspreuk was hetgeen waar Ezekiel de afgelopen avonden aan had gewerkt, maar het uittesten had hij nog niet kunnen doen. Desondanks ging hij ervanuit dat ze als warme broodjes over de toonbank zouden gaan. Drink dit en geen wolf komt meer bij je in de buurt. Zelf was hij erg tevreden met zijn creatie. Zijn beschermende thee werkte tegen demonische wezens, maar weerwolven waren toch een ander kaliber. Zeker aangezien het belangrijkste ingrediënt nergens te verkrijgen was in Miller Hollow: Wolfsbane.
          Ondanks zijn opperste concentratie stond hij een uur later toch nog op de markt. Ditmaal als koper opzoek naar Tijm. Precies op tijd om te zien hoe het vuur onder Mason Davies werd aangestoken. Terwijl de menigte om hem heen luid aan het joelen was stond Ezekiel aan de grondgenageld. De ene na de andere vraag welde op in zijn hoofd. Wanneer was er besloten dat deze middeleeuwse praktijk zou terugkeren? Hij wilde de verbranding niet zien, maar hij kon zijn hazelnootkleurige kijkers niet afwenden. Het geschreeuw van Mason ging door merg en been heen, het zorgde ervoor dat Ezekiels maag zich omdraaide en dat de rillingen over zijn lichaam liepen. Dit was wat ze deden bij mensen die ‘anders’ waren. Mensen zoals hij, net als ze al die jaren geleden hadden gedaan bij zijn voorouders.
          Terwijl er steeds meer mensen naar voren drongen, liet Ezekiel zich weggeduwd worden van het vuur totdat hij de kracht had hervonden om er zelf vandaan te lopen. Met grote passen liep hij weg van de vlammen, weg van de kreten voor hulp en weg van de juichende menigte. Ergens tijdens zijn uitweg was hij Basil tegengekomen. Het gelaat van de jongen was lijkbleek en zonder er verder bij na te denken had Ezekiel hem meegetrokken naar een van de zijstraatjes. Net optijd voorBas om zijn maaginhoud in de vuilnisbak te legen. Zijn eerdere anti kater potion was het enige wat ervoor zorgde dat Ezekiel niet naast zijn vriend hing.
          Beetje bij beetje keerde de wereld terug. Het geluid, de wind, de geur van verbrand vlees. Naast hem kermde Basil over de situatie. Pas toen hij begon over het niet meer drinkenk verscheen er weer een glimlach op Ezekiels gezicht, al was het een zwakke. Hij gaf de jongen een stevige schouderklop. ‘’Dat hebben we zeker nog niet eerder gehoord.’’
          ’’Iedereen is gek geworden- ik weet wel dat de -’’ Zei Bas. Ezekiel kneep zijn ogen licht bijeen toen het ernaar uitzag dat er een tweede lading kots aan zat te komen. Hij kon een hoop dingen hebben, maar mensen die over hun nek gingen hoorden daar niet bij. ‘’Ik bedoel- ze maakten eerst ruzie en nu…’’ Zowel instemmend als begrijpend knikte Ezekiel terwijl hij zijn vriend liet uitspreken. "Straks gaan ze nog mensen als heks beschuldigen!’’ Het was dat hij op het moment geen drinken bij zich had, anders had hij zich verslikt.
          ’’Er bestaat niet zoiets als heksen.’’ Hoewel zijn hart vanbinnen en tikje sneller was gaan slaan, sprak hij de woorden zo neutraal mogelijk uit. Normaal gesproken veegde hij het bestaan van heksen niet zo gemakkelijk van de tafel. Hij wilde graag kijken hoever hij kon gaan voordat zijn geheim onthuld zou worden, maar de gebeurtenissen van de dag hadden hem pijnlijk duidelijk gemaakt dat ook hij ermee moest opassen. In ieder geval totdat de volle maan voorbij was.
          Uit een binnezakje in zijn mantel haalde hij een flesje met een restant van het anti-kater middel. ‘’Hier neem dit, werkt tegen de misselijkheid.’’ Hij stak het flesje met het donkere vloeistof naar Bas uit. ‘’Oma’s recept.’’
          "Zelf de ouwe Mr Higgens stond daar voor het vuur, nog even en iedereen zong kampvuurliedjes!" Ging Basil verder waarna hij zich vastklampte aan Ezekiels schouder. Opnieuw knikte Ez, het was allemaal ook te gek voor woorden, maar angst deed gekke dingen met mensen.
          ’’Kom op, laten we hier weggaan. Je kan wel wat vocht gebruiken, non-alcoholisch vocht.’’ Voorzichtig begeleidde hij Basil naar Millie’s Milkshakes puur omdat die het verste van de brandstapel was. Toen ze eenmaal daar aangekomen waren en ze moesten wachten op hun drinken maakte Ezekiel gebruik om kort zijn berichten te lezen en beantwoorden. Alleen al de naam van Elaine deden zijn mondhoeken licht opkrullen al bracht het tevens de herinnering dat zijn contactenlijst moest updaten. Nadat hij wat terug had gestuurd keerde hij zich weer tot Bas.
          ’’Het is fucked up wat er net is gebeurd, maar wij hadden er niets aan kunnen veranderen. '' Sprak Ezekiel hem toe. ''Je had het over, een ruzie, hoe is dit begonnen?'' Zelf had hij niets van de gehele gebeurtenis meegekregen, niet de ruzie, niet de beschuldiging, helemaal niets. ‘’Denk je dat Mason er echt een was?’’

    To: El ❤️
    10:55 -- Deze?
    *Insert foto van oorbellen*
    10:55 – I kinda like them misschien hou ik ze wel
    10:55 – What can I say, I practised ;)
    14:10 – Ik ben oke, ben met Bas bij Millie’s
    14:10 -- Kon niet langer kijken
    14:10 – Ben jij oke?
    14:10 – Je wist hiervan, niet?


    Adventurer at heart, but oh how she loved to be home

    Evan Tomasz Burnes
    "You can take my heart, you can take my breath
    when you pry it from my cold, dead chest."
    theme • sheriff of MH • 39 yrs old • at the cheers & beers, in police uniform • w. nea •









    Saturday, 11.09 AM
    Ja pierdołę.” Met een geïrriteerde kreun wreef de sheriff van Millers Hollow over zijn gezicht.
    Hij vroeg zich af waarom er voor Evan Burnes elke keer opnieuw een avond zoals de voorgaande nodig was om hem te doen beseffen dat hij geen 26 meer was. Voor hem stond een kop sterke koffie en de restjes van een Engels ontbijt op het tafelblad. Evan was nooit een lichtgewicht geweest. Sterker nog, hij vond weinig fijner dan de dag afsluiten met een glas goede whisky in combinatie met een sigaret — of een sigaar, als het echt een goede dag was geweest. De laatste jaren was zijn hoofd echter iets minder vergevingsgezind geworden the day after. De sheriff had geen idee gehad wie er gisteren jarig was geweest. Het enige dat hij had geweten, was dat er een groot feest werd georganiseerd en hij die avond geen dienst had.
    Zo druk als de zaak gisternacht was, zo rustig was deze nu. Naast deputy sheriff Nea en hijzelf, waren er slechts een handjevol andere gasten in de ruimte aanwezig. Het was zaterdagochtend. Mensen waren lekker hun roes aan het uitslapen. Evan kon het ze niet kwalijk nemen.
    Zijn ogen schoten even naar de bar, waar bardame Laurel samen met een collega glazen stond schoon te maken. Als vaste klant van Cheers & Beers, kende hij de vrouw al een tijdje. Sinds hij een halfjaar geleden was gestopt met het daten van Marley Anderson, hadden de gesprekken die hij voerde met Laurel een flirterige ondertoon gekregen. Hij had geen idee wat hij gisteren allemaal tegen haar gezegd had, maar hij hoopte dat hij niet te ver was gegaan. Het was niet de bedoeling dat zij zich ongemakkelijk zou gaan voelen.
    Toen hij haar blik even ving, hief hij met een kleine glimlach zijn kopje koffie op ter begroeting voordat hij zich weer tot deputy sheriff Nea wendde.
          ”Ik betaal deze,” liet hij haar weten terwijl hij knikte naar het ontbijt van zijn collega. “Zijn er nog dingen gebeurd toen ik wegging?” Een kleine grijns vormde zich op het ruwe gelaat van de sheriff. “Ik zag dat je het erg gezellig had met eh.. met de meid die het feestje georganiseerd had.”
    Hij nam een slok van zijn koffie en checkte zijn telefoon. Zijn grijns vervaagde en maakte ongemerkt plaats voor een frons. Ellie had hem verdomme nog steeds niets teruggestuurd. Waar hing dat kind uit? Snel gleden zijn ogen over het zeer eenzijdige "gesprek" dat ze de avond ervoor en die ochtend hadden gevoerd.
    To Ellie:
    - 03:04: Księżniczka.
    - 03:04: Ik rij zo naar huis wil je meerijden?
    - 03:11: Waar ben jij? neem je telefoon op.
    - 03:15:??
    - 03:20: Do diaska
    - 03:20: Je weet dat ik me ongerust maak, waarom doe je dit steeds?!!
    - 03:21: Bel mij terug.

    From Ellie:
    - 03:22: /Drunk selfie waarop ze haar duim opsteekt

    To Ellie:
    - 03:22: Ok, dan rij ik nu naar huis. Ik pik jou morgen op met de wagen, bij welke skurwysyn je ook zit. Laat het mij weten ok??
    - 10:30: Dziewczynka, waar zit je?
    - 11:11: ??

    Gestrest liet hij zijn hand over zijn hoofd glijden terwijl hij zichzelf vanbinnen nog altijd op zat te vreten. Zijn dochter was alles voor hem, maar ze zorgde er ook voor dat hij ongetwijfeld tien jaar korter op aarde rond zou lopen. De stress die haar losbandige, naïeve manier van leven bij hem teweegbracht, was iets wat de hele dag door zijn hoofd en lichaam spookte.
    Na de dood van haar moeder had het meisje heil gezocht in feesten, drank, stimulerende middelen — en seks, met God wist wie allemaal. Door de jaren heen was Evan voor zijn gevoel meer en meer de grip op zijn dochter verloren. En aangezien het meisje de waarzeggingskrachten van haar moeder had geërfd, liep ze net zoveel kans op ontvoering als zij.
    Evan had Harper Burnes, zijn vrouw en de liefde van zijn leven, niet kunnen redden van de weerwolven van Millers Hollow. Het schuldgevoel dat daarop was ontstaan, achtervolgde hem na acht jaar nog steeds. Gedurende die acht jaar, had een gevoel van paranoia al het andere in zijn ziel overwoekerd. Als hij niet wist waar Ellie was, sliep hij niet. Als ze omging met jongens die hij niet vertrouwde (en dat gebeurde vaker wel dan niet), liet hij hen verbaal of fysiek wel weten dat ze niet welkom waren rond zijn dochter en hij hen anders wel even op kwam zoeken.
    Niemand mocht aan zijn dochter komen, en hij zou de wereld met iedereen erop in brand zetten als dat zou betekenende dat zij voor altijd veilig zou zijn.
    Hij kon haar niet ook verliezen. Het was als vader al moeilijk genoeg om een dochter veilig te houden van de gebruikelijke gevaren van de wereld, laat staan dat hij haar ook moest behoeden voor weerwolven. De monster-paranoia die Evan deelde met zijn dorpsgenoten in Millers Hollow, was één ding. De paranoia die hij ervoer als vader, was echter van een compleet ander kaliber.
          Evan checkte de tijd op zijn horloge voordat hij zijn vingers onrustig op het tafelblad liet roffelen.
          ”Jij hebt natuurlijk ook niet gezien met wie mijn brave dochter mee is gegaan, hm?” probeerde Evan tegen beter weten in terwijl hij Nea aankeek met een opgetrokken wenkbrauw. Hij zuchtte.
    Het gesprek tussen de twee agenten werd onderbroken toen Evan’s portofoon kraakte en de stem van de dispatcher door de kleine speaker klonk.
          ”Sheriff Burnes, code three.
    Evan keek Nea aan, de frons nog op zijn gezicht. “Burnes hier, continue.”
          “Anonieme melding over een situatie op het dorpsplein. Code zwart. Veel onrust, melding gemaakt van meerdere individuen die verdacht worden van het vastbinden van het slachtoffer en het aansteken van het vuur."
    Evan’s wenkbrauwen schoten even omhoog in schok terwijl hij zijn collega aan bleef kijken. Code zwart.. een verbranding. Die hadden ze al eventjes niet meer gehad.
          ”Uiterlijke kenmerken en aantal daders?” vroeg hij de dispatcher terwijl hij zijn hart voelde bonzen. "Is het slachtoffer een weerwolf?"
          ”Negatief. Kenmerken van de daders zijn onbekend. Getuigenverklaringen zijn gewenst.”
          ”Shit. Oké, patrolwagen één, Burnes en Reeves, is onderweg.”
    Evan stopte de portofoon weg en schoof zijn stoel naar achteren voordat hij opstond. Hij stak zijn hand even op naar de schoonheid achter de bar terwijl Nea hem alvast voor ging naar de deur.
          ”Lau, zet ons ontbijt maar op mijn tab,” riep hij Laurel toe. “Ik betaal vanavond als—”
          “Hell no.”
    Het koste Evan geen second om zijn aandacht van de bardame terug naar zijn collega Nea te brengen zodra hij haar in afschuw hoorde uitroepen. In diezelfde seconde had hij de situatie in zich opgenomen en zich gerealiseerd wat er gebeurd was.
    Louis Allen, de loodgieter van de county die daarnaast bij het politiecorps bekend stond als man met een flink drankprobleem, had Evan’s collega schaamteloos bij haar billen gegrepen terwijl ze voorbij zijn tafel was gelopen.
    Evan voelde hoe een vlaag van blinde woede het overnam in zijn lichaam. Het was een gevoel waarmee hij — maar ook de rest van Millers Hollow, maar wat bekend was. Dat laatste werd weer eens bevestigd toen hij de blik in de ogen van Allen zag. Zijn gezichtsuitdrukking was troebel door de invloed van alcohol, maar zijn doodsangst was onmiskenbaar.
    Evan’s ogen werden groter en zijn kaak verstrakte terwijl hij met resolute passen naar het tweetal toeliep.
          ”Meneer Burnes, ik—“
    Het waren de laatste woorden die Allen sprak met een compleet gebit. De impact van de eerste stomp die Evan hem gaf, sloeg het hoofd van de man in één klap opzij.
          ”Hoe vaak moet jij het nog horen voordat je het leert, jij skurwysyn?” snauwde Evan. Zonder aarzeling trapte de sheriff de man naar de grond voordat hij zelf naar de vloer stortte en de man met zijn sterke benen aan de grond genageld hield. Allen kon geen kant op. De angst waarmee hij Evan aankeek en het zielige geprevel dat hij zachtjes uitkraamde, maakte de sheriff alleen maar bozer. Opnieuw stompte hij de man met kracht in zijn gezicht. En opnieuw. En opnieuw.
          ”Ik zeg het nog één allerlaatste keer, Allen,” brieste de sheriff. “Blijf met je gore poten van vrouwen af, ja?”
    Allen draaide zijn hoofd en spuwde twee bebloede tanden uit op de houten vloer. Hij mompelde iets wat bijna niet verstaanbaar was, maar Evan ving het net op.
          ”Wat? Je gaat een klacht indienen bij burgemeester Belmont? Hoor ik dat nou goed, Louis, ouwe zuiplap?” Een onvriendelijke, bijna duivelse grijns strekte zich uit over Evan’s gezicht voordat hij zijn vuist hief en nogmaals een flinke stomp uitdeelde. De burgemeester van de county was zo mak als een lammetje. Evan had die goedzak al jaren in zijn broekzak. Het gaf hem als sheriff de mogelijkheid om te doen en laten wat hij wilde in Millers Hollow. Het fysiek aanpakken van smeerlappen zoals grote vriend Allen, hoorde daar ook bij. Geweld was de enige taal die elke man verstond.
          “Ga je hem dan ook vertellen hoe jij vaker de vrouwen van Millers Hollow lastigvalt? Of laat je dat achterwege?”
    Soepel ging hij weer op zijn benen staan voordat hij Allan weer overeind trok. “Maak je excuses aan officer Reeves, of God helpe je. Opschieten.”

    Evan gaat na deze scene op appjes reageren <3, want deze scene speelt zich net voor/net rond de tijd van de verbranding af.

    Poolse woorden:
    Ja pierdołę - godverdomme
    Księżniczka - prinses
    Do diaska - what the hell
    Skurwysyn - hoerenzoon
    Dziewczynka - meisje



    “All the liars around me
    Like the wolves of the walls, they surround me
    In the face of the fear, I keep standin' tall
    'Cause I will conquer this
    And I won't ever let this kingdom fall"



    ars moriendi

    Neamhain Zavia Reeves

    human ⋆ 26 ⋆ cop ⋆ village square ⋆ w. sheriff Burnes
















          Nea kon zich de eerste keer dat ze een meisje zoende nog zo goed herinneren.
    Ze was 16 geweest en had Lily via het internet leren kennen. Wekenlang hadden ze met elkaar gepraat, tot ze elkaar ontmoetten op een feestje van haar beste vriendin. Lily deelde dezelfde gevoelens als zij, als ze haar berichten mocht geloven dan. Met Lily in het echt praten was nog zoveel beter dan over de telefoon. En na samen te hebben gedanst op Nae haar favoriete nummer die ze had toegevoegd aan de gedeelde spotify afspeellijst had ze haar moed bij elkaar geraapt en Lily haar hand vastgepakt. Met een hevig bonzend hart verkleinde ze de afstand tussen haar en haar nieuw gemaakte vriendin en bracht haar lippen op de hare.
          Een week lang had Nae had gevoel dat ze zweefde. Ze had een meisje gezoend en kon haar lippen nog dagenlang voelen tintelen van die ervaring. Ze had een meisje gezoend en het was beter dan ze ooit had durven dromen. Die ene zoen met Lily bevestigde wat ze altijd al geweten had: ze was anders. Nea wist het al, maar de bekrachtiging van haar vermoeden voelde zo goed. Destijds had het haar niet eens uitgemaakt dat Lily twee weken later een relatie had met een ander. Een jongen. Of dat Lily ontkende met haar gezoend te hebben. Nae had ervaren waar ze al jaren stiekem van had gedroomd en toen was dat voldoende. Maar dingen waren veranderd. Inmiddels waren er tien jaren verstreken en Nae had genoeg van de sporadische zoenen in een bar. Ze wilde meer. Malend over de vorige avond in de Cheers&Beers prikte ze in haar omelet.
          De voetstappen die haar naderden herkende ze uit duizenden. Nea hoefde niet eens op te kijken.
    "Ik betaal deze,” klonk de welbekende stem van haar partner en sheriff Evan Burnes. “Zijn er nog dingen gebeurd toen ik wegging?” De toon in zijn stem was niet te missen, met een opgetrokken wenkbrauw keek Nea naar Evan op. “Ik zag dat je het erg gezellig had met eh.. met de meid die het feestje georganiseerd had.”
    De brunette slaakte een geïrriteerde zucht en prikte verder in haar ei. "Ik zweer je, als ik nog één hetero vrouw haar bicurious dronken avontuurtje ben, dan ga ik Ellie haar advies opvolgen en jou daten." klaagde ze tegenover haar partner. "Misschien zag ze toch iets wat wij allebei niet zagen."
          Maar Evan had gelijk. Ze had het inderdaad gezellig gehad met de jarige Genevieve. De knappe nieuwkomer en zij hadden gezoend. Een zoen welke voor Nea naar meer smaakte, maar toen ze de brunette naar haar nummer vroeg, hadden er slecht excuses geklonken. Nea was het zat. Ze wilde niet langer slechts een experiment voor iemand zijn. Ze wilde niet langer na een zoen vreemde blikken krijgen wanneer ze een volgende stap wilde zetten. Ze wilde meer.
    "Als jij hier niet woonde was ik hier nooit blijven hangen," liet Nea haar partner weten, maar helemaal waar was het niet. Er was nog één ander voor wie ze in dit god vergeten gat zou blijven als de sheriff ervandoor zou gaan: Alessa.
          De laatste slok van haar koffie dronk Nea op, waarna ze haar aandacht van haar ontbijt naar Evan bracht. De gestreste staat waarin hij verkeerde was niet onbekend. Zijn hand die gefrustreerd over zijn voorhoofd gleed in combinatie met de bezorgde blik op zijn telefoon gericht vertelde Nea genoeg. Ellie was weer eens... Ellie. En niet veel later kwam het hoge woord eruit. Onrustig trommelde Evan zijn vingers op het tafelblad en vroeg "Jij hebt natuurlijk ook niet gezien met wie mijn brave dochter mee is gegaan, hm?"
          Tevergeefs schudde Nea haar hoofd. "Ik heb geen idee." Ondanks dat Ellie en zij minder in leeftijd verschilden dan zij met Evan, had Nea vaak het gevoel meer te begrijpen van de middelbare sheriff dan van zijn wilde dochter. "Ik kan haar een berichtje sturen als je wilt? Misschien dat ze op mij wel reageert."
    To: Ellie
    Leuk feestje gisteren he...
    Met wie ben jij er vandoor gegaan dan?
    Dan vertel ik je met wie ik heb gezoend. Deal?

    Nea stopte haar telefoon weg. "Laat maar, ik heb haar al-" Maar inmiddels was Evan volledig opgeslokt door zijn portofoon. En ook deze blik in Evan zijn ogen kende ze. Het was weer gebeurd. Weer. Meteen stond Nea op scherp.
    "Sheriff Burnes, code three.”
    De twee agenten keken elkaar gefocust aan. Er stond een diepe frons op Evan zijn voorhoofd welke Nea al zo vaak had gezien.
    Burnes hier, continue.”
    “Anonieme melding over een situatie op het dorpsplein. Code zwart. Veel onrust, melding gemaakt van meerdere individuen die verdacht worden van het vastbinden van het slachtoffer en het aansteken van het vuur."
    Vol ongeloof luisterde Nea naar de melding. Het zou toch niet.... Maar inmiddels woonde ze te lang in Miller's Hollow om te hopen dat dit slechts een slechte grap was.
    ”Uiterlijke kenmerken en aantal daders?” vroeg Evan verder. "Is het slachtoffer een weerwolf?"
    Een weerwolf. Het waren woorden die Nea nooit gedacht had serieus te nemen, maar na een paar jaar in het afgelegen stadje behoorde dat tot haar wereldbeeld. Weerwolven. Uit een sprookjesboek, maar dan werkelijkheid geworden. Nea had er zelf nog nooit een gezien, maar wel de lichamen die opdoken na een volle maan. Alleen een beest of een barbaar was in staat om iemand zo toe te takelen. En sindsdien was ze voorzichtig in de sprookjes gaan geloven. De mensen hier waren niet gek, er was echt iets gaande wat niet gebonden was aan de normale wetten van de natuur.
    ”Negatief. Kenmerken van de daders zijn onbekend. Getuigenverklaringen zijn gewenst.”
    ”Shit. Oké, patrolwagen één, Burnes en Reeves, is onderweg.”
          De portofoon verdween en Evan schoof zijn stoel naar achteren alvorens hij opstond. De hand van de man schoot omhoog en Nea zag hoe de blik in zijn ogen veranderden toen hij Laurel aansprak, precies hetzelfde als hoe zijn ogen die vorige avond ook naar de barvrouw hadden gekeken. ”Lau, zet ons ontbijt maar op mijn tab,” riep hij en zacht grinnikend was ook Nea opgestaan. Aan de zij van haar partner liepen ze richting de uitgang, op weg naar de gruwelijkheden op het dorpsplein. Maar het moment dat ze een van de vele tafeltjes in de kroeg passeerden voelde ze een warme, grote hand op haar bil. Haar handen balden ze tot vuisten, maar het was de stem van Evan die haar tegenhield om uit te halen. “Hell no.”
    “Ik betaal vanavond als—”
    Loodgieter en dronkenlap Louis Allen had zijn smerige vingers op haar lichaam gelegd. Het waren dit soort viezeriken die Nea hadden gemotiveerd om bij de force te gaan. Ooit was haar oudere zus Morrigan het slachtoffer geworden van zo'n soortgelijke creep en sindsdien had Nea geen geduld meer voor mannen gehad. Nea knarste haar tanden over elkaar heen en verstevigde haar houding, ervoor zorgend dat haar voeten goed gegrond op de vloer stonden. Haar vuist heffend zag Nea hoe de ogen van Louis angstig vergrootten bij het zien van haar partner. ”Meneer Burnes, ik—“ stamelde de man.
    Het irriteerde Nea dat Eva die reactie kon opwekken, maar dat zij blijkbaar geen respect kon afdwingen, gezien de man haar zo maar had aangeraakt. Zij zou hem net zo goed tegen de vlakte kunnen werken als haar collega, maar doordat ze een vrouw was en niet hetzelfde postuur had als Burnes werd ze anders gezien in de wereld. Het maakte Nea kwaad.
          Maar lang tijd voor die woede had ze niet. Evan zijn vuist had Louis zijn kaak geraakt en Nea durfde te zweren dat ze een tand door de kroeg zag vliegen. Opnieuw grinnikte ze zacht en sloeg ze haar armen tevreden over elkaar heen.
    ”Hoe vaak moet jij het nog horen voordat je het leert, jij skurwysyn?” snauwde Evan. Voor ze er erg in had lag de loodgieter op de grond, met de sheriff boven op hem. Ook dit was iets wat waarschijnlijk alleen in Miller's Hollow gebeurde. Dat haar baas de regels zo nu en dan overtrad had Nea al snel genoeg doorgehad, maar ze kon het hem niet kwalijk nemen. Niet met het uitschot dat hier rondliep. Evan stompte in op de man zijn gezicht. Nogmaals en nogmaals.
    ”Ik zeg het nog één allerlaatste keer, Allen,” brieste de sheriff. “Blijf met je gore poten van vrouwen af, ja?”
    Nea snoof, sloeg haar ogen ten hemel en kon een kleine glimlach niet onderdrukken. De vieze vingers van Allen op haar bil voelen was deze show misschien wel waard ook. Helemaal toen de man twee bebloede tanden naast hem op de houten vloer uitspuugde toen Evan klaar met hem was. Er werd iets gemompeld, maar dat verstond Nea niet.
          ”Wat? Je gaat een klacht indienen bij burgemeester Belmont? Hoor ik dat nou goed, Louis, ouwe zuiplap?” Een duivelse grijns sierde Evan zijn gelaat. Klachten indienen tegen de sheriff had nog nooit iemand verder gebracht om Evan's macht in het stadje in te perken. Nea wist niet zo goed hoe Evan het voor elkaar had gekregen dat hij zo ver kon gaan, maar in alle jaren dat ze hier woonde waren er nog nooit consequenties voor hem geweest.
    "Ga je hem dan ook vertellen hoe jij vaker de vrouwen van Millers Hollow lastigvalt? Of laat je dat achterwege?” zei Evan en eenmaal hij weer stond keerde hij zich nogmaals tot Louis. “Maak je excuses aan officer Reeves, of God helpe je. Opschieten.”
    Maar Louis mompelde slechts iets onverstaanbaars met zijn bebloede mond. Het maakte Nea ook niet uit. Ze hoefde zijn excuses niet. De woorden van de goorlap waren niks waard. Het was te hopen voor hem dat zij hem niet 's nachts op het verkeerde moment tegen kwam, want waar Evan zojuist was gestopt, wist Nea niet of ze dat zou kunnen. Niet wanneer ze wist dat zij waarschijnlijk niet de enige vrouw was aan wie hij zich vergreep.
    "Kom, Burnes, er wacht een dorpsplein op ons." Nea keek neerbuigend op Louis neer, maar draaide hem daarna haar rug toe.
          Buiten aangekomen vond de warme herfstzon haar huid. De politiewagen waar ze hun rondes in maken stond niet ver van de ingang geparkeerd en terwijl ze naar de auto liepen keek Nea Evan breed grijnzend aan. "Was die show voor mij? Of voor Laurel?" Zei ze met een veel betekenende stem. Als hij haar kon vragen naar Ginny, dan gold dat ook andersom. In de auto pakte Nea haar telefoon er weer bij. Miller's Hollow kennende waren er genoeg ooggetuigen geweest en was er vast iemand die haar al iets had laten weten over het voorval van die ochtend. Maar zoals gewoonlijk was haar verbinding te slecht om ook maar iets te laden. Het enige wat binnenkwam waren sms'jes. Haar vrienden appen was vanzelfsprekend, maar twijfelend klikte Nea ook Alessa haar naam aan in haar contactenlijst. Ze had de psycholoog al een tijdje niet meer gesproken. Niet meer sinds hun hook up en ze daarna allebei bedolven waren in werk. Die gebruikelijke onzekerheid waar Nea haar hele liefdesleven mee gepaard ging, of ze slechts een geheim was voor Alessa of meer, kwam weer opzetten. Toch moest ze haar nu iets sturen. Als de geruchten waar waren, dan zou Alessa moeten dealen met iedereen die psychisch leidde na het zien van de verbranding van een van hun dorspgenoten. Nea kon zich niet voorstellen wat voor een last dat voor Ales moest zijn.
          Eenmaal Evan de auto door de straten van Millers Hollow reed stopte Nea haar telefoon weer weg.
    "Oja, had ik je dat al verteld? Er woont een nieuwkomer bij mij." liet ze haar partner weten. "Volgens mij is hij de broer van de Doc. Zijn achternaam is in ieder geval Montgomery en dat kan hier geen toeval zijn." Vanuit de bijrijdersstoel gleden Nea haar ogen over de trottoirs, maar ze waren opvallend leeg voor een zaterdagmiddag. Echter hoe dichter ze bij het dorpsplein kwamen, hoe meer ze van de stilte in de andere straten begreep. Er heerste chaos en een immense drukte. Fronsend probeerde Nea te zien wat er zich afspeelde, maar ze bevonden zich te ver van het plein om nu al conclusies te kunnen trekken. Toen Evan de auto tot stilstand had gebracht en ze aanstalten maakten om naar buiten te gaan keek Nea Evan nog een keer aan. "God, of wie dan ook, sta ons bij." zei ze zuchtend en toen stapten ze uit.
          De onmiskenbare geur van een verbrand lichaam kwam Nea tegemoet toen ze uitstapte. Het drong voor haar gevoel door tot in al haar poriën. Zacht vloekte ze en ze hield haar hand op haar dienstwapen gereed. Ze was tijdens haar opleiding op veel voorbereid, maar niet op dit. Niets had haar kunnen klaarstomen op het leven in Millers Hollow en dus was haar grootste leermeester de man naast haar geweest. Evan had hier altijd al gewoond en wist het beste hoe hij moest omgaan met de chaos van dit stadje. Nea keek van haar partner naar een brandend vuur in de verte. Ze knikte ernaar. "Daar beginnen?"

    To: the fantastic four three (Ezekiel, Marley & herself)
    Wat is er gebeurd? Weten jullie meer? Iets gezien?
    En hoe vonden jullie het feest gisteren?
    Heeft iemand nog iets op te biechten? 👀

    To: Alessa
    Hee
    Ben jij oke? Als je wilt praten of ik je kan helpen.. laat het me weten.
    Kan me niet voorstellen hoe dit alles voor jou moet zijn.
    De sheriff en ik gaan nu naar het plein. Waar ben jij?

    To: Theo
    Wtf is dit voor stad...
    En waar was jij gisteravond ineens?

    To: Morrigan
    Waar ben jij?
    Je kunt beter bij het dorpsplein uit de buurt blijven
    De mensen zijn hier gek
    Ben je veilig?

    To: Laurel
    Als Louis nog lastig doet, geef een gil, dan komen wij hem oppikken!
    Had je het gezellig gisteravond trouwens...?

    [ bericht aangepast op 5 juni 2022 - 15:52 ]

    Morrigan Alma Reeves
    27 — hunter — the woods — alone (with her dog Winnie)
    Pas een maand was ze in Millers Hollow, en ze had in die maand meer vreemde dingen meegemaakt dan de 27 jaar van haar leven ervoor. Nea had haar naar uitgenodigd om naar het kleine plaatsje te komen, omdat er mensen dood werden gevonden, opengereten en gewond. Weerwolven, werd haar verteld toen ze hier was gearriveerd. Morrigan geloofde er weinig van. Weerwolven bestonden niet, net als vampiers of zombies. Misschien leefden de mensen in het dorp te veel in een Twilight-fantasie en hoopten ze Jacob Black tegen het lijf te lopen. Ze was ervan overtuigd dat er een soort legende heerste, dat elke vreemde dood meteen de schuld was van de zogenaamde weerwolven. Die moorden, dacht Morrigan heel naïef, waren gewoon door een psychopaat gepleegd: iemand die het prettig vond om andere, onschuldige mensen open te snijden met messen of bijlen. Toegegeven, het leek vreemd, maar het zou niet de eerste (serie)moordenaar zijn die ze was tegengekomen.
          Sinds deze ochtend was ze echter wat teruggekomen van die overtuiging. Toen ze 's ochtends op de markt was en inkopen deed, was er ineens een enorme groep dorpelingen langs komen lopen, schreeuwend en gillend. Morrigan had het eerst genegeerd, maar toen ze een man voorbij zag en hoorde komen, die kermend genade vroeg, was ze toch meer op gaan letten. En jawel, nog geen vijf minuten later hadden enkele mannen hem op een provisorische brandstapel vastgeketend. Morrigan had zich omgedraaid en was in een rechte lijn terug naar haar tent in het bos gegaan. Daar wilde ze niets mee te maken hebben. Ze knipperde niet eens wanneer ze een verkrachter of moordenaar een mes in zijn of haar hart stak, maar zodra onschuldige mensen wat werd aangedaan — en nog steeds geloofde ze niet dat die man een weerwolf was — wilde ze er niets mee te maken hebben. Haar tent stond niet diep genoeg in het bos om het vuur en de rook te kunnen negeren en ze had het geschreeuw van de menigte nog kunnen horen. Ze had haar telefoon uit haar zak gepakt en had een anonieme melding bij het politiebureau gedaan. Nea hoefde niet per se te weten dat Morrigan het begin van de gruwelijke moord had gezien én er niets aan had gedaan en ze had ook geen zin om later als getuige op te worden geroepen. Dan maar zo. Sinds dat telefoontje zat ze voor haar tent, op haar kampeerstoel met een kopje thee in haar hand. Het vuurtje dat ze gisteravond had aangestoken om een konijn te braden, smeulde nog licht na. Ze voelde zich hier het gelukkigst, in haar eentje in het bos, samen met haar hond Winnie. De rottweiler lag zeer tevreden naast de stoel en kauwde op een van de botten van het konijn van gisteravond. De hond was haar beste vriendin. Zo nu en dan spitste ze haar oren en blafte ze naar het niets in het bos — misschien was het wel een weerwolf, dacht ze schamper — maar het merendeel van de tijd was ze net zo lui als een chihuahua in een New York penthouse.
          Morrigan dronk het bekertje thee leeg en zette het lege glas naast zich neer op de zachte mosgrond. Nea had voorgesteld dat ze ook bij haar tijdelijk kon verblijven, maar Morrigan had voor nu dat aanbod afgeslagen. Ze was veel gelukkiger hier en ze wist ook niet of Winnie helemaal goed om kon gaan met de kat van haar zusje. Winnie was er immers aan gewend dat ze achter kleine dieren in het bos kon rennen, en of dat kat dat zou waarderen, wist ze niet.
          Nadat ze gister het konijn had gevangen, had Morrigan zich weer even in het dorp begeven. Er was een feest aan de gang van ene Genevieve die jarig was. Slechts heel kort was Morrigan aanwezig geweest en had ze Nea even gezien. Net als Tony, de man die ze vlak na haar aankomst in Millers Hollow tegen het lijf was gelopen en met wie ze al snel in bed was beland. Zijn bed, niet haar luchtbed en slaapzak in haar tweepersoonstentje. Heel erg op haar gemak had ze zich echter niet gevoeld op het feest. Ze kende niemand, afgezien van Nea en enkelen die ze dus eerder deze maand had ontmoet in het dorp. Na één drankje had ze zich uit de voeten gemaakt en had ze haar hoofd leeggemaakt door samen met Winnie in het bos op zoek te gaan naar wat konijnen om te verorberen. Eentje voor Morrigan, eentje voor Winnie. De hond was nogal gewend geraakt aan vers gevangen voedsel dat ze haast haar neus ophaalde voor ingevroren vlees.
          Haar telefoon trilde even en verstoord keek ze naar het scherm. Een bericht van Nea. Ze glimlachte kort bij het zien van de berichten van haar zusje. Hoewel ze al jaren ver van elkaar af woonden, konden ze het nog steeds goed met elkaar vinden, maar Morrigan wilde niet toegeven dat ze de moord op de man haast had zien gebeuren. Ze typte snel een antwoord terug en liet haar ogen over de bosrand glijden. Weerwolven. Wat een onzin. Toch?

    To: Nea
    Ik ben in het bos met Win, veilig
    Wat is er gebeurd?
    Wie is er gek??
    Heb je hulp nodig?


    I imagine death so much it feels more like a memory
    when’s it gonna get me?
    in my sleep?



    seven feet ahead of me?
    if I see it comin’, do I run or do I let it be?
    is it like a beat without a melody?



    You gave me my life all those years ago, now I give you yours.

    Laurel Amaroux
    Only a true wolf will fall in love with the moon.

    27 • Wolf • Alpha • Outfit • At Cheers & Beers w/ Castor
    Met een blik op Castor’s houding, wiens handen de bar vastpakten alsof ze twee bankschroeven waren, de spieren in zijn hele lichaam volledig gespannen, wist Laurel dat hij vocht om zichzelf te beheersen. Om de wolf in hem niet de controle over te laten nemen. De jonge Alpha herkent het gevoel maar al te goed, waar zij met zachte geestestrelingen haar eigen dier eveneens tracht te kalmeren in de hoop dat ze niemand van hen zou verraden. En hoewel Laurel en haar wolvin inmiddels volledig op elkaar afgestemd zijn, waren het dit soort momenten die ieders zelfbeheersing kan laten knappen. Het was een verleiding waar ze niet aan toe mogen geven, al helemaal niet nu de Volle Maan in de laatste week van haar cyclus zat.
          ”We moeten uitzoeken wie Millie Raisin heeft. . .” begint Castor met spreken. Een korte snuif volgt als het hem niet lukt om zijn zin af te maken. Om de woorden uit te spreken die Laurel nu met haar eigen gedachten wel weet in te vullen. Onopgemerkt klemt Laurel haar kaken opeen, terwijl ze wegkijkt van haar broer en afleiding tracht te zoeken bij de paar mensen die de bar hebben opgezocht. Een jonge onschuldige vrouw, waarom? “Wie van ons dat heeft gedurfd. En zorgen dat het nooit, nóóit meer gebeurd.” Castor’s stem klinkt laag, even zacht als dat van Laurel eerder, maar gesproken met een vlijmscherpe dreiging. “Zeg me wat ik kan doen, Lau.”
          Langzaam buigt Laurel naar voren, haar beide armen van elkaar losgemaakt — haar handen vlak op het koele hout van de bar geplaatst — terwijl ze dichter naar Castor toe leunt. “Te beginnen met jezelf inhouden. We helpen er niemand mee als je de controle verliest,” fluistert de brunette zacht, doch met een vederlichte liefkozing in haar stem hoorbaar. Enkel bestemd voor haar broer. Laurel weet maar al te goed dat dit soort dingen een trigger kunnen zijn; wanneer de dreiging voor hen groter wordt, hun familie oprecht een gevaar kan lopen als de mensen er achter komen wie en wat ze werkelijk zijn.
          “De mensen zijn op hun hoede, iedereen die nu ook maar een klein beetje anders doet kan de sjaak al zijn. En als zij het weten, weten de hunters het al helemaal.”
          Een statisch gekraak vult Laurel’s oren, gevolgd door de herkenbare piepjes van de Sheriff’s portofoon. Rustig gaat Laurel weer wat rechter staan, waarna ze opnieuw de bar een keer rond kijkt — tot deze blijft hangen op Sheriff Burnes en zijn partner Reeves. Wat ze ook verder tegen Castor wil zeggen, het moet even wachten tot het gesprek via de portofoon weer tot een einde is gekomen. Ze moet het horen, moet weten wat er al bekend is. Voor haarzelf. Voor de andere. Voor haar roedel en familie. En dus luistert Laurel schaamteloos het gesprek af, terwijl haar wijsvinger over de houtnerven van de bar heen strijken, net alsof ze in gedachten verzonken is.
          ”Uiterlijke kenmerken en aantal daders? Is het slachtoffer een weerwolf?"
          ”Negatief. Kenmerken van de daders zijn onbekend. Getuigenverklaringen zijn gewenst.”
    Het stoelschrapende geluid doet Laurel een keer met haar ogen knipperen, haar gedachten lostrekkend van het gesprek dat gaande is geweest. Een dat zij eigenlijk helemaal niet vanop deze afstand zou moeten horen. Laurel had al geweten dat het slachtoffer geen wolf betrof, gezien ze het gevoeld had aan alles in haar wezen. Er is geen leeg onrustig gevoel in haar binnenste aanwezig, enkel de spanning en frustratie van hetgeen dat een van haar eigen packleden een onschuldig mens heeft aangedaan. Haar dierlijke instincten drijven haar er niet op aan dat ze iemand mist in de roedel, maar stuwt voort op het feit dat er iemand de fout in was gegaan. Al de berichten die over de portofoon heen zijn gekomen, is dan ook niets nieuws.
          ”Lau, zet ons ontbijt maar op mijn tab,” roept de stem van Sheriff Burnes haar ondertussen toe.
          Een glimlach glijdt als vanzelf over Laurel’s lippen heen, maar zwakt al veel te gauw weer af als de rest van zijn zin wordt onderbroken door Louis’ handtastelijkheid richting Nea toe. Grommend komt haar wolvin opnieuw onder de oppervlakte naar voren, haar tanden nog net niet ontbloot als Laurel opmerkt hoe Reeves op brutale wijze bij haar billen wordt gepakt. Het was niet de eerste keer dat de loodgieter zijn handen niet thuis kan houden, waar hij het bij menig vrouw al heeft geprobeerd. Hoofdschuddend kijkt Laurel toe, tevreden met de manier waarop Sheriff Burnes de man onder handen neemt. Hetgeen haar wolvin gelijk eveneens een stuk rustiger stemt.
          Ze zou niet afgeleid mogen raken op dit moment, maar Laurel kan er niets aan doen dat haar blik kortstondig wat verder afdwaalt. Over de gebalde vuist van de Sheriff heen, langs de spierkrachtige bolling onder de bovenmouwen van zijn blouse. Gelijktijdig sijpelen de gesprekken van de voorgaande avond haar gedachten terug binnen. De flirtende ondertonen beslist niet onopgemerkt gebleven en waar ze zelf eveneens op in is gegaan. Voor het eerst in tijden had Laurel zich ongedwongen en op haar gemak gevoeld. Maar wanneer haar blik dat van Castor kruist wordt de jonge Alpha met een brute kracht terug in het hier en nu gezogen. Ze zou niet mogen vallen voor de charmes van de Sheriff, wiens verhaal ze maar al te goed kent en waarmee zij het risico loopt alles in gevaar te brengen.
          ”Misschien moeten we zo maar eens een kijken op het plein gaan nemen,” mompelt Laurel laag en zacht. Onderwijl pakt ze het boekje met openstaande rekeningen achter de bar vandaan, waar ze met een snel handschrift de Sheriff en Reeves hun bestellingen in opschrijft. “Ze gaan volgens mij wat getuigenverklaringen afnemen. Wie weet wiens naam van ons er over de tong heen komt gerold.” Met een fonkelende blik kijkt Laurel Castor aan, terwijl van binnen de wolvin haar vacht een keer uitschudt alvorens ze zich waakzaam opkrult.
          TO: Nea.
          Maak je geen zorgen, dat komt wel goed!
          Ik heb het zeker gezellig gehad gisteravond.
          Misschien een heel klein beetje heel erg gezellig. . .
          En jij???




    'Three words, large enough to tip the world; I remember you.'



    GENEVIEVE ELIZABETH ZIMMERMAN

    Just a city girl, living in a lonely world
    27 • Human • Eating breakfast in some pub • w/ Robert




    Rob, ik heb er zo’n ontzettende puinhoop van gemaakt.’ Genevieve haar hoofd bonkte terwijl ze rusteloos en zuchtend in haar ontbijt voor haar neus prikte. De kater was verschrikkelijk. De eieren met spek op haar bord waren een ravage. De herinneringen aan de avond ervoor waren misschien nog wel erger. Het was alles behalve de manier waarop ze had gehoopt haar nieuwe levensjaar te beginnen. Ze had in die zeventwintig jaar wel gedacht dat ze iets van haar voorgaande fouten had geleerd, maar niets was minder waar. Het was weer typisch een geval van weer een jaar ouder, maar niet wijzer geworden.
          Als je het Ginny een jaar geleden had gevraagd had ze nooit durven antwoorden dat haar verjaardag plaats zou vinden in een lokale pub van een dorpje waar nog nooit iemand gehoord had. Desondanks Genevieve een hele andere voorstelling van haar zeventwintigste verjaardag had, leek de avond perfect met een dinertje samen met de enige waar ze oog voor had sinds haar aankomst in Millers Hollow. Tony was geweldig en had haar overladen met lieve woorden, cadeaus en verjaardagszoenen. Maar wat begonnen was als een prachtige avond, werd al snel ruw verstoord door een anoniem sms’je. G, je kan je niet blijven verbergen. I know what you did. Oh and happy birthday. De woorden lieten Genevieve niet meer los en zorgde voor een nare nasmaak. Het was niet het eerste sms’je die ze had ontvangen sinds haar aankomst in het dorp. En het zou ook zeker niet de laatste zijn, daar was ze van overtuigd. Het enige wat ze nu kon doen, was het enige wat ze altijd deed na het ontvangen van zo’n sms’je: het vernietigen van haar telefoon en het aanschaffen van een nieuw nummer. En dat was wat ze deed. The sooner, the better.
          Het anonieme sms’je had haar avond verpest en ook Tony leek van de aardbodem verdwenen te zijn. Waarom verdwenen mannen altijd het moment dat je ze het hardste nodig had? Waren alle mannen dan toch hetzelfde? Genevieve had er niet te lang bij willen stil staan, het daarom maar op een zuipen gezet en opeens was daar Nea. Lieve mooie Nea. De mysterieuze brunette had een bepaalde charme over haar heen wat Ginny niet kon plaatsen. Het moment dat Genevieve Neamhain ontmoette, had de vrouw haar de adem benomen. Ginny had zich op haar gemak gevoeld op een manier dat ze nog nooit zo sterk had ervaren. De zoen die ze gisteravond hadden uitgewisseld zorgde ook niet voor opheldering. Alles behalve. Het kon niet. Het mocht niet. Maar het voelde zo goed. Was het de drank geweest? Of een hunkering naar het onbekende wat smaakte naar meer? Ze viel toch op mannen? Ze viel toch op Tony? Compleet overdonderd door de magie van de kus had ze wat gestameld op de vragen de die mooie brunette had gesteld. Wat ze precies geantwoord had wist ze niet helemaal meer. Het enige wat ze toen wist was dat ze zo snel mogelijk weg moest. Weg van de alcohol. Weg van de mensen. En weg vooral van Nea.
          Snel had ze zich geëxcuseerd bij de brunette en Rob aan zijn mouw getrokken met de expliciete vraag of ze nu konden vertrekken. Want van Tony ontbrak nog ieder spoor. Ergens was dat een opluchting; hij had haar bedrog niet kunnen aanschouwen. Wat haar daad niet minder erg maakte. Maar het liefst was ze natuurlijk met hem mee naar huis gegaan. Alleen zijn was nu het allerlaatste wat ze wilde.
          Ze had al vaker bij Robert de nacht doorgebracht. Ontelbare sleepovers waar bij ze zijn shirts als nachthemd droeg. Keurig op de bank. Want Robert voelde als een broer voor haar. En ook vanavond zou ze op zijn bank de nacht spenderen, wetende dat ze geen oog dicht zou doen. De adrenaline die door haar aderen stroomde had echter al snel plaats gemaakt voor schuldgevoel. Ze walgde van zichzelf. Dit verdiende Tony niet. Zij verdiende hem niet. Ze moest eerlijk met hem zijn. Met alle gevolgen van dien. Ze moest het hem vertellen. Ze zou het hem vertellen, want die kus met Nea betekende niets... Toch? Het stemmetje in haar hart vertelde haar echter iets anders. Het was één grote puinhoop.
          ’Wat moet ik doen Rob? Ik moet het Tony wel vertellen, toch?’ Eindelijk rukte Genevieve haar blik los van het slachtveld op haar bord en zocht Robert zijn ogen, die achter de bar wat glazen stond te spoelen. ‘En bedankt dat ik vannacht weer bij jou kon crashen.’ Ze meende het, ze was voor geen goud alleen naar huis gegaan. ‘Mag ik je nog om één gunst vragen,’ ging ze vervolgens verder. ‘Heb je misschien nog een oude telefoon die ik zou mogen lenen? De mijne is gister overleden.’

    [ bericht aangepast op 5 juni 2022 - 19:45 ]


    (n) a particular period of time in history or a person's life

    Castor Amaroux
    29 — wolf (beta) — Cheers & Beers — Laurel
    Castor had controle over de wolf in hem, maar op dit soort momenten werden zijn geduld en uithoudingsvermogen tot de max getest. Die eerste jaren van zijn leven, waar hij juist meer dan de helft van de tijd doorbracht als wolf, hadden er goed ingehakt. Hij wilde het niet toegeven, maar het liefst zou hij dat weer doen: gewoon als wolf in het bos leven. Zijn familie zou hij opzoeken, maar al het menselijke gedoe eromheen hoefde hij niet. Banen, huur betalen of het gedoe dat er nu in het dorp aan de hand was. Het zou een veel gelukkiger en rustiger leven zijn. Maar hij wist ook wel dat het nu extra gevaarlijk zou worden in het bos. Als de dorpelingen zomaar een man op de brandstapel konden gooien, wat zouden ze doen als ze, al dan niet toevallig, een wolf zouden tegenkomen in het bos? Enkele mannen kon Castor wel aan in zijn wolvenvorm, maar een hele horde? Dat zou zijn dood worden.
          'Te beginnen met jezelf inhouden,' hoorde Castor en hij wendde zijn blik af van zijn krampachtige handen en keek naar zijn zusje. 'We helpen er niemand mee als je de controle verliest.' Hoewel Castor wist dat Laurel het goed bedoelde, kon hij zijn afkeurende gesnuif niet tegenhouden. Hij wist wel wat hij zou doen als hij alfa was. Als. Hij zou de hele roedel meenemen naar het bos en iedereen stuk voor stuk hard ondervragen. Geen genade. Die andere wolven zouden moeten voelen wat voor gevolgen hun acties hadden. Dít zou er dus gebeuren: een woedende menigte die het heft in eigen hand zou nemen en zomaar een man afslachtten. Dat had een van hen kunnen zijn. 'De mensen zijn op hun hoede, iedereen die nu ook maar een klein beetje anders doet kan de sjaak al zijn. En als zij het weten, weten de hunters het al helemaal,' vervolgde Laurel en Castor knikte alleen maar even. Hij moest zich inhouden. De alfa had het gezegd, dus moest het gebeuren. Maar het frustreerde Castor. Er moest actie komen, of het zou alleen maar meer uit de and lopen in Millers Hollow.
          Zijn blik gleed van Laurel naar de andere kant van de bar, waar hij Evan en Nea zag zitten. Vaste klanten die nu werden afgeleid door het gekraak van een portofoon. Beide wolven bleven stil en spitsten hun oren, zonder dat het al te veel opviel. Er werd door Burnes gevraagd naar de eventuele daders en het slachtoffer. Nog niets bekend, zo leek het. Een vlaag van opluchting gleed door Castors lichaam, maar hij wist dat dit van korte duur was. Hij kende de sheriff een beetje, en die sheriff was zeker niet dom. Het frustreerde hem dat Lau hem wel zag zitten, ook al gaf ze dat niet toe, zelfs niet aan Castor. De sheriff en een wolf? Dat was zo ongeveer de slechtste combinatie die je zou kunnen bedenken. Maar hij hield zijn mond. Hij kon alleen maar strak naar zijn zus kijken.
          'Misschien moeten we zo maar eens een kijkje op het plein gaan nemen. Ze gaan volgens mij wat getuigenverklaringen afnemen. Wie weet wiens naam van ons er over de tong heen komt gerold,' zei Laurel toen. Eindelijk, actie. Nu ook de twee sheriffs het pand hadden verlaten, kon Castor weer een beetje ademhalen. Hij leunde wat naar Laurel toe en tikte met zijn nagels op het blad van de bar.
          'Wat houdt ons tegen om iedereen in het bos te ondervragen?' vroeg hij toch. Ons, daar moest hij misschien wel even mee oppassen. Hij was niet de alfa, en ook niet de delta. Hij had een lagere status en moest zich daaraan houden. Maar tegelijkertijd hoopte hij dat Lau deze opmerking van hem zou accepteren en zou overwegen. 'Wij weten wie het gedaan zou kunnen hebben. Denk je dat iemand van onze roedel zomaar eerlijk is tegen Burnes en Reeves?' voegde hij toe en hij slikte. 'Het zou ze eerder meer hun hol in duwen. Ik wil niet het risico lopen dat ze er toevallig achter komen. Wíj moeten hiermee dealen, Lau, niet de mensen.' Hij gromde laag, slechts te horen door de scherpe oren van zijn zus. Hij wist dat het beter zou zijn als dit binnen de roedel afgehandeld zou worden. Het moest haast een wolf zijn die zichzelf niet onder controle had, of die niet trouw was aan de regels van de roedel. Castor had die regels ook, soms hardhandig, moeten leren. Voor kinderen werden er uitzonderingen gemaakt, maar kinderen zouden deze wonden niet kunnen aanrichten. Het moest een volwassen wolf zijn. En die moest beter weten. 'Twee opties,' mompelde Castor toen en de felblauwe ogen van zijn wolf staarden Laurel recht aan, 'hij moet verbannen worden, of hij moet dood.'


    look at where you are
    look at where you started



    the fact that you’re alive is a miracle
    just stay alive, that would be enough



    You gave me my life all those years ago, now I give you yours.


    BASILIO VASCO LOUIE

    Villager - With Ezekiel at Millie's Milkshakes - Outfit ->



    Zoals iedere beste vriend dat deed - stond Zeke een eind verderop maar nog net in bereik genoeg om me een bemoedigend schouderklopje te geven, terwijl ik boven de vuilnisbak hing. ‘’Dat hebben we zeker nog niet eerder gehoord.’’ beurde hij me op waarna hij een wondermiddeltje bovenhaalde die ons in onze wilde feestjaren ook al veel geholpen had. Het flesje met donkere smurrie had ik in mijn achterzak gestoken, gezien ik de eerste minuten niets zou binnenhouden, waarna we een veilige haven zochten om even op adem te komen.
    Daar hingen we dan half aan de toog bij Millies Milkshakes, nog steeds licht trillend terwijl we probeerden te verwerken wat zojuist gebeurd was- al wist ik niet zeker of ik dat ooit zou kunnen verwerken- . Zeke had drankjes voor ons besteld, tijdens het wachten had ik dan maar Zeke's middeltje uit mijn broekzak gehaald. Zijn homeopatische anti kater smurrie was inmiddels al bekend bij me al ging de bittere smaak toch even op de tong blijven zinderen eens je het spul achterover kapte. Ik had mijn neus dan ook licht opgetrokken, terwijl ik het goedje adfundumgewijs binnen goot en een tegenpruttelende 'yekkes' half smakkend mijn lippen verliet, vooraleer ik half zuchtend mijn armen op de toog gooide en mijn hoofd met een heuse pruillip erop liet steunen.
    ’’Het is fucked up wat er net is gebeurd, maar wij hadden er niets aan kunnen veranderen. '' probeerde Zeke me te troosten al schudde ik zacht mijn hoofd. "Ik kon ertussen gesprongen hebben Zeke, mensen een beetje verstand toespreken." ik tikte even tegen mijn hoofd aan, frustratie en angst was het minste wat momenteel in me wakkerde. "Hoe-... Ik ... " ik schudde nog steeds vol ongeloof mijn hoofd ik viste een sigaret uit mijn achterzak en stak deze tussen mijn lippen, al had ik het fut niet om deze aan te steken... Maar gewoon het ding tussen mijn lippen bracht een soort vreemde troost. ''Je had het over, een ruzie, hoe is dit begonnen?'' vroeg mijn beste maatje me voorzichtig, waardoor ik even opkeek, kort door mijn haren krabbelde en mezelf weer overeind duwde. "Wel ehm." begon ik, de peuk die netjes tussen mijn lippen had gestoken, rustten nu tussen mijn midden en wijsvinger, al wiebelde ze ongedurig heen en weer terwijl ik de hele gebeurtenis me weer voor de geest haalde. "Je kent mijn moeder, ze haalt iedere trieste ziel binnen in het restaurant om ze een gratis maaltijd aan te bieden." mompelde ik. "Jack had een booth voor zichzelf gekregen waar hij in alle rust wat kon drinken en eten. Nou je kent Mason-" een naar gevoel borrelde in me toen ik terugdacht aan het akelige geschreeuw. "Kende... Mason, had geen blad voor de mond." ik zuchtte diep, de peuk tussen mijn vingers was haast fijngenepen. "Davies maakte een ongepaste opmerking over Millies verdwijning- dat ze vast ehm... tja in stukken was en Jack ving dit natuurlijk niet goed op." ik maakte een beweginkje met mijn handen 'van het één kwam het ander' "Voor ik het wist moest ik de twee uit elkaar trekken- Bepe heeft er een blauw oog aan over." mopperde ik, waarna ik mijn mouw iets optrok en de beurse plek op mijn rechterschouder toonde aan Zeke. "Van Mason- Akkoord hij was een eikel, maar weerwolf?" ik fronsde terwijl ik mijn mouw weer omlaag trok, nog steeds niet goed begrijpend waar het zelfs vandaan kwam. "Jack beschuldigde Davies van all het kwade- dat hij Millie gedood heeft, dat hij een wolf is helpt ook niet dat de buren van Davies ook vermist werden." legde ik uit aan Ezekiel. " Het nieuws moest als een lopend vuurtje gegaan zijn door het dorp..." Hard beet ik op mijn onderlip. "Ik had meteen Neamhain moeten bellen, die twee niet zomaar buiten gegooid hebben." schuldgevoel bekroop me enorm. Het hele dorp was gek geworden, maar ik had dit kunnen stoppen.
    ‘’Denk je dat Mason er echt een was?’’ vroeg Zeke me, waardoor er haast meteen een ongelovig triest lachje over mijn lippen glipte. "Natuurlijk niet! Verhaaltjes zijn verhaaltjes- verzonnen door één of andere gek die zijn dorpsgenoten bang wilde maken. En kijk waar het ons nu gebracht heeft." gefrustreerd stak ik de kromme peuk terug tussen mijn lippen, waarna ik mijn oude mobieltje boven haalde om enkele mensen te berichtte om wie ik me enorm zorgen begon te maken. Mijn ouders hadden me al laten weten dat het restaurant voor vandaag gesloten zou blijven en mijn zusjes veilig thuis waren. " Het zijn momenten als deze dat ik me afvraag waarom ik niet weg ben gegaan uit Millers Hollow." mopperde ik. "We kunnen nog wegrennen Zeke, weg op mijn scooter. Even strippen voor wat geld en daarna naar LA ofso." probeerde ik mezelf en mijn maatje wat op te beuren.
    Het hele verhaal kwijtkunnen luchtte zeker op en na enkele tellen kon ik even diep ademhalen, de rust terugvinden. "Hoe is het met Elaine?" Ik had mijn maatje gisteren wel met zijn ex -onze ex?- zien vertrekken en de kleine grimas die hij net had bij het blikken naar zijn mobiel vertelde mij allesinds genoeg. "En nee ga het onderwerp niet switchen, ik heb dit even nodig." mopperde ik nog, waarna ik aandachtig tegen de toog aanleunde , mijn hoofd leunend op mijn handpalm terwijl ik Zekie aankeek.




    To Elaine:

    Alles oké met je??? Zit met Zeke bij Millies
    Kust veilig hier



    To Thalia:

    Waar ben je? Het Dorp is CRAZY geworden!
    Bel als je me nodig hebt !


    To Embie ;

    Meid waar zit je???





    I caught a golden trout! But the real treusure? Friendship - ACNH

    Laurel Amaroux
    Only a true wolf will fall in love with the moon.

    27 • Wolf • Alpha • Outfit • At Cheers & Beers w/ Castor
    Laurel weet vakkundig Castor’s strakke blik te negeren. De afkeuring maar al te zichtbaar op zijn gelaat, doelend op het feit dat ze seconden geleden de verleiding niet wist te weerstaan om wat langer dan nodig naar de Sheriff te kijken. Ook al had ze niet aan hem toegegeven een oogje te hebben op de man, haar broer was niet dom. Het waren gevoelens waarvan Laurel weet dat ze deze moet vermijden — moet zien te bekoelen omdat het nooit zal gaan leiden tot iets goeds. En mede daarom heeft de brunette nooit geen woord gesproken over wat ze misschien wel eens van de Sheriff is gaan denken, de gevoelens telkens weer verstopt als ze naar de oppervlakte dreigen te komen.
          ”Wat houdt ons tegen om iedereen in het bos te ondervragen?” vraagt Castor dan toch. Onderwijl tikt hij gespannen met zijn nagels op het houten blad van de bar. De agitatie stralend van zijn gehele houding af. De woordkeuze die hij maakte een dat Laurel tracht te negeren, puur omdat het haar broer is die tegen haar spreekt. Hij was de enige wie er voor nu mee weg zou komen. “Wij weten wie het gedaan zou kunnen hebben. Denk je dat iemand van onze roedel zomaar eerlijk is tegen Burnes en Reeves? 'Het zou ze eerder meer hun hol in duwen. Ik wil niet het risico lopen dat ze er toevallig achter komen. Wij moeten hiermee dealen, Lau, niet de mensen.”
          De zachte grom welke Castor laat horen triggert Laurel’s Alpha zijde, waarop het dier woest van binnen naar omhoog komt. De brunette zelf vernauwd slechts haar ogen iets, de waarschuwing maar al te zichtbaar in haar heldere kijkers. Careful. “Twee opties,” gaat Castor ondertussen verder. De blauwe kleur in zijn ogen veel te fel aanwezig. “hij moet verbannen worden, of hij moet dood.”
          ”Eyes, Castor,” sist Laurel zacht, terwijl ze opnieuw terug naar voren buigt, dichter naar Castor toe, haar tanden ontbloot om de dwang in haar woorden werkelijk kracht te geven. Van binnen borstelt haar wolvin haar nekharen omhoog, haar dikke vacht eveneens uitgeschud in een poging haar lijf nog groter te maken. De dreiging onmiskenbaar. “Of je bent de volgende die op de stapel beland. Een hunter wacht niet tot de avond valt op het moment dat hij de blik van een wolf herkent.” Vervolgens gaat Laurel weer terug rechtstaan, waarop ze haar blik vluchtig een keer rond laat glijden — haar oren gespitst, de geluiden om hen heen filterend tot alleen hetgeen dat van belang is.
          ”Wat ons tegenhoudt,” klinkt het vervolgens nog altijd zacht, doch scherp genoeg. “is dat we geen slapende honden willen wakker maken.” Miniem tikt een van Laurel’s mondhoeken suggestief iets omhoog, de ironie hoorbaar in de klanken van haar stem. “Letterlijk én figuurlijk,” gaat ze verder. “Natuurlijk gaat niemand van ons eerlijk zijn tegen de Sheriff en Reeves, daar hebben we tenslotte ook onze redenen voor, maar de mensen wel. Als er iemand is die iets gezien heeft die avond, dan gaat er sowieso wel een naam vallen — of er dat nu een van ons is of niet.”
          Zachtjes laat Laurel haar vingers over die van Castor heen gaan in een poging om niet alleen hem, maar ook zijn wolf te kalmeren. Uiteindelijk omvat ze met haar hele hand de zijne, waarop ze hem een zacht kneepje ter geruststelling geeft. “Ik weet wat je wilt, Cas. En ik hoor je, maar om nu de hele roedel in het bos op hardhandige wijze te ondervragen, daar is nog altijd geen een van ons beter van geworden. In plaats daarvan lokken we hem of haar juist wat verder uit hun hol door de illusie te creëren dat we het simpelweg gewoon niet weten.”
          Een sluwe glimlach krult zich rond Laurel’s mond terwijl ze Castor nog een laatste keer in zijn hand knijpt, alvorens ze hem loslaat en haar lederen jack van de kruk af grijpt. “Iemand die denkt dat hij terrein gewonnen heeft door ongestraft te blijven maakt eerder fouten dan iemand die vooraf al gewaarschuwd is. Als wij de roedel bijeen roepen, nu op dit moment, geven we diegene alleen maar de ruimte om een excuus te verzinnen.” Moeiteloos trekt Laurel het zwarte jack aan en schudt ze haar lange haren over de kraag heen. Nog altijd is haar stem laag gesproken, waarbij ze tussendoor slechts een keer glimlacht om het idee af te geven dat zij en haar broer in een luchtig, simpel gesprek zijn beland.
          ”Ik wil de uitdrukking op het gezicht kunnen zien als we het bewijs uit een onverwachte hoek voor de voeten kunnen gooien en er niets meer is om tegenin te brengen,” zegt de jonge Alpha, eens ze klaar is om naar buiten te gaan. Ondertussen gromt haar wolvin diep en laag, likkebaardend zodra ze haar tanden vervaarlijk ontbloot. Onbewust raakt Laurel de littekens in haar hals en over haar borst aan, de huid koel vanwege de slechte genezing. “Daarna kunnen we pas echt gaan. . . spelen.” Opnieuw glijdt er een zweem van een glimlach over Laurel’s lippen heen. De hint naar een straf, die de dader uit haar pack boven het hoofd zal hangen op het moment dat ze er achter komen wie zich niet aan de regels heeft kunnen houden, is zichtbaar in de dierlijke schittering van Laurel’s ogen wanneer ze Castor aankijkt.
          ”Dus, ga je mee?”




    'Three words, large enough to tip the world; I remember you.'

    Marley Andrea Anderson
    28 | werewolf | beta | outfit | with Theo @ the middle of the market





    "I am not violent."
    "I am not malicious."
    " I am a result."

          Machteloos had ze van een afstandje staan kijken hoe de onschuldige Mason Davies bruut van zijn leven werd beroofd. Instinctief had Marley bij het zien van het wilde geduw en getrek aan zijn lichaam naar voren gestapt. Ze had willen helpen. Willen roepen dat hij onschuldig was. Ze had haar lichaam als barricade voor de brandstapel willen werpen in de hoop het proces net zo lang te kunnen vertragen totdat Evan en Nea de boel konden komen sussen, maar ze kon het niet. De inwoners van Millers Hollow waren door onrust, angst en machteloosheid grotere monsters dan zij was, geworden. Hun bloedlust was er een die op dit exacte moment gestild moest worden, net zoals die van haar tijdens een volle maan. Het was weerzinwekkend om haar evenbeeld in de bevolking van het stadje terug te zien. Ze waren genadeloos en het stak om te weten dat zij dat in de nacht meer dan enkele keren ook was geweest. De dorpelingen waren niet alleen gek en wraakzuchtig geworden, maar ook oplettend. Met haviksogen keek iedereen wantrouwig om zich heen, waarschijnlijk in de hoop andere weerwolven te ontmaskeren. Marley moest op haar tellen gaan passen en hoe graag ze ook had willen helpen, besloot ze om weer achteruit te stappen. Om toe te laten wat de inwoners van Millers Hollow zo graag wilde: de dood van een van hen.

    Het gegil van Davies ging door merg en been. Zijn lichaam dat geteisterd werd door de hoge vlammen die om hem heen dwarrelden, was een traumatisch aanzicht. Mar had haar blik afgewend. Ze kon niet langer aanzien hoe een onschuldige man tevergeefs voor zijn leven vocht. Er volgde een doodskreet waarna het ijzig stil werd en het enige geluid dat overbleef het knapperende vuur was. Haar blik vloog omhoog en bij het zien van Mason Davies zijn levenloze lichaam wist Marley dat ze een fout gemaakt had. Ze had niet moeten kijken, dan was het schuldgevoel misschien minder geweest. Nu zou het portret van Davies zijn verschroeide lichaam dat geofferd was voor the sake of the town voor altijd op haar netvlies gebrand staan. Haar maag draaide zich om en het zweet brak haar uit. Dit was haar schuld. Draaierig vond de brunette een weg uit de menigte. Haar toevlucht zocht ze in een van de nabij gelegen stegen waar zonder waarschuwing haar gehele maaginhoud naar buiten kwam. Ellendig leunde ze met haar hoofd tegen de koude stenen van de muur tegenover haar. Het wist haar lichaamstemperatuur te controleren. Niet gewilde flashbacks flitsten door haar hoofd.

    Het was begonnen als een fijne avond. Genevieve was jarig geweest en Marley was met plezier de Cheers & Beers ingestapt. Haar humeur veranderde echter snel. Sinds het daten met Evan was gestopt, hadden haar dierlijke instincten opnieuw de overhand gekregen. Ze wist niet wat het was, maar de sheriff zijn aanrakingen, woorden en aanwezigheid in haar leven hadden haar meer controle over haar innerlijke monster gegeven. Het was alsof hij haar kwelgeest kalmeerde. Toen dat weg viel, viel Marley terug in haar oude patroon. Haar innerlijke wolf wist ze niet meer te temmen, wat haar nachten steeds vaker met complete black-outs vulden. Haar woede erover keerde zich opnieuw tegen Laurel. Haar voormalige beste vriendin had haar immers zo gemaakt. Dit monster wat ze was, had ze te danken aan haar. De zogenaamde 'morele' alpha weerwolf die nooit iets fout deed. Laurel vermoordde geen mensen? Wrong. Ze had Marley vermoord, want sinds die ene beet van anderhalf jaar geleden, was Marley nooit meer zichzelf geweest. Misschien was de oude Mar tijdens het daten met Evan kort weer naar boven gekomen, maar dat was een uitzondering geweest. Marley was dood en Laurel was de schuldige. Zo vrolijk als ze was tijdens haar binnenkomst, zo gekwetst en woedend was ze geweest tijdens het vroegtijdig verlaten van het feest. Marley kon niet zonder intimiteit. Ze wilde iemand om haar leven mee te delen. Was een hopeloze romanticus die in ware liefde geloofde en had oneindig veel behoefte aan lichamelijke aanrakingen. Sinds ze een wolf was geworden, was dat alleen maar verergerd. Na Evan, was Theodore daarom in haar leven gekomen. De man was een wandelende rode vlag, maar het boeide Marley niets. Het was beter dan elke nacht opnieuw alleen in slaap te vallen. Nu had ze de hook-ups met Theo om naar uit te kijken. Het was echter vermoeiender om met de jongen te dealen dan Mar had verwacht. Hij kon haar uit het niets negeren. Zo ook gisteravond. Nadat het tweetal leuk met elkaar had gedanst, geflirt en gezoend, was Marley er zeker van dat ze met de jongen mee naar huis zou gaan tot zijn ogen op een mooie blondine vielen. Vanaf dat moment bestond Marley niet meer. Theo negeerde haar appjes en leek elke keer dat ze dichter naar hem toe kwam verder van haar af te bewegen. Ze wist genoeg. Hij had haar ingeruild voor een mooier exemplaar. Alsof dat kon.. Net toen Mar haar jas had aangetrokken, kwam een van Theo's net nieuw gemaakte uitgaansvrienden nog eens een extra trap in haar rug geven. Of ze even wilde stoppen met cockblocken...





    Gefrustreerd was ze naar buiten gelopen. De grote hoeveelheid drank die ze op had in combinatie met het gevoel van afwijzing, vernedering en de weinige controle die ze überhaupt de laatste tijd al had, maakte haar een groot gevaar. Ze voelde hoe haar hart sneller begon te kloppen. Niet nu. Niet hier. Vlug rende de dame de donkerte van de bossen achter de Cheers en Beers in. Haar mond begon gruwelijk pijn te doen terwijl haar scherpe hoektanden zich door haar tandvlees boorde. Haar groeiende nagels duwde ze tot bloedens toe in de palm van haar hand in de hoop niet te veranderen, maar ergens diep van binnen wist ze dat het al te laat was. Tranen rolde over haar wangen terwijl ze haar botten voelde verschuiven. Een pijnlijke kreet verliet haar lippen nadat ze op de grond viel. Het was onmogelijk om zonder controle tegen zo een oerkracht te vechten. Het leverde alleen maar onmenselijke langdurige pijn op en dus liet Marley haar verzet los. Binnen enkele tellen kleurden haar irissen geel en kwam haar bruine vacht tevoorschijn. Haar innerlijke wolf was realiteit geworden en het werd donker voor Marley haar ogen. Enkele vlagen van helderheid lieten haar Millie Raisin zien die bloedend op de grond van haar weg kroop. Mar kon niet stoppen. Haar tanden zette zich in de onschuldige dame haar been en trokken haar terug. Haar klauwen boorden zich in het uitgeputte lichaam en opnieuw werd het zwart voor haar ogen.

    Bibberend was Marley in de modder ergens in het donkere bos naakt wakker geworden. Naast haar lag het levenloze lijf van Millie Raisin omringd door een plas bloed. Overspoeld door pure paniek had ze de enige persoon gebeld waarvan ze wist dat hij haar meteen zou komen helpen zonder enige vorm van veroordeling met zich mee te brengen: Tony. Als de reddende engel die hij was, had hij haar kleding onderweg opgepikt en voor haar meegenomen waarna ze samen het lijk hadden weg gewerkt. Evenals het gevlochten mandje dat de vrouw bij zich had gedragen met daarin verse bramen. Millie Raisin had de menigte voor willen zijn gezien heel Millers Hollow gek was op de in het wild groeiende bramen en had als verassing voor haar man verse bramen bij het ontbijt willen serveren. Het betekende haar dood.


    Gemompel in de steeg trok Marley uit haar gedachte. Het was verdacht dat ze zich in haar eentje zo afzonderde en dus liep ze terug naar het plein. Even stond ze stil terwijl ze naar de brandstapel staarde. Ze pakte haar telefoon erbij en typte een berichtje naar Evan.

    To: Evan
    Hey,
    Ik denk dat je ondertussen wel gehoord hebt wat er is gebeurd..
    Ik zat te denken, misschien kan je kijken of er nog wat as van Davies te redden valt
    Misschien fijn voor de nabestaande?
    Weet trouwens dat er niets was wat je had kunnen doen!
    De menigte was compleet gestoord..


    Nadat Mar op wat andere berichtjes had gereageerd, voelde ze plots hoe een arm haar schouders soepel omsloot. Ze verstarde. Het was klaar. Ze was erbij. Haar lichaam zou het volgende slachtoffer van de hete alles opslokkende vlammen worden. De arm trok haar echter dicht tegen een stevige borstkas aan. Dit was niet het werk van een boze dorpeling en een arrestatie ging meestal ook niet op deze manier, tenzij het ging om degene die ze samen met Evan in de slaapkamer had nagespeeld. "Hey beautiful, did you miss me?" Een flirterige fluistering streelde haar oor. De stem herkende ze meteen en zonder enige twijfel trok Marley zich gelijk los. "Pardon?" Vol ongeloof staarde ze Theo aan. "Je maakt een grapje toch?" Waarom moest het elke keer zo gaan. Marley werd er moe van. "Vertel me niet dat je nu alweer bent vergeten wat je gisteren hebt gedaan.." Het was een terugkerend excuus waar Theo tot in den treuren gebruik van maakte. Hij had altijd teveel gedronken en wist niet meer dat hij haar de avond of dag ervoor slecht behandeld had. Overdreven keek Marley om haar heen. "Of heb je nu alweer genoeg van je laatste aanwinst? Waar is die mooie blondine van je? Je leek gisteravond nog zo dol op d'r! Viel ze toch tegen?" Marley snoof spottend. "Of wacht, misschien heeft ze jou de deur wel uitgezet toen ze erachter kwam wat voor een lul je bent!" Marley kon haar woede niet langer controleren en ze gaf Theo een stomp tegen zijn borstkas aan. Haar stem werd luider. "Echt waar Ted, stop hier eens mee! Ik ga je niet elke keer na een slap excuus vergeven! Het is op een gegeven moment echt klaar. Maar dan ook echt." Was het de waarheid? Dat wist Marley niet. Haar honger naar intimiteit werd op dit moment toch alleen door de jongen voor haar vervuld en dat woog in principe op tegen zijn slechte behandeling van haar. Desondanks wilde ze hem er dit keer niet zo makkelijk mee weg laten komen. Hij was de reden geweest dat ze zo overstuur was geraakt. Zonder zijn idiote gedrag had ze misschien helemaal niet veranderd en leefde Millie Raisins misschien nog. "Echt, je hebt geen idee wat je allemaal teweeg hebt gebracht.. sukkel!!"



    To: the fantastic four three (Ezekiel, Nea & herself)
    De menigte wilde een schuldige aanwijzen en werd gek..
    Ik stond erbij, maar er was niets wat ik kon doen om ze tegen te houden.
    Het feest gister sucked! Theo deed weer eens raar..
    dus nee, geen forgive me father for i have sinned for me
    Maar voor jullie? 👀



    To: Toon💕
    Mwah
    Ben nogal panisch..
    Weet je zeker dat we alles hebben uitgewist?
    Zijn we niets vergeten?







    [ bericht aangepast op 7 juni 2022 - 17:20 ]

    Nathaniel Luke Covington
    29 | hunter | outfit | with Elide @ the market





    "A wolf is a wolf."
    "Even in a cage."
    "Even dressed in silk."

          Het geluid van een deur die in het slot viel, wekte hem. Met lichte tegenzin en zijn ogen nog gesloten draaide hij zich om. Met zijn arm reikte hij naar de dame naast hem om haar dichter tegen zich aan te trekken. Tot zijn verbazing gleed zijn hand over een leeg kussen heen. Half wakker opende Nate zijn ogen. De plek naast hem was leeg. De man zuchtte. "Typisch," Wrijvend over zijn gezicht stond hij op. Ook al was het beter zo, Nate kon niet ontkennen dat zijn ego wat gekrenkt was. Normaal was hij degene die voor het ochtendgloren weg sloop. Zorgde hij dat hij geen emotionele band ontwikkelde. Nu de charmante Elide hem een spiegel voor hield, was het wennen. Desalniettemin was het beter zo. Nathaniel begaf zich in een wereld waarin het leven elk moment voorbij kon zijn. De vroegtijdige dood van zijn ouders was daar een voorbeeld van. De verloren staat waar zijn vader zich na zijn moeders dood in had bevonden, de gebrokenheid van zijn zusje toen hun vader enkele jaren later ook zijn laatste adem uitblies en zijn eigen pijn die hem sinds hun dood kwelde. Het waren gevoelens die Nate wanneer het zijn tijd was niemand anders aan wilde doen. Niet al zo vroeg in het leven. Hij gunde het iedereen om samen oud te worden, maar met wat hij deed, lag de dood altijd op de loer. Afstand houden was het juiste om te doen, toch? Ja, dat was het, ook al werd het steeds moeilijker. Elides zachte huid liet een hongerig gevoel op zijn lippen achter. Zijn lippen lieten op hun beurt een spoor van kippenvel op haar huid achter. Haar vrouwelijke vormen schreeuwden om bemind te worden terwijl zijn lichaam hunkerde naar haar aanrakingen. Niet alleen hun extatische seksuele klik trok hem naar haar toe. Elide gaf hem iets wat hij sinds zijn 16e niet meer had gehad. Het gevoel van een thuis. Het was te gevaarlijk. Gapend trok de man de badkamer deur achter zich dicht. Het was tijd om de afgelopen nacht achter zich te laten en te beginnen aan de dag die voor hem lag.

    De felle middagzon prikte in zijn ogen. Met zijn handen in zijn zakken wandelde Nate rustig langs de verschillende kraampjes van de wekelijkse zaterdagmiddag markt. Onrust hing in de lucht, net als een vreselijke indringende geur. De man had geen idee waar die vandaan kwam en nog voor hij dat ontdekken kon, was de geur op magische wijze verdwenen. Het was een mysterie en niet de enige die Millers Hollow bezat. Met een opgetrokken wenkbrauw staarde Nate naar de brandstapel waar hij langs kwam die te midden van de markt als een statement na stond te branden. What the fuck was hier nou weer gebeurd? Echt, voor een slaapstad viel er altijd wel iets te beleven in Millers Hollow. Beter had iemand Evan al op de hoogte gebracht. Snel verstuurde hij een bericht naar zijn beste maat. Nate zou zijn antwoorden vanzelf nog wel krijgen en liep door. Het gerammel van zijn maag kon hij niet langer negeren en dus stopte de man bij een kraam waar ze vers fruit verkochten. De man ruilde geld in voor een appel waarna zijn oog op een glinsterend voorwerp in het kraampje naast hem viel. Zijn zusje was dol op dat soort spullen en dus bewoog de man dichterbij om het object te kunnen pakken. Zijn arm strekte zich uit. Hij kon het item bijna vastpakken toen plots een andere hand de zijne tegemoet kwam. Hun vingers raakten elkaar aan en Nate kon zweren dat hij iets iets herkende.







    Nieuwsgierig keek de man op. De dame was hem voor. ”Nathaniel,” Elides diepe stem klonk in zijn oren. “Je bent wakker.” Alhoewel er niets van de dame haar gelaat af te lezen viel, was het haar stem die verraadde dat ze zich betrapt voelde. Het was te mooi om haar er niet mee te plagen. “Betrapt.” Een lichte grijns trok zijn mondhoeken miniem omhoog. Geamuseerd nam hij een hap van zijn net gekochte appel waarna hij die naar de schone dame voor zich uitstak. "Wat had je dan gedacht Elide, dat ik de hele dag in bed zou blijven liggen?" Zijn ogen waren niet van haar lippen af te krijgen nu de dame erop beet. “Ja. . . er is niets dat dát gaat recht breien hè,” Oh, hij had genoeg ideeën hoe ze het met hem goed kon maken, maar dat bleven ze. Ideeën. "Hm, dat ligt eraan wat je intentie was. Misschien was je wel ontbijt gaan halen.." De man gaf haar een veelzeggende blik. Het antwoord daarop wist hij natuurlijk allang. Hij zette een gespeelde teleurgestelde toon op. "maar goed, ik zie nergens een croissant, dus de waarheid is hard." Met beide handen stak de man een denkbeeldige dolk in zijn borst terwijl hij een overdreven pijnlijk gezicht trok. Hij wuifde zijn theatrale gedrag niet veel later weg. "Nee, het is goed Elide, je zal vast je redenen hebben gehad." Een bedenkelijke frons nestelde zich op de man zijn gelaat. Een nieuwe zorg kwam de kop op steken."Als het iets is dat ik heb gedaan of wat je niet fijn vond, hoor ik het graag. Er is altijd ruimte voor verbetering niet?" Hij wilde dat ze wist dat ze eerlijk tegen hem kon zijn. Als het daadwerkelijk iets was wat Nate gedaan had dan wilde hij dat weten. Kon hij zich daarvoor verontschuldigen en zorgen dat het niet opnieuw gebeuren zou.
    Nate wendde zich vervolgens tot de verkoper van de kraam, overhandigde hem wat stuivers en pakte het glinsterende voorwerp. Het bleek een oude ketting te zijn. Het leek verdacht veel op degene die om Elide haar hals hing. "Hier," Nate pakte de dame haar hand die ze tot een vuist gebald had om die vervolgens te openen. "Ik denk dat jij hier meer raad mee weet dan ik." Voorzichtig liet hij de ketting in de dame haar handpalm zakken.

    “Heb je meegekregen wat er gebeurd is?” Nate wist waar de dame op doelde. Het kon niet anders of het ging om de na smeulende brandstapel. Hij schudde zijn hoofd. "Nee, maar ik gok dat het gaat over die brandstapel," Nate knikte in de richting waar hij zojuist vandaan was gekomen. "Ik heb nog nooit meegemaakt dat zo een ding in het echt gebruikt wordt...Het voelt akelig middeleeuws." Nate nam nog een beet van zijn appel. "Vertel, weet jij wel wat er gebeurd is?" Hij besefte zich nu pas wat voor een impact dit op Elide kon hebben. Haar soort was er bovendien in de geschiedenis meerdere keren het slachtoffer van geweest. Met een bezorgde frons staarde hij de dame voor zich aan. "Wacht, voor je dat beantwoordt. Ben je oke?" Met zijn hand wreef hij over de achterkant van zijn nek. "Ik weet dat het, uh, gevoelig kan liggen,"


    To: Evan
    Maat, heb je gezien wat er op het plein gebeurd is?
    Wat is er aan de hand?






    Castor Amaroux
    29 — wolf (beta) — Cheers & Beers > outside — Laurel
    'Eyes, Castor,' gromde Laurel. Castor knipperde een keer en de blauwe oogkleur was vervangen door zijn menselijke, donkerbruine irissen. De twee wolven staarden elkaar recht aan. Castor was nooit zo goed geweest in zijn gedachten voor zich houden, maar hier had hij weinig keus. Ze waren omgeven door mensen. Iedereen die nu ook maar begon over wolven werd verdacht. En zelfs als ze niets te maken leken te hebben met wolven, liepen ze nog gevaar. Mason Davies was daar een overduidelijk voorbeeld van. Hij kon het niet van zich afschudden. Dit dorp was compleet losgeslagen. 'Of je bent de volgende die op de stapel belandt,' siste Laurel toen, alsof ze zijn gedachten kon lezen. 'Een hunter wacht niet tot de avond valt op het moment dat hij de blik van een wolf herkent. Wat ons tegenhoudt is dat we geen slapende honden willen wakker maken. Letterlijk én figuurlijk. Natuurlijk gaat niemand van ons eerlijk zijn tegen de Sheriff en Reeves, daar hebben we tenslotte onze redenen voor, maar de mensen wel. Als er iemand is die iets gezien heeft die avond, dan gaat er sowieso wel een naam vallen — of dat nu een van ons is of niet.'
          In een poging hem wat te kalmeren, streken Laurels vingers even over die van Castor heen. Ze praatte verder, over wat het uiteindelijke plan zou worden. Niet laten merken dat ze iets zouden verdenken. Zou dit mysterie dan snel zijn opgelost? Hij hoopte het maar, maar hij had er toch een hard hoofd in. Als het te lang duurde, zouden er meer slachtoffers kunnen vallen, of dat nou dorpelingen die uit elkaar werden gescheurd door wolven, wolven zelf waren of onschuldigen die al dan niet op een brandstapel (of welk middeleeuws martelsysteem ze uit de kast zouden trekken) zou belanden.
          'Ik hoop maar dat we op tijd zijn,' sprak hij zijn gedachten op zachte toon uit en hij schonk een veelbetekenende blik aan zijn zusje. Hij was bezorgd. Hij was bang voor zijn — Laurels — roedel, voor de onschuldige dorpelingen én de wraakzuchtige inwoners die het liefst de wereld zagen branden. Het feit dat ze zo makkelijk iemand konden vermoorden, op een brandstapel nota bene, zonder ook maar een seconde na te denken over de consequenties, gaf wel aan dat ze hier al jaren op zaten te wachten. Dit kwam niet uit de lucht vallen. Wie weet wat er in de afgelopen decennia in Millers Hollow allemaal was gebeurd zonder dat Castor ervan wist. Laurel pakte haar jas en Castor bekeek haar. Hij greep toen maar naar zijn half opgedronken, koude koffie en sloeg de laatste slok achterover. Zijn gezicht betrok. Smerige zooi, eigenlijk.
          'Daarna kunnen we pas echt gaan... spelen,' beëindigde Laurel haar toespraak. Haar toon was speels en haar halve glimlach sprak boekdelen. Voor het eerst sinds hij het nieuws had gehoord, kon Castor een beetje lachen. Hier waren ze het in ieder geval wel over eens. De dader uit de roedel kreeg het te verduren. Ze zouden erachter komen wie de dood van Millie op zijn geweten had.
          'Sooner rather than later,' mompelde Castor toen hij haar aankeek. Heel even was die blauwe gloed van zijn ogen te zien, maar dit keer hield hij zich in. Hij wist wel dat Laurel gelijk had wat betreft zijn ogen en de hunters, maar hij kon zich af en toe echt niet inhouden. Straks zou hij zich wel in de bossen verstoppen, zodat hij zijn vacht in de wind kon uitschudden en kilometers lang alleen maar kon rennen. Hoewel Kurt en de hele familie Amaroux hem snel hadden opgenomen, had het ze maandenlang veel moeite gekost om Castor een beetje te temmen. Zijn littekens, die hij ruim twintig jaar geleden had opgelopen, wist hij het merendeel van de tijd goed verborgen te houden voor de mensen in Millers Hollow. De littekens herinnerden Castor aan zijn jeugd. Vechten voor eten. Vechten om aandacht. Altijd maar vechten. Hij had zich aangepast aan het leven in de roedel van Kurt en nu Laurel, maar die instincten had hij nooit compleet verloren. Zijn vechtlust lag hoger dan die van zijn familie, ook al onderdrukte hij het. Maar op dit soort momenten, waarbij het om leven en dood ging, wilde hij actie. Hij wilde niet maar achterover leunen en afwachten. Maar hij moest naar de alfa luisteren, hoe vervelend hij dat ook vond.
          'Dus, ga je mee?' Castor werd uit zijn gedachten getrokken door Laurel en hij knikte. Hij pakte zijn jas, deed die aan en volgde zijn zusje de bar uit.
          'Waar wil je heen?' vroeg hij. Zodra ze in de wat drukkere straten liepen, hoorde hij overal luide stemmen. Iedereen sprak over de brandstapel, het verkoolde lichaam of de zogenaamde wolven. Elke keer als hij dat woord hoorde vallen, spitste hij zijn oren. Hij wilde elke roddel en gedachte horen. Na even aarzelen sloeg Castor zijn arm om zijn zusje heen. Hij was dan niet de alfa, maar hij stak als mens flink wat boven haar uit en hij wilde haar beschermen. Tony was nergens te bekennen en ook had hij nog geen andere wolven kunnen spotten. Misschien hielden ze zich allemaal afzijdig en wilden ze niet in het dorp gespot worden, bang dat ze om wat voor reden dan ook opgepakt zou worden. Hoe dichter ze in de buurt van het dorpsplein kwamen, hoe heftiger de geur van het verbrande lichaam te ruiken was. 'Waarom hebben ze nog niets opgeruimd?' mompelde hij. Zijn sterke reukzin was op dit soort momenten een groot nadeel. 'En wat doet iedereen hier nog?' Hij gromde laag. 'Ramptoeristen die zelf betrokken waren bij de moord. Walgelijk.' De weerzin in zijn stem kon hij niet onderdrukken. Hopelijk zouden Burnes en Reeves er alles aan doen om ze van het dorpsplein te weren.


    look at where you are
    look at where you started







    the fact that you’re alive is a miracle
    just stay alive, that would be enough


    [ bericht aangepast op 9 juni 2022 - 18:48 ]


    You gave me my life all those years ago, now I give you yours.