Lee Williams
>>
Op de rotsen aan de Great Lake met Casper <<
Natuurlijk deden Caspers woorden wel pijn, maar Lee zag ook wel in dat het enkel een middel was om hem af te schrikken. Bleef er weleens iemand zitten, als hij zo uitviel? Deed er weleens iemand moeite voor hem? Hij kon zich niet herinneren hem ooit met iemand anders te hebben gezien. Lee kon zich geen leven zonder zijn vrienden voorstellen en hij had ergens wel met Casper te doen.
‘Ik schaam me niet voor mijn tranen,’ zei Lee schouderophalend. Huilde Casper weleens? Het leek hem een type dat alles opkropte. Hij wist wel dat hij met vuur speelde, maar hij was eigenlijk wel heel nieuwsgierig naar deze jongen en naar de reden waarom hij van die gigantische muren om zich heen had opgetrokken.
Misschien zat er stiekem wel een aardige jongen in hem verscholen.
Ergens dacht hij van wel – totdat hij over Rosalie was begonnen en waarschijnlijk een gevoelige snaar had geraakt, was hij verbazingwekkend aardig geweest.
‘We hoeven niet over Rosalie te praten hoor,’ zei Lee. ‘Dat kun je ook gewoon zeggen in plaats van zo bot te doen.’ Hij zag dat Casper zijn vingers stevig om de fles heen had geslagen. Hij geloofde er niets van dat Casper er zo onverschillig over was als hij Lee wilde laten geloven. Dat liet hem lichtjes glimlachen. Dan was hij lang niet zo erg als Mosh of Daphne. Zijn blik viel op de witte rat – en Lee was op slag verliefd. ‘Wat een lief beestje. Hoe heet hij?’ Hij stak zijn hand naar het dier uit, dat nieuwsgierig zijn hand besnuffelde.
Hij weerstond een grijns toen Casper antwoordde. Dieren konden altijd ijs breken.
‘Het is een zij. Ze heet Sage.’
Lee hield zijn hand op, waarna de rat erop klom. Hij zette het dier op zijn knie.
‘Hoi knapperd. Hou jij het wel een beetje vol met zo’n chagrijnig baasje? Of is hij stiekem wel lief?’ Hij streek over de bleke haartjes en stak plagend zijn tong uit naar Casper, die met zijn ogen rolde en een slok nam. Zijn boosheid leek echter toch weer een beetje gezakt, wat Lee toch wel een overwinning vond.
Casper wierp een argwanende blik op Sage, daarna pakte hij Lee’s gitaar weer uit en begon een beetje te spelen. Lee vroeg zich af of iemand anders het ratje ooit geaaid had. Hij nam ook een slok en keek nieuwsgierig naar Casper.
Hij had hem niet gezien in de trein. Was hij op terrein gebleven?
Lee had dat ook moeten doen als hij Mavis niet had leren kennen. Hij vond het wel triest dat de jongen in zeven jaar niet een vriend had gemaakt bij wie hij had kunnen blijven.
‘Heeft iemand je weleens een knuffel gegeven?’
De vraag flapte eruit – Lee schrok er zelf ook van.
Casper liet zijn hand zakken en staarde hem aan. ‘Wát?’
Lee voelde dat hij rood werd. Hoe ging hij zich hier nou weer uit redden? Hij durfde niet te zeggen dat hij hem zielig vond omdat hij geen vrienden had, hij wist zeker dat Caspers humeur weer helemaal omsloeg.
‘Niks, laat maar,’ mompelde hij. ‘Het is gewoon… ik knuffel al mijn vrienden?’
Zijn hart ging weer iets rustiger kloppen. Ja, dat was best een veilig antwoord.
‘Aha. En iedereen met wie jij praat noem je je vriend ofzo?’
‘Nee maar… Nou ja, ik heb best ruimte voor meer vrienden. Als je wilt.’
Goh, dit ging soepeltjes. Als Casper zijn gitaar maar niet naar beneden gooide.
‘Ik heb geen vrienden nodig.’
‘Maar iemand moet toch happy birthday voor je zingen als je jarig bent?’ Hij keek naar de rat en kietelde die onder zijn kin. ‘Of piep jij dat voor hem?’
‘Als je ooit voor me gaat zingen dan eindig je op de bodem van het meer.’
‘Waarom? Ik kan best mooi zingen.’
Na een waarschuwende blik van de Slytherin hield hij er maar braaf over op.
‘Hou je mond.’
Caspers reactie kwam zo laat dat Lee verward opzij keek. Tot zijn verbazing zag hij dat de jongen naar zijn rat keek.
‘Kun je met je rat praten?’ vroeg Lee met grote ogen.
Casper wendde zijn blik af en mompelde iets wat hij niet kon verstaan.
Lee boog zijn hoofd en fluisterde tegen Sage: ‘Kon jij dat verstaan?’
Het dier keek hem met haar rode kraaloogjes aan en sprong daarna op de grond, waarna het op Caspers been klom.
‘Kun je met dieren praten?’ vroeg Lee nog een keer voorzichtig.
Ze zaten allebei bij Magical Creatures, hij wist dat de jongen een interesse in dieren had.
‘Doe niet zo idioot.’
‘Nou ik verbaas me hier nergens over, hoor.’
Casper zweeg, terwijl zijn vingers het witte vachtje streelde.
Lee stal nog een slok uit de fles en merkte dat het al wat wazig werd in zijn hoofd. Misschien moest hij stoppen, voor hij echt domme dingen gingen zeggen. Of doen.
Every villain is a hero in his own mind.