• A very zombie cruise


    The Silver Shadow, een klein cruiseship met plek voor 388 passagiers en 302 crewleden op volle capaciteit, is zijn laatste tocht begonnen op 21 juni, gevuld met passagiers. Sommige rijk, anderen hebben het tochtje gewonnen of hebben ervoor gespaard. Gezinnen, stelletjes, vrienden en crewleden. Op deze dag verliet het schip Seattle, om daarna aan te meren langs verschillende kustplaatsen in de USA en Mexico. Na 12 dagen komen zij bij Cabo San Lucas aan en keert ze weer terug naar de verenigde staten. Dit gaat echter niet zoals gepland. Bij een geplande stop in San Diego, waar enkele passagiers afscheid nemen van hun cruise, pikken ze iets onverwachts op.

    Een van de passagiers is ernstig ziek geworden. Een griepje, misschien voedselvergiftiging? De scheepsarts denkt dat hij het wel red tot San Francisco, de volgende stop. Helaas gaat hij 's nachts erg snel achteruit en sterft hij onverwachts. Een paar uur later ziet een andere passagier de zieke man zich langzaam een weg banen over de verlaten galerijen van het schip. Tegen de tijd dat de zon op komt, is het chaos. Het cruise schip dobbert doelloos op het water en een outbreak op het schip is een feit. Uiteindelijk weet de crew het schip aan land te brengen, maar niet in Seattle. Ze komen erachter dat het op het land net zo erg is op het schip. Sommige mensen verlaten het schip, anderen besluiten te blijven.




    — The Silver Shadow —

    Silver Shadow is gelijkwaardig aan zusterschip Silver Whisper. Er zijn 28 hutten met raam (dek 4 en dek 7 enkele). De overige hutten bevatten een balkon. Aan de voorkant en midden bevinden zich alle hutten. De faciliteiten zijn voornamelijk gesitueerd op de achterdekken. De ruimte voor elke passagier is enorm.

    In het hoofdrestaurant The Restaurant vindt een grote open zitting plaats. Fijn is dat alle alcoholische en niet-alcoholische drankjes inbegrepen zijn. Het buffetrestaurant La Terrazza heeft op dek 7 een buitenterras waar met mooi weer gegeten kan worden, daarnaast is er het kleine specialiteitenrestaurant Le Champagne. De Connaisseurs Corner is de plek om een lekkere sigaar te roken. Bij het zwembad is een grill gelegen.

    Ontspanning alom in het zwembad met de whirlpools. De spa is gelegen op het bovenste dek met het fitnesscenter. De Observation Lounge op het bovenste dek is gezellig ingericht. In de bibliotheek zijn internetmogelijkheden. De panorama lounge ligt op dek 8. Daarnaast is er vertier mogelijk in het theater, casino of de winkeltjes.

    — Rollen —
    — Luke Mahuiki — 38 — Passagier — Dek 7, room 721 — Thessalhydra — 1,3
    — Caspian Montero — 23 — Crew — Necessity — 1,2
    — Jackson 'Jax' Silva — 25 — Crew — Paracosmic — 1,2
    Gereserveerd — naam — leeftijd — Remiinds — pagina
    — Noah Jason Harries — 25 — Crew — Jian — 1,3
    — David Nicolas — 20 — Passagier — Sombre — 1,4

    — Talon Madding — 23 — Passagier — Maledictus — 1,2
    — Evangeline Celeste 'Evie' Montague — 23 — Passagier —MadaIena — 1,3
    — Josephine 'Josie' Anderson — 23 — Passagier — M00NCHILD — 1,3
    Gereserveerd — naam — leeftijd — Anatomy — pagina
    — Ireland 'Indie' Moira Fitzpatrick — 21 — Crew — JudithSuzann — 1,3
    — Jade Olivia Vauhn — 27 — Passagier — Nesryn — 1,4

    — Lijstje —
    — Naam
    — Leeftijd [16+]
    — Reden verblijf cruise schip (crew, met familie, etc)
    — Uiterlijk
    — Innerlijk
    — Geschiedenis
    — Extra



    — Regels —
    • Minimaal 200 woorden.
    • Het is de bedoeling dat deze RPG lang zal lopen. Hiervoor hebben wij een discord waarin gepraat zal worden. Denk eraan voordat je je aanmeld of je ook tijd hebt.
    • Q Huisregels, geen ruzies.
    • OOC in het discord kanaal.
    • Naamsveranderingen doorgeven.
    • Geen personages van anderen besturen.
    • 16+ mag.

    [ bericht aangepast op 18 jan 2019 - 21:03 ]


    "It's the thessalhydra, I'm telling you"

    ━      David Nicolas      ━

    my whole life is a journey


    20 y/o ━ at the bar ━ with caspian and jade ━ tired

          Mijn ogen waren groot en alert, als deze dame ook maar één teken van die rare wezens liet zien ging het mes recht door haar voorhoofd. Ze liet gelukkig een teken zien van dat ze een mens was, waardoor Caspian haar los liet. Ze draaide zich paniekerig om, maar zodra ze Caspian in zijn ogen aankeek veranderde haar blik.
          'Caspian,' oh, ze kende hem? 'Jade,' ah, ze kenden elkaar. Waren het allebei leden van de bemanning? Ik had echt niet op de medewerkers gelet binnen het schip, dus ik heb echt geen idee hoe ze er uit zouden zien. Het maakt uiteindelijk toch niet meer uit.
          'Ik ben me rot geschrokken.' Kwam er over haar lippen, waardoor ik even naar Caspian keek. 'Ik moest het zeker weten,' zei hij en hij had gelijk. Voor hetzelfde geldt was ze wél een zombie geweest, dan had ze nu zonder hoofd op de grond gelegen, zo simpel is het. Ik knikte dan ook bij Caspians woorden, aangezien ik het met hem eens was.
          'Ehm ja, mijn naam is David, ook leuk om jou te ontmoeten.' De woorden kwamen een beetje droog over mijn lippen, maar ik deed mijn best om een glimlach op mijn gezicht te zetten terwijl ik mijn hand uit stak.
          'Mag ik vragen wat je zag op de gang? waardoor je zo van streek bent?' het was belangrijk om te weten wat ons te wachten stond, want als die wezens haar achterna zouden komen konden ze hier ieder moment binnen stormen.
          'Ik stel in ieder geval voor dat we weg gaan bij de deur,' glimlachte ik voorzichtig naar de twee, terwijl ik naar de deur wees waar Jade zojuist door binnen was gekomen.


    - thank you for existing -

    Josephine ''Josie'' Anderson

    23 ━ passenger ━ restaurant ━ with Ireland

    Het geluid dat werd geproduceerd door het inslaan van schedels vond Josie walgelijk. Het was nog erger dan het zien van de zombies. Helaas kon ze er niks aan doen. ‘’Ik denk van wel.’’ Antwoorde Josie rustig op de vraag van het meisje. Ze begreep wat de blondine bedoelde. Waarom had ze haar leven geriskeerd voor haar? Dat was de vraag, niet? Ze wist het zelf ook niet. Het was een beetje instinctief. Wat had ze anders moeten doen? Toekijken hoe iemand werd aangevallen door halfdode mensen? Trouwens, het was ook niet eerlijk geweest. Vijf tegen één. Not cool. Niet dat het nu gelijk was, maar het was beter dan in je eentje zijn.
    Josie zag hoe het meisje de volgende zombie met een stoel neersloeg. ‘’Ja, zo mag ik het zien!’’ Riep ze met een glimlach. Al verdween haar glimlach gauw toen ze het meisje opeens op haar af zag rennen, met nog een stoel in haar handen. Pas na een paar seconden realiseerde ze dat het meisje niet op Josie, maar een zombie achter haar gericht was. De zombie zakte naar beneden nadat de blondine een klap had uitgedeeld. ‘’Oh.. Thanks. Nu is het twee tegen twee, huh?’’ Merkte Josie op en draaide naar de overige twee zombies toe. Vergeleken net, leken twee zombies een makkie. Langzaam gleed Josie naar één van hen toe. ‘’Hi there, handsome.’’ Zei ze sarcastisch en slingerde haar knuppel langs het hoofd van de zombie. Het gedaante wankelde op zijn voeten en met nog één harde klap, lag het op de grond. Eindelijk zeg. De knuppel in haar handen zat bijna volledig onder het bloed nu. Gross. Josie hief haar hoofd op en wachtte tot het meisje de laatste zombie neer had geslagen. Ze kon het nu vast wel in haar eentje en anders greep Josie desnoods wel in.
    ‘’Oh dit? Ik heb het van een honkbalspeler geleend.’’ Niet geleend. Ze had het gewoon gepakt en reken er maar op dat ze het niet zou teruggeven. De man was toch al dood en een knuppel was een prima wapen. Met een zucht keek Josie van de zombies die op de grond lagen, naar het meisje. ‘’Ik denk dat je redelijk wat geluid hebt moeten maken om vijf van hen achter je aan te hebben.’’ Nu pas merkte Josie een kar vol met spullen verderop staan. Ah, daardoor kwam het. ‘’Je hebt heel wat zitten hamsteren zie ik.’’ Zei Josie knikkend naar de kar. Rustig skeelerde ze naar de deuren die een toegang dienden naar de keuken. Josie drukte met haar schouder op de deurklink maar de deuren gingen niet open. Ze duwde er tegen aan. Het leek alsof er iets de ingang naar de keuken blokkeerde.

    [ bericht aangepast op 24 jan 2019 - 15:50 ]

    ATTENTIE RPG'ers!


    Plotseling klinkt er een alarm op het cruiseship. Sommigen zullen het herkennen als een brandalarm, anderen misschien niet. Het klinkt over het gehele schip, een luid, irritant geluid. De zombies lijken hiervan wel actiever te worden en komen in beweging. De mensen die nog aan boord zijn, zullen ervoor moeten zorgen dat het alarm uitgeschakeld wordt en nakijken of er niet echt brand aan boord is (spoiler, er is geen brand, het was een ongelukje). Good luck!


    "It's the thessalhydra, I'm telling you"

    Talon Madding
    Wanderer • 23 • @ Her hut w/ Jackson










          Die dingen gaan alleen neer als je ze in het hoofd raakt.
    Jacksons woorden gaan als een mantra door haar gedachten tijdens de afdaling naar haar hut, welke ze Godzijdank weten te bereiken zonder nog meer zombies tegen te komen. Dat is, heeft T. besloten, zoals ze hen zal gaan noemen. Hoe sci—fi het allemaal ook klinkt: het heeft geen zin om ze mensen te noemen. Talon heeft in hun ogen kunnen kijken terwijl ze ongeremd in haar huid probeerden te happen — daar zit geen schrijntje menselijkheid meer verborgen.
          ‘Wapen eerst. Daarna verband.’
    Zodra ze opnieuw in haar vertrouwde hut staat, met de deur uit voorzorgsmaatregelen achter zich gesloten, neemt Talon eerst enkele seconden om tot zichzelf te komen en haar verkrampte ademhaling op gang te krijgen. Pas nu voelt ze de terloopse steken in haar onderarm, welke afkomstig zijn van de snee, waardoor ze met haar goede arm onder haar bed begint te graaien naar haar rugzak. Zoals verwacht ligt hij daar, tussen de lege flessen drank die ze heeft meegenomen uit de bar, waarna ze deze naar zich toe trekt en op de grond begint te graven naar de vrij on—romantische kimber stainless raptor welke haar koud maar vertrouwd in haar linkerhand ligt zodra ze deze met opgeluchte ademhaling te boven haalt. Uit automatisme checkt ze of er nog kogels in de kamer zitten, wat inderdaad het geval is, waarna ze het doosje reservekogels alvast in haar jaszak duwt en overeind krabbelt. Op de één of andere manier voelt ze zich stukken beter om echt bewapend te zijn nu.
          De laatste keer dat Talon met het bewuste pistool heeft geschoten is vlak voor haar vertrek uit Montana geweest. Ze zal allicht wat roestig zijn in de techniek, maar ze is overtuigd dat ze het kan mocht de situatie zich aandringen.
          Ze staat op het punt om Jackson te vertellen dat ze klaar is om te vertrekken, wanneer het bijna oorverdovende geluid van een alarm door de ruimte trekt en ervoor zorgt dat haar grip op het pistool verstrakt.
          ‘Fucking Hell!
    Zo koud als de adrenaline was geworden, zo schokkend als elektriciteit trekt hij nu opnieuw door haar lichaam. Het moet het brandalarm zijn, dat zal iets zijn wat ongeacht altijd zal werken op een schip. ‘Screw die snee. We moeten zorgen dat—dat alarm stopt voor heel het fucking land er op af komt. Waar is de controlekamer?!’
    Onbewust is Talon op bijna intimiderende afstand komen te staan, waarbij de neuzen van haar schoenen die van Jackson bijna raken, en ze enigszins omhoog moet kijken tegen zijn gevlekte gezicht aan. Welke ondanks de horrors die er overheen is te lezen — nog altijd onbetwistelijk aantrekkelijk is en het kost haar enige moeite om op de huidige situatie gefocust te blijven. Al snel gaan haar ogen echter naar de deur, waarna ze haar linkerarm iets omhoog brengt — bijna verdedigend.
          ‘Samen?’
    Talon heeft het nog geen enkele gedachte gegeven dat ze Jackson bijna gedwongen mee naar beneden heeft genomen, noch wat hij aan het doen was toen hij haar eigenlijk vond. Ze heeft er ook absoluut niet bij stilgestaan dat ze letterlijk in hetzelfde schuitje zitten en momenteel zelfs in dezelfde ruimte op elkaar aan zijn gewezen. Is dit de hele wereld? Het einde ervan? Eén ding weet T. zeker: ze zal het niet in haar eentje trotseren. Die shit loopt nooit goed af.

    [ bericht aangepast op 26 jan 2019 - 13:59 ]


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    JACKSON ' JAX ' SILVA

    25 • EMPLOYEE • ENGINEER • @ HUT, TALON • & TALON
          Jax draait zich om van het kleine raam, waardoor hij kan zien hoe Talon haar wapen zorgvuldig na begint te lopen — haar expertise met het ding is overduidelijk. Jax voelt een nieuw gevoel van rust in zijn lichaam dalen, aangezien hij nu zeker weet dat Talon zichzelf kan verdedigen mocht het nodig zijn. Jax opent zijn mond om haar zijn plannen te vertellen, maar wordt afgekapt door een oorverdovend geluid — wat hij weet te herkennen als het brandalarm van het schip. Jax voelt zijn hersenen automatisch naar hun getrainde stand schieten, maar hij weet zichzelf (met moeite) in te houden — dit is geen moment om halsoverkop het schip door te rennen om de oorzaak te vinden.
          'Fucking Hell! Screw die snee. We moeten zorgen dat — dat alarm stopt voor heel het fucking land er op af komt. Waar is de controlekamer?!'
          Jax is voor een minimaal moment verward wanneer Talon zo dicht bij hem staat dat hij haar bekende geur kan ruiken, totdat ze naar de deur kijkt en het vuur in haar kijkers op lijkt te laaien.
          'Samen?'
          Jax geeft één enkele knik, maar glijdt dan tussen Talon en de deur in. Vanwege hun lengteverschil kijkt hij ver omlaag, maar zijn blik staat serieus. 'Samen. Maar, ik ga voorop.' Jax houdt direct zijn hand omhoog om haar tegen te houden. 'Nee, geen commentaar — ik ga voorop, omdat jij het wapen hebt. Die kogels zijn belangrijk, dus probeer ze te bewaren. Mochten we zo'n ding tegenkomen, laat je het mij eerst proberen. Mocht het alsnog fout lopen, ben jij mijn back—up. We hebben geen tijd voor het klassieke 'vrouwen kunnen net zo veel als mannen' debat — dat weet ik.'
          Voorzichtig weet Jax de deur van Talon's hut te openen, waarna hij zijn hoofd de gang in steekt — welke (nog) leeg is. Zuchtend draait hij zich om. 'De controlekamer is naast de machinekamers, dus misschien is mijn crew daar eerder. Alhoewel ze opdracht hebben de machinekamers niet te verlaten. We moeten een paar gangen door en wat trappen af. We zouden er binnen vijf minuten moeten zijn.'
          Jax draait zich weer om naar de gang, maar bedenkt zich opnieuw en draait zich opnieuw naar Talon. 'Blijf bij me.' Nadenkend blijft hij haar aanstaren, waarna hij een hand ruw door zijn lokken haalt — welke stijf staan door het bloed. 'Oh, fuck this shit,' gromt hij, voordat hij zijn vrije hand in Talon's haren vastgrijpt en zijn lippen plots op de hare duwt. Na een vijftal seconden laat hij haar los, zwaar ademend. 'Ik ga niet dood zonder dat gedaan te hebben,' knipoogt hij, voordat hij de gang op schiet.


    Talon Madding
    Wanderer • 23 • @ Her hut w/ Jackson






          Ondanks de gehele onderliggende ernst van de situatie — is Talon voor enkele seconden toch uit het veld geslagen met geheel andere gedachtes in haar hoofd wanneer Jacksons lippen zout en ruw over de hare glijden.
          Het is alles behalve romantisch — toch is de smaak die het achterlaat genoeg om bijna een verslavend gevoel naar meer op te wekken.
          ‘Ik ga niet dood zonder dat gedaan te hebben.’
    Talons gezicht ontdooit in een geamuseerde, bijna wolfachtige grijns die Jackson onmogelijk kan zien omdat hij de gang al is op geglipt. Haar hartslag dreunt hongerig tegen haar ribben wanneer ze haar rugzak over haar schouder gooit en de vergrendeling van het pistool haalt voor ze hem achterna gaat in de voor haar bekende gang. Uit automatisme trekt ze de deur van haar hut achter zich in het slot — zich beseffend dat dit even goed de laatste keer zou kunnen zijn dat ze de binnenkant ervan heeft gezien. Erg rouwig is ze er niet om — T. heeft vaker afscheid genomen van tijdelijke plaatsen, tijdelijke mensen.
          Met een bijna sluipende tred, waarbij ze om de zoveel seconden over haar schouder kijkt, volgt ze Jackson. Haar gang lijkt echter nagenoeg onaangedaan te zijn. De meeste deuren zitten stevig dicht, vertonen weinig tot geen sporen van worstelingen of aanwezigheid. Uiteindelijk is het constante geluid van het brandalarm en de aanhoudende stilte genoeg om haar aanhoudende adrenaline rond te pompen.
          ‘Oh, geloof me Jackson — ik ga niet dood voor we dat hebben afgemaakt,’ verzekerd ze hem fluisterend, waarbij haar langzame passen uiteindelijk tot stilstand komen richting het einde van de gang: waar de liften zijn die zowel naar boven als naar beneden gaan. Ze heeft gezien dat er nog werking in zit, maar T. hangt zichzelf op voor ze vrijwillig in een metalen doos wordt gestopt.
          ‘We nemen de trappen.’
    Haar woorden laten geen ruimte over voor onderhandeling — alhoewel het kleine trappenhuis om de hoek er niet veel aangenamer uitziet. Talon recht haar rug, bind haar lokken bij elkaar in een paardenstaart en knikt vervolgens.
          ‘Wat we daar beneden ook tegenkomen: hit first and ask questions later.’
    Talon twijfelt er niet aan dat ze elke, mogelijke dreiging zal afschieten voor ze de kans hebben haar nog verder toe te takelen. Eens in de zoveel seconden veegt ze haar arm af aan de zijkant van haar broek.
          Wanneer het tweetal de afdaling begint, houdt ze het pistool in haar linkerhand en haar rechter op de reling: er voor zorgend dat ze niet uitglijdt over het water — God ze hoopt dat het water is — wat her en der op de treden ligt. Beneden hen, het geluid laat haar maag samentrekken, kan ze al geluiden onderscheiden die geen onderdeel zijn van het alarm.
          ‘Ze komen er op af. Op het alarm.’
    Talon brengt de woorden uit tussen op elkaar geklemde kiezen, aangezien ze zich maar al te goed realiseert dat zij één van de weinigen zullen zijn die bereid zijn om om naar de bron van zo'n alarm te gaan — wetende dat het er waarschijnlijk zal krioelen van de zombies. Het verklaard waarom de zombies op het dek pas in actie kwamen toen ze Talon hoorden: het is, als je het vanaf ziekelijke afstand bekijkt, allemaal best logisch.
          ‘Stop hier,‘ Talon pakt zijn schouder vast wanneer ze ongeveer halverwege een tweede stel trappen zijn, ‘we gaan ons vrijwillig laten omsingelen door God mag weten hoeveel zombies — en dan? We maken het alarm onklaar en hoe komen we weg? Het is een brandalarm: misschien staat het halve schip wel af te fikken.’
    Talon acht de kans dat zo'n ruimte twee uitgangen heeft klein en ze is absoluut niet van plan zich te laten insluiten — ze hebben een plan nodig.
          Dan hoort ze het schrapende, kreunende geluid van iets anders — boven hen, en weet ze dat ze snel zullen moeten beslissen.
          ‘Fuck it. Ik ben de back—up. Jij werkt je die ruimte in en ik zorg ervoor dat je daar alleen blijft.’
    Zij heeft het pistool, reden genoeg om die taak op zich te nemen. En daarbij: Jackson kent het schip daadwerkelijk. De nuttige informatie, niet waar de bar zich bevindt of hoe laat het avondeten wordt geserveerd. Als iemand weet hoe dat verdomde alarm uit moet, dan is hij het.

    [ bericht aangepast door een moderator op 14 feb 2019 - 20:30 ]


    Feel the fire, but do not succumb to it.


          ”Oh.. Thanks. Nu is het twee tegen twee, huh?” Langzaam knikte ik terwijl ik me op de laatste zombie focuste en die met een harde slag op het hoofd raakte met de stoel. Stil keek ik toe hoe het gedaante tegen de vlakte ging. Ik haalde een paar keer diep adem terwijl ik de smerige stoel weer aan een tafel schoof. Ook als ik nooit meer zo’n zombie zou hoeven zien zou het al te snel zijn. Ik richtte mijn aandacht snel op het meisje toen zij vertelde waar ze de knuppel vandaan had gehaald. Een kleine glimlach ontstond rondom mijn lippen en ik knikte geïnteresseerd. “Slim,” antwoordde ik gemeend, “ik denk dat ik ook maar eens moet gaan zoeken naar een echt wapen,” zuchtte ik en staarde stil naar de grond. Ik wou absoluut niet nog eens in zo’n gevecht terecht komen, maar ik was nuchter genoeg om te bedenken dat dit niet mijn laatste rodeo ging zijn.
          ”Ik denk dat je redelijk wat geluid hebt moeten maken om vijf van het achter je aan te hebben,” ik voelde mijn wangen rood worden. Het liefst zou ik door de grond zakken want ik schaamde me rot. “Ja, ehh, ikke was.. Ehh,” begon ik met uitleggen terwijl ik geen idee had waar ik heen zou gaan met de zin. Gelukkig leek het meisje zelf al te weten wat het had veroorzaakt. Ik knikte als antwoord en zuchtte. “Ja, ik was alleen in de keuken. En ik dacht dat er ongetwijfeld mensen mijn kant op gingen komen, dus vond ik dat ik wat voorraden moest aanleggen voor dekens en kleding en zo…” ik legde een hand tegen mijn voorhoofd en schudde even met mijn hoofd. “Ik dacht dat die kar handig zou zijn, omdat ik dan maar één keer hoefde te lopen. Maar ja, we weten allebei hoe dat af is gelopen…” zuchtte ik en beet even op mijn lip.
          “Ik ben Ireland trouwens, maar Indie is ook goed,” besloot ik mezelf uiteindelijk maar voor te stellen. Ik nam plaats op de rand van een tafel en volgde de bewegingen van het meisje stil. “Fuck…” mompelde ik zacht toen ik door kreeg dat ze de keuken in probeerde te komen. “Ik heb deze deuren een soort van gebarricadeerd,” sprak ik uiteindelijk zacht. Ik legde mijn hoofd verslagen in mijn handen. Het was wel duidelijk dat ik nóóit meer een plan moest verzinnen voor deze situaties. “Deze ingang naar de keuken is het bekendst. Dus ik dacht dat als ik deze zou afsluiten het makkelijker was om de zombies te ontlopen, de personeelsingang is wel open…” vervolgde ik en richtte mijn blik weer voorzichtig op het meisje, het zou me niets verbazen als ze pissig zou worden.
          Net op het moment dat ik mijn mond weer open wou doen om nog wat te zeggen begon het brandalarm te loeien. “Serieus?!” kreunde ik en keek naar het apparaat aan het plafond waar het vreselijke geluid uit kwam. “Oké, ik heb het gevoel dat wij degene zijn die dat ding op een of andere manier uit moeten gaan zetten. Ik weet niet welk personeel er nog meer is, en ik weet niet of de toeristen überhaupt weten dat het een brandalarm is…” ik had werkelijk geen idee wat er nog meer op me af ging komen deze tijd. Het enige dat ik wel wist is dat ik toch wel blij was met het feit dat ik niet meer alleen was. En dat degene die mij had gered iemand was die een goed wapen had gevonden.

    [ bericht aangepast op 29 jan 2019 - 17:44 ]

    [ bericht aangepast door een moderator op 13 feb 2019 - 20:06 ]


    Good people are like candles, they burn themselves up to give others light

    ——————————————————————————

    ——————————————————————————

    Jade Olivia Vauhn

    ”High standards only scare men who have none.”

    • 27 • Passenger • Caspian & David •

          “Ik moest het zeker weten.”
    Jade knikte vaag bij het horen van Caspian’ woorden. In een geheel andere situatie had ze misschien ergens op een excuus gehoopt, maar het moment viel met geen enkel ander te vergelijken, waardoor de roodharige het enigszins leek te begrijpen. Wat zou ze zelf gedaan hebben? Haar kracht zat misschien niet in het resoluut overmeesteren van iemand die het niet verwachtte, maar diep van binnen wist Jade ook wel dat ze het wel op een andere manier geprobeerd zou hebben. Heel even gleden haar blauwe kijkers over de jongen heen die ze vrij aan het begin van de cruise al had leren kennen. Hij oogde haast net zo gespannen als dat zij zich voelde.
          ”Ehm ja, mijn naam is David, ook leuk om jou te ontmoeten.”
    De droge toon die de jongen aansloeg wisten een kleine glimlach op Jade’s gezicht te doen verschijnen, waarop ze haar aandacht verdeelde en zijn uitgestoken had voor even aannam terwijl ze haar naam al voorstellend over haar lippen heen liet rollen. “Mag ik vragen wat je zag op de gang? waardoor je zo van streek bent?” vroeg de jongen haar vervolgens. Een lichte aarzeling vormde zich in de uitdrukking op haar gezicht. Heel even schoot haar blik naar de deur en trok er een nieuwe huivering door haar heen. Ze had niet gezien wat er op de gang was geweest, of wie, maar Jade wist voor de volle honderd procent zeker dat ze zich niks verbeeld had. “Ik stel in ieder geval voor dat we weg gaan bij de deur.”
          ”Ik weet het niet..” bracht ze daarom uit en deed enkele passen opzij om de afstand tussen haar en de deur te vergroten. Onbewust wreef ze ondertussen met haar hand over haar pols heen, waar Caspian haar eerder beet had gepakt en beet ze kort op haar onderlip. “Ik kon het niet goed zien van waar ik stond, maar het was er zeker.”
    Net wanneer het laatste woord haar mond verlaten heeft klinkt er een schel geluid door de hele boot heen. Geschrokken sloeg Jade voor een paar tellen haar handen over haar oren heen om het geluid ietwat te dempen. “Dat is het brandalarm, niet waar?” Licht ineengekrompen blikte ze naar opzij, waar Caspian stond en schudde kort met haar hoofd. “We moeten hier weg,” wist ze vervolgens uit te brengen, waarbij ze korte stappen naar achteren zetten. “Als wij het horen, horen zij het al helemaal..”

    [ bericht aangepast op 30 jan 2019 - 14:27 ]


    'Three words, large enough to tip the world; I remember you.'

    JACKSON ' JAX ' SILVA

    25 • EMPLOYEE • ENGINEER • @ BELOWDECK • & TALON
          Jax kijkt niet meer om, maar weet instinctief dat Talon zich achter hem bevindt — haar stille tred laten hem weten dat ze gewend is aan de jacht, hetgeen wordt bevestigd doordat ze een pistool in haar weinige bezittingen heeft zitten. Alhoewel Jax zijn lippen nog steeds voelt tintelen vanwege de simpele aanraking van net, dwingt hij zichzelf te focussen op het hier en nu. Ondanks dat de kus kort, snel en vluchtig was — zat hij eveneens bomvol beloftes voor de toekomst; voor meer. Alleen de gedachte aan hetgeen voor hen ligt, laat de opkomst van Jax' erectie direct verdwijnen.
          'Oh, geloof me Jackson — ik ga niet dood voor we dat hebben afgemaakt.'
          Jax voelt een wolfachtige grijns rondom zijn mondhoeken omhoog kruipen. Talon heeft dezelfde gedachten als hijzelf, hetgeen de toekomst alsmaar beter stelt. Alhoewel. . . Als ze dat verdomde alarm maar uit krijgen.
          'We nemen de trappen.' Jax knikt en geeft Talon de tijd zich klaar te maken, terwijl hij een schroevendraaier pakt — zijn andere hand zwevend boven een draadschaar en een hamer. 'Wat we daar beneden ook tegenkomen: hit first and ask questions later.' Jax snuift even door zijn neus en glipt dan stilletjes het trappenhuis in — waar het meer donker is dan op de verlichte gangen. Na twee afdalingen start Jax geluiden op te vangen van beneden, waardoor hij vloekt — onder het oorverdovende geluid van het alarm hoort hij het onmiskenbare gegrom en gekreun van de dingen.
          'Ze komen er op af. Op het alarm. We gaan ons vrijwillig laten omsingelen door God mag weten hoeveel zombies — en dan? We maken het alarm onklaar en hoe komen we weg? Het is een brandalarm: misschien staat het halve schip wel af te fikken.' Jax kijkt in het trappenhuis, terwijl zijn gedachten sneller gaan dan ze van te voren ooit hebben gedaan. Mocht het schip inderdaad in brand staan, hebben ze nog tijd om voorraden te zoeken — maar dan moest dat alarm uit, anders zouden ze onder de voet worden gelopen.
          Voordat hij kan antwoorden, hoort hij een deur open slaan boven hen en vervolgens opnieuw gegrom en gekreun. 'Fuck it. Ik ben de back—up, jij werkt je die ruimte in en ik zorg ervoor dat je daar alleen blijft.'
          Jax kijkt neer op Talon, maar besluit dan dat ze simpelweg geen tijd hebben voor mooie afscheidswoorden. Vastberaden sjort hij de hamer uit zijn gereedschapsgordel en slingert zichzelf dan de laatste hoek om van de trap, waardoor hij plotseling oog in oog staat met vijf monsters. Jax herkent de rauwe schreeuw niet die uit zijn keel komt, maar voordat hij het goed in de gaten heeft, is zijn schroevendraaier in de oogkas van het eerste monster verdwenen. Grommend door de inspanning sjort hij zijn arm naar achteren en stoot zijn schouder dan hard tegen een tweede aan, die achteruit van de trap naar beneden valt. Zijn schaar belandt in de slaap van een derde, welke naar beneden glijdt. Jax' concentratie richt zich op de deur voor zich, wensend dat Talon zich bezig houdt met de overgebleven dingen — zijn leven ligt nu daadwerkelijk in haar handen.
          'Alarm. Alarm. Alarm.'
          Jax mompelt het in een vlaag van waanzin continu onder zijn adem door. Normaliter is hij perfect onder hoge druk, maar alle informatie scheen plotseling uit zijn gedachten verdwenen te zijn door de naderende kans op de dood. Uiteindelijk heft Jax zijn arm omhoog en laat de draadschaar neerkomen op een knipperend paneel, waardoor het alarm plotseling een andere toon aanneemt. Schreeuwend heft Jax zijn arm en laat de draadschaar opnieuw neerkomen, waardoor niet alleen het alarm van het ene op het andere moment dooft — maar eveneens alle lampen.
          Hijgend draait Jax zich om en staart in de duisternis, waar hij niets kan waarnemen. 'TALON,' schreeuwt hij hard — terwijl hij de schroevendraaier boven zijn hoofd heft om hem binnen enkele seconden doel te laten slaan indien nodig. Flakkerend komt de gifgroene noodverlichting tot leven.


    Talon Madding
    Wanderer • 23 • @ Belowdeck w/ Jackson




          Op het moment dat Jackson in beweging komt — flitst de wereld aan Talon voorbij.
    Ondanks de razende slag van haar hart, is de jongedame bezeten door pure adrenaline. Het geluid van opensplijtend bot en het kletteren van bloed zorgen ervoor dat ze haar greep rondom het pistool verstrakt tot haar vingers geen mogelijkheid hebben meer om te trillen.
          Terwijl Jax de eerste paar zombies weert die op hen — of het geluid — zijn afgekomen, neemt Talon de huidige situatie peilsnel in zich op.
          ‘Fuck, fuck, fuck!’
    Sist ze onder haar adem als ze zich beseft dat er zowel slepende geluiden voor— als achter haar komen. Het geluid van het brandalarm zorgt er echter voor dat ze haar zorgen over het geluid van de komende knallen laat varen: zodra Jackson de controle kamer binnen is gekomen, gooit ze deze met een knal achter hem dicht, wetende dat er daarmee in elk geval geen zombies zijn kant op zullen komen.
          In het TL—licht zijn de monsters slechts gedeeltelijk menselijk — waardoor ze zichzelf dwingt over te gaan op instinct. In haar gedachten hoort ze de stem van haar vader, ruw en ongenadig, terwijl hij haar pusht te schieten op de onschuldige herten grazend op hun landgoed. Nu ziet Talon echter niet de grote, angstige ogen van de dieren voor haar neus maar die van mogelijk vleesetende monsters.
          Bang. Bang. Bang.
    De kogels schieten dwars door hun misvormde hoofden — alsof het gips is, in plaats van brein. Als lappen poppen vallen ze neer, maar het kreunende geluid van meer slepende zombies met lege, bloeddoorlopen ogen neemt niet af. Talon gebruikt de loop van het pistool om een insluitende, ooit—vrouw achter haar af te remmen voor ze zich omdraait op haar tenen en een kogel door haar voorhoofd jaagt voor ze overeind kan komen.
          Pas wanneer het licht uitvalt, tezamen met het alarm, en de duisternis haar als een deken overvalt — komt er enige vorm van paniek naar boven. Knipperend tegen het plotselinge gebrek aan licht, gebruikt ze zoveel mogelijk haar harde kisten om de toestromende schepsels op afstand te houden voor ze iets probeert te raken met de loop van haar pistool. Talon is vrij zeker dat ze ten minste één schedel heeft verpletterd met haar schoen als één van hen haar via de zijkant uit balans weet te duwen en haar daarmee laat uitlijden over een plas bloed.
          ‘TALON!’
    Jackson verschijnt schuin tegenover haar, als een aartsengel blakend in gifgroen licht, zijn geïmproviseerde wapen gereed om toe te slaan. Ze ziet dat ze is uitgegleden over de dood—dode zombie, haar enkel doet vreselijke pijn, de arm die ze heeft gebruikt om de zombie af te weren die als enige overgebleven is aan haar kant — is verder opengereten door de acrylnagels die zelfs de dood van de jonge vrouw hebben weten te overleven. Haar grijze ogen zijn leeg, bijna doorzichtig, en toch voelt Talon een steek ergens in haar borstkas wanneer ze de loop van het pistool tegen haar slaap plaatst en de trekker overhaalt. Bloedspetters spatten in haar gezicht, de jonge vrouw valt nu volledig levenloos op haar en zorgt ervoor dat ze ongewild uitschreeuwt van de pijn.
          ‘Fuck, fuck, fuck.
    Met alle macht gooit ze het lichaam van haar benen af, waardoor ze zich beseft dat er iets heel slechts is met haar enkel, alhoewel haar eerst aandacht uitgaat naar haar rechterarm, rood van het bloed — haar eigen.
          ‘We moeten gaan.’
    Talon doet een poging haar met pijn verwrongen gezicht te verbergen en overeind te komen, alhoewel ze bijna opnieuw haar evenwicht verliest op het moment dat haar brein de pijn registreert van de ruwe manier waarop ze zichzelf omhoog heeft gedwongen. Haar pistool glibbert in haar vingers, welke opnieuw zijn gaan trillen.
          ‘Ga maar. Ik kom achter je aan.’
    De woorden komen tussen opeengeklemde kaken vandaan, want T. is te koppig om toe te geven dat ze gruwelt van het idee die trappen nu op te moeten rennen. Ze beseft zich maar al te goed dat ze in de val zitten — met nog meer doden waar de rest vandaan kwam.

    [ bericht aangepast op 1 feb 2019 - 22:01 ]

    [ bericht aangepast door een moderator op 15 feb 2019 - 18:37 ]


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    CASPIAN MONTERO
    23 – Crew, bartender – at the bar – with David and Jade

    Nothing ever ends poetically,
    It ends and we turn it into poetry,
    All that blood was never once beautiful,
    It was just red.



    David leek zich een beetje spuit elf te voelen, of tenminste, dat maakte Caspian op aan de manier waarop hij zich voorstelde aan Jade. Hij had ook wel gelijk waarschijnlijk. In de korte interactie tussen Caspian en Jade was hij er ook buiten gevallen. Maar Caspian was maar al te blij een bekend gezicht te zien. Hij had gelukkig niet veel banden op het schip, maar dat betekende niet dat hij iemand het lot als zombie gunde. Of het lot als gevallen slachtoffer.
    “Mag ik vragen wat je zag op de gang? Waardoor je zo van streek bent?” En hij had een punt. Ze moesten informatie hebben, weten wat ze te wachten stond. ‘Zombies’, als dat al de juiste term was voor die gedrochten, was nog lang niet specifiek genoeg. Hielden ze al hun menselijke vermogens, inclusief om na te denken en te plannen? Werden ze door instincten gedreven en daardoor beesten? Hoeveel waren er op het schip? Waar hadden ze hun nesten? Elk beetje informatie kon een dag langer overleven betekenen.
    “Ik stel in ieder geval voor dat we weg gaan bij de deur.”
    “Ik weet het niet..” antwoordde Jade David. Alles in Caspian schreeuwde om net als haar weg te stappen bij de deur. Hij was al eerder verrast door wat daardoor kwam. Wat als het de volgende keer wel een zombie was? Al maakte hij zich weinig illusies; die twee meter extra zou hem niet veel opleveren waarschijnlijk.
    “Ik kon het niet goed zien van waar ik stond, maar het was er zeker.” Een kans voor antwoorden was er niet, want ineens klonk er een enorm kabaal door de ruimte heen. Het liet Caspian letterlijk opspringen en zijn lichaam schoot meteen weer in de vecht-stand, zelfs terwijl er nog geen dreiging gespot was.
    “Dat is het brandalarm, niet waar?”
    Caspian knikte. “Ja. Geen twijfel over mogelijk.” Zijn ogen schoten weer naar de deur, alsof daar spontaan een horde zombies doorheen zou klimmen. Waarom ging het brandalarm af? Wat was er aan de hand?
    “We moeten hier weg,” zei Jade. “Als wij het horen, horen zij het al helemaal.”
    Net zo plots als het kabaal gekomen was, viel het ook weer weg, maar het licht viel ook uit. Praktisch een seconde later sprong de noodverlichting aan en werd alles verlicht door een groenachtige, kille waas. Na de herrie van eerst was het nu haast eng stil.
    “Fuck,” mompelde Caspian. Hij haalde een hand door zijn haren en keek van Jade naar David. Jade had een punt. De zombies hadden het lawaai ook kunnen horen. Maar, als het brandalarm over het hele schip geklonken had, hoe zouden ze dan weten dat ze naar hier moesten komen?
    “Oké, we hebben twee opties denk ik.” Hij probeerde elke vorm van twijfel uit zijn stem te weren en te klinken alsof hij precies wist wat hij aan het doen was. Dat was absoluut niet het geval.
    “We blijven hier en barricaderen de deuren, en hopen dat niemand dan binnen kan komen, of we verlaten het hier en gaan op onderzoek uit.” De ene methode was op korte duur veiliger, de andere hopelijk op lange duur. Hoewel Caspian alleen werkte, wist hij ook dat hij anderen nodig had. Wie zou er nog leven? Misschien hadden anderen een plan wat te doen.
    Hij keek opnieuw om beurten naar beide anderen. “Wat gaan we doen?”

    [ bericht aangepast door een moderator op 14 feb 2019 - 20:32 ]


    The purpose of a writer is to keep civilization from destroying itself.

    ━      David Nicolas      ━

    my whole life is a journey


    20 y/o ━ at the bar ━ with caspian and jade ━ tired

          De dame keek me een beetje warrig aan, waarschijnlijk was ze nog steeds een beetje in de war van wat er zojuist op de gang gebeurde.
          'Ik weet het niet...' kwam er dan ook over haar lippen. 'Ik kon het niet goed zien van waar ik stond, maar het was er zeker.' Ik knikte na haar woorden, de doden zaten overal. Ik wilde haar gerust stellen, maar nog voor ik iets kon zeggen klonk er een hoop kabaal door het schip. Caspian en Jade leken het geluid te herkennen als het brandalarm. Hoe was er nu in godsnaam een brandalarm afgegaan.
          'Fuck,' mompelde Caspian. Ja, zeg dat wel. Die dingen konden dat natuurlijk ook horen en voor zover ik heb gezien in films worden ze getriggered door hard geluid. Het geluid ging al wel redelijk snel weer uit. Was het misschien een storing? Of had iemand het uit gezet? Dan waren er dus meer overlevenden hier, want zo'n breindode zombie krijgt dat niet voor elkaar.
          'Oké, we hebben twee opties denk ik.' Zei Caspian terwijl hij aan het nadenken was. Meteen was mijn aandacht op hem gericht.
          'We blijven hier en barricaderen de deuren, en hopen dat niemand dan binnen kan komen, of we verlaten het hier en gaan op onderzoek uit.' Even dacht ik na. De eerste optie leek me voor nu misschien het slimst, aangezien de zombies waarschijnlijk erg actief zouden zijn nu. Als we hier nu weg gaan is de kans dat we heel wat actieve zombies tegen komen heel erg groot.
          'Misschien is het handig om hier heel even te wachten, tot de zombies wat rustiger zijn? Ik heb zo'n gevoel dat het een zelfmoordmissie is om nu deze ruimte te verlaten.' Kwam er dan ook twijfelend over mijn lippen.
          'Wat gaan we doen?' vroeg Caspian. Mijn ogen waren op Jade gericht, aangezien mijn mening wel redelijk duidelijk was. Ik had geen zin om vandaag dood te gaan. Ze mochten van mij prima de gang op gaan, maar ik bleef dan nog liever in mijn eentje hier. Er waren hier nog wat snacks en er was hier genoeg te drinken. Dus genoeg om nog even te overleven.

    [ bericht aangepast op 3 feb 2019 - 14:52 ]


    - thank you for existing -

    JACKSON ' JAX ' SILVA

    25 • EMPLOYEE • ENGINEER • @ BELOWDECK • & TALON
          Wanneer de gifgroene noodverlichting aan is geschoten, schieten Jax' kijkers door de ruimte om Talon te ontwaren — in eerste instantie ziet hij alleen lichamen; bebloede, dode en vergane lichamen. Uiteindelijk weet hij beweging te zien en ziet hij Talon worstelend op de grond liggen met één van de monsters. Jax stort zichzelf puur instinctief naar voren, maar voordat hij haar heeft weten te bereiken, heeft Talon haar pistool geheven en galmt er een oorverdovende klap door de ruimte. Jax krimpt ineen, waarbij zijn handen naar zijn oren schieten en hij zijn schroevendraaier een diepe kras laat maken op zijn slaap.
          Jax kan onder de ringende piep in zijn oren Talon horen schreeuwen — niet een van triompf, maar een van pijn. Grommend laat hij zijn handen zakken, verder naar voren strompelend waarbij hij de lichamen tracht te ontwijken. Vanwege de adrenaline is hij in staat om de monsters te bekijken zonder direct het gal in zijn keel te proeven — desondanks weet hij dat hij later misselijk van angst zal worden. Wat hebben ze hier gedaan? Jax ziet gezichten — gezichten die ooit toebehoorden aan mensen zoals hij. Sidderend kijkt op omhoog naar Talon.
          'We moeten gaan.'
          Talon's stem is ietwat donzig — alsof ze hem toespreekt van onder water — maar Jax heeft de boodschap begrepen. Direct schieten zijn kijkers opnieuw rond, zoekend naar gevaar. Vanuit zijn ooghoeken ziet hij Talon echter wankelen, waardoor hij besluit haar een uitgebreide once—over te geven.
          'Ga maar. Ik kom achter je aan.'
          Nu de aanhoudende piep in zijn oren langzaamaan start te verdwijnen, kan Jax de kreunende geluiden onderscheiden welke van zowel beneden als boven vandaan lijken te komen. Resoluut geeft hij Talon één knik, waarna hij omdraait. 'Hier — over drie trappen zit er een gedeelte machinekamers. Als we die deur barricaderen, kunnen we rusten en uiteindelijk via kleine trappen richting het dek klimmen — iets wat die dingen niet zullen kunnen. Yes — kom op Talon.' Jax kijkt over de reling naar beneden en schiet de hoek om. Wanneer hij één trap af is gegaan, kijkt hij om en fronst — Talon is nergens te bekennen. Vloekend stort hij zichzelf terug de trap op, waarbij de neus van zijn schoen blijft steken en hij zijn knieën pijnlijk stoot. Vliegensvlug krabbelt hij overeind en klimt verder, waardoor hij op de hoogte terecht komt waar ze zojuist vijf monsters uit hebben geschakeld. Talon is bezig met naar de trap toe te komen, maar de uitdrukking op haar gezicht zegt hem niet veel goeds — evenmin de manier waarop ze haar gewicht niet op één enkel kan plaatsen. Jax stapt furieus naar voren en grijpt haar schouders vast, waarbij hij haar door elkaar schudt.
          'Godverdomme T., zeg het me als je iets hebt. Ik dacht dat je nu. . .' Jax schudt zijn hoofd en kijkt om bij de geluiden, die steeds dichterbij lijken te komen. 'Fuck it, houd je vast. En waag het niet te protesteren.' Jax buigt door zijn knieën, grijpt Talon's knieholten en polsen vast en legt haar zo gemakkelijk over zijn schouder, waarna hij de trap af schiet. Hijgend gooit hij zijn gewicht in de strijd om sneller te gaan, waarbij hij met zijn vrije schouder hard tegen de muur beukt op het moment dat hij bijna de deur voorbij schiet. Vanuit zijn ooghoeken ziet hij monsters op enkele meters afstand. 'Herinner me eraan dat ik je — als we dit overleven — op fatsoenlijke manier over een drempel draag,' kreunt hij wanneer hij de deur open zwaait en naar binnen stormt.
          'Sorry,' gromt hij kortaf als hij Talon ietwat ruw laat vallen op de brede ijzeren loopplank waar ze zich nu op bevinden, zodat hij zich om kan draaien en de deur dicht slaat — waarbij een hand van één van de monsters uiteen spat in de kier. Grommend duwt Jax een ijzeren staaf tussen de deurklink, welke hij met veel moeite ietwat krom weet te buigen waardoor deze de barricade extra kan versterken.


    ——————————————————————————

    ——————————————————————————

    Jade Olivia Vauhn

    ”High standards only scare men who have none.”

    • 27 • Passenger • Caspian & David •

    Caspian’ instemming was een dubbele bevestiging van hetgeen wat er gaande was en terwijl het brandalarm zijn noodkreten door de hele boot heen blijft gooien, stapte Jade verder bij de deur weg. Ze moeten hier weg. Alles in haar lichaam schreeuwde dat ze op de vlucht moest slaan, maar het wijze gedeelte in haar wees de roodharige er even goed op dat ze het in haar eentje nooit ging redden. Jade was niet dom en iets in haar vertikte het om er in haar eentje vandoor te gaan.
    Het brandalarm hield echter geheel onverwacht snel weer op. De stilte die het achterliet gaven Jade de rillingen, welke dieper werden zodra de verlichting in een flikkering ook doofde. “What the..” mompelde de roodharige zacht en met een ietwat zorgelijke uitdrukking op haar gezicht.
          ”Oké, we hebben twee opties denk ik.”
    Met een schuine doch vragende blik keek de jonge vrouw op naar Caspian, in stille afwachting van wat er komen ging ondanks haar dwingende verlangen weg uit deze ruimte te willen. De akelige stilte op de achtergrond had iets onheilspellends en Jade wilde ergens niet wachten op hetgeen wat daar de oorzaak van was. “We blijven hier en barricaderen de deuren, en hopen dat niemand dan binnen kan komen, of we verlaten het hier en gaan op onderzoek uit.”
    Jade hield stil. In haar hoofd schoten haar gedachten alle kanten in, waar ze op sommige vlakken resoluut in gevecht gingen met wat haar instincten haar toeriepen. Het voelde niet goed om hier te blijven, maar tegelijkertijd betwijfelde ze ergens hoe veilig het nu was om er meteen op uit te trekken. Wat voor reactie had het brandalarm precies teweeg gebracht?
          ”Misschien is het handig om hier heel even te wachten, tot de zombies wat rustiger zijn? Ik heb zo'n gevoel dat het een zelfmoordmissie is om nu deze ruimte te verlaten,” reageerde David als eerste op Caspian. Jade twijfelde ergens nog steeds, een gevoel wat haar niet makkelijker gemaakt leek te worden zodra beide heren haar kant op keken, in stille afwachting van wat haar reactie ging zijn. “Wat gaan we doen?”
    Heel even schoten haar ogen naar de deuren, waarachter het nog altijd dodelijk stil was. Maar voor hoe lang? Op dit moment wisten ze niet precies waar de zombies zaten, of met hoeveel ze waren. Jade was er zelf niet meer dan drie hooguit tegelijk tegen gekomen, maar na een kabaal zoals net? Kort beet de roodharige op haar lippen. “Ik stel voor dat we hier niet te lang blijven,” bracht na een korte, inwendige strijd vervolgens uit. “Een uur, dan zoeken we hier naar het noodzakelijk en trekken er dan op uit,” vervolgde ze, waarna haar blik van de een naar de ander gleed.
          ”Ik weet niet wat jullie plan was voor dit, maar ik wil van deze boot af nog voor hij helemaal overloopt met van die dingen..”
    Ergens hoopte ze onbewust dat tenminste één van de twee dezelfde planning had als haar zodat ze wellicht gezamenlijk er voor konden gaan, maar Jades beslissing lag op langere termijn vast. Op deze boot blijven was geen optie meer.


    'Three words, large enough to tip the world; I remember you.'

    CASPIAN MONTERO
    23 – Crew, bartender – at the bar – with David and Jade

    Nothing ever ends poetically,
    It ends and we turn it into poetry,
    All that blood was never once beautiful,
    It was just red.

    "Misschien is het handig om hier heel even te wachten, tot de zombies wat rustiger zijn? Ik heb zo’n gevoel dat het een zelfmoordmissie is om nu deze ruimte te verlaten.” David had daar een heel goed punt en knikte langzaam. Het brandalarm zou de zombies waarschijnlijk geïrriteerd hebben en ze actief hebben gemaakt.
    Voor nu was het rustig op het schip, maar dat moest schone schijn zijn. Misschien zaten de zombies op een ander dek. Misschien waren ze verscholen in de schaduwen. Maar ze waren er, en dat was wat telde.
    “Ik stel voor dat we hier niet te lang blijven. Een uur, dan zoeken we hier naar het noodzakelijke en trekken er dan op uit.” Ook zij had een punt. Ze konden hier niet voor eeuwig blijven. Uiteindelijk zou de ruimte die ze misschien wat verdekt had opgesteld veranderen in een val.
    “Ik weet niet wat jullie plan was voor dit, maar ik wil van deze boot af nog voor hij helemaal overloopt met van die dingen..”
    Caspian knikte opnieuw. “Ik ben het met jullie beide eens,” zei hij. “We kunnen hier niet eeuwig blijven, maar nu na die onrust gaan is zelfmoord.”
    Hij beet op zijn lip. “Mijn plan? Die dingen van de boot verwijderen en hier blijven.” Het was een ambitieus plan, en hoogstwaarschijnlijk zelfmoord, maar hier op het schip zou het mogelijk zijn systematisch de boel op te schonen en af te sluiten. Er zouden zombievrije gebieden gemaakt kunnen worden, die langzaam vergroot zouden kunnen worden. Hier was eten en drinken. Wie wist wat hij buiten de boot zou aantreffen?
    Hij wist dat hij dan ook zou moeten gaan doden. Het zou hem nooit lukken om zelfs maar één verdieping zombievrij te krijgen door middel van alles afsluiten zonder een zombie te treffen. Hij wist dat hij kon sterven, dat hij meer kans had om te sterven dan te leven. Het beangstigde hem enorm, maar wat voor keuze had hij? Op dit moment kon hij niet nadenken over alles dat hij moest doen, en wat er mis zou kunnen gaan. Hij moest het gewoon doen.
    Snel richtte hij zich weer op zijn metgezellen. “Wie helpt me de kast voor de deur te zetten? Dat zou ze wel een tijdje buiten moeten houden.” Misschien kon hij hier de bar wel als uitvalsbasis gaan nemen.




    [ bericht aangepast door een moderator op 14 feb 2019 - 20:24 ]


    The purpose of a writer is to keep civilization from destroying itself.