• A very zombie cruise


    The Silver Shadow, een klein cruiseship met plek voor 388 passagiers en 302 crewleden op volle capaciteit, is zijn laatste tocht begonnen op 21 juni, gevuld met passagiers. Sommige rijk, anderen hebben het tochtje gewonnen of hebben ervoor gespaard. Gezinnen, stelletjes, vrienden en crewleden. Op deze dag verliet het schip Seattle, om daarna aan te meren langs verschillende kustplaatsen in de USA en Mexico. Na 12 dagen komen zij bij Cabo San Lucas aan en keert ze weer terug naar de verenigde staten. Dit gaat echter niet zoals gepland. Bij een geplande stop in San Diego, waar enkele passagiers afscheid nemen van hun cruise, pikken ze iets onverwachts op.

    Een van de passagiers is ernstig ziek geworden. Een griepje, misschien voedselvergiftiging? De scheepsarts denkt dat hij het wel red tot San Francisco, de volgende stop. Helaas gaat hij 's nachts erg snel achteruit en sterft hij onverwachts. Een paar uur later ziet een andere passagier de zieke man zich langzaam een weg banen over de verlaten galerijen van het schip. Tegen de tijd dat de zon op komt, is het chaos. Het cruise schip dobbert doelloos op het water en een outbreak op het schip is een feit. Uiteindelijk weet de crew het schip aan land te brengen, maar niet in Seattle. Ze komen erachter dat het op het land net zo erg is op het schip. Sommige mensen verlaten het schip, anderen besluiten te blijven.




    — The Silver Shadow —

    Silver Shadow is gelijkwaardig aan zusterschip Silver Whisper. Er zijn 28 hutten met raam (dek 4 en dek 7 enkele). De overige hutten bevatten een balkon. Aan de voorkant en midden bevinden zich alle hutten. De faciliteiten zijn voornamelijk gesitueerd op de achterdekken. De ruimte voor elke passagier is enorm.

    In het hoofdrestaurant The Restaurant vindt een grote open zitting plaats. Fijn is dat alle alcoholische en niet-alcoholische drankjes inbegrepen zijn. Het buffetrestaurant La Terrazza heeft op dek 7 een buitenterras waar met mooi weer gegeten kan worden, daarnaast is er het kleine specialiteitenrestaurant Le Champagne. De Connaisseurs Corner is de plek om een lekkere sigaar te roken. Bij het zwembad is een grill gelegen.

    Ontspanning alom in het zwembad met de whirlpools. De spa is gelegen op het bovenste dek met het fitnesscenter. De Observation Lounge op het bovenste dek is gezellig ingericht. In de bibliotheek zijn internetmogelijkheden. De panorama lounge ligt op dek 8. Daarnaast is er vertier mogelijk in het theater, casino of de winkeltjes.

    — Rollen —
    — Luke Mahuiki — 38 — Passagier — Dek 7, room 721 — Thessalhydra — 1,3
    — Caspian Montero — 23 — Crew — Necessity — 1,2
    — Jackson 'Jax' Silva — 25 — Crew — Paracosmic — 1,2
    Gereserveerd — naam — leeftijd — Remiinds — pagina
    — Noah Jason Harries — 25 — Crew — Jian — 1,3
    — David Nicolas — 20 — Passagier — Sombre — 1,4

    — Talon Madding — 23 — Passagier — Maledictus — 1,2
    — Evangeline Celeste 'Evie' Montague — 23 — Passagier —MadaIena — 1,3
    — Josephine 'Josie' Anderson — 23 — Passagier — M00NCHILD — 1,3
    Gereserveerd — naam — leeftijd — Anatomy — pagina
    — Ireland 'Indie' Moira Fitzpatrick — 21 — Crew — JudithSuzann — 1,3
    — Jade Olivia Vauhn — 27 — Passagier — Nesryn — 1,4

    — Lijstje —
    — Naam
    — Leeftijd [16+]
    — Reden verblijf cruise schip (crew, met familie, etc)
    — Uiterlijk
    — Innerlijk
    — Geschiedenis
    — Extra



    — Regels —
    • Minimaal 200 woorden.
    • Het is de bedoeling dat deze RPG lang zal lopen. Hiervoor hebben wij een discord waarin gepraat zal worden. Denk eraan voordat je je aanmeld of je ook tijd hebt.
    • Q Huisregels, geen ruzies.
    • OOC in het discord kanaal.
    • Naamsveranderingen doorgeven.
    • Geen personages van anderen besturen.
    • 16+ mag.

    [ bericht aangepast op 18 jan 2019 - 21:03 ]


    "It's the thessalhydra, I'm telling you"

    — Het begin —

    Een paar uur geleden wist de crew van The Silver Shadow het schip aan land te krijgen. Ze zijn aangemeerd in een verlaten haven, iets wat voor chaos zorgde onder crew en passagiers. Sommigen besloten gelijk om van boord te gaan, wat niet geheel soepel verliep. Anderen besloten om te blijven. Er zijn ook mensen die nog geen beslissing gemaakt hebben.

    Daarbij zijn delen van het schip onbegaanbaar geworden. Het zou niet slim zijn om je te wagen op de dekken buiten, maar ook binnen loeren de zombies. Het is aan de overblijvers om te beslissen of ze samenwerken en de dekken veilig maken voor iedereen, maar daarvoor is wel vertrouwen nodig.


    "It's the thessalhydra, I'm telling you"

    MT.


    You gave me my life all those years ago, now I give you yours.

    MadaIena schreef:
    MT.


    •

    Mt


    The purpose of a writer is to keep civilization from destroying itself.

    Mine.


    'Three words, large enough to tip the world; I remember you.'

    Nesryn schreef:
    Mine.


    Good people are like candles, they burn themselves up to give others light

    MT.


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    LUKE MAHUIKI

    Luke staarde uit het raam van zijn luxe suite die uitkeek over de zee. De zucht die over zijn lippen rolde, leek een beetje overdreven in de omgeving, maar met context was het beter te begrijpen. Luke was met zijn vijf vrienden voor hun vrijgezellenfeestje op de cruise. Oh en wat een vrijgezellenfeestje was dat geweest. Ze hadden luxe suites geboekt en gaven flink wat geld uit aan van alles. Ze aten goed en dronken goed. Luke had meer dan eens wat rondgeflirt met de meiden, of ze nou crew waren, passagiers of vrouwen aan land. Nu was hij echter nog maar de enige van de vijf die aan boord was. Een van zijn vrienden was de eerste nacht al gesneuveld in de chaos die ontstaan was. Hij was zo dronken dat hij in slaap was gevallen aan dek bij het zwembad en was een makkelijke prooi voor dat ding. Nadat ze eindelijk aan land waren, ontstond er een flinke discussie tussen de vier overgebleven mannen of ze moesten gaan of niet. De bruidegom wilde absoluut gaan en een van de anderen wilde gelijk met hem mee. Luke en de ander wilde blijven. Uiteindelijk resulteerde het in een ruzie en degene die de kant van Luke koos, ging alsnog van boord in de chaos. Luke had geen idee of ze er überhaupt levend vanaf gekomen waren.
          Maar nu was Luke alleen en hij had geen idee wat hij moest doen. Hij had geen idee of er nog mensen aan boord waren en had het idee dat als hij de deur open zou doen, hij ten dode opgeschreven zou zijn. Hij ijsbeerde door zijn kamer heen, zuchtte nogmaals en keek naar zijn deur. Luke was zeker weten iemand die leefde van sociaal contact. Hij zou eerder doodgaan zonder sociaal contact dan hij zou verhongeren en hij zag er tegen op om hier dagen alleen door te brengen. Daarbij, het enige wat hij hier had was chips en alcohol in de minikoelkast. Onbewust beet hij op zijn duimnagel, iets wat hij enkel deed als hij voor een onmogelijke keuze stond. Vroeger beet hij constant op zijn nagels, maar dat had hij jaren geleden al afgeleerd. Hij zou toch tenminste eens weg moeten voor eten?
          Onzeker liep hij naar de deur toe. Hij bleef even staan om te luisteren of hij geluiden hoorde op de gang. Toen dit niet het geval was, draaide hij langzaam het slot van zijn deur open. Hij luisterde opnieuw voorzichtig en opende zijn deur op een kier. Hij keek om het hoekje en de gang was doodstil. Achterin de gang knipperde een TL buis en het was definitief een stuk smeriger dan een paar dagen geleden, maar er was geen beweging. Luke sloot de deur zo zacht mogelijk achter zich en probeerde op zijn tenen over de gang heen te sluipen, iets wat er vreemd uitzag bij een man die langer was dan 1,93 en breed gebouwd. Op zich had hij geen idee waar hij heen moest, dus besloot hij het trappenhuis in te gaan naar het restaurant. Hij zag er echter niet erg naar uit om nog meer deuren te openen en zich in een trappenhuis te bevinden op dit moment. Voorin het schip waren de grote trappen, daar was geen bedompt trappenhuis waar alles mis kon gaan. Het was verder weg, maar bij het kleine trappenhuis was ook een lift. Luke besloot om toch maar voor de lift te gaan.
          De gang kwam uit op een grote, open plek. Aan de zijkanten had je deuren die naar buiten gingen en langs de grote ramen stonden bankjes. De open plek was leeg, al lag er wel iemand op de grond. Luke keek er vanaf een afstandje naar, maar datgene op de grond bewoog niet, dus liep hij naar de lift en drukte hij op het knopje. Op dit moment was hij extreem dankbaar dat de elektriciteit nog werkte, met name de lift. Met een 'pling' stopte de lift op zijn verdieping en gingen de deuren open. Luke slaakte een hoog gilletje toen hij zag dat deze niet leeg was zoals hij had verwacht en hij plotseling oog in oog stond met een man waarvan zijn linkerarm miste.
          "Oh shit, oh, shit, oh shit," kwam het over zijn lippen toen hij zich omdraaide en het op een rennen zette.


    "It's the thessalhydra, I'm telling you"

    ━      David Nicolas      ━

    my whole life is a journey


    20 y/o ━ at the bar ━ alone ━ tired

          Met een zucht liep ik door een grote ruimte, het moest een soort restaurant voorstellen. Ik schuivelde langs de tafels en keek naar de onopgegeten maaltijden die nog op de tafels stonden. Glazen wijn die waren omgegooid, flessen champagne die kapot waren gevallen. Het zag er niet uit. Een zucht verliet mijn lippen terwijl ik richting de bar liep. Mijn ogen gleden over de flessen drank en bleven haken bij een fles likeur waarvan ik de naam niet herkende. Alert keek ik om me heen, waarna ik de fles in mijn handen nam en de dop losdraaide. Voorzichtig rook ik aan het goedje, het rook heerlijk. Deze ging met mij mee. Ik draaide de dop er weer op en stopte de fles in mijn rugzak. Weer keek ik even om me heen. Het was hier zo uitgestorven, bijna iedereen had de boot verlaten. Zelf ging ik echt niet van deze boot af, er is hier zo veel voedsel en drinken beschikbaar, je zou dom zijn om van de boot af te gaan. Ik liet mezelf op één van de barkrukken zakken en staarde voor me uit. Wat moest ik hier nou in godsnaam gaan doen.


    - thank you for existing -

    Ireland “Indie” Moira Fitzpatrick
    21 - Serveerster - Gang naar personeelsingang restaurant - Alleen


          Verloren keek ik om me heen in de grote verlaten keuken waar ik stond. Al het personeel met wie ik hier had gewerkt was van het schip gevlucht in de hoop om een betere kans op overleven te hebben op land. Hoewel ik ze echt had proberen te overtuigen dat het juist handig was om in de keuken te blijven - waar er drinkwater was, en genoeg voedsel voor een behoorlijke tijd - hadden ze niet willen luisteren. Ik haalde een keer diep adem en probeer zo mijn gedachten te ordenen. In mijn hoofd had ik een lijstje gemaakt met alles wat ik moest doen, nu stond op 1: anderen overlevenden op het schip vinden, maar dat was meteen ook een van de gevaarlijkste.
          Na lang dubben besloot ik eerst iets anders van mijn lijstje te kruisen. Ik moest op zoek naar warme kleding, ik had op dit moment alleen mijn serveersters uniform aan en wist zeker dat dit niet warm genoeg ging zijn gezien ik het nu al koud had. Ik dacht na over een goede strategie. Uiteindelijk besloot ik de klapdeuren naar het restaurant te blokkeren, tijdelijk tenminste. Dit was de bekendste weg naar de keuken, en ik moest kosten wat het kost voorkomen dat er zombies op deze plek zouden komen. Zacht beet ik op mijn lip terwijl ik een paar kastjes voor de klapdeuren schoof. Nogmaals haalde ik diep adem waarna ik de personeelsuitgang uitliep. Gelukkig voor mij waren de meeste hutten redelijk dichtbij deze uitgang en hoefde ik maar een paar hoeken om. Hoewel ik alles behalve gelovig was sloeg ik een kruisje en liep zo snel mogelijk richting de hutten. In alle paniek waren bijna alle kamerdeuren open laten staan en kon ik zo naar binnen glippen. Ik keek nog een keer over door de gang om te kijken of daar nog handige dingen waren om zo veel mogelijk spullen mee te nemen. Een koffer of tas was namelijk niet ideaal.
          Mijn wenkbrauwen schoten omhoog op het moment dat ik een gil hoorde, het was redelijk hoog en dus ging ik er meteen vanuit dat er nog een andere vrouw op het schip rond liep. Even twijfelde ik of ik er op af moest gaan, maar ik besloot het snel niet te doen, voor het zelfde geld betekende die gil dat ze gebeten was door een zombie. Voor de zoveelste keer in een paar minuten speurde ik mijn omgeving af, er leek hier echt niemand te zijn. Mijn blik bleef hangen op een kar die gebruikt werd door schoonmaaksters om alle was meteen mee te kunnen nemen, bingo. Ik sloop naar de kar en ging de hut in die er recht tegenover stond. Ik greep wat dekens, kussens en kleding van de mensen die daar hadden verbleven en mikte het in de kar. Zodra ik daar het meeste nuttige had gepakt liep ik een hut verder waar ik het riedeltje herhaalde. Met alle zooi die ik in de kar had gegooid was er al bijna geen ruimte om nog een hut af te struinen. Ik had al behoorlijk wat nuttige dingen bijeen gezocht en besloot dus meteen terug naar de keuken te gaan. Zo stil mogelijk en op de punten van mijn tenen sloop ik met alle spullen terug naar de keuken, waar voor zover ik had kunnen zien nog geen zombie naar toe was gegaan.



    [ bericht aangepast op 17 jan 2019 - 13:42 ]


    Good people are like candles, they burn themselves up to give others light

    CASPIAN MONTERO
    23 – Crew, bartender – at the bar – with David

    Nothing ever ends poetically,
    It ends and we turn it into poetry,
    All that blood was never once beautiful,
    It was just red.



    Caspian had de keuze gemaakt aan boord te blijven. Was het een verstandige keuze? Hij had geen idee. Maar hier was eten en drinken. Hier kende hij de weg en wist hij hoe hij ongezien van A naar B moest komen. Er was verband, er waren messen. Waarom zou hij dat allemaal weggooien voor een andere onbekende plek? De keuze maken om het schip te verlaten kon hij altijd nog maken. De keuze om terug te keren zou misschien wel eens onmogelijk zijn.
    Zich blijven verstoppen zou ook geen optie zijn. De spullen lagen verspreid door het schip, en enige kans op overleven lag daar dus ook. Een in elkaar getrapte stoel was waarschijnlijk lang niet genoeg beveiliging, maar met de stevige stoelpoten in de hand, voelde Caspian zich toch iets zekerder. Niemand wist wat er allemaal precies aan de hand was, alleen dat die wezens slecht nieuws waren. Zeer slecht nieuws.
    Een rugzak gevuld met de benodigde dingen, de ene stoelpoot als knuppel in zijn hand, de andere als reserve aan de rugzak vastgemaakt. Hij zou op jacht moeten wilde hij dit overleven. Het schip was vol met hen en met mensen in paniek. Het was ieder voor zich nu.
    Het was angstaanjagend stil terwijl Caspian door de gangen liep. Waar altijd het geluid te horen was geweest van de motoren, van de gasten, was er nu niks. Doodse stilte. Het werkte hem op de zenuwen. Waar was iedereen?
    Zijn eerste doel was het restaurant. Daar wilde hij zoveel mogelijk eten en drinken inslaan als mogelijk was, en hij wist dat er bij de bar wel een klein mesje moest liggen. Niet dat hij zoveel aan zoiets kleins zou hebben, maar elk beetje zou helpen.
    In de deuropening verstijfde hij en zijn vingers grepen zijn geïmproviseerde knuppel steviger vast. Bij de bar was een gestalte van een mens. Zijn lichaam maakte alvast een hoop adrenaline aan, klaar voor het gevecht of de vlucht. Toen hij zag hoe de ander een fles drank in zijn rugzak stopte, ademde hij uit. Dat was geen gedrag dat zij vertoonden.
    “Dat wordt dan 25 euro alsjeblieft,” zei hij terwijl hij naar de bar toe liep. “Anders nog iets?” Hij keek naar de jongeman voor hem, die hij net op stelen betrapt had. Hij zou niet toegeven dat dat geheel ook zijn plan geweest was. Van achter de bar viste hij het mesje tevoorschijn en begon met rustige halen aan de ene stoelpoot een punt te maken. Een knuppel en een soort speer. Hij moest het er maar mee doen.
    Zelf pakte hij ook een fles waar hij een grote slok uit nam, alvorens hem in zijn rugzak te stoppen en verder te gaan met de punt slijpen. Het was ieder voor zich, het recht van de sterkste. Hij was niet van plan degene zonder levensmiddelen te zijn.



    The purpose of a writer is to keep civilization from destroying itself.

    ━      David Nicolas      ━

    my whole life is a journey


    20 y/o ━ at the bar ━ with a stranger ━ tired

          Eindelijk zat ik even rustig en kon ik rustig ademhalen, tot iemand mijn rust kwam verstoren. Even was ik op mijn hoede, bang voor het feit dat het een besmet persoon was. Mijn ogen gingen over hem heen en hij kwam dichterbij.
          'Dat wordt dan 25 euro alsjeblieft,' zei de jongeman terwijl hij nog dichterbij kwam. 'anders nog iets?' Vroeg hij er nog achteraan. Mijn wenkbrauwen gingen de lucht in en ik nam mijn "speer" in mijn handen.
          'Wat denk je zelf gozer,' kwam er niet heel vriendelijk uit mijn mond. 'We weten allemaal dat niemand nog één cent uit gaat geven op dit schip.' Zei ik met een iets rustigere toon in mijn stem. De man kwam verder ook niet erg bedreigend over, dus besloot ik de "speer" maar weer tegen de bar aan te zetten. De jongeman liep om me heen, om de bar heen en pakte achter de bar een klein mesje, waarmee hij het stuk hout in zijn hand begon te slijpen. Tot mijn verbazing nam ook hij een fles in zijn handen en nam hier een flinke slok uit. Er kwam toch een soort glimlach tevoorschijn. Mijn houding veranderde naar een ontspannen uitdrukking, in plaats van de agressieve houding die ik net aan had genomen.
          'Mijn excuses voor mijn gedrag, ik heb niet echt een leuke vakantie.' De woorden kwamen wat ironisch over mijn lippen, natuurlijk had ik geen leuke vakantie, niemand had een leuke vakantie hier. De jongeman was netjes gekleedt, hij leek me een medewerker, dat is al helemaal rot.
          'Mijn naam is David.' Besloot ik de jongeman te vertellen. De mensen die hier nog levend en gezond waren kon je maar beter te vriend houden.



    - thank you for existing -

    Josephine ''Josie'' Anderson

    23 ━ passenger ━ hallway ━ alone

    Het was al vier dagen dat Josie in haar kamer opgesloten zat. Vier dagen nadat het einde van de wereld was begonnen. Josie dacht terug aan het moment dat ze erachter kwam. Ook toen was ze in haar kamer geweest.

    Ze had een tijdje vreemde geluiden gehoord maar pas toen ze gegil hoorde was ze naar de deur toe gelopen om te kijken wat er aan de hand was. Het geluid kwam van het einde van de gang vandaan. Haar hoofd draaide naar rechts, waar ze een man het huid en vlees van een vrouw eraf zag bijten. Josie was aan de grond genageld en kon haar ogen niet van de twee afhalen. Ze was in shock. Pas toen doen de man draaide en Josie zag, sloeg Josie haar deur gauw dicht. ‘’Shit.’’ Kwam er uit haar mond. Bang dat de man haar had gezien en nu haar kant op kwam. Josie zette haar deur op slot en duwde de nachtkastjes tegen de deur aan. Haar hart ging tekeer en ze struikelde achterover op de grond toen de deur van haar kamer trilde door het geklop. Ze bleef stilletjes naar de deur staren tot het geklop stopte. Pas daarna kon ze wat voelen en fatsoenlijk adem halen. Frustratie. Angst. Verwarring. Josie kon het niet laten, ze barstte uit in tranen. Haar handen waren aan het trillen. De beelden van daarnet kwamen weer voor haar ogen. Ze had letterlijk de binnenkant van de vrouw gezien. Plots moest ze denken aan haar moeder. Instabiel stond ze op om op zoek te gaan naar haar telefoon en haar moeder te bellen. Maar daar kwam niks van. Ze kon haar moeder niet bereiken waardoor haar angst werd omgezet in woede. Josie schreeuwde woedend en sloeg haar vuist op een tafel.

    Drie dagen was ze in een soort ‘depressieve’ mode geweest. Ze had haarzelf geforceerd om dag en nacht te slapen zodat ze niet hoefde te denken aan wat er aan de hand was. Helaas brak dag vier aan en raakte haar eten en drinken langzaam op. Ze kon niet langer in haar kamer schuilen. De… zombies zouden toch niet verdwijnen. Josie moest er maar mee zien leren omgaan. Ze had geen keus. Ze moest stoppen met een schijterd zijn en naar buiten.
    Josie stond voor de spiegel in de badkamer. ‘’Kom op!’’ Riep ze tegen haarzelf en gaf gelijk daarna ook een klap aan haarzelf. Ze probeerde haarzelf aan te moedigen. ‘’You’re a boss, bitch. Now get out there.’’
    Josie liep de badkamer uit en zocht naar haar rugzak. Het zou ergens rond moeten liggen. Toen ze het eindelijk vond vulde ze haar rugzak met een paar kleren, haar laatste flessen drinken en eten en een paar andere handige spullen. Vervolgens trok ze wat comfortabele kleren aan waar ze goed in kon bewegen, maar waar ze nog badass in uit zag.

    Haar ogen vielen op haar rolschaatsen in de hoek van de kamer. Ze kwam plots met het idee om de rolschaatsen aan te doen. Een frons vormde rond haar wenkbrauwen. Was dat wel een goed idee? Josie dacht even na. Met rolschaatsen zou ze ongetwijfeld sneller zijn en als er lichamen op de grond lagen kon ze er vast omheen. Ze was geen amateur. Rolschaatsen deed ze al vanaf dat ze tien was. Alsnog leek haar idee aan de andere kant niet handig, maar de neiging om ze nu aan te doen kon ze niet weerstaan. Josie trok haar schoenen uit en plaatste deze in haar rugtas. Ze ging op het hoekje van haar bed zitten en trok haar rolschaatsen aan. Net wanneer ze de nachtkastjes wilde wegduwen dacht ze dat het ook handig zou zijn om iets te hebben waarmee ze haarzelf mee kon beschermen. Niet dat er echt iets in haar kamer was waarmee ze dat kon doen. Er was buiten vast wel iets dat ze kon vinden.
    Eindelijk schoof Josie dan ook de nachtkastjes weg. Ze opende haar deur dan ook héél zachtjes en keek door de kier heen of dode mensen of zombies, wat dan ook, buiten te zien waren. Gelukkig was de man die ze vier dagen geleden zag weg en was er verder ook niemand te bekennen. Nou ja, er waren wel een paar lichamen die roerloos op de grond lagen maar verder niks dat bewoog. Josie opende haar deur helemaal dit keer en skeelerde de gang af terwijl ze zo min mogelijk naar de lichamen op de grond probeerde te kijken. Pas aan het einde van de gang kwam ze tot een halt, omdat ze de hoek om een zombie verder op zag lopen. Ze keek naar de grond en beet op haar onderlip. Geweldig.

    Wait a second.

    Josie hield haar hoofd schuin toen ze een honkbal knuppel in de hand van iemand die op de grond lag zag. Een glimlach vormde rond haar lippen. Josie zakte langzaam naar beneden en greep de knuppel weg van de persoon. Haar ogen gleden per ongeluk over het gezicht van de persoon. Het leek op een bekend persoon maar ze kon niet zo goed uitmaken wie sinds er een hap uit zijn gezicht genomen was. Misschien was het een bekende honkbalspeler aangezien de man een knuppel in zijn handen had. Al zou ze niet weten waarom je je knuppel mee zou nemen op een cruise. Maar hé, ze had zelf haar rolschaatsen meegenomen.

    [ bericht aangepast op 17 jan 2019 - 16:19 ]

    ——————————————————————————

    ——————————————————————————

    Jade Olivia Vauhn

    ”High standards only scare men who have none.”

    • 27 • Passenger • Caspian & David •

    Resoluut propte de roodharige, jonge vrouw een rugzak vol met wat spullen. Voor het eerst in haar leven had ze besloten dat haar make-up geen noodzakelijk iets was, of haar andere toiletspullen die als eerste in haar koffers waren beland. Kleding was hetgeen wat ze nodig had, samen met een zaklamp die ze ergens in de gangen gevonden had en de rest van de ruimte die ze nog over had, besloot ze later vol te stoppen met wat eten. Jade twijfelde echter nog altijd of het wel een slim idee was om de boot te verlaten — om de beschutting die ze hier met zekerheid had achter zich te laten en het onbekende land op te trekken waar ze zojuist aangemeerd waren. Een huivering trok door haar heen als in haar gedachten de ijselijke gil klinkt die ze een paar dagen geleden gehoord had; het was er een die door merg en been heen was gegaan en waarvan ze zeker wist dat ze deze voorlopig niet uit haar geheugen geband ging krijgen. Het beeld wat zich op haar netvlies gebrand had verscheen weer heel even voor ogen, waardoor Jade een gesmoord geluid leek te maken. Het was een monster geweest, wat zich vast had geklampt aan de jonge vrouw, alvorens hij ruw een hap uit haar wang had genomen. Bloed spoot alle kanten op en Jade had voor een paar tellen niet meer geweten of het nu de vrouw zelf was die gilde, of zijzelf. Tegen haar oprechte wil in had de roodharige haar instincten gevolgd door het op een rennen te zetten, waarbij ze vrouw achterliet in de handen van iets waar ze later achterkwam dat het een zombie was geweest.
          ”Zombies,” mompelde Jade zacht, ze geloofde het ergens nog steeds niet helemaal. Hevig knipperde ze echter een paar keer met haar ogen, om zo het beeld te doen vervagen, waarna ze zich bijeen raapte om haar rugzak dicht te knopen. Haar lange, rode lokken zaten op een verwilderde knot en ze vermeed haar eigen blik in de spiegel zodra ze daar voorbij liep, eens ze de tas over haar schouder had gehangen. Ze hoefde niet te kijken om erachter te komen dat ze er vermoeid en gestrest uitzag — het was wellicht een schrale troost dat het voor eens niet door haar eigen problemen kwam. Nadat ze haar blik nog éénmaal door haar hut heen had laten gaan, sloot ze de deur achter zich. De gangen waar doodstil en waar eerder nog de vrolijke stemmen van een paar voorbijgangers hadden geklonken, was nu enkel en alleen haar eigen aanwezigheid op te merken. Jade huiverde opnieuw en beet kort op haar onderlip. Opnieuw aarzelde ze terwijl ze door de lange gang heen liep. In haar hoofd had haar plan zo strak geleken, maar met de stap die ze verder van de veiligheid van haar hut vandaan zetten, leek hij steeds meer te wankelen. Hierop dwong ze zichzelf opzoek te gaan naar eten wat ze mee kon nemen, al was het maar voor twee dagen, dan had ze hopelijk iets om mee vooruit te kunnen.

    Jade kon de weg naar bar bijna dromen, zo vaak had ze hem al gelopen de dagen voordat de hel leek los te barsten. Toch lukte het haar niet om haar gedachten stil te houden, die radeloos te keer leken te gaan. De keuken was misschien een betere plek geweest om eten te zoeken, maar hoe ironisch ook, Jade had een borrel nodig en een stevig peptalk wilde ze haar moed compleet hebben om verder door de boot te trekken. Een vlugge beweging in de verte doorbrak haar stille overpeinzingen doordat het haar aandacht trok — enkele meters voor de ingang naar de bar. Het geluid van rinkelend ijzer wat op de grond terecht komt jaagt de roodharige vervolgens de stuipen op het lijf, waarop ze met een zachte kreet de laatste meters in een sprintje weet te overbruggen. Met een gejaagde ademhaling weet ze een blik over haar schouders te werpen, maar wat de vlugge, donkere beweging achter haar ook was geweest, Jade zag het niet meer en dat bezorgde haar ergens nog meer kriebels. Het liefste van allemaal wilde ze zich in een van de donkerste hoekjes opkrullen tot een bolletje, hopende dat dit allemaal een boze droom was. In plaats daarvan snelde ze de bar binnen en botste hierbij met een flinke knal tegen iemand op.
    Een luide kreet verliet geschrokken haar mond, waarna Jade met een vuist resoluut tegen de persoon in kwestie aansloeg — puur uit de angst dat het een van de monsters was die ze een paar dagen geleden voor het eerst had gezien.


    'Three words, large enough to tip the world; I remember you.'

    NOAH JASON HARRIES

    ««« 25 - Badmeester - Alone @ Upper deck »»»

    Verstopt en diep weggedoken tussen de reddingsboeien en zwemmatten, lag Noah opgerold. De stres, het vluchten en het alleen zijn hadden hem uitgeput. Nadat hij zeker wist dat de deur van het zwemhok was gebarikadeerd, had hij wat slaap proberen te pakken. Het waren hazenslaapjes. Telkens opnieuw werd hij geschokken wakker, het zakmes stevig in zijn vuist geklemd. Door nachtmerries of geluid. Het had geen zin, maar hij zat er voorlopig wel veilig. Noah wilde er blijven zitten. Verstopt voor de gekke die op het schip leken te zitten. Maar het was onmoglijk. De droogte in zijn keel en mond, de drang om andere levende medemensen te vinden. Het maakte dat hij uiteindelijk alle moed bij elkaar raapte en langzaam de spullen voor de deur begon te verplaatsen. Hij nam een diepe teug lucht voordat hij voorzichtig de deur opende en om het hoekje gleurde. Het was rustig. Het gangpad was leeg en na even luisteren, besloot Noah dat er ook niks in de beurt was. Langzaam kwam hij tevoorschijn uit zijn verstopplek en liep hij op zijn tenen de gang door het dek op. Bij elke hoek en deur bleef hij staan om te luisteren. Uiteindelijk toen Noah zeker wist dat de kust veilig was, rende hij het werkhok, waar hij een fles water uit de koelkast trok en buiten op het dek in een hoek ging zitten om gulzig was slokken naar binnen te werken.



    ''yOu aLreaDy kNoW wHaT'S uP''